City Deal Circulair en Conceptueel Bouwen op werkbezoek bij Rc Panels

Op dinsdag 31 augustus ging de City Deal Circulair en Conceptueel Bouwen voor het eerst op werkbezoek. Na een mooi reis streken alle 22 deelnemers neer in het pittoreske Lemelerveld waar onze City Deal partner Rc Panels is gehuisvest. Wat fijn om zoveel partners weer in het echt te kunnen zien!  Na een warme ontvangst met koffie door Lianda Sjerps-Koomen van Rc Panels is het tijd om de gele visitor hesjes aan te trekken.

Na een uitleg van Lianda en een introductie volgt een gesprek over de duurzaamheid en circulariteit van deze geïndustrialiseerde panelen. Het conceptueel bouwen is voor Rc Panels core business. Voor circulariteit zijn de stappen reduce (lichte panelen en bijv één materiaalstap waar traditioneel 3 worden gebruikt), reuse en recycle al in het proces geïmplementeerd. De werkwijze van Rc Panels biedt een innovatieve kans om biobased materialen tegen huidige materialen af te zetten, ze hebben onderzoek gedaan naar 24 materialen en zijn bezig de kansrijke door te ontwikkelen, maar is ook nog een zoektocht. Met procesinnovatie en nieuwe product-eigenschappen kan je tot een versnelling van de transitie komen voor zowel energie als circulariteit.

In de fabriek lopen we verschillende processtappen van fabricage langs. Hier wordt duidelijk hoe bestaande woningen door panelen een nieuwe schil krijgen en ook nieuwbouwgevels worden gemaakt. We zien de onbewerkte platen bij het eerste station voorbij komen. Hier kunnen alle eisen van design als materiaalgebruik worden meegegeven. Tijdens het lopen van de rondleiding raakt men met elkaar in gesprek en zichtbaar enthousiast.

Op volgende stations werken robots aan allerlei verschillende afwerkingsmogelijkheden. Kozijnen en deuren kunnen erin verwerkt worden en ook kunnen de gevels met allerlei prints en materialen worden afgewerkt. Robots die vele malen sneller metselwerk op de gevels verwerken dan handwerk mogelijk maakt. Door deze geautomatiseerde processen in een gecontroleerde omgeving qua temperatuur en luchtvochtigheid kunnen alle materialen zo optimaal mogelijk met elkaar gecombineerd worden. Het is mooi om te zien hoe de werknemers bij Rc Panels zichtbaar trots zijn op de professionele apparatuur en de producten. Materialen en restproducten worden weer terug in het proces gebracht en het kleine snijafval gaat terug de keten in naar leverancier. De gecompleteerde panelen kunnen zowel bij nieuwbouw als renovatie gebruikt worden. Na nog een laatste wandeling over het buiten terrein waar allerlei panelen staan en ook een demohuis als energiezuinige woning is het tijd voor de napraat en een hapje en drankje. Diverse ideeën voor vervolg acties, van normen tot praktische samenwerking werden gewisseld. Wat bij blijft is een geslaagd eerste werkbezoek van een professioneel bedrijf wat binnen onze City Deal bijdraagt aan verduurzaming en versnelling van de woningbouw. Rc Panels is afgelopen jaren hard gegroeid en werkt al door naar een vervijfvoudiging op deze locatie. Capaciteit genoeg dus we kunnen met elkaar aan het werk!

 

Verslag kennissessie 31 augustus

Teamsmeating Kennissessie CD Elektrische deelmobiliteit 310821

Dinsdag 31 augustus was er een interessante kennissessie voor gemeentes, ontwikkelaars en aanbieders. Via vier korte presentaties op Teams gingen de deelnemers in op de hoofdvraag ‘Wat hebben gemeenten en projectontwikkelaars van elkaar nodig om deelmobiliteit succesvol te realiseren?’.

Projectontwikkelaars hadden de wens geuit om meer kruisbestuiving te creëren tussen de partijen, om zo inzicht te krijgen in elkaars werkwijze en hoe elkaar te versterken. Deze twee uur durende Teams-sessie gaf gehoor aan deze wens. Deloitte en Advier presenteerden hun ervaringen met hun ontwikkelde beleidstoolkit. Namens drie Gooise gemeenten werden de ervaringen met buurtschap Crailo gedeeld. Daarop volgden de twee verhalen van ontwikkelaars BPD en AM. Bij deze een verslag van deze interactieve ochtend, georganiseerd door City Deal-secretaris Sanne Kalshoven en Margriet Schepman van NEPROM.

Allereerst stipte Green Deal-voorzitter Betty de Boer in de aftrap het belang van klimaat aan in uitgelekte rijksbegrotingsplannen. Dat het klimaat en de huidige onderhoudsopgave van de bestaande Nederlandse infrastructuur stevig op de agenda staan, biedt in deze tijd kansen voor deelmobiliteit. Zeker als je daarnaast denkt aan de miljoen woningen die nodig zijn.

EU-project beleidstoolkit – Wouter de Wit, Deloitte

Gemeentebeleid blijkt de belangrijkste succesfactor voor deelmobiliteit, zo begint Wouter zijn presentatie. Daarom kregen ministeries EU-subsidie om gemeenten te ondersteunen bij het ontwikkelen van dat beleid. Samen met Advier is Wouters werkgever Deloitte opdrachtnemer van trainingstrajecten hierover. Zij ontwikkelden een toolkit, bestaand uit een kennis, beleid- en communicatieonderdeel. Bij veel gemeenten regent het namelijk vragen om deelmobiliteit te faciliteren, niet alleen vragen van deelmobiliteitsaanbieders, maar steeds meer vragen van projectontwikkelaars die deelmobiliteit willen integreren in nieuwe gebiedsontwikkelingen in ruil voor korting op de parkeernorm. De meeste gemeenten willen hier wel inmee gaan, maar wel onder de juiste voorwaarden. En ze hebben behoeften aan inzicht in de wijze waarop ze deze voorwaarden kunnen vormgeven in beleid en afspraken met projectontwikkelaars. Meer kennisuitwisseling en kruisbestuiving tussen gemeenten en projectontwikkelaars helpt bij het verkrijgen van deze inzichten en bij het beter begrijpen van elkaars (on)mogelijkheden;

“vandaar ook deze kennissessie!” Wouter deelde de belangrijkste takeaways van de trainingen en de ‘stereotypen’ die leven bij gemeenten over ontwikkelaar en vice versa. Daaruit hebben Deloitte en Advier geprobeerd randvoorwaarden en oplossingsrichtingen te destilleren.

De coöperatiestructuur van Goois buurtschap Crailo – Minze Walvius, Advier

GEM Crailo is een samenwerkingsverband van gemeenten Gooise Meren, Hilversum en Laren. Hierdoor is het uiteindelijke beheer van de te realiseren wijk Crailo anders dan gebruikelijk. Samen met een op te zetten energie coöperatie biedt dit kansen voor andere beheervormen en meer betrokkenheid en eigenaarschap van de bewoners.

Minze bouwt voort op internationale ervaringen die o.a. zijn opgedaan binnen het project www.share-north.eu. In een aantal steden kan korting op de parkeernorm eenvoudig definitief of tijdelijk worden afgekocht bij de gemeente, die vervolgens zorgt voor alternatief vervoer en fallback-scenario’s. In de ogen van Minze richt je een wijk idealiter zó in, dat de eigen auto verder van huis is dan de OV-mogelijkheden, en heb je direct om de woning (deel)fietsen. Als je vanuit die filosofie de ruimte gaat inrichten, zie je dat automatisch het gedrag verandert – zeker aansluitend op het Live changing moment van de verhuizing naar en nieuwbouwwijk. Dit is behoorlijk vooruitstrevend voor Nederland, maar vanuit gedrag gezien is het logisch.

“In Crailo zijn we bezig met de puzzel hoe we de energiecoöperatie organiseren ten opzichte van de mobiliteitscoöperatie. Krijgen die straks ieder zijn eigen app? En komt er daarnaast nog een app van de beheerorganisatie? Een lastig vraagstuk. Zeker omdat we nu ook de marktconsultatie in moeten gaan voor de aanbieders van energie en mobiliteit, en in beide sectoren gaan de ontwikkelingen ontzettend snel. Hoe kunnen we daarbij flexibel blijven? Daarop hopen we ook van marktpartijen een antwoord te krijgen.” Bekijk hier de presentatie over Crailo (pdf).

Na een vraag van een van de luisteraars vertelt Minze dat de politici het liefst één app willen voor ieder thema. Maar als hij naar het buitenland kijkt, vraagt hij zich af een app überhaupt noodzakelijk is. Het kan ook een website zijn, of een paal met een scherm. Niet iedereen heeft immers constant 4G-internet, en je wilt zoveel mogelijk mensen bedienen.

Daarnaast wijst hij op het belang van het vroeg, vanaf de bestemmingsplanfase, in kaart brengen van de ‘hardware’: van wie is die laadpaal, van wie is deze parkeerplaats, van wie zijn die afvalcontainers? Anders kun je straks niet meer sturen op de data. Daarbij gaat het ten koste van veel ruimte indien dergelijke zaken in het ontwerp niet worden gebundeld.

Toolbox en projecten – Stijn Boogerd, BPD (Bouwfonds Property Development)

Stijn Boogerd benadrukt dat de doelgroep het uitgangspunt is. De verhuizing naar een aantrekkelijke autoluwe nieuwbouwwijk is een kans voor (mobiliteit)gedragsverandering. ‘Artist impressions’ van stedelijke nieuwbouwprojecten en aanbestedingen/tenders laten zien dat een groene autoluwe omgeving goed verkoopt. Samen met andere partijen heeft gebiedsontwikkelaar BPD een toolbox en een leidraad gemaakt om gebiedsontwikkeling en (deel)mobiliteit beter met elkaar te verbinden. Centraal staat een processchema waar diverse tools onder hangen, zoals mobiliteitskaarten, een dashboard autobezit en hulpmiddelen voor deelmobiliteit. De kern is volgens Stijn: ruimte is schaars in steden, en als je naar ruimtegebruik kijkt is de (privé)auto niet bepaald de beste vervoerswijze. Hij wil daarom naar een bepaalde volgorde van vervoerswijzen. Uit Vlaanderen komt het concept STOP: Stappen, Trappen, OV, Privéauto. Daar heeft Rebel de M van MaaS/Deelmobiliteit aan toegevoegd: STOMP. “Daarmee zoeken we naar een betere balans, waarbij we andere mobiliteit voorrang geven.” Stijn laat afbeeldingen uit de laagdrempelige klikbare leidraad zien, waarin ook de concepten van MaaS en de mobiliteitshub staan uitgelegd.

Hij wijst op het belang van realistische en flexibele parkeernormen als succesfactor voor deelmobiliteit: waarop is de reductie en is het vertrekpunt wel realistisch? Een kleine groep gemeenten hanteert nu lagere (maximum)parkeernormen, maar veel gemeenten gaan nog uit van te hoge parkeernormen gebaseerd op de ruime bandbreedte van de CROW-parkeerkengetallen. Het gevolg hiervan is te hoge parkeernormen voor met name stedelijke (huur)appartementen. Het BPD-dashboard autobezit, met het werkelijke autobezit per doelgroep en woningtype per gemeente en buurt, helpt om tot goede parkeernormen voor een specifiek project te komen. Te hoge parkeernormen helpen niet om van deelmobiliteit een succes te maken. Aanbieders van deelmobiliteit bieden anders gezegd een oplossing voor een “parkeerprobleem” met schaarste aan parkeerplekken.

Ook parkeerregulering is een belangrijke succesfactor voor deelmobiliteit en voorkomt mogelijke overloop naar omringende buurten van een nieuwbouwproject. Een kansrijke doelgroep voor deelmobiliteit is in zijn ogen mensen die maximaal 1 à 2 keer per week de auto gebruiken, mensen die vaker autorijden zijn te duur uit met deelmobiliteit. Maak parkeerplaatsen voor deelmobiliteit het liefst in openbaar gebied, als voorziening voor de hele buurt, in plaats van in een garage. Met 5 gerealiseerde en 10 deelmobiliteitsprojecten in aanbouw lukt het BPD steeds beter om deelmobiliteit te ontwikkelen. Stijn sluit zijn presentatie af met de laatste factor voor succesvolle deelmobiliteit, namelijk een goed aanbod van deelmobiliteit: onder andere gericht op doelgroep, woningen en locatie, multimodaal, tijdig gereed en met een sluitende businesscase.

Mobiliteitsaanpak op maat – Maarten Markus, AM

Maarten Markus van gebiedsontwikkelaar AM lichtte de mobiliteitsaanpak toe die AM hanteert voor nieuwe projecten aan de hand van praktijkvoorbeelden. In 4 projecten is als eindresultaat deelmobiliteit opgeleverd en in 18 lopende projecten is deze aanpak toegepast.

Stap 1 – Analyseren: “Maatgevend voor de kansen van deelmobiliteit is hoe auto-onafhankelijk een locatie is, vooral kijkend naar de werkbestemmingen.” Ook het lokaal beleid telt daarbij mee: bij een onnodige hoge parkeernorm, zijn mensen eerder geneigd een auto mee te verhuizen of later te kopen.

Stap 2 – Ontwerpen: In het Bajeskwartier in Amsterdam is één autoluwe straat die alle straten met elkaar verbindt, richting de metro. Autoluwheid vergroot je door: voetgangersconnectiviteit, ‘doorwaadbaarheid’ (prettig om doorheen te lopen), goede fietsparkeermogelijkheden, de auto parkeren op een centrale plek op afstand en heterogeniteit aan doelgroepen en leefstijlen: waardoor niet iedereen tegelijk (deel)mobiliteit gebruikt.

Stap 3 – Programmeren van (deel)mobiliteit: Welke mobiliteitsbehoefte blijft er over na lopen, fietsen en het OV? “Daar kijken we naar via onderzoek, waarmee je per doelgroep een goed beeld van de mobiliteitsbehoefte krijgt, en zo de kans op een hoge deelname vergroot.” Diversiteit in het aanbod is voor de een belangrijk, maar voor een ander juist de service of de betrouwbaarheid. Tot slot de multimodaliteit: het is interessant om het kopen van een e-bike te stimuleren, om daarmee het autogebruik te verminderen, en zo even af te stappen van deelmobiliteit als dat zo uitkomt.

Stap 4 – Realiseren: Wat heel belangrijk blijkt is de mobiliteitsgarantie verankeren: laat deelplekken deelplekken. Voorkom dat deelauto’s in parkeergarages staan; hou het toegankelijk. Zichtbaarheid is belangrijk, evenals als opschaalbaarheid via het reserveren van deelplekken. En wat als deelmobiliteit juist beter werkt dan gedacht en er parkeerplekken vrijkomen? Ook daarvoor is flexibiliteit nodig. En houd rekening met overdracht aan de VVE of belegger.

Stap 5. Monitoren

“We kijken naar de spreiding van het gebruik; hoeveel gebruikers van deelauto’s komen er uit het project en hoeveel uit de omgeving? En naar de gebruiksduur, bezettingsgraad en de tevredenheid van de gebruiker. Met de aanbieder kijken we naar het break-evenpoint. Soms kun je namelijk iets extra doen om het gebruik te verhogen, bijvoorbeeld via communicatie.”

Belangrijkste succesfactor is volgens Maarten de manier waarop je deelmobiliteit vormgeeft in een project. “En als we kavelgewijs deelauto’s neerzetten, zetten we onszelf klem in de toekomst; het is veel meer een gebiedsopgave. Het toekomstperspectief van deelmobiliteit is namelijk erg groot!”

Breakoutrooms

Na de presentaties werden de aanwezigen in groepjes in losse ruimtes gezet, om in kleine kring nog kort door te praten. Daar werd nog gesproken over onder andere: deelmobiliteit op maaiveld ja of nee; de dalende behoefte van de jeugd om een eigen scooter te hebben; het belang van diversiteit in je doelgroep; de kansen die óók bij niet-incidentele gebruikers liggen en de zichtbaarheid en toegankelijkheid in de wijk.

Deelnemers CoP wakkeren de verbeelding aan

Tijdens de Community of Practice bijeenkomst op 15 april stond het aanwakkeren van de verbeelding centraal. Naast bekende gezichten als de projectleiders en dealmakers van de City Deals waren Annelies Kroeskamp, directeur Bestuur, Financiën en Regio’s bij het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, en Irene Bronsvoort en Jesse Hofman van Urban Futures Studio  voor dit onderwerp aangeschoven.


“Wanneer je een schip wil bouwen, breng de mensen dan niet alleen bijeen om hout aan te slepen, werktekeningen te maken en het werk in te delen.
Leer hen vooral te verlangen naar de eindeloze zee”
.


Met deze woorden opende dagvoorzitter Henk Jan Bierling de bijeenkomst. Een citaat dat volgens hem “inspireert en tot de verbeelding spreekt.”

 

‘Dag van de Stad 2030’

Als eerste gast trad Suzanne Potjer aan, die de deelnemers de vraag voorlegde wat het ideaalbeeld is waarnaar gestreefd wordt in hun City Deal. Hoe zou de wereld er vijf jaar na de start van hun deal eruit moeten zien. De deelnemers moeten deze vraag beantwoorden met behulp van oefeningen om de verbeelding aan te wakkeren. Zo vraagt ze hen om zich te verbeelden hoe een presentatie over ‘hun’ City Deal op de ‘Dag van de Stad 2030’ eruit zou kunnen zien.

Verschillende deelnemers schetsen hun vergezichten. Zo heeft een deelnemer die betrokken is bij de City Deal Ruimte voor Lopen een wandelparadijs voor ogen. “Een geluidslandschap zonder autoverkeer maar wel met veel gezelligheid en natuur. Een plek waar mensen elkaar makkelijk ontmoeten, waarin je meer kunt vertragen.” Het moet volgens haar normaal worden voor de overheid om samen te werken met partijen waar je het oneens mee bent. “De overheid moet op dat punt gewoon méér gaan experimenteren!”

Over de City Deal Slimme Stad schetst een ander haar beeld. “Ik moest denken aan versmelting van de verschillende digitale werelden. Ik verbeeldde me dat we nu niet meer voor een scherm zitten maar samen in een virtuele ruimte staan.”

Volgens Suzanne Potjer is ‘de verbeelding’ eigenlijk al een factor in City Deals. “Juist om zo’n nieuwe samenwerking te starten moet je een plaatje schetsen. Dít is wat het kan zijn en juist dáárvoor moeten we iets doen.” Binnen City Deals is er volgens haar al veel enthousiasme om zo’n gezamenlijk idee en plan vorm te geven en te verbeelden.

Soft Spaces

Ook Irene Bronsvoort van Urban Futures Studio begint haar bijdrage met een quote die stof is tot nadenken: “This present moment used to be the unimaginable future”. Volgens haar hebben mensen vaak geen duidelijk beeld van waar ze naar toe werken. “We zien allemaal andere beelden en we worden geconfronteerd met de fossiele werkelijkheid. Maar hoe verbeeld je een toekomst die radicaal anders is? Met andere woorden: If we cannot imagine, how can we act collectively?” Over het verbeelden noemt zij drie opvattingen:

  1. Wat we doen in het heden wordt beïnvloed door verwachtingen van de toekomst
  2. Verbeelding is een sociale maar ook politieke handelingspraktijk
  3. Verbeelden en inzetten van kunst en cultuur is cruciaal voor het voorstelbaar en handelbaar maken voor aantrekkelijke en duurzame toekomst

Een voorbeeld van de kracht van verbeelding uit Irene’s presentatie:

Het Futurama-paviljoen op de wereldtentoonstelling van New York in 1939. Bezoekers zien de stad van de toekomst – met een sterke functiescheiding en een hoofdrol voor de auto – in een enorme kijkdoos. Foto: General Motors.


Urban Futures Studio probeert de verbeelding te vergoten en alternatieven te laten zien die anders onzichtbaar blijven. Alternatieven die je aanzetten om tot handelen over te gaan.
Maar hoe doe je dat? “Onder andere door het inzetten van ‘soft spaces’ waarin verbeelding de vrije ruimte krijgt. De toekomst van het Veenweide atelier (zie ook de pagina over het Veenweide Atelier op MijnOmgevingsvisie.nl) is daar een voorbeeld van. Een brede en diverse groep mensen is daarbij op excursie gegaan om tot een gezamenlijk beeld te komen en coalities te vormen. Veel mensen zeggen bij verbeelding en het vormen van coalities: ‘Als het zo kan, wil ik het ook wel!’ Mensen worden niet overtuigd door feiten maar verleid door perspectief” aldus Irene Bronsvoort.

Gesprek

In zijn lezing stelde ontwerper Jurian Strik dat verbeelding vaak als romantisch wordt gezien. “Als een flits van het grote inzicht dat je zou kunnen krijgen.” Er bestaat volgens hem een tweedeling tussen ‘de toekomst kunnen zien en verbeelden’ en ‘met je handen iets gestalte geven’.

Zo kun je als Richard Sennet naar verbeelding kijken als ambacht, als iets waar je je handen bij moet gebruiken. Maar je kunt het denken en het doen in verbeelding ook zien als twee verschillende dingen, zoals Hannah Arendt doet. Als ontwerper ziet hij zelf meerwaarde wanneer denken en doen door elkaar heen lopen, en dat je dat ook beide doet.

“Verbeelding is een gesprek” volgens Jurian. “Ontwerpers zijn geen romanticus maar ze vormen een gesprek tussen opdrachtgever, ontwerper en de maatschappij. Het is uitdagend om te praten over technologie of de toekomst.” Verbeelden is geen ‘donderslag bij heldere hemel’ maar een gesprek dat weliswaar hard werken is, maar dat je samen moet voeren.

Collectieve beelden

Marc Noordhoek vertelt over de bootsessies die hij heeft meegemaakt. Wanneer je met zijn allen een verbeeldingstraject ingaat ontkom je er volgens hem niet aan om collectieve beelden te maken. Op die manier ontstaat er iets wat gemeenschappelijk is. “Het dialoog voeren hebben we met het team gedaan. Maar dat vraagt ook een investering van tijd. Wat je daarmee bereikt is dat je elkaar goed leert kennen. De bootsessies zijn een mooi voorbeeld van soft spaces waarbij verbeelding de vrije ruimte krijgt” aldus Noordhoek.

Ondersteuning

Ook bij de wat jongere City Deals speelt verbeelding een belangrijke rol. Farida vertelt dat vanuit de CD Impact Ondernemen het beeld van “op reis gaan” wordt gebruikt. Er zijn wat stippen aan de horizon maar als je op reis gaat krijg je soms ook obstakels.

Ron maakt de opmerking dat het soms een risico is om in onze bubbel te blijven zitten terwijl juist chaos in het proces en te keten waardevol kan zijn. Zoë en Jurian geven ook de waarde aan van verbeelding voor de burger en voor je doelgroep. Het is waardevol om na te denken over wiens toekomst je verbeeld.

Jurian vertelt over het Loket Ontwerpkracht in oprichting, dat bedoeld is om City Deals op verschillende manieren te ondersteunen en te helpen met hun ambitieuze ontwerpvraag.

Verhaal

Gert-Jan, Koen en Jesse vertellen dat zij interessante discussies hebben gehad over verbeelding en de CD Circulair en Conceptueel Bouwen. Iedereen had een ander beeld van verbeelding of heeft ook iets anders nodig. De een denkt meer aan plaatjes en filmpjes, de ander heeft een verhaal nodig. Jesse van Urban Futures Studio geeft aan dat mensen de ruimte nodig hebben om hun eigen beeld te maken en toekomst te verbeelden. Verbeelden gaat over openheid. En het verhaal over dat we het soms nog niet kennen.

Tom van de City Deal Elektrische deelmobiliteit ziet vooral dat de verbeelding van City Deals een basis biedt voor het afwijken van bestaande normen. Er staan vaak praktische bezwaren in de weg om dingen te realiseren. Een City Deal biedt de kans op het creëren van een nieuwe werkelijkheid.

Afsluiting

Na deze inspirerende en verbeeldende sessie is er in ieder geval genoeg stof (en beeld!) tot nadenken. Rogier sluit de bijeenkomst af met een column die is geïnspireerd door het boek ‘Ministerie van Verbeelding‘ van Jet Bussemaker.

De volgende Community of Practice-bijeenkomst die nog voor de zomer gaat plaatsvinden zal een themasessie worden over het betrekken van ministeries bij City Deals. Een uitnodiging volgt binnenkort.

Service Learning niet meer weg te denken uit het Ruhrgebied

Dit gaat over de City Deal City Deal Kennis Maken
Centrum van Essen. Foto: Ghadam/Flickr CC.
Centrum van Essen. Foto: Ghadam/Flickr CC.

In 2017 in het eerste jaar van de City Deal Kennis Maken ging een delegatie op studiereis naar Essen om inspiratie op te doen bij de Universiteit van Duisberg-Essen. Nu zo’n vier jaar later is het tijd om weer eens contact op te nemen met Essen. Hoe gaat het daar? In een online meeting vertellen Jörg Miller en Karsten Altenschmidt meer over het Service Learning onderwijs daar.

Dit artikel hoort binnen het overkoepelende model voor verbinding met de samenleving bij het radar Studenten en Externe Verbinding.

Van onderzoek naar illegale immigranten in het Ruhr-gebied tot het helpen ontwikkelen van mobiele apps voor blinden en slechtzienden. Studenten van UNIAKTIV, het service learning centre van de universiteit Duisburg-Essen, zijn betrokken in allerlei maatschappelijke projecten, waarin ze samenwerken met gemeenten en maatschappelijke organisaties, en waar ze ook nog eens studiepunten mee kunnen halen.

Ruhrgebied

Inmiddels bestaat het service learning centre al bijna vijftien jaar. Een niet meer weg te denken onderdeel van de universiteit. Er zijn genoeg maatschappelijke thema’s waar UNIAKTIV mee aan de slag kan. Het Ruhrgebied, met ongeveer 5,3 miljoen inwoners, verdeeld over 11 grote steden en 42 kleinere gemeenschappen, -veertig jaar geleden nog een mijngebied-, zit midden in een transformatie van industriegebied naar hele nieuwe service en business. “Omdat in het gebied de grenzen tussen de verschillende gemeenten niet heel duidelijk zijn, is er veel samenwerking tussen gemeenten en civil society”, vertelt Altenschmidt. “Daar sluit ons service learning centre goed bij aan.”

Karsten Altenschmidt.De universiteit Duisburg-Essen is een van de grootste tien universiteiten van Duitsland. Het is de jongste universiteit voor comprehensive research in Duitsland en de eerste Duitse universiteit met een vice-rectoraat voor diversiteitsmanagement en sociale verantwoordelijkheid. De universiteit heeft een campus in Duisburg, eentje in Essen en een derde campus gespecialiseerd in medicijnen.

Service Learning

In 2007 zijn Altenschmidt en Miller gestart met service learning. “Het was idee om universitair onderwijs te koppelen aan maatschappelijke betrokkenheid. Dat studenten iets doen voor de samenleving en academisch er ook beter van worden”, legt Altenschmidt uit. “Het eerste jaar hebben we vooral veel rondgerend om zoveel mogelijk bekendheid te krijgen voor ons initiatief. Nu is het strategisch geïmplementeerd in het werk van de universiteit. Dit is echt een baan voor het leven. We hebben nu een vice-rector die er helemaal achter staat. Door deze steun van het rectoraat en de faculteit kunnen we echt samenwerkingsprojecten opzetten met maatschappelijke organisaties en gemeenten. We weten steeds meer nieuwe faculteiten en personeel erbij te betrekken.”

Wat is de belangrijkste les na veertien jaar? “Dat is hoe belangrijk de samenwerking met de markt is. We willen laten zien hoe we het doen. We overbruggen echt de kloof tussen maatschappelijke organisatie en universiteit. Ook is het belangrijk om in contact te komen met experts en andere netwerken.” Een voorbeeld is het Creative Lab Ruhr, waarin studenten van twee universiteiten in interdisciplinaire teams samenwerken aan belangrijke maatschappelijke problemen en ideeën ontwikkelen voor een duurzame kennisoverdracht voor de metropoolregio Ruhr.

Jörg Miller in de sessie met het City Deal netwerk.

Miller: “UNIAKTIV is echt de plek waar de community en de campus elkaar ontmoeten. We brengen succes van onderzoekers binnen en zorgen voor valorisatie. We brengen het over richting de samenleving. Je krijgt immers alleen subsidie als je laat zien wat de resultaten zijn en hoe je die overbrengt richting de samenleving. UNIAKTIV heeft nu drie keer de universiteit award uitgereikt gekregen. De partnerschappen die we aangaan zijn succesvol. Het duurt wel lang voordat je dit hebt opgebouwd, en de universiteit staat open voor dialoog. De afgelopen 14 jaar hebben we heel wat projecten gedaan en ons netwerk is inmiddels ook echt landelijk. We zijn verbonden aan 44 universiteiten en hogescholen. Zo werken we aan de structuur voor verandering. De partners steunen elkaar om bewustzijn te creëren onder bestuurders, om sociale verantwoordelijkheid en service learning te omarmen.”

Mediagenieke projecten

Miller: “Wij helpen om de projecten richting de media te profileren. Daarvoor hebben we nauw contact met de afdeling PR van de universiteit. We staan hierdoor elke maand wel in de lokale krant met een groot of klein bericht. Onze projecten zijn vaak heel positief in verbinding met de samenleving, en daardoor heel leuk juist om te delen, wat dus ook leuk is voor de rector. Een van de doelen van ons werk is natuurlijk dan ook het meer zichtbaar maken van de universiteit. We hebben mooie verhalen te vertellen. Als dat niet het geval zou zijn, zouden we te duur zijn. Het is een mix van goed onderwijs, onderzoek en PR. Ook publiceert de Service Learning-afdeling boeken en zorgen wij voor training van- en uitwisseling tussen docenten en onderzoekers over de aanpak. Daar helpen we ook andere faculteiten mee.”

Gewoon beginnen

Hoeveel studenten doen er mee? Er zijn nu ongeveer tien service learning-vakken per semester, waar elk zo’n 25 studenten aan meedoen. Altenschmidt: “In de vakken, die we als projecten zien, werken we samen met gemeenten. Dat is wel eens een uitdaging. Zowel de gemeente als universiteit zijn organisaties die traag werken. Veel van onze projecten zijn dan ook geslaagd, omdat ze juist niet formeel een intentieverklaring vooraf hebben gekregen. Soms is het beter om gewoon maar te beginnen, en dan het als voorbeeld te laten zien dat het werkt, om het dan vervolgens te formaliseren.”

En natuurlijk is het fijn dat de vice-rector er zo achter staat. Miller: “We werken heel nauw met haar samen. Sociale verantwoordelijkheid is heel belangrijk. We schrijven mee aan een deel van de agenda en zetten projecten op met haar. Dat helpt enorm.” Altenschmidt: “We hebben niet echt een top-down organisatie, we werken heel decentraal. Elk departement doet zijn ding. We hebben echt geluk met ons werken en voelen ons heel vrij in wat we kunnen doen.”

Meer weten over het werk van UNIAKTIV: https://www.uniaktiv.org.

Het Ruhr-gebied. Foto: Nispi2002/Flickr CC.

Het Ruhr-gebied. Foto: Nispi2002/Flickr CC.

Corona Challenge Den Bosch- Project Corona bij verschillende doelgroepen

Dit gaat over de City Deal City Deal Kennis Maken

Wij hebben in Den Bosch verschillende verhalen opgehaald over de positieve en/of negatieve gevolgen van corona bij verschillende doelgroepen. Zo hebben we Youssef, een jongen uit een jongerenopvang, een marktverkoopster, twee ondernemers die hun onderneming zijn gestart in tijden van corona en een Pilates docente.

Makers:
Camera/Edit: Pepijn Janssen (KW1C)
Fotografie: Twen van den Hurk (KW1C)
Interview: Loes Manders (Avans) en Nadia (KW1C)

Verder hebben we extra hulp gekregen van Sabien van Dijk van de Breda University of Applied Sciences en Siwert Meijer van Avans.

Corona Challenge Den Bosch- Project Podcast

Nick van Korven maakte een podcast als opdracht in de Corona Challenge.

Corona Challenge Den Bosch- Project interviews Catolijne Wagenaars

Dit gaat over de City Deal City Deal Kennis Maken

Avans-student Catolijne Wagenaars heeft drie interviews gedaan in het kader van corona. Hieronder een van de drie interviews.

Naam: Martijn van Kronenburg
Leeftijd: 37
Geslacht: Man

Hoe heeft u de corona tijd tot nu toe ervaren?

“De Covid-19 periode is een lastige tijd geweest. Op alle vlakken heb ik mijzelf moeten aanpassen. Waar ik als ondernemer altijd bezig was met de organisatie en het plannen van diverse taken kreeg ik het ineens heel rustig.
In het begin had ik het moeilijk, je bent een bedrijf aan het opbouwen en van de een op de andere dag is er geen werk meer. Heel de taxibranche stond stil en wist niet wat er ging komen.
Daarna ben ik goed gaan nadenken over de toekomst en hoe nu verder, dit heeft veel nieuwe inzichten gegeven en het voornemen is: ik wil niet meer terug naar de hectische periode van voor 1603-2020. Op dit moment heb ik meer tijd voor mijn gezin, familie en vrienden. Dit is een leuke tijd waar ik aan vast wil blijven houden.”

Wat voor invloed heeft corona op uw werk, opleiding of dagelijkse bezigheden?
“Zoals ik hierboven al beschreven heb, na 16-03-2020 was er een daling van 99% in de werkzaamheden. Zelfs tot en met vandaag de dag zitten wij nog niet op 100% omzet. Iedere dag is het bekijken wat staat er aan werk en hoeveel medewerkers dienen wij daarvoor in te zetten. 
”

Wat is iets dat nu niet kan i.v.m. corona dat u mist en waarom mist u dit?
“Het spontaan afspreken met familie en vrienden. Mijn vrouw en ik houden van feestjes of het gezellig samen zijn met grotere groepen mensen. Door bijvoorbeeld samen te eten en drinken. Door de Covid-19 periode hebben wij nu diverse personen minder gezien dan in de periode voor 
16-03-2020. Dit is jammer en hopelijk kunnen wij dit snel weer oppakken. 
”

Wat is een positieve verandering tijdens de corona tijd die u heeft gemerkt?
“Meer rust hebben, goede nachtrust en veel tijd voor het gezin.”

Heeft corona invloed gehad op uw fysieke of mentale gezondheid en op welke manier?
“De Covid-19 periode heeft een goede uitwerking gehad zowel fysiek als mentaal. Doordat ik meer rust heb gehad, heb ik goed kunnen nadenken wat ik nu wil gaan bereiken op persoonlijk vlak. In mei 2020 ben ik actief gaan sporten en gezonder gaan leven. Daarbij ben ik diverse kilo’s verloren en zit ik lekkerder in mijn vel.”

Corona Challenge Den Bosch- Project Deel je Verhaal

Dit gaat over de City Deal City Deal Kennis Maken

Ons idee was om een website te maken waar mensen zelf hun verhalen, fotos en videos kunnen delen. Zo kunnen mensen steun geven en elkaar helpen. De website spreekt verder voor zich en is heel duidelijk en het is makkelijk om te navigeren.

Kijk op de website: https://xd.adobe.com/view/34a5b33e-c0e2-4798-b511-3a056727d5f7-61f6/

Makers:
Chaina Beer, Marijn van Waesbergen, Eline Kanters en Leroy van Gerven

Corona Challenge Den Bosch- Project Coronamasker Monument

Dit gaat over de City Deal City Deal Kennis Maken

Hoe kunnen we ervoor zorgen dat we de mooie corona verhalen met elkaar delen zodat we er met z’n allen iets positiever naar toe kijken.

Hoe mooi zou het zijn als we elkaar een beetje steun kunnen geven in deze moeilijke tijd.

Monument & interviews

Mondkapjes monument en live interviews manier nog niet uitgevonden.

Lees ook het padlet: https://padlet.com/zandeniris2004/Citydeal

Makers:
Froukje Verbrugge
Bregje Damen
Jesse de Hulster
Iris van der zanden

Corona Challenge Den Bosch- Project Stay Positive

Dit gaat over de City Deal City Deal Kennis Maken

Ons idee is dat we een folder maken die de documentaire ondersteunt. En we maken een trailer zodat je kunt zien wat je kunt verwachten van de documentaire. En we hebben een moodboard gemaakt met informatie die we in de folder willen gebruiken.

Ik kon eerst eigenlijk niet echt iets vinden dat mij inspireert maar na een tijdje zoeken had ik een schilderij gevonden van joop lubbers.
Op deze schilderij stonden een aantal mensen met verschillende huidskleuren. En als omschrijving had hij erbij gezet: Samen ongeacht kleur en ras om de levensbron.  Dit sprak mij aan omdat ik het belangrijk vind dat iedereen elkaar accepteert ongeacht je huidskleur, seksualiteit of ras. En hij laat dat zien in deze schilderij.

Eigenlijk had ik de hele tijd het gevoel dat dit net niet de inspiratie is die ik zoek dus ik ging verder zoeken.
Ik heb even goed nagedacht en dacht toen aan Millie Bobby Brown. Dit is een 17 jarige actrice die erg bekend is geworden.
Ze heeft veel te maken gehad met haat en bepaalde angsten. Maar ze is er altijd doorheen gekomen en heeft niet opgegeven.Dit inspireert mij omdat ik ook veel te maken heb met bepaalde angsten en ik ben ook verlegen. En er zijn ook bepaalde mensen die mij erg onzeker hebben gemaakt door hun opmerkingen. En Millie Bobby Brown laat eigenlijk zien dat je er even doorheen moet en dat dan alles goed komt.
En het inspireert me ook dat ondanks de angsten die ze soms heeft ze toch in de schijnwerper blijft staan en er hard voor werkt.
Jorn Meijs, Sophie Verbrugge en Nienke van Roekel