Bestuurlijke weerbaarheid begint met goede informatie
De data-analyses, die in de City Deal Zicht op Ondermijning zijn ontwikkeld, geven gemeenten beter zicht op voedingsbodems van ondermijnende criminaliteit in hun wijken en buurten. Nu gaat deze samenwerking van veertien gemeenten, drie ministeries, Belastingdienst, CBS, ICTU, Openbaar Ministerie en Politie structureel verder.
Het meest zichtbaar en tastbare resultaat wat vier jaar City Deal heeft opgeleverd is natuurlijk het Dashboard Zicht op Ondermijning, vertelt gedelegeerd opdrachtgever Marc Noordhoek van het ministerie van BZK. “Die komt voort uit de vraag die aan het begin van de City Deal lag, namelijk of je data-analyse kunt gebruiken om patronen op ondermijning en criminaliteit te identificeren. Wat nou als je daarvoor de data van de Nederlandse overheden en uitvoeringsorganisaties bij elkaar zou kunnen brengen? Dat hebben we gedaan in een beveiligde omgeving van en samen met het CBS.”
Een pool van data scientists
Het dashboard Zicht op Ondermijn haalde onlangs het RTL Nieuws. Elke gemeente in Nederland kan uit het dashboard extra inzichten opdoen over risico’s op ondermijnende criminaliteit, en samen met andere partijen de preventieve bestrijding ervan versterken. “Een ander resultaat is de samenwerking zoals we die hebben vormgegeven in de City Deal”, gaat Noordhoek verder. “We hebben echt een samenwerkingsverband gerealiseerd, compleet met een kernteam van data scientists, die niet voor één partij werken, maar in dienst staan van de samenwerkende partijen. Deze groep mensen, ongeveer twaalf fte, was in staat om de verschillende hypothesen en vraagstellingen te vertalen naar analyses en concrete resultaten. Door de krachten te bundelen zijn we in staat geweest om eigenlijk veel meer te doen dan dat elk van de afzonderlijke partijen apart had kunnen doen. Dat heeft geleid tot een zorgvuldige en goed doordachte werkwijze, de Zicht op methode.”
Waterbed-effect
In deze methode kwamen de partners steeds bij elkaar. Een van hen bracht dan een onderzoeksvraag in. Zo zag de gemeente Maastricht bijvoorbeeld dat er veel drugscriminaliteit in de stad gepleegd werd door drugsverdachten uit andere gemeenten. Welke preventieve maatregelen kan je dan als gemeente ondernemen en voorkomen dat die drugsverdachten uit andere gemeenten criminaliteit veroorzaken in Maastricht? Je moet dus wel samenwerken met omliggende gemeenten. “Toen hebben we op basis van politiedata onderzocht welke delicten waar gepleegd worden, en door wie en waar ze dan vandaan komen”, vertelt Noordhoek. “In hoeverre vertonen criminelen in hun eigen gemeente crimineel gedrag en hoeverre doen ze dat in andere gemeenten. Uiteindelijk hebben we dat voor alle gemeenten in kaart gebracht. En dan blijkt er inderdaad vaak echt een soort waterbed effect te zijn, waarbij criminelen in de ene gemeente wonen, maar hun misdaad vooral uitvoeren in een andere gemeente. De data die wij gebruiken geven gemeenten handvatten om daar preventieve maatregelen op te nemen.”
Een ander vraagstuk uit een van de steden was hoe je de jonge aanwas in criminaliteit kunt aanpakken. Noordhoek: “We hebben bepaalde kenmerken van jongeren van 13 tot 18 jaar geïdentificeerd en met elkaar in verband gebracht, zodat ze voorspellende waarde hebben voor het risico op het gaan plegen van drugsdelicten. Denk aan kenmerken als voortijdig schoolverlaten, haltregistraties en schulden bij de ouder(s). Ook laten de data zien in welke wijken jeugd meer risico’s loopt betrokken te raken in de criminaliteit. Dat helpt gemeenten weer.”
Zo is de gemeente Den Haag gestart met een aanvraag voor het programma ‘Preventie met gezag’. Daarbij gebruikt de gemeente inzichten en data uit het dashboard om wijken aan te duiden waar jeugd potentieel gevaar loopt om over vier of vijf jaar de criminaliteit te rollen. Den Haag zet daarop in met meer jeugdwerk en meer sport aan te bieden.
Geen Big Brother
Overigens zijn de data nooit op individueel niveau te herleiden, benadrukt Noordhoek. “Dat willen we niet, dat mag ook niet. We werken immers binnen de kaders van de CBS-wet. Anders zouden we in een Big Brother- achtig samenleving komen. We willen wel weten aan welke knoppen we kunnen draaien om te voorkomen dat kinderen het foute pad op gaan.”
De jonge aanwas analyse wil het samenwerkingsverband nu verder nu stabiliseren om het verder te ontwikkelen tot echt een monitor, die trends weergeeft over jaren, en laat zien wat het effect is van interventies. Aan zo’n monitorfunctie is grote behoefte, stelt Noordhoek. “Veel gemeenten kunnen geen dure onderzoeksbureaus inhuren. Nu kunnen we zelf als overheid dit onderzoek doen. We kunnen bijna continu monitoren omdat we elke drie maanden de data bij het CBS verversen.”
Structureel verder
Noordhoek is erg blij hoe het proces is gegaan in de City Deal. “Als je start met een innovatief idee is een City Deal een fantastisch mechanisme om op relatief korte termijn iets in gang te zetten. Je creëert een groep mensen, vol enthousiasme. Als je het doel hebt bereikt, stop je. Of, wanneer je iets hebt ontwikkeld, ga je verder, net als wij. In de brief naar de Tweede Kamer eerder dit jaar is geconcludeerd dat deze City Deal echt toegevoegde waarde heeft. Daarom gaan we er structureel mee door en zo is er een nieuwe fase ontstaan die weer zijn eigen problematiek met zich meebracht. Iets wat uit innovatie is ontstaan onderbrengen in een bestaande ambtelijke structuur met een ministerie, directies, een DG, afdelingen en teams is niet eenvoudig gebleken. Er bestaat geen recept of handleiding voor.”
Noordhoek gaat verder. “Hoe gaan we nu zorgen dat dit going concern wordt binnen een beleidsdepartement? Doordat dit nu regulier beleid wordt gaan mensen vragen stellen zoals of het wel binnen de politieke keuzes valt en of er een maatschappelijk debat is gevoerd over de analyses, of we dit wel moeten willen doen? De Toeslagenaffaire heeft nogal wat koudwatervrees opgeleverd.”
Noordhoek pleit ervoor dat de regie op het dashboard niet geheel door het Rijk moet worden overgenomen. “We willen de belangrijkste thema’s binnen het Brede Offensief tegen Ondermijning (BOTOC) onderzoeken, maar we doen dit om het lokale bestuur weerbaarder te maken, dan moeten we niet voor haar bedenken wat de beste informatie is. Laat gemeenten dat zelf bepalen.”
Laat een reactie achter