Interview Town Deal: “We vroegen ons intern af waarom we geen City Deals voor kleinere gemeenten hebben”

In mei van dit jaar werd de Town Deal Sterke Streken ondertekend. Als afgeleide van de City Deals, richt het instrument Town Deal zich op kleinere en/of meer landelijke gemeenten. Die kampen immers ook met complexe opgaven. Én hebben vaak ook nog eens minder ambtelijke capaciteit om aan die opgaven te werken. De Town Deal is nu bijna een half jaar onderweg. Aanleiding voor Gebiedsontwikkeling.nu, hét onafhankelijke platform voor nieuws over gebiedsontwikkeling, om betrokken dealmaker Steven Kroesbergen van Agenda Stad en beleidsmedewerker Marieke Meijer van mede-initiatiefnemer Regio’s aan de grens te interviewen.

Lees het volledige interview op Gebiedsontwikkeling.nu

In het interview schetst Meijer dat deelnemende gemeenten in de Town Deal zich, anders dan bij een City Deal, richten op één actueel project of een actuele hulpvraag. Daarbij maakt de Town Deal gebruik van een Impactpool van externe partijen, die helpt om gericht een impuls te geven aan een project. Meijer schetst ook dat de Town Deal weliswaar geen ‘heilige graal’ is voor alle opgaven van kleinere gemeenten,maar wel nadrukkelijk aansluit bij het adviesrapport Elke Regio Telt van de drie adviesraden Rli, RVS en ROB.

De eerste Town Deal is een pilot voor dit nieuwe instrument en wordt na de looptijd van een jaar geëvalueerd. Toch durft Steven Kroesbergen al vooruit te kijken. “We denken nu al hardop na over een nieuw thema.” Mogelijk wordt dit ‘maatschappelijke onrust.

Meer weten over de voortgang van de Town Deal? Lees het volledige interview op Gebiedsontwikkeling.nu.

Van vluchteling tot regisseur inburgering

Huisvesting, opvang, taalonderwijs: steden kampen met grote uitdagingen voor nieuwkomers in hun gemeente. Maak daarbij meer gebruik van ervaringsdeskundigen, adviseert Anwar Manlasadoon, Regisseur inburgering bij Bureau Nieuwkomers van de Gemeente Arnhem en columnist bij dagblad De Gelderlander. ‘Zij kunnen je vertellen hoe het is om vluchteling te zijn.’

Manlasadoon was net klaar met zijn studie rechten in Aleppo toen de burgeroorlog in Syrië uitbrak. In 2015 vluchtte hij voor het oorlogsgeweld. Na een levensgevaarlijke oversteek over de Middellandse Zee belandde de beloftevolle jonge advocaat van Koerdische afkomst in Nederland. Daar moest hij als vluchteling een nieuw leven opbouwen.

Een nieuw begin

“Ik had het gevoel dat ik opnieuw geboren was, niet als baby, maar als volwassen man. Ik moest opnieuw de taal leren, mensen leren kennen, een netwerk opbouwen. Ik had echt de hoop dat ik in Nederland aan de slag kon als advocaat, iets betekenen voor mijn nieuwe land”, vertelt Manlasadoon. “Dat bleek een illusie, want mijn diploma was niets waard hier. Dat was een beetje een slopend begin.”Manlasadoon besloot om snel Nederlands te leren en dat lukte hem. “Binnen elf maanden ging ik van het verplichte niveau twee niveaus omhoog. Daar ben ik heel trots op.”

Als statushouder belandde Manlasadoon in de stad Arnhem, waar hij werd uitgenodigd voor een bijeenkomst met hoogopgeleide vluchtelingen. “De gemeente wilde weten wat ze voor ons kon doen. Opvallend was dat mensen die een vak kenden, zoals installateurs en elektriciens, heel makkelijk werk vonden. Mensen met een andere achtergrond, zoals ik met mijn rechtenstudie niet. Dat was een teleurstelling. Het was gratis koffiedrinken op de bijeenkomst en terug naar het asielzoekerscentrum. Toen wist ik dat ik nog een lange weg te gaan had om mezelf te bewijzen.”

De Gelderlander

Via de bijeenkomst kwam Manlasadoon wel op het pad van De Gelderlander. De krant bood hem een eigen column aan, een kans die hij met beide handen aangreep. Hij schrijft als nieuwkomer elke week een column, Anwar burgert in. Confronterende én komische belevenissen. “Hier kan ik mijn verhalen kwijt, mijn mening geven en mijn leven delen. Ik wil een beeld geven van nieuwkomers in Nederland. Wat zijn de grappige en moeilijke dingen die wij tegenkomen? Waarom zijn we hier? Een kans om het beeld te verhelderen van vluchtelingen, en om van elkaar te leren. Ik begon in 2016 en zeven jaar later ben ik nog steeds columnist bij De Gelderlander.” Dankzij zijn columns werd Manlasadoon vorig jaar uitgeroepen als Arnhemse Held van 2022. “Dat zie ik echt als erkenning. Het geeft niet alleen maar positieve energie voor mij als persoon, maar ook een hoop motivatie voor mensen die in dezelfde situatie zitten als ik.”

Anwar de Arnhemmer

Manlasadoon besloot een andere studie te gaan doen. Omdat er veel vraag is naar technische mensen, startte hij de opleiding Industrieel Productontwerp aan de Hogeschool Arnhem-Nijmegen (HAN) en haalde zijn diploma. “Nu ben ik de trotse bezitter van een Nederlands diploma. Als ik ergens kom zeg ik niet meer dat ik een diploma rechten heb behaald aan de Universiteit van Aleppo, maar dat ik een Nederlands diploma heb.”

Na zijn afstuderen kreeg Manlasadoon al snel een baan als product designer bij een technisch bedrijf in Nijkerk. Toch voelde hij zich daar niet helemaal op zijn plek. “In mijn hart wilde ik eigenlijk graag iets vinden in mijn stad. Ik wilde iets voor Arnhem doen. Ik geloof niet in toeval. Dat ik in deze stad ben geplaatst, zie ik als mijn lot. Dankzij de columns is mijn netwerk groot en hoe meer mensen je ergens kent, hoe meer je je er thuis voelt. Ik ben niet alleen Anwar de columnist, maar ook Anwar de Arnhemmer. Dus bleef ik zoeken naar een baan in Arnhem en zo kwam ik de vacature tegen voor regisseur inburgering. Na een sollicitatiegesprek werd ik dezelfde dag nog aangenomen. Ik was zo blij, het betekende heel veel voor mij.”

De blik van een ervaringsdeskundige

Voor zijn werk als regisseur inburgering gebruikt hij zijn ervaringsdeskundigheid. “Jaren geleden zat ik aan de andere kant van de tafel, nu ben ik degene die het gesprek voert. Ik kijk naar mijn cliënten met twee blikken, die van gemeentemedewerker en die van ervaringsdeskundige. Ik weet hoe het is als een nieuwkomer een traject in te gaan. Ik weet wat het betekent om te vallen en op te staan. Hoe het voelt wanneer iemand je zegt dat je de taal moet leren, moet werken. Ik vertel hen: door het werk leer je de taal en jezelf kennen. Ik deel mijn ervaringen en zeg vaak, zonder arrogant te zijn: kijk naar mij. Ook ik was nog niet zo lang geleden een nieuwkomer. En nu zit ik hier en heb deze baan, door mijn wilskracht. Mijn vriendin zei het laatst heel mooi: ‘De aanhouder wint.’ Vallen is niet het einde, opstaan is een nieuw begin. En iedere keer dat je valt, kom je dichter bij je dromen. Zo moet je het zien. Dát zeg ik tegen mensen.”

Daarbij snapt Manlasadoon heel goed hoe het is om ‘de oorlog in je hoofd te hebben’. “We delen kwetsbaarheden. Ook ik moest vaak huilen, ik weet hoe het is als je je niet goed voelt. Maar we moeten wel samen door en ik zal jou wijzen wat de beste manier is om door te gaan. Dat hebben de mensen echt nodig. Ze zijn ook dankbaar dat ik mijn ervaringen met hen deel. Ook al ben ik ambtenaar, ik praat met hen van mens tot mens.”

Of hij een voorbeeld is voor andere vluchtelingen, vindt Manlasadoon moeilijk te zeggen. “Ik hoor het mensen wel zeggen, maar ik ben natuurlijk niet de enige. Er zijn duizenden mensen zoals ik, alleen kreeg ik de kans als ervaringsdekundige een voorbeeld te zijn voor mensen die zich down voelen, slachtoffer zijn. Het is aan mij en anderen om hen te helpen. Een win-win situatie voor iedereen, ook voor ons als stad.”

‘Iedere persoon heeft een kracht’

Manlasadoon adviseert dan ook stedelijke professionals om ervaringsdeskundigen meer in te zetten. “Laten wij de unieke ervaringen en de kracht van mensen gebruiken in onze stad. Het beleid is: je moet eerst de taal leren en dan kun je werken. Daarmee zet je mensen thuis vast, die wel kunnen werken. Taal heeft tijd nodig, werk niet. Door meteen te werken, leer je juist de taal. Dat heb ik zelf ervaren. Door mijn werk praat ik nu goed Nederlands. Dus geef iemand die goed kan schilderen werk en laat hem niet thuis zitten tot hij het woord voor verf en muur kent. Daarmee los je heel veel problemen op in onze samenleving.”

Verder raadt hij gemeenteambtenaren aan om meer de wijk in te gaan. “Kijk niet alleen naar data en papieren, praat met mensen. Over wat hun pijn is, wat hun successen zijn. Benoem niet alleen wat fout gaat. Wij hebben het als mens nodig te horen wat we goed hebben gedaan.”

 

Dag van de Stad

Op de Dag van de Stad op 9 oktober gaat Anwar Manlasadoon in gesprek journalist en radiomaker Mischa Blok in een sessie van het blok Verhalen van dichtbij. Een gesprek over hoe het is om vluchteling te zijn, over inclusie, het belang van taal en inburgering en zelf de regie nemen. Meer informatie: www.dagvandestad.nl

Provincie Zuid-Holland nieuwe partner in City Deal voedsel

Dit gaat over de City Deal Gezonde en duurzame voedselomgeving

De City Deal Gezonde en duurzame voedselomgeving heeft een nieuwe partner; de provincie Zuid-Holland sluit zich aan. Irene Voskamp, programmamanager gezonde leefomgeving bij de provincie en Liane Lankreijer van de stichting Voedselfamilies Zuid-Holland vertellen hoe de provincie werkt aan een gezonde leefomgeving voor de inwoners van Zuid-Holland.

“Gezond en veilig is een van de hoofdopgaven van de provincie Zuid-Holland,” gaat Irene Voskamp van start. “En de opgave is urgent, want Zuid-Holland scoort landelijk het laagst als het gaat om levensverwachting in goed ervaren gezondheid en kent grote gezondheidsverschillen tussen gebieden onderling. Dit heeft verschillende oorzaken, die variëren van leefstijl en inkomen tot milieufactoren. Met ons programma gezonde leefomgeving willen we invloed uitoefenen op alle aspecten die het leven beïnvloeden.”

Blue Zone
“Een ideaal dat we hierbij vaak aanhalen is het verhaal van de Blue Zones,” legt Liane Lankreijer uit. “Dit zijn gebieden in de wereld waar mensen relatief lang en gezond leven. Wel ouder dan 100 jaar. Deze gebieden liggen o.a. in Italië en Griekenland. Interessant is natuurlijk om stil te staan bij de vraag hoe het komt dat deze mensen zo oud worden? Dat blijkt dan vaak een combinatie van elementen: schone lucht, sociale contact, het gevoel dat mensen hun leven nuttig vinden. Maar ook de voedselomgeving is hierbij een belangrijk aspect.”

“Vanuit dit perspectief kijken we ook naar de leefomgeving in Zuid- Holland. We willen gezonder ouder worden in een leefomgeving die ons daarbij ondersteunt. Daarbij hoort een brede aanpak, waar voedsel ook een onderdeel van is,” legt Irene Voskamp uit. “Het gaat daarbij niet alleen om gezond eten, maar ook om de sociale component van voedsel: het is een reden om bij elkaar te komen: samen voedsel bereiden en eten. Daar zitten heel veel kansen, waarbij je de fysieke en de sociale omgeving bij elkaar brengt.”

“Als provincie heb je niet heel veel macht of directe invloed op het leven in de stad. We moeten het hebben van de verbinding en de netwerken. Zo is de provincie een belangrijke partner /initiatiefnemer van Voedselfamilies.” Liane Lankreijer vult aan: “Voedselfamilies is een aantal jaren geleden gestart om de transitie in het voedselsysteem te versnellen.  Samen met pionierende boeren, onderzoekers, beleidsmakers en ondernemers werken we nu aan integrale oplossingen voor maatschappelijke voedsel- en landbouwvraagstukken.”

Het recept voor een gezonde stad
“Een mooie samenwerking is vorig jaar gestart in het Haagse Moerwijk waar veel mensen wonen met een klein budget. De participatiekeuken kookte samen met bewoners eneen oprichter van Dutch Cuisine vertelde over zijn passie voor eten. We hoeven mensen niet uit te leggen hoe ze gezond moeten eten, maar kunnen  de passie voor eten  aanwakkeren door samen aan de slag gaan.” vertelt Irene enthousiast

“Dit is een mooi voorbeeld van hoe wij graag werken. Wij zijn van het netwerkend werken. En dat willen we graag inzetten voor deze City Deal.” Aldus Irene Voskamp. “De City Deal werkt in drie werklijnen: het veranderen van de voedselomgeving in de stad, het veranderen van het eetpatroon en het vergroten van het aandeel lokaal voedsel. Met de programma’s die we nu doen op het gebied van land- en tuinbouw zijn we van mening dat we vooral op dit laatste punt een rol kunnen spelen.”

Lokaal voedsel
De provincie Zuid- Holland wil ook werken aan concrete doelen: “In Zuid Holland zijn steeds meer zorginstellingen bezig met de wens om lokaal voedsel te bereiden voor hun patiënten. Veel andere partijen zijn ook met die vraag bezig: hoe maak je lokaal eten beschikbaar voor verschillende doelgroepen,” Laten we nu niet allemaal zelf het wiel uitvinden: de City Deal is de plek om hier samen mee aan de slag te gaan!”

En op de lange termijn? “Ik hoop dat we voedsel ook gewoon weer leuk gaan vinden,” sluit Irene Voskamp af. ”Te veel mensen hebben obesitas, de relatie met boeren staat onder druk. Voor te veel mensen is eten een ingewikkeld onderwerp, waarin de nadruk ligt op wat allemaal niet meer mag.  Terwijl er heel veel mooie en goede initiatieven zijn. Een ontspannen en prettige omgang voedsel – dat zou ik ons allemaal toewensen.”

 

Jaarverslag 2022 – Interview Elise Hol ”Durf te experimenteren, leer wat werkt en wat niet”

Dit gaat over de City Deal Slim Maatwerk
Ilse Hol - Programmamanager Twentse koers

“Kijk naar wat wél kan. Daarvoor moet je samenwerken, durven en gewoon doen. Durf te experimenteren, leer wat werkt en wat niet. Dus niet alleen praten, maar ook doen”

 In Twente ligt regionale samenwerking op koers

De Twentse Koers is een unieke regionale samenwerking, waar mooie dingen uit voortkomen. Deze werkt domeinoverstijgend en kan dankzij de inzet van technologie nóg groter worden. En het mooie is: iedereen kan dit. Start klein, stop met praten en ga doen. In gesprek met programmamanager Elise Hol.  

 Waar zet Twentse Koers zich voor in?

“Twentse Koers is een samenwerkingsverband tussen het sociaal domein en de zorg, dat inzet op gezondheid en voorkomen van ziekte en zorg om daarmee het zorgstelsel beschikbaar, toegankelijk en betaalbaar te houden. Het verband bestaat uit 14 gemeenten, zorgverzekeraar en zorgkantoor Menzis, Provincie Overijssel, GGD Twente en nog 300 andere partijen rondom zorg en  ondersteuning.”

 Wat is het belang van Twentse Koers?

“Als je kijkt naar de huidige ontwikkelingen – toenemende zorgvraag, vergrijzing en dergelijke – dan neemt de druk op de zorg toe. Het is daarom van belang in te zetten op preventie, vroegsignalering en laagdrempelige ondersteuning. Het sociaal domein speelt daarin een sleutelrol. Ik denk echt dat daar hele mooie kansen liggen; rondom ketensamenwerkingen in de wijken, de voorzieningen rondom gezonde leefstijl en bewegen, vroegsignalering van schulden … We zijn er nog lang niet, maar in verbinding met zorg liggen er mooie kansen in het verschiet.”

Hoe ziet dat ‘in het verschiet’ er over pakweg een jaar of 10 uit?

“Ik verwacht dat professionals uit het sociaal domein veel meer gaan samenwerken met wijkverpleegkundigen, huisartsen, fysiotherapeuten en samen gaan kijken naar ‘wat heeft deze inwoner nou echt nodig en hoe kunnen acute problemen worden voorkomen’.”

Wat kan de City Deal hierin betekenen?

“De City Deal Slim maatwerk zet in op de inzet van technologie en innovatie in zorg en ondersteuning. Dat is een heel belangrijk onderdeel, want nodig voor het toekomstbestendig houden van de zorg. Visie en de technologieën zijn er vaak wel, maar dan lukt het nog niet om dit echt te vertalen naar de praktijk. In deze City Deal komen meerdere werelden en typen organisaties bij elkaar: zorg en het sociaal domein, financieel stelsel, wetgeving en uitvoering, én leveranciers van de technologie zelf.”

Over welke technologie praten we?

“Technologie in de wijk kan zo simpel zijn als een druppelbril en een medicatiedispenser – zodat de wijkverpleegkundige niet langs hoeft te komen – tot de inzet van een stofzuigerrobot en sensoren die lichaamswaarden meten. Mooie dingen, waardoor inwoners zelfredzaam kunnen zijn. Maar het moet wel altijd onderdeel uitmaken van een groter geheel.”

Leg eens uit …

“Technologie is een belangrijk onderdeel van het grotere plaatje. Maar je kunt niet alle mensen over één kam scheren. Je kunt bij bekkenbodemproblematiek een app aangereikt krijgen, maar die werkt niet voor iedereen. De één heeft een overactieve bekkenspier en de ander een inactieve. En soms kunnen mensen niet met dit soort technologieën omgaan door bijvoorbeeld een taalbarrière. Een juiste persoonlijke intake en de juiste afstemming tussen professionals blijft belangrijk. Daarom is het zaak de werelden op een juiste manier bij elkaar te brengen en goed te kijken naar wat past bij de inwoner waar we het over hebben. Ook belangrijk is dat we inzicht bieden aan inwoners, niet sec de technologie pushen, maar uitleggen wat de voordelen ervan zijn, dat het een bijdrage levert aan eigen regie en levensgeluk.”

Wat kunnen jullie binnen de City Deal van anderen leren?

“Over data bijvoorbeeld. Dat is enorm complex, want in de Twentse Koers koppelen wij veel databronnen aan elkaar. Data van de GGD – epidemiologische onderzoeken en gezondheidsmonitors – aan zorgconsumptiedata van zorgverzekeraars en zorgkantoren via Vektis en aan data van gemeenten, denk aan Wmo, Jeugdwet en armoedecijfers. Veel verschillende typen data, vaak op een andere manier gemeten. Dus dit is wel appels met peren vergelijken en lastig om volledig te snappen. Het mooie aan de City Deal is dat andere gemeenten, zoals Den Haag en Utrecht, hier ook al stappen in hebben genomen. En er zijn andere grote partijen, zoals hogescholen en ICT-bedrijven, bij betrokken die hier ook weer ideeën over hebben. Voor ons heel fijn om van elkaar te leren, zodat we dit samen kunnen doorontwikkelen.”

En vice versa, wat valt er van jullie te leren?

“Twentse Koers is de enige regio in de City Deal ‘Slim Maatwerk’. Wij zijn al heel ver in het bij elkaar brengen van alle verschillende partijen. We hebben veel projecten draaiende en er is veel vertrouwen in elkaar. Dat vertrouwen is cruciaal om projecten met technologische innovatie te starten. Dat kun je van ons leren. Een mooi idee grootschalig verder brengen en afspraken rondom inkoop en dergelijke verankeren.”

Wat zijn uitdagingen waar jullie tegenaan lopen?

“Heel belangrijk is dat er wel ruimte wordt gecreëerd in het juridische en financiële stelsel voor de inkoop, het beleid en de financiering. Een voorbeeld: de wijkverpleegkundige gaat naar de inwoners en ze neemt dan een koffer met hulpmiddelen mee, zoals de druppelbril. De uren van de wijkverpleegkundige worden vergoed, maar de koffer niet. De financiering van de zorgverzekeringswet zit zo dichtgetimmerd, daarover moet je met elkaar in gesprek. Daarom is het belangrijk dat de Rijksoverheid ook bij de City Deal aansluit.”

Nog meer kansen?

“Grote wachtlijsten in de GGZ, kan de technologie daarin iets betekenen? Bijvoorbeeld een app ter overbrugging om escalatie te voorkomen. We kijken continu naar de zorg zelf. Maar er is een personeelstekort, veel kan niet. Kijk naar wat wél kan. Daarvoor moet je samenwerken, durven en gewoon doen. Durf te experimenteren, leer wat werkt en wat niet. Dus niet alleen praten, maar ook doen.”

En nu?

“Niet naar elkaar blijven kijken, maar ontdekken waar het vastloopt en actie ondernemen. Het Rijk moet daarin ook over kaders heen kijken. Niet specifieke, nieuwe projecten financieren, maar het vertrouwen geven om financiering domeinoverstijgend aan te bieden, de ruimte creëren voor regionale samenwerking. En monitoring om daarvan met elkaar te leren.”

Meer weten over de City Deal? https://agendastad.nl/jaarverslag-2022-zo-werken-we-samen-aan-de-slimme-stad/?cd=1

Jaarverslag 2022 – Marjolein Pauly ”Een proces waarin je samen nieuwe wegen en routes ontdekt”

Dit gaat over de City Deal Een Slimme Stad, zo doe je dat

Een netwerk dat digitale en technologische ontwikkelingen inzichtelijk maakt én deelt. Zo definieert Marjolein Pauly, beleidsadviseur Innovatie & Ruimte bij de gemeente Sittard-Geleen de City Deal. “Ik krijg veel energie van de bijeenkomsten.”

Wat heeft de City Deal opgeleverd?

“Het heeft ons als gemeentelijke organisatie meerdere tools, een smartcityvisie, diverse fysieke interne activiteiten en kennis opgeleverd. Het is nog wel een uitdaging om hiermee op de juiste manier de organisatie te bereiken en alles op de juiste plaats te implementeren. We zijn onderweg, maar nog niet daar waar we willen staan. Doel is dat we smart city echt zien als ondersteuning in onze bestaande werkzaamheden en niet als ‘meer werk’.”

Waar heb jij het meest aan gehad?

“Ik haal veel informatie, ook over actuele ontwikkelingen, uit de WhatsAppgroep. Dat is waardevol en gewoon heel leuk. Daarnaast is het een laagdrempelige manier om een vraag te stellen aan ‘de rest van het land’. De onderwerpen lopen uiteen van strategische ontwikkelingen tot aan concrete technische snufjes. Doordat er veel kennisuitwisseling plaatsvindt, sta je er niet ‘alleen’ voor. Het is een proces waarin je samen nieuwe wegen en routes ontdekt. Ik krijg veel energie van de bijeenkomsten. En ze leveren vaak een interessante andere invalshoek op of net dat ene inzicht waarmee je erg geholpen bent binnen je eigen werkveld.“

Kun je een succes noemen waar je trots op bent?

“Het opleveren van onze smartcityvisie was voor ons een ijkpunt in 2021. Dit is mede dankzij de City Deal een beweging in de juiste richting. Mede dankzij de contacten die we daar opgedaan hebben, is de visie ontwikkeld (dankzij het bedrijf Jelmer).”

Als je terugblikt op de City Deal, wat zou je dan nu anders doen?
“Zelf zou ik meer aandacht willen voor de interne communicatie. Hoe kunnen we nu alles wat we leren met de City Deal met de juiste energie, zo concreet mogelijk en met een herhalend patroon overbrengen naar de interne organisatie/ onze collega’s? Zodat we met zoveel mogelijk mensen leren en kennis uitwisselen.”

Hoe speelt de digitale transitie een rol in jouw organisatie?
“Op alle gebieden speelt de digitale transitie een rol. Of het nu gaat om het ontwerpen van de openbare ruimte, het contact met de inwoner, de keuzes te maken in het beleid of de werkwijze van de organisatie zelf. Tegenwoordig zijn er overal technologische en digitale tools voor beschikbaar. Wij krijgen de kans om daar gebruik van te maken zodat we werk kunnen verlichten en meer maatwerk kunnen bieden op de plaatsen waar dat nodig is.”

Waar lig je wakker van met betrekking tot de digitale transitie?
“De hoeveelheid mogelijkheden en hoe we deze intern gecommuniceerd krijgen. Met name hoe we de meerwaarde ervan inzichtelijk kunnen maken en over kunnen brengen.”

Hoe maak je de digitale transitie succesvol?
“Klein beginnen en gewoon doen en durven. Met open en transparante communicatie waarbij wij uitleggen waarom we de keuzes maken. Hopelijk geeft dat ook sneller inzicht in de winst van de digitale transitie. Belangrijk daarbij is om met regelmaat te evalueren en onszelf een spiegel voor te houden of we nog op de juiste weg zijn.”

Waar wil je in de komende periode graag mee aan de slag?

“De komende jaren werken wij aan de uitrol van onze Smart City visie. Dit doen we met ondersteuning van de City Deal, ‘Een slimme stad, zo doe je dat’ en van de City Deal ‘Slim Maatwerk’. Bij de herstructurering van onze ‘Zeeheldenbuurt’ willen wij bijvoorbeeld direct kijken of we de buurt ‘slimmer’ kunnen inrichten. Welke toepassingen kunnen wij inzetten en hoe kunnen wij samen met inwoners en via digitalisering aan de slag? Dit proces gaat ongetwijfeld veel leerlessen opleveren, die wij willen delen met de rest van de organisatie en daarbuiten. Zowel het ‘vallen’ als het ‘opstaan’. Zo krijgen wij meer inzicht in wat smart city in ons werk kan betekenen.”

Meer weten over de City Deal? https://agendastad.nl/jaarverslag-2022-zo-werken-we-samen-aan-de-slimme-stad/?cd=1

 

Jaarverslag 2022 – Interview Erwin Tak ”Slim samenwerken en slim delen, dat is pas vooruitgang”

Dit gaat over de City Deal Slim Maatwerk

De inzet van technologie binnen het sociaal domein vraagt om de nodige verleidingskunsten vanuit gemeenten, want onbekend maakt onbemind. Voordat technologie écht ingezet kan worden, zijn er nog wat hordes te nemen. Maar Erwin Tak, opgavemanager technologie OCW voor de gemeente Den Haag, wil alle barrières slechten.

Hoe kijk jij naar het sociaal domein in Den Haag?

“Het is een enorm uitdagend domein, waarin vraagstukken groot zijn en uitdagingen nog groter. Het is zaak om het sociale domein met de hoogste prioriteit toekomstbestendig te organiseren. We willen mensen in een kwetsbare situatie blijven ondersteunen, ervoor zorgen dat ook zij voldoende kunnen participeren en een goede kwaliteit van leven kunnen behouden.”

“Niet alleen de vraag neemt toe, ook de tekorten op de arbeidsmarkt, ook de kosten. Op dat snijvlak streven we ernaar dat iedereen de zorg krijgt of blijft behouden die hij of zij nodig heeft.”

Is er ook iets positiefs aan alle tekorten?

“Door de grotere uitdaging gaan we ook naar andere dingen kijken dan naar nog sneller, nog harder werken, nog meer mensen in dienst. Er ontstaat ruimte voor innovatie en technologische ontwikkeling.”

Wat betekent dit voor de toekomst?

“Waar we nu op inzetten, is zorgen dat mensen de mogelijkheid krijgen om zelf ondersteuning op te pakken. Dat ze zelfredzamer worden. Nu krijgen ze ondersteuning vanuit allerlei verschillende organisaties, maar dat wordt steeds lastiger te realiseren. Dus we willen de mensen verleiden én de middelen in handen geven om dat voor een deel zelf te kunnen doen. Alles wat regulier/eenduidig is, kan misschien wel worden opgepakt door slimme oplossingen, nieuwe concepten of een innovatieve aanpak.”

Wat is de rol van de gemeente binnen deze digitale transitie?

“De gemeente is voornamelijk aanjager. Verantwoordelijk voor het faciliteren en het stimuleren van de digitale transitie in het sociaal domein. Wij kopen zorg in bij organisaties en spreken met hen een resultaat af. Wij schrijven niet voor hoe zij hun werk moeten vormgeven, maar proberen hen te verleiden om met nieuwe ontwikkelingen aan de slag te gaan.”

“We investeren in preventie, verbinden partijen én organiseren de samenwerking tussen partijen om zo innovatie te kunnen opschalen en verandering te realiseren. We willen het sociaal domein ook expliciet ontsluiten voor bedrijven en startups, waarvoor we challenges organiseren. Ook hebben we een fonds voor zorginnovaties en helpen we met de implementatie van die innovaties bij zorgorganisaties.”

Verbinding die de gemeente ook legt met de City Deal Slim Maatwerk, toch?

“Klopt. Gemeenten en zorgorganisaties, iedereen loopt hier tegenaan en denkt na over hoe dit op te lossen. Door dit te delen, de uitwisseling te zoeken en dit voor een deel samen te ontwikkelen, in combinatie met kennisinstellingen, bedrijven, ministeries, komen we tot nieuwe instrumenten.”

Wat deelt Den Haag?

“Den Haag werkt aan de Thuis Technologie Verkenner, waarmee mensen sneller en relevantere informatie krijgen over: wat zou jou helpen in jouw situatie om thuis zelfredzamer te wonen? En aan de andere kant helpt het bedrijven om goede producten beter naar de markt te brengen.”

“Het gaat om een online applicatie die adviseert in de context waarin iemand woont. Een simpel voorbeeld: iemand heeft moeite met stofzuigen. Op basis van de vraag kan het advies zijn; een robotstofzuiger. Maar op basis van hoe iemand woont: overal dozen, tafeltjes en veel drempels, niet. We kijken verder. En dit gepersonaliseerde advies koppelen we aan één van de uitleencentra in de stad. Want een andere barrière die we hier zagen, is dat de kosten van technologie voor sommige inwoners best hoog zijn. Door hen de kans te geven om producten eerst te lenen en te ervaren, kunnen ze daarna beter besluiten of ze het product ook zelf willen aanschaffen. Dus, goed afgestemd, zichtbaar, ervaarbaar, leenbaar …”

“Hiermee experimenten wij in Den Haag en dat willen we graag delen met en aanbieden aan andere gemeenten. Wat vinden jullie, hoe kunnen we dit nog verder finetunen, willen jullie dit ook? Zo krijg je veel meer massa, wordt de matching via AI natuurlijk ook steeds slimmer en kunnen we daarmee de wereld veranderen.”

Digitalisering kan ook weerstand oproepen, herkenbaar?

“Absoluut. Technologie is ‘koude’ zorg en we zijn gewend zorg in mensvorm te leveren. Je ziet dit gedachtegoed wel wegebben naar meer maatwerkoplossingen: een combinatie van informele zorg, zorg vanuit een zorgaanbieder én technologie. Maar het is lastig om uit bestaande processen te stappen.”

Kan de City Deal hierbij helpen?

“In het sociaal domein kunnen goede voorbeelden helpen. Luisteren naar ideeën die werken, uit eventueel andere sectoren. Die link kunnen we maken met andere gemeenten en gebruikers. Loskomen van het ‘ja maar’ en openstaan voor andere mogelijkheden.”

Wat zijn risico’s van die mogelijkheden?

“Ik kan me risico’s voorstellen bij sommige eindgebruikers. Zoals met het leefstijlmonitoringssysteem, dat hang je op in het huis van iemand die alleen woont. Je kunt hiermee gevaarlijke situaties voorkomen met behulp van bewegingssensoren. Die houden bij of iemand beweegt, eet, naar buiten gaat. Heel nuttig voor mantelzorgers op afstand. Wij hebben gekeken naar hoe we dit kunnen koppelen aan de behoefte van mensen die zelfstandig wonen. Want wat gebeurde er: mensen snapten het niet. De bijbehorende app niet, zo’n sensorkastje niet – ‘is het een camera die me bekijkt?’ – , je hebt er geen controle over en dat ding staat 24/7 aan … Wat ik zie gebeuren is dat zo’n technologie over mensen uitgerold wordt, zonder dat zij hierover een geïnformeerd besluit kunnen nemen. Dat is een grijs gebied. Bedrijven richten zich op mantelzorgers. Vanuit de gemeenten willen wij met de eindgebruiker en cliënt in gesprek. Mensen moeten zelf beslissen wat ze willen.”

Hoe is vraaggestuurd te borgen? 

“In een werkgroep van de City Deal houden wij ons bezig met vraag-antwoord. Hoe krijg je dit beter op elkaar afgestemd? We hebben voorgesteld om een extra werkgroep te starten die kijkt naar hoe we als gemeenten samen vragen kunnen opstellen, zodat we aan de digitale tech-wereld preciezer kunnen aangeven waarnaar we op zoek zijn.”

“In Den Haag werken wij met vraaggestuurde programma’s en pilots. Zo hebben we sinds 2016 een iZi-ervaarwoning, die is ingericht door aan bewoners te vragen waar hun behoefte ligt. Daar hebben we de technologie bij gezocht. Dat is een andere selectie dan leukste, hipste, nieuwste trends. Zij willen zelfstandig blijven koken, ’s nachts veilig naar het toilet. Daar zoek je oplossingen voor.”

“Het is langzaam starten, pionieren, investeren, lang genoeg volhouden en bouwen aan je netwerk. City Deal Slim Maatwerk is een mooi verlengstuk om slim samen te werken en slimme kennis te delen.”

Meer weten over de City Deal? https://agendastad.nl/jaarverslag-2022-zo-werken-we-samen-aan-de-slimme-stad/?cd=1

Jaarverslag 2022 – Interview Marieke Beekers ”Wees je bewust van de impact van technologie”

Dit gaat over de City Deal Een Slimme Stad, zo doe je dat
Marieke Beekers, verbindingsmaker bij de gemeente Breda

Mensen of partijen samenbrengen vanuit de win-win-win gedachte, zodat de stad daar ook baat bij heeft. Dat is wat Marieke Beekers graag doet. De verbindingsmaker voor de gemeente Breda voelt zich als een vis in het water in de werkgroep ethiek binnen City Deal.

Beekers geeft namelijk ook invulling aan de ‘mindware’ van Bredata, het masterplan digitalisering van Breda. In Breda willen we de stad zijn waar de menselijke maat van digitalisering centraal staat. Onder mindware binnen Bredata wordt digitale ethiek, digitale vaardigheden, inclusie en balans verstaan. Het gaat om bewustwording van de impact van technologie en in balans on- en offline genieten van het leven. Door aansluiting bij de werkgroep ethiek binnen City Deal wilde ze onderzoeken wat zij van elkaar kunnen leren en voor elkaar kunnen betekenen op het gebied van digitale ethiek.

Waar heb je zelf het meeste aan gehad?

“In het begin was ik vooral aan het absorberen, kennis opdoen, hoe geven andere gemeenten/steden invulling aan digitale ethiek? Het scherpte mijn eigen geest en manier van denken waar wij als stad Breda voor staan. Nu is het meer kennisdelen. De werkgroep is een kennisnetwerk geworden. Een feestje om bij te horen.

In Breda heb ik vanuit Bredata mindware een ethisch stedelijk team samengesteld, volgens het motto van Breda: ‘Breda brengt het Samen’. Met het ethisch stedelijk team proberen wij met iedereen die actief is in het publieke domein van Breda (hogescholen, woningbouwcoöperaties, het ziekenhuis, veiligheidsregio, bibliotheek, zorgorganisaties) het gesprek te voeren over digitale ethiek. Door samen casussen te bespreken of middels sprekers of door het doen van een spel dat aanzet tot nadenken. Ik geloof in samenwerken, samen zoeken en vinden. Digitale ethiek gaat over iedereen en gaat ook iedereen aan. De mix aan partijen en gezichtspunten maakt het gevarieerd, leuk en interessant.”

Noem eens een succes?

“Laatst hadden wij een netwerkbijeenkomst van de City Deal ‘Een slimme stad, zo doe je dat’. Als werkgroep zit er dan, zoveel gedrevenheid bij elkaar! We wisselen ervaringen uit maar bedenken ook hoe we samen nog meer impact kunnen maken. Door naast het inventariseren van ethische methodes en die inzichtelijk te maken voor iedereen ook als werkgroep meer samen te doen. Bijvoorbeeld door sprekers te vragen, bij elkaar of elders op werkbezoek te gaan of opleidingen te maken. Het is de next step: hoe til je als land de digitale samenleving naar een hoger level? Een ander hoogtepunt was de Summerschool afgelopen zomer, waarbij wij vanuit de werkgroep met studenten en jong professionals filosofeerden over het vraagstuk hoe we inwoners beter kunnen laten participeren. Ik kwam met zoveel energie terug!”

Als je terugblikt, wat zou je dan anders doen?

“Mede door het online werken gingen we wel eens te opdrachtgericht een bijeenkomst in. Hoe wordt een tool zo goed mogelijk ingevuld? Terwijl net buiten die cirkel van focus ook iets heel waardevols kan liggen. Dat is de kers op de taart. Juist in geval ethiek is de dialoog zo waardevol. Stel open vragen. Hoe doe jij dit? Laat ruimte over voor ontmoeting en de menselijke maat.”

Maak je je wel eens zorgen?

“De ‘wereld’ en de dienstverlening wordt steeds digitaler. Opkomen voor mensen die niet digitaal vaardig zijn, heeft ook met digitale bewustwording en -ethiek te maken. Binnen de organisatie wordt daar ook over nagedacht. Wat doe je wel of juist niet digitaal? Maak afspraken over een digitale balans. Afgelopen jaar heb ik met een groep ontwerpers gekeken naar een betere digitale balans voor jongeren. Hoe kun je elkaar ook nog gewoon ontmoeten zonder telefoons?”

Hoe kijk jij naar digitale transitie?

“De basisvragen zijn: kan het en mag het? Maar eigenlijk moet de vraag ook zijn: willen wij het? Zonder daarbij de vooruitgang te willen remmen. Je kunt deze vraag ook gebruiken om iets te stimuleren, iets beter te maken. Digitalisering kan helpen bij het vormen van een betere samenleving, maar op basis van welke waarden gebeurt dit? Ik ben niet tegen technologische ontwikkelingen, maar ben wel -opbouwend – kritisch. Hebben wij oog voor alle aspecten? Willen wij dit? En op deze manier of kan het op andere wijze? Wees je bewust van de impact van technologie op ons menselijk samenleven.”

Meer weten over de City Deal? https://agendastad.nl/jaarverslag-2022-zo-werken-we-samen-aan-de-slimme-stad/?cd=1

Jaarverslag 2022 – Interview Ramon Groote ”Data kunnen helpen, dat wordt niet altijd op waarde geschat”

Dit gaat over de City Deal Een Slimme Stad, zo doe je dat
Projectleider Sensordata provincie Noord-Brabant

Sensordata en privacy zijn nauw met elkaar verbonden, dat weet Ramon Groote maar al te goed. Als projectleider Sensordata in de provincie Noord-Brabant is hij nu ruim een jaar aangehaakt bij de City Deal ‘Een slimme stad, zo doe je dat’. Zijn werkgroep lanceerde de tool Afwegingskader Sensordata en privacy. “Het belangrijkste is de communicatie over wat je doet en waarom.”

De tool is een stappenplan dat helpt bij het maken van bewuste afwegingen rondom privacy-aspecten bij het plaatsen van sensoren in de openbare ruimte.  Groote: “Zodat je weet wat je moet doen om privacy te waarborgen. Stel in overleg met de privacy-officer een goed plan van aanpak op. Maak een risicoanalyse. Denk aan een mogelijk datalek. Belangrijk is de communicatie over wat je doet met de sensoren en waarom. En documenteer! Transparant zijn naar de buitenwereld is belangrijk. Bovendien is dan altijd terug te halen waarom destijds een bepaalde keuze is gemaakt. Evaluatie is ook van belang. Blijf sensoren beheren, zo verklein je kans op hacken, wildgroei en je houdt zicht op wie verantwoordelijk is.”

Wat was een leermoment?

“Mensen zien de tool vaak zwart-wit: wel of niet toepasbaar. Terwijl het nadrukkelijk is bedoeld als handreiking. Het neemt het gezonde verstand en de interne dialoog niet over. Daarom is extra informatie toegevoegd aan het stappenplan. De tool staat op één A4’tje. Dat is bewust: zo is het een  handzaam en overzichtelijk instrument dat makkelijk te printen/lamineren is en zo hopelijk uitnodigt tot gebruik ervan. De context op twee  A4’tjes. Verder staat op een vel een voorbeeld van het gebruik van het afwegingskader.”

Hoe kijk je naar de ontwikkeling van sensoren?

“In vergelijking met zo’n vijftien jaar geleden zijn sensoren breder ontwikkeld, goedkoper en worden ze meer ingezet. Tegelijkertijd is de burger mondiger geworden. Komt er cameraobservatie in een winkelstraat, dan vraagt de burger zich af waarom dat zo is en wat er met de data gebeurt. Deze twee ontwikkelingen maken dat je echt verantwoording moet kunnen afleggen aan de samenleving waarvoor het nodig is, waar data terug te vinden zijn, wat ermee gebeurt en hoe het met de privacy zit.”

Wat heeft City Deal voor jou opgeleverd?

“Het netwerk door het hele land, zowel in de publieke als private sector. Dat is van onschatbare waarde. Dat je kunt sparren over dingen, het kunnen hebben over de maatschappelijke waarde. En je hebt een platform om ideeën te toetsen, dat is misschien nog wel belangrijker.”

Welke hobbels kom jij tegen bij digitale transitie?

“Mensen denken wel eens ‘weer extra administratie’. Het antwoord daarop is dat je door de inzet van technologie de samenleving kunt veranderen. Data kunnen helpen. Dat wordt niet altijd op waarde geschat. Het kan bijvoorbeeld voorkomen dat je een verkeerde keuze gaat maken. Je moet bij de afweging wel rekening houden met de menselijke maat. Data zijn een middel, geen doel; technologie dient de mens en niet andersom. En er is een spanningsveld tussen beleid en data. Als ambtenaar of politicus maak jij  de afweging, maar je hebt ook te maken met het sentiment in de samenleving.”

Wat is nodig voor een succesvolle digitale transitie?

“Bewustwording. Stel dat je lantaarnpalen wilt vervangen en in de paal is plek voor een sensor. Kan dit de maatschappij dienen? Wil je fijnstof meten of het geluid meten? Met het stappenplan kun je veel eerder andere partijen erbij betrekken en de dialoog aangaan. Dit vraagt intern meer discussie, meer algemene bewustwording. Aan de andere kant wil je niet allerlei data hebben die niet worden gebruikt of data met privacygevoelige informatie wat niet veilig staat.”

Waar wil je komend jaar aan werken?

“Op het gebied van sensordata wil ik twee dingen doen. Vooral intern binnen mijn eigen organisatie verder bewustwording creëren en meer bekendheid voor het stappenplan via een aantal pilots. En ik wil graag het sensorregister op de kaart zetten, zodat burgers kunnen zien waar sensoren zijn geplaatst. Hier werken wij al op verschillende niveaus binnen de overheid aan, maar in aanvulling op deze inspanningen kan de City Deal als netwerk en platform hiervoor ook zeer waardevol zijn.”

Meer weten over de City Deal? https://agendastad.nl/jaarverslag-2022-zo-werken-we-samen-aan-de-slimme-stad/?cd=1

Jaarverslag 2022 – Interview Jeroen Steenbakkers ”Het is belangrijk om op overstijgend niveau informatie met elkaar te delen”

Dit gaat over de City Deal Een Slimme Stad, zo doe je dat
Jeroen Steenbakkers - mede-eigenaar van Argaleo

Alle ingrediënten zijn voorhanden: data, kennis, de technologie, de probleemstelling en het einddoel. Wat dan nog rest is een vehikel om alle informatie te koppelen, zodat er mogelijke oplossingen uitrollen. Dat is Digitwin, een digital twin van Argaleo. Medeoprichter Jeroen Steenbakkers is betrokken bij City Deal, ‘Een slimme stad zo doe je dat’. “We hebben hetzelfde doel voor ogen.”

Een Digital Twin is een digitale 3D-kopie van een stad of regio. Het helpt bij het verbeteren van de leefbaarheid, veiligheid en mobiliteit in steden. Ziedaar de link met de City Deal. De Digital Twin bestaat nu drie jaar en wordt inmiddels ingezet voor tientallen gemeenten, provincies en veiligheidsregio’s. Steenbakkers legt uit: “Beeld je een kijkdoos is, waarbij aan de ene kant data erin gaan en aan de andere kant praktische inzichten uitrollen ter ondersteuning van de besluitvorming.”

Waar heb je het meest aan gehad bij de City Deal?

“De netwerkfunctie! Ook de aanjaagfunctie is significant. Voor ons als IT-bedrijf heeft het echtdeuren geopend. Wij doen mee aan de City Deal, ‘Een slimme stad, zo doe je dat’, omdat dit aansluit op onze thema’s. Je belandt in een netwerk waarmee je kennis deelt, hebt hetzelfde doel voor ogen en dat levert meerwaarde op. Het is belangrijk dat je op overstijgend niveau informatie met elkaar deelt. Veel gemeenten willen zelf een probleem oplossen, terwijl buurgemeenten misschien voor hetzelfde vuur hebben gestaan. Vind elkaar en praat erover.”

Hoe speelt de digitale transitie een rol in uw organisatie?

“Tijdens de coronapandemie wilde het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer wat doen aan de drukte in steden, vanwege de anderhalve meter afstandsregel. Door voetgangersdata te koppelen konden we een dashboard maken (Crowd Safety Manager) om zo de mensenstroom te reguleren en veiligheid te creëren. Den Haag, Breda en Den Bosch; iedereen haakte aan. Via het Rijk hebben wij een innovatiebudget gewonnen, waarmee wij het dashboard verder konden ontwikkelen. 538 Koningsdag, carnaval, Prinsjesdag in Den Haag en badgasten in Scheveningen; het managen van bezoekersstromen is overal toepasbaar. Wel met verschillende brillen op: vanwege de mobiliteit, economische ontwikkelingen of economie. De basis is dat je inzicht wilt in bezoekersstromen zodat je drukte in goede banen kunt leiden.”

Waar wil je aan werken het komende jaar?
“De Digital Twin verder ontwikkelen en opschalen naar vijftig tot honderd gemeenten. Je moet ervoor zorgen dat ook kleinere gemeenten mee kunnen doen. Als dat lukt, kun je zeggen dat je werkt aan de veiligheid van Nederland. We hebben nu goed zicht op hoe het is geweest en hoe het nu is. Stap twee is dat je toekomstige scenario’s maakt en daar op inspeelt. Daarvoor wil ik een nieuwe werkgroep opzetten, met als werktitel De voorspellende stad. Zodat je de drukte en mobiliteit in een stad, een parkeergarage of op de weg kunt voorspellen voor misschien wel een paar jaar. Die informatie kun je toepassen in beleid. Het einddoel is het verbeteren van de leefbaarheid van de stad.”

Wat heb je geleerd in de afgelopen periode?

“Technologie is vaak niet de bottleneck. Wij kunnen van alles organiseren en koppelen. Het datagedreven werken is de uitdaging. Want hoe vergaar je data? Je hangt niet zomaar een camera ergens op. Zijn de data privacyproof? We hebben ook veel tijd besteed aan ethiek: zijn die data echt wat jij wilt ophalen? Waarom je iets doet, wat je ermee doet en de juiste communicatie daar omheen is zo belangrijk. Wij denken wel een stad beter te kunnen laten functioneren, maar dan moet je mensen wel in dat proces meenemen. De stad is van iedereen.”

Meer weten over de City Deal? https://agendastad.nl/jaarverslag-2022-zo-werken-we-samen-aan-de-slimme-stad/?cd=1

 

Jaarverslag 2022 – Interview Arjen Hof ”Het mooie van de City Deals is dat iedereen een stukje van de puzzel aandraagt”

Dit gaat over de City Deal Een Slimme Stad, zo doe je dat
Arjen Hof - medeoprichter van WeCity

Arjen Hof is medeoprichter van WeCity. Zij verbinden partijen met oplossingen voor een slimme stad met de gebruikers van die oplossingen. In die hoedanigheid is hij vanaf het begin betrokken bij de Future City Foundation en de City Deal ‘Een slimme stad, zo doe je dat’. “Niemand heeft de hele puzzel, maar ieder draagt zijn eigen puzzelstukje aan. Dat is het mooie.” 

“Ik ben van huis uit milieuplanoloog en ik werk nu vanuit WeCity op het snijvlak van stedelijke ontwikkeling, data en technologie”, begint Hof zijn verhaal. “Hoe kunnen data en technologie bijdragen om een stad leefbaarder, gezonder en duurzamer maken? Dat is de belangrijkste vraag. Het mooie is dat we bij de Future City Foundation daarvoor partijen bij elkaar brengen. Van gemeenten en provincies tot aan bedrijven en onderzoeksinstellingen. De Future City Foundation is dan weer één van de 58 partijen die meedoen aan de City Deal ‘Een slimme stad, zo doe je dat’. Het is superinteressant dat we vanuit verschillende invalshoeken nadenken over hoe technologie en data kunnen bijdragen aan het welzijn in de stad. Niemand heeft daarbij de hele puzzel, maar ieder draagt zijn eigen puzzelstukje aan.”

Regisseur van oplossingen

Hof is daarbij de verbinder die veel weet over innovatieve oplossingen, en die data en technologie concreet wil inzetten voor een betere stad. “Ik ben altijd bezig om, het liefst met bewoners van de stad, concrete oplossingen te bedenken.” Eén voorbeeld is de Snuffelfiets. Bij dit project verzamelen participerende burgers op de fiets op grote schaal mobiele data. Bijvoorbeeld over fijnstof en een gezonde luchtkwaliteit. Hof: “De drempel voor dit soort projecten moet laag zijn, anders doen burgers niet zo snel mee. Het doel is niet alleen dat er een betaalbare, gebruiksvriendelijke sensor beschikbaar is voor het meten van verschillende parameters. Maar ook dat de bewustwording toeneemt over factoren die de gezondheid beïnvloeden en de mogelijkheden en onmogelijkheden van dataverzameling. Dat project is een samenwerking tussen Civity, SODAQ, RIVM en verschillende gemeentes en provincies.”

Self service portal

Alsof dat al niet genoeg is, is Hof ook bezig met een self service portal voor partijen die met sensoren citizen science-projecten willen opzetten. “Op dit portal, dat eind dit jaar beschikbaar moet komen, bieden we, alsof we een vergelijkingssite zijn, een raamwerk om sensoren en oplossingen te beoordelen. Dat moet helpen bij een verantwoord gebruik van sensoren. Wij hebben ze dan al beoordeeld op zaken zoals privacy, de data-opslag, de stroomvoorziening, connectiviteit, de garantievoorwaarden, de toepassing van standaarden, enzovoorts. We toetsen op een groot aantal criteria en zijn nu volop bezig om die catalogus te maken zodat je, bijvoorbeeld als provincie, gemeente of marktpartij, aan de hand van het doel waarvoor je de sensoren wilt gebruiken, een weloverwogen keuze kunt maken. We helpen de bezoeker van die website – dat wordt waarschijnlijk fair.wecity.nl – ook met behulp van een keuzehulp om de best passende sensoren te vinden. Maar het doel van het self service portaal is dat we iemand gedurende het hele proces helpen: van de selectie, de implementatie tot uiteindelijk het beheer. Het kernwoord is ‘ontzorgen’. Uiteindelijk willen we de catalogus ook uitbreiden naar databronnen  en oplossing/applicaties waar partijen mee bezig zijn.”

Pientere Tuinen

Ook het driejarige project Pientere Tuinen mag niet onvermeld blijven. Dat is een ambitieus initiatief van Stichting Steenbreek, Future City Foundation en WeCity. Het Rijksinstituut van Volksgezondheid en Milieu, Hogeschool Van Hall Larenstein en de Provincie Utrecht zijn ook betrokken. Hof: “De vraag daar is: hoe krijgen we privétuinen van bewoners groener? Want dat helpt tegen hittestress, is positief voor de biodiversiteit en helpt tegen klimaatverandering. Dat project kent meerdere onderdelen. Vanuit de hogeschool doen ze onderzoek naar de beweegredenen van tuinenbezitters om deze wel of niet te vergroenen. Daarnaast gebruiken we sensoren om data te verzamelen over die tuinen. We willen uiteindelijk 5.000 bodemsensoren bij deelnemers in heel Nederland plaatsen om een beeld te krijgen van de hitte, de bodemkwaliteit en het vochtgehalte. Inwoners krijgen de data daaruit ook zelf terug. Ze worden bewust van de noodzaak om te vergroenen, gestimuleerd door tuintips en voorlichting op maat voor een groene tuin. En de resultaten worden gemeten via sensoren.”

Concreet resultaten boeken

Hof wil dus met data en technologie concreet resultaten boeken en heeft met de City Deal ‘Een slimme stad, zo doe je dat’ een katalysator. Hof: “Om de mogelijkheden van data en technologie duidelijk te maken, heb je een concrete aanleiding nodig zoals er bij de catalogus of bij Pientere Tuinen is. Bij die opgave kun je dan kijken hoe technologie en/of data daarbij kunnen ondersteunen. Het blijft uiteindelijk een hulpmiddel, maar er zijn al veel positieve voorbeelden Zo kunnen voorspelmodellen gebruikt worden om te kijken hoe elektrische auto’s – die zwaarder zijn – het wegdek sneller laten slijten. Dan weet je ook wanneer je het wegdek moet gaan vervangen. Dat soort toepassingen, waarvan er inmiddels al heel veel zijn, zijn juist super nuttig.”

Meer weten over de City Deal? https://agendastad.nl/jaarverslag-2022-zo-werken-we-samen-aan-de-slimme-stad/?cd=1