Jaarverslag 2022 – Interview Ramon Groote ”Data kunnen helpen, dat wordt niet altijd op waarde geschat”

Dit gaat over de City Deal Een Slimme Stad, zo doe je dat
Projectleider Sensordata provincie Noord-Brabant

Sensordata en privacy zijn nauw met elkaar verbonden, dat weet Ramon Groote maar al te goed. Als projectleider Sensordata in de provincie Noord-Brabant is hij nu ruim een jaar aangehaakt bij de City Deal ‘Een slimme stad, zo doe je dat’. Zijn werkgroep lanceerde de tool Afwegingskader Sensordata en privacy. “Het belangrijkste is de communicatie over wat je doet en waarom.”

De tool is een stappenplan dat helpt bij het maken van bewuste afwegingen rondom privacy-aspecten bij het plaatsen van sensoren in de openbare ruimte.  Groote: “Zodat je weet wat je moet doen om privacy te waarborgen. Stel in overleg met de privacy-officer een goed plan van aanpak op. Maak een risicoanalyse. Denk aan een mogelijk datalek. Belangrijk is de communicatie over wat je doet met de sensoren en waarom. En documenteer! Transparant zijn naar de buitenwereld is belangrijk. Bovendien is dan altijd terug te halen waarom destijds een bepaalde keuze is gemaakt. Evaluatie is ook van belang. Blijf sensoren beheren, zo verklein je kans op hacken, wildgroei en je houdt zicht op wie verantwoordelijk is.”

Wat was een leermoment?

“Mensen zien de tool vaak zwart-wit: wel of niet toepasbaar. Terwijl het nadrukkelijk is bedoeld als handreiking. Het neemt het gezonde verstand en de interne dialoog niet over. Daarom is extra informatie toegevoegd aan het stappenplan. De tool staat op één A4’tje. Dat is bewust: zo is het een  handzaam en overzichtelijk instrument dat makkelijk te printen/lamineren is en zo hopelijk uitnodigt tot gebruik ervan. De context op twee  A4’tjes. Verder staat op een vel een voorbeeld van het gebruik van het afwegingskader.”

Hoe kijk je naar de ontwikkeling van sensoren?

“In vergelijking met zo’n vijftien jaar geleden zijn sensoren breder ontwikkeld, goedkoper en worden ze meer ingezet. Tegelijkertijd is de burger mondiger geworden. Komt er cameraobservatie in een winkelstraat, dan vraagt de burger zich af waarom dat zo is en wat er met de data gebeurt. Deze twee ontwikkelingen maken dat je echt verantwoording moet kunnen afleggen aan de samenleving waarvoor het nodig is, waar data terug te vinden zijn, wat ermee gebeurt en hoe het met de privacy zit.”

Wat heeft City Deal voor jou opgeleverd?

“Het netwerk door het hele land, zowel in de publieke als private sector. Dat is van onschatbare waarde. Dat je kunt sparren over dingen, het kunnen hebben over de maatschappelijke waarde. En je hebt een platform om ideeën te toetsen, dat is misschien nog wel belangrijker.”

Welke hobbels kom jij tegen bij digitale transitie?

“Mensen denken wel eens ‘weer extra administratie’. Het antwoord daarop is dat je door de inzet van technologie de samenleving kunt veranderen. Data kunnen helpen. Dat wordt niet altijd op waarde geschat. Het kan bijvoorbeeld voorkomen dat je een verkeerde keuze gaat maken. Je moet bij de afweging wel rekening houden met de menselijke maat. Data zijn een middel, geen doel; technologie dient de mens en niet andersom. En er is een spanningsveld tussen beleid en data. Als ambtenaar of politicus maak jij  de afweging, maar je hebt ook te maken met het sentiment in de samenleving.”

Wat is nodig voor een succesvolle digitale transitie?

“Bewustwording. Stel dat je lantaarnpalen wilt vervangen en in de paal is plek voor een sensor. Kan dit de maatschappij dienen? Wil je fijnstof meten of het geluid meten? Met het stappenplan kun je veel eerder andere partijen erbij betrekken en de dialoog aangaan. Dit vraagt intern meer discussie, meer algemene bewustwording. Aan de andere kant wil je niet allerlei data hebben die niet worden gebruikt of data met privacygevoelige informatie wat niet veilig staat.”

Waar wil je komend jaar aan werken?

“Op het gebied van sensordata wil ik twee dingen doen. Vooral intern binnen mijn eigen organisatie verder bewustwording creëren en meer bekendheid voor het stappenplan via een aantal pilots. En ik wil graag het sensorregister op de kaart zetten, zodat burgers kunnen zien waar sensoren zijn geplaatst. Hier werken wij al op verschillende niveaus binnen de overheid aan, maar in aanvulling op deze inspanningen kan de City Deal als netwerk en platform hiervoor ook zeer waardevol zijn.”

Meer weten over de City Deal? https://agendastad.nl/jaarverslag-2022-zo-werken-we-samen-aan-de-slimme-stad/?cd=1

Jaarverslag 2022 – Interview Jeroen Steenbakkers ”Het is belangrijk om op overstijgend niveau informatie met elkaar te delen”

Dit gaat over de City Deal Een Slimme Stad, zo doe je dat
Jeroen Steenbakkers - mede-eigenaar van Argaleo

Alle ingrediënten zijn voorhanden: data, kennis, de technologie, de probleemstelling en het einddoel. Wat dan nog rest is een vehikel om alle informatie te koppelen, zodat er mogelijke oplossingen uitrollen. Dat is Digitwin, een digital twin van Argaleo. Medeoprichter Jeroen Steenbakkers is betrokken bij City Deal, ‘Een slimme stad zo doe je dat’. “We hebben hetzelfde doel voor ogen.”

Een Digital Twin is een digitale 3D-kopie van een stad of regio. Het helpt bij het verbeteren van de leefbaarheid, veiligheid en mobiliteit in steden. Ziedaar de link met de City Deal. De Digital Twin bestaat nu drie jaar en wordt inmiddels ingezet voor tientallen gemeenten, provincies en veiligheidsregio’s. Steenbakkers legt uit: “Beeld je een kijkdoos is, waarbij aan de ene kant data erin gaan en aan de andere kant praktische inzichten uitrollen ter ondersteuning van de besluitvorming.”

Waar heb je het meest aan gehad bij de City Deal?

“De netwerkfunctie! Ook de aanjaagfunctie is significant. Voor ons als IT-bedrijf heeft het echtdeuren geopend. Wij doen mee aan de City Deal, ‘Een slimme stad, zo doe je dat’, omdat dit aansluit op onze thema’s. Je belandt in een netwerk waarmee je kennis deelt, hebt hetzelfde doel voor ogen en dat levert meerwaarde op. Het is belangrijk dat je op overstijgend niveau informatie met elkaar deelt. Veel gemeenten willen zelf een probleem oplossen, terwijl buurgemeenten misschien voor hetzelfde vuur hebben gestaan. Vind elkaar en praat erover.”

Hoe speelt de digitale transitie een rol in uw organisatie?

“Tijdens de coronapandemie wilde het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer wat doen aan de drukte in steden, vanwege de anderhalve meter afstandsregel. Door voetgangersdata te koppelen konden we een dashboard maken (Crowd Safety Manager) om zo de mensenstroom te reguleren en veiligheid te creëren. Den Haag, Breda en Den Bosch; iedereen haakte aan. Via het Rijk hebben wij een innovatiebudget gewonnen, waarmee wij het dashboard verder konden ontwikkelen. 538 Koningsdag, carnaval, Prinsjesdag in Den Haag en badgasten in Scheveningen; het managen van bezoekersstromen is overal toepasbaar. Wel met verschillende brillen op: vanwege de mobiliteit, economische ontwikkelingen of economie. De basis is dat je inzicht wilt in bezoekersstromen zodat je drukte in goede banen kunt leiden.”

Waar wil je aan werken het komende jaar?
“De Digital Twin verder ontwikkelen en opschalen naar vijftig tot honderd gemeenten. Je moet ervoor zorgen dat ook kleinere gemeenten mee kunnen doen. Als dat lukt, kun je zeggen dat je werkt aan de veiligheid van Nederland. We hebben nu goed zicht op hoe het is geweest en hoe het nu is. Stap twee is dat je toekomstige scenario’s maakt en daar op inspeelt. Daarvoor wil ik een nieuwe werkgroep opzetten, met als werktitel De voorspellende stad. Zodat je de drukte en mobiliteit in een stad, een parkeergarage of op de weg kunt voorspellen voor misschien wel een paar jaar. Die informatie kun je toepassen in beleid. Het einddoel is het verbeteren van de leefbaarheid van de stad.”

Wat heb je geleerd in de afgelopen periode?

“Technologie is vaak niet de bottleneck. Wij kunnen van alles organiseren en koppelen. Het datagedreven werken is de uitdaging. Want hoe vergaar je data? Je hangt niet zomaar een camera ergens op. Zijn de data privacyproof? We hebben ook veel tijd besteed aan ethiek: zijn die data echt wat jij wilt ophalen? Waarom je iets doet, wat je ermee doet en de juiste communicatie daar omheen is zo belangrijk. Wij denken wel een stad beter te kunnen laten functioneren, maar dan moet je mensen wel in dat proces meenemen. De stad is van iedereen.”

Meer weten over de City Deal? https://agendastad.nl/jaarverslag-2022-zo-werken-we-samen-aan-de-slimme-stad/?cd=1

 

Jaarverslag 2022 – Interview Arjen Hof ”Het mooie van de City Deals is dat iedereen een stukje van de puzzel aandraagt”

Dit gaat over de City Deal Een Slimme Stad, zo doe je dat
Arjen Hof - medeoprichter van WeCity

Arjen Hof is medeoprichter van WeCity. Zij verbinden partijen met oplossingen voor een slimme stad met de gebruikers van die oplossingen. In die hoedanigheid is hij vanaf het begin betrokken bij de Future City Foundation en de City Deal ‘Een slimme stad, zo doe je dat’. “Niemand heeft de hele puzzel, maar ieder draagt zijn eigen puzzelstukje aan. Dat is het mooie.” 

“Ik ben van huis uit milieuplanoloog en ik werk nu vanuit WeCity op het snijvlak van stedelijke ontwikkeling, data en technologie”, begint Hof zijn verhaal. “Hoe kunnen data en technologie bijdragen om een stad leefbaarder, gezonder en duurzamer maken? Dat is de belangrijkste vraag. Het mooie is dat we bij de Future City Foundation daarvoor partijen bij elkaar brengen. Van gemeenten en provincies tot aan bedrijven en onderzoeksinstellingen. De Future City Foundation is dan weer één van de 58 partijen die meedoen aan de City Deal ‘Een slimme stad, zo doe je dat’. Het is superinteressant dat we vanuit verschillende invalshoeken nadenken over hoe technologie en data kunnen bijdragen aan het welzijn in de stad. Niemand heeft daarbij de hele puzzel, maar ieder draagt zijn eigen puzzelstukje aan.”

Regisseur van oplossingen

Hof is daarbij de verbinder die veel weet over innovatieve oplossingen, en die data en technologie concreet wil inzetten voor een betere stad. “Ik ben altijd bezig om, het liefst met bewoners van de stad, concrete oplossingen te bedenken.” Eén voorbeeld is de Snuffelfiets. Bij dit project verzamelen participerende burgers op de fiets op grote schaal mobiele data. Bijvoorbeeld over fijnstof en een gezonde luchtkwaliteit. Hof: “De drempel voor dit soort projecten moet laag zijn, anders doen burgers niet zo snel mee. Het doel is niet alleen dat er een betaalbare, gebruiksvriendelijke sensor beschikbaar is voor het meten van verschillende parameters. Maar ook dat de bewustwording toeneemt over factoren die de gezondheid beïnvloeden en de mogelijkheden en onmogelijkheden van dataverzameling. Dat project is een samenwerking tussen Civity, SODAQ, RIVM en verschillende gemeentes en provincies.”

Self service portal

Alsof dat al niet genoeg is, is Hof ook bezig met een self service portal voor partijen die met sensoren citizen science-projecten willen opzetten. “Op dit portal, dat eind dit jaar beschikbaar moet komen, bieden we, alsof we een vergelijkingssite zijn, een raamwerk om sensoren en oplossingen te beoordelen. Dat moet helpen bij een verantwoord gebruik van sensoren. Wij hebben ze dan al beoordeeld op zaken zoals privacy, de data-opslag, de stroomvoorziening, connectiviteit, de garantievoorwaarden, de toepassing van standaarden, enzovoorts. We toetsen op een groot aantal criteria en zijn nu volop bezig om die catalogus te maken zodat je, bijvoorbeeld als provincie, gemeente of marktpartij, aan de hand van het doel waarvoor je de sensoren wilt gebruiken, een weloverwogen keuze kunt maken. We helpen de bezoeker van die website – dat wordt waarschijnlijk fair.wecity.nl – ook met behulp van een keuzehulp om de best passende sensoren te vinden. Maar het doel van het self service portaal is dat we iemand gedurende het hele proces helpen: van de selectie, de implementatie tot uiteindelijk het beheer. Het kernwoord is ‘ontzorgen’. Uiteindelijk willen we de catalogus ook uitbreiden naar databronnen  en oplossing/applicaties waar partijen mee bezig zijn.”

Pientere Tuinen

Ook het driejarige project Pientere Tuinen mag niet onvermeld blijven. Dat is een ambitieus initiatief van Stichting Steenbreek, Future City Foundation en WeCity. Het Rijksinstituut van Volksgezondheid en Milieu, Hogeschool Van Hall Larenstein en de Provincie Utrecht zijn ook betrokken. Hof: “De vraag daar is: hoe krijgen we privétuinen van bewoners groener? Want dat helpt tegen hittestress, is positief voor de biodiversiteit en helpt tegen klimaatverandering. Dat project kent meerdere onderdelen. Vanuit de hogeschool doen ze onderzoek naar de beweegredenen van tuinenbezitters om deze wel of niet te vergroenen. Daarnaast gebruiken we sensoren om data te verzamelen over die tuinen. We willen uiteindelijk 5.000 bodemsensoren bij deelnemers in heel Nederland plaatsen om een beeld te krijgen van de hitte, de bodemkwaliteit en het vochtgehalte. Inwoners krijgen de data daaruit ook zelf terug. Ze worden bewust van de noodzaak om te vergroenen, gestimuleerd door tuintips en voorlichting op maat voor een groene tuin. En de resultaten worden gemeten via sensoren.”

Concreet resultaten boeken

Hof wil dus met data en technologie concreet resultaten boeken en heeft met de City Deal ‘Een slimme stad, zo doe je dat’ een katalysator. Hof: “Om de mogelijkheden van data en technologie duidelijk te maken, heb je een concrete aanleiding nodig zoals er bij de catalogus of bij Pientere Tuinen is. Bij die opgave kun je dan kijken hoe technologie en/of data daarbij kunnen ondersteunen. Het blijft uiteindelijk een hulpmiddel, maar er zijn al veel positieve voorbeelden Zo kunnen voorspelmodellen gebruikt worden om te kijken hoe elektrische auto’s – die zwaarder zijn – het wegdek sneller laten slijten. Dan weet je ook wanneer je het wegdek moet gaan vervangen. Dat soort toepassingen, waarvan er inmiddels al heel veel zijn, zijn juist super nuttig.”

Meer weten over de City Deal? https://agendastad.nl/jaarverslag-2022-zo-werken-we-samen-aan-de-slimme-stad/?cd=1

Jaarverslag 2022 – Interview Anita Nijboer ”Het nieuwe afwegingskader helpt smartcitytoepassingen te beoordelen”

Dit gaat over de City Deal Een Slimme Stad, zo doe je dat
Anita Nijboer - partner bestuursrecht/omgevingsrecht bij SIX advocaten

De technologische mogelijkheden om een slimme stad te worden zijn haast onbegrensd. De mogelijkheden om dit om allemaal in goed banen te leiden en te reguleren zijn daarentegen nog beperkt. De komst van het ‘Afwegingskader smartcitytoepassingen in de openbare ruimte’ brengt daar verandering in.

Precies op het moment dat Jan-Willem Wesselink van de Future City Foundation advocaat Anita Nijboer benaderde met vragen over gemeentelijke regelgeving op het vlak van smartcitytoepassingen, speelde er ook een interessante kwestie met een reclamebord. Nijboer is partner bestuursrecht/omgevingsrecht bij SIX advocaten. Ze blikt terug: ‘We hebben het over 2017. Op het station van Amersfoort was een reclamebord geplaatst dat met camera’s passanten registreerde: kijkt er een man of een vrouw, hoe gaan de oogbewegingen, dat soort zaken. Aan de hand daarvan werd de reclame op het bord aangepast. Hierover kwamen er veel vragen bij de gemeente. Had dit niet verboden kunnen worden?’

Hierdoor kwam de onderliggende vraag aan de oppervlakte: wat kan een gemeente eigenlijk zelf regelen, en wat niet? Nader onderzoek van Nijboer wees uit dat er nauwelijks wetgeving bestond om smartcitytoepassingen te reguleren: op Europees, landelijk noch lokaal niveau. ‘Er was alleen specifieke wetgeving op het gebied van privacy en veiligheid. En verder waren er natuurlijk mensenrechten op Europees en landelijk niveau, maar die waren niet vertaald naar dit onderwerp.’ Dat bood gemeenten dus mogelijkheden om zelf regelgeving te maken, voor de gebieden die vallen onder de gemeentelijke huishouding.

Weloverwogen keuzes maken

Samen met Jan-Willem Wesselink ging Nijboer hierover in gesprek met een aantal gemeenten. Vervolgens stelde ze de ‘Modelverordening voor smartcitytoepassingen’ op, met een afwegingskader en een vergunningensysteem. Het afwegingskader baseerde ze op de zeven waarden die het Rathenau Instituut noemde als relevant voor dit soort vraagstukken. Naast de al genoemde privacy en veiligheid zijn dat: autonomie, controle over technologie, menselijke waardigheid, rechtvaardigheid en machtsevenwicht.

De modelverordening is bedoeld om gemeenten een instrument in handen te geven waarmee ze weloverwogen keuzes kunnen maken in het wel of niet meewerken aan bepaalde smartcitytechnologieën in de openbare ruimte. Tegelijkertijd kunnen ze hiermee grip houden op de toepassingen die in hun gemeente wordt geplaatst. Een register van vergunde smartcitytoepassingen zorgt vervolgens voor de transparantie.

In de City Deal ‘Een slimme stad, zo doe je dat’ is deze modelverordening één van de instrumenten die getest werd op haalbaarheid en bruikbaarheid. Uit deze test bleek dat gemeenten meer behoefte hebben aan een afwegingskader dan aan een vergunningensysteem, omdat op dit moment de smartcitytoepassingen vooral vanuit de gemeente geïnitieerd worden. Om deze reden wordt de modelverordening nu herschreven tot een afwegingskader. De modelverordening blijft als bijlage bestaan, voor het geval daaraan toch behoefte ontstaat.

Slim verkeerslicht

Hoe het afwegingskader helpt bij het beoordelen van nieuwe smartcitytoepassingen, maakt Nijboer duidelijk aan de hand van het voorbeeld van een slim voetgangersverkeerslicht. ‘Op ooghoogte zit een sensor die registreert of er iemand aan komt lopen. Als het regent, springt die eerder op groen dan bij mooi weer. Daar kan niemand tegen zijn, toch? Maar als je met het afwegingskader in de hand gaat beslissen, dan beoordeel je ook of de toepassing niet discriminerend is. En dan kun je tot de conclusie komen dat die dat wél is. Want de sensor registreert het niet als er iemand in een rolstoel nadert.’ Zo’n uitkomst hoeft vervolgens niet te betekenen dat een dergelijke slimme toepassing afgeschoten wordt, het kan er juist voor zorgen dat het product of de service verder doorontwikkeld wordt. In het geval van de sensor is het een simpele oplossing: gewoon wat lager plaatsen. In andere gevallen kan dat natuurlijk lastiger zijn.

Beslisinformatie verzamelen

Een van de andere toetsingscriteria is dat de smartcitytechnologie de minst invasieve methode voor het beoogde doel moet gebruiken. Nijboer: ‘Denk bijvoorbeeld aan technologie die automobilisten helpt om de dichtstbijzijnde parkeerplek te vinden. Dat gaat doorgaans gepaard met kentekenregistratie. Maar dat botst al snel met de privacy, en het kan wellicht ook minder invasief: kan de nummerplaat misschien geblurd worden?’

Behalve de toetsingscriteria zelf, zijn er in het afwegingskader ook een aantal begrippen gedefinieerd, waaronder biometrie, sensortechnologie en wifitracking. Het kader helpt gemeenten bovendien bij het verzamelen van de beslisinformatie, met vragen over het al dan niet koppelen van gegenereerde data, of er ook persoonsgegevens worden verzameld en bijvoorbeeld of de data alleen voor het oorspronkelijke doel gebruikt kunnen worden.

Het ‘Afwegingskader smartcitytoepassingen in de openbare ruimte’ is hier te downloaden.

Meer weten over de City Deal? https://agendastad.nl/jaarverslag-2022-zo-werken-we-samen-aan-de-slimme-stad/?cd=1

Jaarverslag 2022 – Interview Maarten Burggraaf ”Met slimmer maatwerk de kwaliteit van leven verhogen”

Dit gaat over de City Deal Een Slimme Stad, zo doe je dat
Maarten Burggraaf - wethouder in gemeente Dordrecht

Zijn opa woonde tot op hoge leeftijd zelfstandig. Dat gunt Maarten Burggraaf anderen ook. Hoe mooi zou het zijn als dat voor velen mogelijk is, dankzij inzet van technologische ondersteuning? Burggraaf, wethouder in de gemeente Dordrecht en tevens bestuurlijk kartrekker van de City Deal ‘Slim Maatwerk’ is vastbesloten om met meer maatwerk de kwaliteit van leven van inwoners te verhogen.

In de City Deal ‘Slim Maatwerk’ onderzoeken gemeenten, het Rijk, bedrijven en maatschappelijke organisaties hoe digitale en technologische ondersteuning slim inzetbaar is om de leefkwaliteit van inwoners zo hoog mogelijk te maken. “Mensen zo lang mogelijk zelfstandig en gezond thuis laten wonen”, benoemt Burggraaf. “Of mensen met een betalingsprobleem eerder bereiken, in plaats van pas wanneer de deurwaarder al heeft aangeklopt. Wat moet je doen om een zwak gezin weer een normaal leven te geven? Waar zit de oorzaak van het probleem en hoe kun je daar op handelen?”

Geef nog eens een voorbeeld?  

“In Dordrecht heb je het project de Straatkubus om van iedere wijk een vitaliteitsscan te kunnen maken. Wonen in een wijk veel ouderen, die grotendeels aangeven er te willen blijven wonen, dan kijk je wat nodig is om dat mogelijk te maken. Als je signalen in een wijk op tijd opvangt en weet welke onderliggende factoren een rol spelen, dan kun je helpen en problemen voor zijn. Later kan dit ook van pas komen. Bij het creëren van een nieuwe buurt weet je bijvoorbeeld welke aspecten nodig zijn om een buurt veilig te maken, zoals fietsen en lopen aantrekkelijk maken of door te zorgen voor een goede mix van bewoners, zodat de sociale samenhang sterk wordt. Er zijn allerlei toepassingen te bedenken. Door corona was het druk in het Albert Schweitzer ziekenhuis. Mensen konden toen met beademingsapparatuur thuis blijven, terwijl via monitoren een vinger aan de pols werd gehouden. Het moet een basisvaardigheid worden om digitale instrumenten te benutten. Ook bij maatschappelijke thema’s.”

Waarom doet Dordrecht mee aan de City Deal?

“Dit is niet de eerste of enige City Deal waaraan we mee doen. We hebben bijvoorbeeld geparticipeerd in de City Deals Binnenstedelijk Bouwen en Transformatie, Circulaire Stad en Klimaatadaptatie. Vanuit die laatste City Deal hebben we gebruik gemaakt van de TEEB-Stadtool om beter inzicht te krijgen in de waarde van groen. Niet alleen in economische waarde, maar ook in maatschappelijke waarden als woonplezier en gezondheid. Deze tool hebben we toegepast voor het verbeteren van het Sterrenburgpark, dat nu een fijne, groene ontmoetingsplek is midden in een woonwijk. Samenwerking, verbinding en innovatie stonden in deze City Deals centraal en hebben ons handvatten gegeven om ons verder te brengen in het waarmaken van onze ambities. Deze kansen zien we ook in de City Deal ‘Slim Maatwerk’. We zien de opgaven groter worden, wat vraagt om een efficiëntere inzet van resources. Digitalisering en slim gebruik van data kunnen daarbij helpen.”

Merk je dat digitale transitie zorgt voor weerstand? 

“Soms. Zorg wordt snel als afstandelijk ervaren als het om data gaat. Mensen denken er dat handen aan bed verdwijnen. Maar het is geen platte bezuinigingsopgave. Wij willen met dezelfde euro meer mensen bedienen. Het is mooi als je dankzij digitale ontwikkelingen ook bij grote vergrijzing mensen lang zelfstandig kunnen blijven wonen. De manier waarop je dat doet moet wel de privacy waarborgen. Tegelijkertijd moet je je daar niet door laten afremmen. Als je nooit oversteekt dan verandert er ook nooit wat.”

Welke ambitie heb je voor het komende jaar? 

“Slimmer maatwerk leveren. Met sociale instellingen, maatschappelijk betrokken bedrijven en de overheid tot een mooie agenda komen in het sociale domein, zodat we nog meer maatwerk kunnen leveren. Zodat we inwoners -met digitale middelen- in een eerder stadium kunnen helpen en hun kwaliteit van leven op individueel niveau verhogen. Daarnaast ontwikkelen we samen met de City Dealpartners op het gebied van digitale samenwerking een aantal pilots. Dordrecht voert binnen de City Deal een aantal proefprojecten uit en participeert in projecten van andere deelnemers. Samen werken we aan kennisontwikkeling en -deling om het beheer en onderhoud van de toekomst een stapje verder te brengen.”

Meer weten over de City Deal? https://agendastad.nl/jaarverslag-2022-zo-werken-we-samen-aan-de-slimme-stad/?cd=1

Jaarverslag 2022 – Interview Wim Willems ”Samen slimmer werken in ons credo”

Dit gaat over de City Deal Een Slimme Stad, zo doe je dat
Wim Willems - wethouder in Apeldoorn

Na een succesvolle eerste fase van City Deal ‘Een slimme stad, zo doe je dat’ is het tijd voor een concreter vervolg. City Deal krijgt in januari 2023 een doorstart. Eén van de initiatiefnemers is Wim Willems, wethouder in Apeldoorn en voorzitter van de bestuurlijke themagroep Slimme duurzame verstedelijking van de G40. Hij blikt terug én vooruit.

“Het is een unicum dat we met zoveel partners City Deal hebben gerealiseerd en uiteindelijk twaalf projecten succesvol hebben afgerond die bijdragen aan het maatschappelijk belang”, stelt Willems. “Eén project kwam niet van de grond. Maar ook daar leer je van, want je hebt samengewerkt en dat brengt je verder. In de volgende fase gaan we concreter door op wat we nu willen, en vooral hoe we dat gaan doen. Een toolbox vol instrumenten ontwikkelen. Een gereedschapskist gevuld met mooie oplossingen.”

Waar ben je het meest trots op?

“Dat we ondanks de tijdsgeest waarin we zaten, met corona, toch goed hebben samengewerkt. Het laatste half jaar hebben we weer fysieke bijeenkomsten gehad. Afgelopen voorjaar was een bestuurlijk overleg in Utrecht. Ik zag de zaal vollopen en mensen op een creatieve manier bezig projecten vorm te geven. Daar krijg ik energie van. Als je ziet wat opgepakt wordt en kansen die onderweg worden aangegrepen, dan is dat gewoon gaaf.”

Noem eens voorbeeld?

“Vanuit City Deal is breed gekeken naar de modelverordening (inspiratiedocument) voor smart city-toepassingen en hebben we samengewerkt om uniformiteit te krijgen. Ook partners die geen deel uitmaken van City Deal haakten aan. Het mooie is dat andere gemeenten dit document uit de gereedschapskist pakken en gebruiken. Belangrijke woorden bij de ontwikkeling van een tool zijn voor mij: haalbaarheid. Kun je het borgen binnen een organisatie? Schaalbaarheid. Kun je het kopiëren naar  andere partners. En de woorden samen en doen. Door samen te werken en door te doen hebben we het gerealiseerd. Schouders eronder en uitvoeren. ”

Wat heeft City Deal opgeleverd?

“Neem de crowd safety manager. Die is opgepopt tijdens corona. Er was grote drukte in binnensteden, waardoor afstand houden niet lukte. Met tools werd dit beter beheersbaar. Door de drukte per vierkante meter te meten en dit te communiceren, kregen we signalen zoals ‘let op, het is te druk’.

Voor het ethisch kader, bijvoorbeeld wel of niet vaccineren tegen corona, kun je geen tool opleveren, maar het is wel een speelveld dat aandacht vraagt. Door met elkaar in gesprek te gaan creëer je bewustwording. Bewustwording rondom ethiek is altijd belangrijk geweest.

Kijk je naar de inrichting van de stad, dan denk je aan smart mobility, aan het oplossen van verkeersproblemen of de verkeersveiligheid. Wat kunnen data ons leren? Op logistiek vlak kun je nadenken over het bevoorraden van de binnenstad via goederenhubs. Het grootvervoer levert bij de hub en van daaruit wordt het via elektrische voertuigen – duurzamer – naar de binnenstad gebracht. Een mooi voorbeeld is ook de snuffelfiets. Medewerkers van Future City Foundation reden hiermee van Amersfoort naar Apeldoorn. Dat ze zo’n fiets gebruiken om data, bijvoorbeeld over gezonde luchtkwaliteit, te verzamelen is mooi.”

Wat moet er de komende jaren gebeuren om de slimme stad te realiseren?

“Veel. We zijn nog lang niet klaar. We hebben de ‘wat’-vraag beantwoord, nu gaan we naar de ‘hoe’-vraag. We hebben twaalf grote cases. Hoe kunnen wij die opschalen en bij andere gemeenten krijgen. Hoe zorgen wij ervoor dat alle gemeenten bezig zijn met technische en digitale ontwikkeling? Ik merk dat vaker de vraag opkomt: praat ons bij, hoe hebben jullie dit vraagstuk opgelost?  Samen slimmer aan de slag is ons credo. Ik kan mij indenken dat wij gaan aanhaken bij thema’s als woningbouw, duurzaamheid, energietransitie en digitale veiligheid.”

Is hierbij ook een link met City Deal Slim Maatwerk?

“Ja. Hoe kunnen digitalisering en technologie eraan bijdragen dat iedere Nederlander zelfstandig op een gezonde manier kan wonen en leven? Dat is een mooie vraag die City Deal zichzelf kan stellen. Ik ben trots dat we dat ook op sociaal vlak doen met het zusterproject Slim Maatwerk, dat sinds enkele maanden actief is. Arbeidsontwikkeling bijvoorbeeld. Hoe kan technologie hierbij helpen? Hoe is de online klantreis van hulpvragers? We hebben een bijeenkomst gehad over de ontwikkeling van een apparaat waarmee je met een camera wondcontrole grotendeels kunt doen. Het staat nog in de kinderschoenen, maar als dit te realiseren is, kan dit in de toolbox.”

Waar lig je wakker van bij de digitale transitie?

“Niets, want als je ergens over wakker ligt, moet je het vraagstuk juist aangrijpen om op te lossen. Heb ik zelf het antwoord niet, dan vraag ik anderen. Je kunt niet alles alleen oplossen. Zo kom je toch weer uit op samenwerken. Wat ik mooi zou vinden, is dat we straks een etalage hebben waaruit iedereen een tool kan plukken. Dat wij een inspiratiebron zijn geweest voor veel andere partijen in alle gemeenten in Nederland.“

Meer weten over de City Deal? https://agendastad.nl/jaarverslag-2022-zo-werken-we-samen-aan-de-slimme-stad/?cd=1

Interview met Danielle Braun “De ontmoeting moet op één staan bij plannen in de wijk”

Als je steden bouwt, houd dan rekening met de ‘kleefstof’ tussen mensen, stelt Danielle Braun. Hoe zorg je ervoor dat bewoners contact met elkaar houden, minder eenzaam zijnen meer dingen samendoen? Op de Dag van de Stad legt de corporate antropoloog in haar last lecture de nadruk op het maken van verbindingen in de stad en wat we kunnen leren van andere culturen.

© Mirjam van der Linden fotografie

Als stedelijke professional kun je een belangrijke rol spelen in het leggen van verbindingen, stelt Braun. “Denk bijvoorbeeld aan de aanleg van fietspaden, speeltuinen en andere ontmoetingsplekken. Nog beter is het om verhalen te maken rond elke wijk, die je bouwt of herstructureert. Een verhaal waarmee de wijk een bijzondere plek wordt om te wonen, waarmee je bewoners trots maakt op hun wijk. Na de ontzuiling en het loslaten van allerlei structuren in onze samenleving zijn we een beetje zoekende in hoe we moeten samenleven. Op de Dag van de Stad wil ik voorbeelden geven hoe andere culturen dat doen, en wat wij daarvan kunnen leren.”

Braun, ook wel de ‘antropoloog des vaderlands’ genoemd, reist de wereld rond op zoek naar wat andere samenlevingen ons kunnen leren over onze eigen maatschappij. Ze schrijft boeken en begeleidt leiders bij conflict en verandering. Daarnaast is ze directeur van de Academie voor Organisatiecultuur. Op de Dag van de Stad neemt ze haar publiek mee op reis in een Last Lecture langs allerlei culturen, op zoek naar meer verbinding tussen wijkbewoners.

Buurt-app

Een voorbeeld van verbinding maakte ze zelf mee in haar eigen wijk in Soest “Tijdens COVID kregen we in de straat meer contact met elkaar als buurtbewoners dankzij een WhatsAppgroep. Vanuit antropologisch oogpunt is dit een voorbeeld van op elkaar letten. In de appgroep deelden we vooral flauwe grapjes met elkaar, maar ook of je iets kon meenemen uit de winkel. Een van onze buren is Toos, ze is tegen de 80 en gaat nog steeds graag met de racefiets op pad. Ze vindt het niet leuk als we haar controleren. Dankzij de appjes zagen we dat het goed met haar ging, wanneer ze met een smiley reageerde op een grap. Na COVID is er echt door die appgroep een sociale structuur ontstaan in onze buurt. We hebben bijvoorbeeld twee buurjongens die af en toe alleen thuis mogen zijn. Dan appen de ouders of we allemaal een oogje in het zeil kunnen houden.”

Speldenprikken uitdelen

Ontstond de verbinding vanuit de bewoners in de wijk van Braun vanzelf, lang niet in alle wijken is dat het geval. Kun je daar als stad op sturen? Braun denkt van wel. “ Mensen zijn vaak een beetje handelingsverlegen, dat kun je zeker stimuleren. Natuurlijk is het mooier wanneer het spontaan ontstaat zoals in mijn wijk, maar in sommige wijken is dat gewoon lastig.

Denk bijvoorbeeld aan een wijk met veel nieuwkomers. Als gemeente kun je een burendag organiseren, of beslismomenten waarop wijkbewoners in gesprek gaan over waar de speeltuin of bibliotheek moet komen. Zo kun je op microniveau wel degelijk als overheid helpen. Je kunt maatschappelijke speldenprikken uitdelen, het voorbeeld geven of iets faciliteren en toch bewoners het gevoel geven dat ze het zelf organiseren.”

Beeldvorming

Naast een mooi wijkverhaal maken kun je als gemeente werken aan beeldvorming. “We hebben gezien dat tien jaar bezuinigen op sociaal werk de wijken niet echt heeft geholpen. Denk aan jongeren, die vaak geen eigen plek hebben. Als jongeren in een groep rondhangen bij een skatepark, zie je ze dan als potentiële criminelen, of denk je goh, wat leuk dat ze zo gezellig bij elkaar zitten?”

Natuurlijk moet je als stadsbestuur ook over grotere structuren beslissen, gaat Braun verder. “Leg je voorzieningen in de wijk aan of op een centrale plek, zoals een groot winkelcentrum buiten de wijk? Waar leg je de fietspaden aan? Als je plannen in de wijk ontwikkelt moet de ontmoeting tussen mensen op één staan. Die ontmoeting is het grootste goed. Elke wijk of straat zou minimaal één punt moeten hebben waar je als bewoner vaak naartoe moet. Dat kan de apotheek zijn, de viskraam of de huisarts. We moeten anders naar de stad gaan kijken, en daarin keuzes maken.”

Hoe dan ook moeten volgens Braun mensen centraal staan. En hoe zij met elkaar samenleven. “Ik geloof dat de meeste mensen in ons land verlangen naar contact en verbinding”, zegt Braun. “Het is interessant om te zien hoe we er als land naar kijken. Neem Prinsjesdag. Gaan we voor het Bruto Nationaal Product (BNP), of net als Bhutan, voor het Bruto Nationaal Geluk? We moeten leren van wat we al weten. Want eigenlijk weten we al hoe we moeten samenleven. We zijn het alleen soms een beetje vergeten. Daar wil ik de Dag van de Stad deelnemers weer aan helpen herinneren.”

Interview Berry Kessels “In de wijk klopt het hart van Nederland”

Van energietransitie, armoede tot eenzaamheid. Alle stedelijke uitdagingen spelen zich af op wijkniveau. Daarom is het ook zo belangrijk om ze vanuit de wijken aan te pakken, stelt wijkontwikkelaar Berry Kessels. ‘Maar doe dat dan wel vooral vanuit de kracht van de wijk.’

Als iemand de wijken van Arnhem goed kent, is het Berry Kessels. Jarenlang verdiepte hij zich als verslaggever voor de regionale krant De Gelderlander in de ontwikkeling van de stad en alle partijen die daarop hun invloed hadden. Als wijkontwikkelaar leidde hij bij woningcorporatie Volkshuisvesting Arnhem de ontwikkeling van het Modekwartier Klarendal. Van Vogelaarwijk werd dit een creatieve wijk vol winkels, mode-ateliers, designstudio’s, een populaire speeltuin en horeca.

‘De Jordaan van het oosten’

“Iedereen heeft behoefte aan een prettige plek om te wonen”, vertelt hij, “Niet alleen een huis dat niet lekt, maar ook een fijne omgeving. De wijk is de plek waar we wonen en is cruciaal voor het welzijn van mensen.”

Net als in elke stad scheelt het ook in Arnhem in welke wijk je woont. Van oudsher kent de Rijnstad grote verschillen. Er zijn wijken met nauwelijks sociale huurwoningen, en in sommige wijken is het aandeel sociale huur maar liefst tachtig procent. Een van die wijken is Klarendal. Kessels noemt de wijk ‘de Jordaan van het oosten’. Een echte volkswijk dus. Van oudsher was het een katholieke arbeiderswijk in een door protestanten geregeerde stad. Inmiddels is de volkswijk veranderd. Nog een derde van de bewoners stamt uit die tijd.  Daarnaast is een derde migrant, vooral afkomstig uit Turkije en Duitsland en een derde is kunstenaar of kunststudent. Die laatste groepen kwamen in de jaren ‘70 naar Klarendal vanwege de goedkope woningen. In de loop van de jaren nam de verloedering echter toe en in 2007 werd Klarendal een van de Vogelaarwijken.

Vraag vanuit de bewoners

Dat moest veranderen. “De vraag naar ontwikkeling kwam eigenlijk begin jaren ’00 vanuit de bewoners zelf”, vertelt Kessels. “Zij wilden weer hun winkelstraten terug, zo bleek uit een uitgebreid onderzoek waarin zij zelf een grote rol hadden. Maar hoe doe je dat? Je kan niet de kruideniers, bakkers en slagers zomaar terugbrengen in de wijk. Daarom organiseerden we als woningcorporatie sessies met de creatieve sector in de stad. Daaruit ontstond het idee om iets met mode te gaan doen. Arnhem heeft een modeopleiding die wereldwijd aanzien geniet. Natuurlijk was daarover flinke discussie, het mooie was dat het echt vanuit de mensen zelf kwam. Als iemand klaagde dat de bakker er niet meer was, antwoordde iemand anders: eigen schuld, we halen ons brood bij de supermarkt. De ijzerwarenhandel is ook weg omdat we naar de Hubo gaan.”

Nog steeds is Klarendal een wijk met een kleine zeventig procent aan sociale huurwoningen. Met één verschil: het is weer een levendige wijk, met ruim vijftig kleinschalige winkelstudio’s, hét gebied van mode en design. Daarnaast zijn er vijf café-restaurants, een modehotel, een theater, een filiaal van het ROC waar de musicalopleiding is gevestigd, een medisch centrum en een salsaschool. “De winkelstraat, de levensader van de wijk, had eerst geen prettige uitstraling en sfeer”, vertelt Kessels. “Veel gesloten oude winkelpuien, en hier en daar plekken waar het gewoon niet tof was, zoals overlast door harddrugsgebruik. Dat is allemaal verdwenen. Klarendal is weer gezellig geworden. En waar het gezellig is, is geen ruimte voor overlast.” De wijkontwikkeling kreeg enorm veel media-aandacht en ontving allerlei prijzen, zoals de Gouden Piramide, een Rijksprijs voor inspirerend opdrachtgeverschap.

 

Modeshow in Klarendal

Oog voor de kracht van de wijk

Wat Klarendal heeft laten zien, volgens Kessels, is hoe belangrijk het is om oog te hebben voor de kracht van de wijken en de wijkbewoners. “We zijn vaak geneigd om te zeggen dat een wijk lastig is. Dan volgt er een hele litanie aan ellende. Maar iedere wijk heeft ook zijn eigen kracht. Een mooi voorbeeld hier in Klarendal is de speeltuin. Die wordt al ruim vijftig jaar gerund wordt door zo’n zeventig vrijwilligers uit de wijk. Per jaar trekt de speeltuin 30.000 bezoekers, ook uit andere wijken. Daarmee is het een top 10 attractie van Arnhem. En dat voor een plek die bewoners helemaal zelf runnen. Daar moet je als wijkontwikkelaar oog voor hebben. Kijk bijvoorbeeld naar het stadsschoon in een wijk. In een oude wijk vind je veel mooie architectuur. Of kijk naar die ene bijzondere biljartvereniging. Mijn insteek als wijkontwikkelaar is: onderzoek niet wat er allemaal mis is, maar kijk juist naar wat er goed is aan een wijk. Natuurlijk moet je dat wat er mis is bestrijden. De criminaliteit aanpakken, de rommel opruimen, mensen die lang thuis zitten helpen stappen te zetten. Het werkt echter vaak beter om wat goed is te versterken. Daarmee creëer  je energie en maak je enthousiasme los. Daarom moeten de beleidsjongens en -meisjes van de gemeente en de coöperaties wat vaker in de wijken komen. Verandering in gang zetten, lukt niet vanachter je bureau.”

Helemaal mooi is als je die wijkkracht kunt verbinden aan een breder stedelijk vraagstuk. Dat kon in Klarendal, gaat Kessels verder. “We hebben in Arnhem een fantastische modeacademie, een van de beste ter wereld, waar topontwerpers afstuderen. Alleen na hun studie verdwijnen ze om op een zolderkamer collecties te ontwerpen voor de Bijenkorf of voor zichzelf. Of ze verhuizen naar Milaan, Parijs of Londen. Kortom, we zagen weinig van de modeontwerpers terug in de stad. Hoe kunnen we het meer zichtbaar maken in de stad, en die designers een stap verder helpen in hun carrière? Die vraag hebben we gecombineerd met de sociale vraagstukken in Klarendal om de wijk te verbeteren. Nu vind je in Klarendal dus veel ontwerpers, die op ambachtelijke wijze bijzondere ontwerpen maken.”

De kans is nu

De verduurzaming van wijken is volgens Kessels de uitgelezen kans om dieper in de wijken te komen. “We komen nu overal binnen bij wijkbewoners. Huishoudens moeten van het gas af, krijgen dubbelglas en nieuwe installaties. Eenmaal binnen bij mensen thuis is hét moment om te vragen: hoe gaat het hier eigenlijk? Ook kun je met de verduurzaming de sociale cohesie versterken. In Arnhem, maar ook op andere plekken, zijn er buurtklusbedrijfjes ontstaan. Je koppelt  handige buurtbewoners aan de werkzaamheden die er liggen. Dat is ook een vorm van economie de wijk inbrengen. En dat is een enorme kans.”

Dag van de Stad

© Photo by Tais

Berry Kessels neemt tijdens de Nacht van de Stad, zondagavond 8 oktober, deelnemers van de Dag van de Stad mee op een nachtexcursie door Klarendal. Daar vertelt hij meer over de geschiedenis van deze authentieke volkswijk en over de ontwikkeling van het Modekwartier. Op de Dag van de Stad zelf is hij moderator bij de opening met Maarten Hajer en bij de talkshow De kunst van wijkgericht werken. Meer weten? Kijk op www.dagvandestad.nl.

Jaarverslag 2022 – Interview Frank Reniers “Een inclusieve samenleving smart organiseren”

Dit gaat over de City Deal Een Slimme Stad, zo doe je dat
Frank Renier - manager agenda stad

“Eigenlijk heb ik in het afgelopen jaar, dus tijdens deze slimme-stad-deal, geleerd wat een smart city kan zijn en daar ben ik heel enthousiast over”

Een bijzonder goed gevulde agenda voor een klein land met enorme potentie. Dat is waarmee Frank Reniers, manager Agenda Stad, zich bezighoudt in de broedplaats van innovatie. Hij is dan ook verantwoordelijk voor City Deals. Deals waarop hij trots is en waarover hij graag praat.

Wat is het geheim van Agenda Stad en de bijbehorende City Deals?

“Wij stellen de stad centraal en verbinden iedereen aan elkaar die nodig is om een probleem op te lossen met een werkwijze die inmiddels bewezen is.”

Vertel …

“Het gaat om een bijzonder programma van het Ministerie van Binnenlandse Zaken, waarbij gemeenten bij ons kunnen aankloppen met óf een grote kans die ze zien óf met een groot probleem dat zij ervaren en waarbij je meerdere ministeries nodig hebt om dat op te lossen. Een complex coördinatievraagstuk dus.”

“Eerst checken we of dit speelt in meerdere steden, daarna gaan we een verkenningsfase in en uiteindelijk heb je dan een City Deal die gepubliceerd wordt in de Staatscourant. Welke steden, ministeries, kennisinstellingen of maatschappelijke initiatieven je erbij betrekt, is afhankelijk van het thema.”

Wat is goed om te weten? 

“Bij City Deals investeer je zelf. Die dynamiek maakt het leuker, want je moet én betalen én mensen vrijmaken. Kom je alleen om te consumeren, dan haal je er niets uit. Je moet bijdragen aan die werkgroepen. Dat is het leuke én het ingewikkelde.”

Wat vind jij eigenlijk van de City Deals?

“Ik mag elke dag werken met mensen die de wereld willen verbeteren en die daar een concreet plan voor hebben, maar daarin zijn vastgelopen. De dealmakers uit mijn team hebben kennis van processen en samenwerkingsverbanden, zij gidsen mensen met een goed idee door Den Haag en dan heb je op een gegeven moment een deal die gaat over superrelevante thema’s, zoals: hoe eten mensen gezond in de stad, hoe bouwen we circulaire huizen, hoe maak je oma cyber-weerbaar?”

Waarop ben je het meest trots?

“Ik ben het meest trots op het feit dat we een community hebben van wereldverbeteraars die dagelijks met ons willen werken om het onmogelijke mogelijk te maken, en het ook doen. Dat is gewoon wauw! Op al die thema’s hebben we echte toplui die met ons samenwerken.”

 Kun je een paar successen vanuit de City Deals delen?  

“Voor een groot aantal thema’s hebben we de basis kunnen leggen. Zo was klimaatadaptatie vanuit Rijksoverheid geen issue 6 jaar geleden. Steden vonden van wel, maar kregen geen gehoor. Na experimenten en politieke lobby hebben we aanspraak kunnen maken op het Deltafonds, een deel daarvan gaat nu naar steden. Dat is nu normaal beleid geworden.”

“Door gegevens van politie, justitie, sociale zaken, belastingdienst en makelaarskantoren te koppelen, konden we overzicht creëren. Ondermijning criminaliteit is nu een landelijk dashboard geworden. Er was eerst veel gedoe met privacy en samenwerken. Maar na een tijdje voorkom je het not invented here syndrome, omdat iedereen aan tafel zit en al die clubs van elkaar horen hoe hun regels niet goed uitwerken in de praktijk. Dus: hoe kunnen we dit beter maken?”

Wat is de bijdrage van Agenda Stad aan de transitie naar smart cities?

“Ik werk al zes jaar voor Agenda Stad en krijg al zes jaar de vraag: wanneer komt er een smart City Deal? En heel lang heb ik de vraag gesteld: wat is dat dan? Daar kon nooit iemand antwoord op geven. Ik denk dat Jan-Willem en zijn club voor het eerst de juiste mensen om tafel hebben gezet.”

“Echt baanbrekend! Er is laten zien: hier moeten we wat mee en hier moeten verschillende overheden wat mee en daar hebben steden een rol in. En dan ontstaat er ook een kans. Beleidsmedewerkers, collega’s van het Rijk zochten echt een moment om dit op te pakken. Staatsecretaris Knops had ook veel met het onderwerp en heeft zich er ook voor ingezet. Het werd steeds groter en op een gegeven moment zei de massa: we gaan nu deze City Deal maken.”

“Met deze deal is er 1,5 miljoen euro Europese subsidie voor twee projecten binnengekomen. Onder andere voor de crowd safety manager, waarmee je stromen van mensen kunt voorspellen en op basis daarvan je handhaving en het legen van prullenbakken kunt bepalen. Die is ontwikkeld in Scheveningen en heeft in Barcelona een prijs gekregen als beste smart-city-experiment. Is ook afgelopen jaar ingezet bij de La Vuelta in Nederland met zo’n 200.000 bezoekers per dag. Dat is wel leuk.”

Wat nog meer …?

“Eigenlijk heb ik in het afgelopen jaar, dus tijdens deze slimme-stad-deal, geleerd wat een smart city kan zijn en daar ben ik heel enthousiast over. Wij zijn naar een pitch geweest van Heijmans in hun experience center. Over hoe ze op dit moment in de buurt van Utrecht aan het bouwen zijn aan een smart wijk. De wethouder wilde een goede mix tussen jong en oud, want hij wil een leefbare wijk. Dan komen er dus smart-city-oplossingen ten dienste van deze inclusieve wijk.”

“Wanneer is de wijk het meest sociaal? Dat is het eerste jaar na oplevering, want dan staan er nergens schuttingen. Wat ze hebben gedaan: gemeenschappelijke tuinen aangelegd, zonder schutting. Veiligheidsmeldingen: negen van de tien keer is dat vals alarm. Normaal komt de politie, nu krijgt de buurman een bericht: wil je even kijken of er iets aan de hand is?”

“Ze hebben een app met een puntensysteem. Zodra een oudere iets doet voor jongeren, zeg: op de kinderen passen, dan kunnen ze de punten omzetten in bijvoorbeeld een keer extra je ramen laten lappen. Doen de jongeren iets voor de ouderen, krijgen ze ook punten voor bijvoorbeeld deelmobiliteit.”

“Sowieso hebben ze het hele systeem waarmee ze communiceren ook aan de wijk ernaast gegeven. Waardoor mensen voordat ze er woonden al gingen communiceren met elkaar: weet iemand een goede schilder, wat is een goede school?”

“Dat vond ik zo’n mooi voorbeeld. Een inclusieve stad waarbij technologie van dienst kan zijn. Nog los van alle health-apps in huis, als je die zou willen. Dat is volgens mij echt smart. Dit is de potentie.”

 

Lees meer over Agenda stad en de City Deals in het jaarverslag: https://agendastad.nl/jaarverslag-2022-zo-werken-we-samen-aan-de-slimme-stad/?cd=1

Proeftuin voor een gezonde voedselomgeving in Rotterdam

Dit gaat over de City Deal Gezonde en duurzame voedselomgeving
fruit voor winkel

Hoe kunnen gemeenten invloed hebben op het aanbod van voedsel in de stad? Die vraag is niet makkelijk te beantwoorden. Om in de praktijk te onderzoeken wat wel en wat niet werkt, zijn vier steden een proeftuin gestart. Leendert Meijers, beleidsadviseur van de gemeente Rotterdam gaat aan de slag aan de Boulevard Zuid : ‘Dit soort complexe vraagstukken zijn niet op te lossen vanachter je bureau.’

De Boulevard Zuid is een lange winkelstraat op Rotterdam Zuid. ‘Hier in de omgeving heeft circa 57 procent van de volwassenen overgewicht, waarvan 21 procent ernstig. En dat in een wijk van 12.000 mensen. Het gaat hier dus echt om een grote groep. Hoe dat komt is moeilijk te verklaren, maar als het gaat om zulke grote aantallen dan kun je niet langer zeggen: dit is een individueel probleem,’ vertelt Leendert Meijers.

Onbewuste keuzes

Leendert Meijers - beleidsadviseur gezondheid - Gemeente Rotterdam

Leendert Meijers – beleidsadviseur – Gemeente Rotterdam

Dat blijkt ook uit diverse onderzoeken(*): mensen maken voedselkeuzes vaak niet bewust, keuzes worden de hele dag door beïnvloed door het aanbod om ons heen en door wat andere mensen eten. ‘Aan de Boulevard Zuid zitten 240 ondernemers. Vijftig ondernemers verkopen voedsel en daarvan zijn er 38 die fastfood verkopen. Dat is beduidend meer dan in de rest van de stad. Het aantal verkooppunten is tussen 2011 en 2021 met 46% toegenomen. Ook het aantal mensen dat kampt met overgewicht is gestegen.’

‘Veel factoren beïnvloeden wat we eten: aanbod, opleiding, cultuur en natuurlijk werk en inkomen. Het Nibud berekende in juli 2022 dat een gezin van ouders en twee kinderen € 16,14 nodig heeft om één dag gezonde voeding te eten, in januari 2023 was dat € 18,13  en in juni 2023 al € 20,72. Heel veel mensen in dit gebied hadden dit budget in juli 2022 al niet en hun inkomsten zijn niet evenredig mee gestegen.’

‘Rotterdam kent, van alle Nederlandse gemeenten, verhoudingsgewijs het grootste aantal mensen dat in armoede leeft. Veel wonen op Rotterdam Zuid,’ licht Leendert Meijers toe. Dat maakt het zoeken naar een oplossing extra complex. ‘Als armoede en stress  je leven bepalen, dan kies je eerder voor gemak. Bij het afhalen van voedsel en in de supermarkt is het ongezonde alternatief meestal goedkoper dan het gezonde. Ondernemers stemmen hun aanbod af op de vraag en het budget van de klanten. Vraag en aanbod zorgen dan voor een ongezonde balans.’

Zoeken naar allianties
Het aanpakken van de voedselomgeving vergt een lange adem. ‘Dat doe je niet van vandaag op morgen. Het vraagt ook om een intensieve samenwerking tussen verschillende beleidsterreinen van de gemeente,’ legt Leendert Meijers uit. ‘Essentieel daarbij vind ik eigenaarschap en draagkracht in de wijk. We moeten niet alleen deskundigen van buitenaf invliegen, maar juist samenwerken met de mensen die al wonen en werken in de wijk; die dezelfde ‘taal’ spreken en weten wat er leeft in de wijk. Diëtisten, huisartsenpraktijken en andere gezondheidsinitiatieven spelen hierbij een belangrijke rol. Dit vanuit de filosofie dat mensen meer vertrouwen op mensen uit hun eigen wijk.’

Bouwen aan een community
Een mooi gevolg hiervan was het organiseren van laagdrempelige evenementen. Zoals de iftar, de maaltijd die je tijdens de ramadan na het vasten eet. ‘Er kwamen veertig bewoners naar de gratis iftar, waarvan een deel aangaf vaker te willen praten over gezonde voeding’, vertelt Leendert Meijers. ‘De betrokken ondernemers leverden gratis of met forse korting voedsel. Het was voor het eerst dat ze op het vlak van gezonde voeding met elkaar optrokken. Daarbij leerden ze meer over elkaars businessmodel en de manier waarop ze naar gezonde voeding kijken.’

‘Met zo’n bijeenkomst leren we als gemeente steeds meer over hoe we een gezonde voedselomgeving kunnen realiseren,’ zegt Leendert Meijers. ‘We hebben nieuwe netwerken gebouwd en bestaande netwerken verstevigd. De iftar heeft een mooie basis gelegd voor het vervolg van de proeftuin op Boulevard Zuid.’

 

(*) Hierover verschenen o.a. de volgende onderzoeken:

Leendert Meijers – beleidsadviseur gezondheid – Gemeente Rotterdam-  “Weten is nog geen doen” van de WRR, 2017.
–  Havermans, R., Ongezond eten verslavend? Maastricht UMC+/ Universiteit Maastricht