Studentonderzoekers zetten belangrijkste inzichten kennisdelingsdag City Deal Kennis Maken op een rij
Op vrijdag 1 juni vond op de Hogeschool Leiden de eerste kennisdelingsdag van de City Deal Kennis Maken plaats. Met een bomvol programma van workshops, debatcafés en excursies was er voor bezoekers meer dan genoeg ruimte om informatie op te halen, en kennis te brengen en delen. Uiteraard ontbraken studenten niet op de kennisdelingsdag. Zij vervullen een onmisbare rol als het gaat om het versterken van de synergie tussen kennisinstellingen en de stad. Onder begeleiding van Kennisland – een denktank op het gebied van onder andere onderwijsvernieuwing en een van de partners van de City Deal – haalde een team van 24 studentonderzoekers de belangrijkste inzichten en lessen van de dag op. Zij kwamen naar Leiden vanuit heel het land: de Hogeschool Rotterdam, Avans Hogeschool, de HAN Hogeschool, de Universiteit Utrecht, de Hogeschool van Amsterdam, de Universiteit van Amsterdam, Hogeschool Saxion, de Vrije Universiteit en Universiteit Leiden. Hieronder zijn de inzichten van de studenten op een rij gezet.
1 Stedelijke uitdagingen vragen om interdisciplinaire aanpakken
Om de stedelijke opgaven van deze tijd aan te pakken moet er interdisciplinair samengewerkt worden. Bij het werken aan maatschappelijke vraagstukken in praktijkgericht onderwijs geldt daarom hoe eerder studenten in aanraking komen met studenten van andere opleidingen hoe beter. In het debatcafé van Ivo Hendriks, programmamanager van de Sparkcentres van de HAN Hogeschool, ging men in gesprek over de samenwerking die er plaatsvindt tussen studenten van verschillende opleidingen in de Sparkcentres van de hogeschool in tal van Nijmeegse wijken. In de Sparkcentres gaan studenten samen met professionals en bewoners in een wijk aan de slag met een vraagstuk. Binnen dit programma gaat er al veel goed op het gebied van samenwerking tussen studenten, maar er liggen ook nog uitdagingen. Bijvoorbeeld wat betreft het organiseren van het onderwijs op een manier dat interdisciplinaire projecten daarin een plek kunnen vinden. En docenten meekrijgen om praktijkgericht en interdisciplinair te werk te gaan. Die uitdagingen zijn uiteraard niet alleen aan de orde op de HAN Hogeschool. Ook bijvoorbeeld in de workshop van Thomas Lans, Professor Entrepreneurial Learning op de Wageningen Universiteit, Victor Scholten, Director Delft Centre of Entrepreneurship, en Robin van IJperen, programmamanager Talentontwikkeling bij StartupDelta, werd genoemd dat er vertrouwen geschept moet worden bij docenten om met praktijkgerichte vraagstukken van opdrachtgevers aan de slag te gaan.
2 Ook het mbo vervult een belangrijke rol in het versterken van de symbiose tussen stad en kennisinstelling
In de samenwerking tussen kennisinstellingen en de stad lijkt de nadruk tot nu toe vooral te liggen op universiteiten en hbo’s. Maar juist ook in de samenwerking met mbo’s liggen kansen. In de sessie van Lara Ummels, kennismakelaar van de gemeente Leiden, en Paul Dirkse, wethouder voor onderwijs, sport en duurzaamheid teven in Leiden, werd een idee geopperd om de verbinding met mbo’s meer op te zoeken: samenwerking tussen stad en kennisinstelling moet niet alleen gaan over kennis – voornamelijk het terrein van universiteiten en hbo’s – maar ook over ondernemerschap. Daarin blinkt het mbo uit. In de workshop van Marianne Toussaint en Josefien Terburg van de Herman Brood Academie ging het gesprek erover dat het wel zo moet zijn dat de samenwerking tussen bijvoorbeeld het mbo, hbo en mbo in dienst staat van een vraagstuk waarin de verschillende spelers elk een waardevolle bijdrage kunnen leveren. Er moet niet samengewerkt worden om het samenwerken.
3 Het inbedden van projecten waarin praktijk en onderwijs elkaar ontmoeten in curricula vormt grote uitdaging
Een veelgehoorde uitdaging gaat over het inpassen van praktijkonderwijs in curricula. Zo zijn praktijkopdrachten soms lastig te verenigen met lesroosters, bijvoorbeeld omdat ze niet gelijk lopen aan de andere vakken die studenten volgen. Of op onconventionele tijdstippen plaatsvinden. Vooral als er in interdisciplinaire teams van studenten aan een opdracht gewerkt moet worden is de uitdaging om een opdracht in een curriculum in te passen groot. Verder wil een partner of opdrachtgever soms een thema behandelen dat schuurt met een curriculum, of komt er bij een opdracht een vaardigheid kijken die studenten al ruimschoots in de vingers hebben of juist nog niet genoeg. In de sessie met Leidse kennismakelaar Lara Ummels werd voorgesteld om dit vraagstuk eens andersom te bekijken: hoe zorg je ervoor dat het curriculum beter aansluit bij praktijkopdrachten? Een oplossing zou kunnen zijn om meer nadruk te leggen op leerdoelen en minder op de manier waarop die behaald worden. Zo ontstaat er ruimte in een curriculum. In het Stadslab van Saxion wordt deze manier van werken al min of meer toegepast. Actuele thema’s uit het werkveld worden via het Stadslab vertaald naar opdrachten waarmee de studenten direct aan de slag kunnen. De beroepspraktijk staat zodoende centraal.
4 Praktijkvraagstukken en het onderwijs vormen niet vanzelfsprekend een match – studenten kunnen rol spelen bij identificeren van vraagstukken
In de verbinding tussen het onderwijs en stedelijke vraagstukken is het van belang dat deze op elkaar afgestemd worden. In de sessie onder leiding van Ivo de Nooijer, directeur van Luris, en Aldert de Vries, coördinator van Utrecht Agenda on Healthy Urban Living, ontstond een discussie over wie er verantwoordelijkheid draagt voor het aandragen van een vraagstuk. Zijn gemeenten het meest op de hoogte van actuele, lokale vraagstukken en is daarom aan hen de taak om een vraagstuk te introduceren? Of is dat de taak van kennisinstellingen, omdat zij zich specialiseren op het gebied van het formuleren van onderzoeksvragen? Tijdens de workshop leek men het erover eens te zijn dat het antwoord ergens in het midden ligt. Het formuleren van vraagstukken moet gezamenlijk opgepakt worden. Studenten kunnen er ook een rol in hebben. In de workshop van Dennis van den Berg, adviseur onderwijsvernieuwing bij Kennisland, kwam naar voren dat studenten uitstekend in staat zijn om zelf een probleem in de praktijk te signaleren. Wanneer studenten ook daadwerkelijk de ruimte krijgen om met een ‘eigen’ vraag aan de slag te gaan, zijn zij vaak erg gemotiveerd. Dat levert veelal mooie resultaten op.
De komende tijd verzamelen we nog meer inzichten door interviews af te nemen met mensen die een brug slaan tussen het onderwijs en de stad. Houd daarom de website in de gaten en bekijk alvast de interviews die we eerder afnamen.
Laat een reactie achter