Kennisuitwisseling in Gent

Dit gaat over de City Deal City Deal Kennis Maken

Op 23-24 januari waren ruim 60 partners van City Deal Kennis Maken op studiereis naar Gent. Doel was om meer van elkaar te horen waar ze mee bezig zijn en waar ze tegenaanlopen en om kennis te maken met de verschillende samenwerkingen tussen de stad Gent en de daar aanwezige kennisinstellingen.

De studiereis begon dan ook in het Stadsmuseum met presentaties van de gemeente Gent en een drietal kennisinstellingen. Gent is de grootste universiteitsstad van Vlaanderen. Van de 260.000 inwoners zijn er zo’n 75.000 studenten. De universiteit en hogescholen zijn dan ook op verschillende plekken in de stad aanwezig met campussen. De stad is dan ook een brede leeromgeving voor de studenten, wat precies aansluit bij de City Deal Kennis Maken.

Stadsacademie

Daarvoor zijn tal van initiatieven die de studenten met de stad verbinden. De net opgerichte Stadsacademie van de UGent wil een ‘collaboratorium’ vormen, waarin studenten, professoren, beleidsmakers, bedrijven en middenveldorganisaties kennis delen over grote Gentse sociale en ecologische uitdagingen. Studenten uit verschillende disciplines werken samen onder begeleiding van transdisciplinaire teams aan een sociaal-rechtvaardige en ecologisch duurzame toekomst van Gent. Dat doen ze in hun bachelorpapers, masterproeven, groepswerken en stages.

Ondernemende studenten

Andere initiatieven zijn er op Artevelderhogeschool, waarbij vooral de nadruk op ondernemen ligt. De IDEA Factory stimuleert ondernemende studenten met goede ideeën, het project Artepreneur helpt hen te experimenteren met een onderneming onder de vlag van een coöperatie van school. Gentepreneur is het meest succesvol van deze initiatieven. Deze samenwerking van onderwijs en stad dient als lanceerplatform voor ondernemende jongeren. Dankzij steun van de Vlaamse deelregering is het platform

een groot overkoepelend project geworden. Met de HOGent werkt de stad samen om maatschappelijke projecten te embedden in het curriculum van de studenten. Doelen zijn onder meer om de kloof tussen wetenschap en praktijk te dichten, uitwisseling van kennis en expertise te bevorderen en bestaande kennis te valideren.

“Hoge onderwijsinstellingen zijn dan ook de motor van de stad.”, sloot wethouder Elke Decruynaere, schepen van onderwijs, opvoeding en jeugd, de bijeenkomst af. “Gent zou Gent niet zijn zonder studenten.” Om goed contact te houden met studenten heeft Gent dan ook een studentenambtenaar aangesteld.

Diner Pensant

Dezelfde avond vond in Salon Carlos Quinto, in het centrum van Gent, een Diner Pensant plaats, waar 10 Nederlandse steden onder leiding van dagvoorzitter Rick van der Kleij in korte pitches met elkaar delen hoe de verschillende steden ermee bezig zijn. Hoe staat het met de City Deal in de steden? Welke tips en tricks zijn er te delen? Zo helpt de City Deal in Tilburg om structuur aan te brengen in bestaande samenwerkingen tussen gemeente en onderwijsinstellingen, vertelde Rob van den Hurk van de gemeente Tilburg. Dat leidde tot een strategische agenda.

Kloof in de stad

Een thema waar meerdere steden aan werken is het verkleinen van de kloof tussen studenten en andere stadsbewoners. Zoals in Wageningen waar het inwonertal door de komst van de studenten flink groeide, wat tot de nodige spanning leidde. De gemeente werkt daarin samen met Ede. Ze hebben een procesbegeleider aangesteld. Ook in Maastricht werkt men al jaren aan het verkleinen van de kloof. De City Deal brengt daar een extra impuls in, vertelde Simone van de Steen, gemeente Maastricht. Het leidde tot een samenwerking tussen gemeente, universiteit, hogeschool en provincie. Ook Amsterdam kent veel studenten. Volgens Rob Andeweg van de Hogeschool zijn er in de hoofdstad ongeveer 160.000 studenten. Het neerzetten van een duurzame kennisinfrastructuur is dan ook noodzakelijk. De eerste stap daarin is goed in kaart brengen wat er allemaal al wordt gedaan.

Bestaande samenwerkingen

Ook in andere steden sloot de City Deal aan op bestaande samenwerkingen, zoals in Rotterdam, Delft en Leiden. In Enschede vonden de partners, waaronder vier kennisinstellingen, elkaar heel snel na het ondertekenen van de City Deal. In een paar luttele weken is opgestart met een bestuurlijke agenda. In februari gaan de eerste groepen studenten van start. Rowinda Appelman besloot de avond met het nieuws dat voor 2018 middelen vrijkomen van  OCW om de City Deal een extra impuls te geven. Per stad is dat 50.000 euro om een impuls te geven aan de strategische agenda’s. Vanaf 1 maart is het mogelijk om een aanvraag in te dienen. Hou hiervoor de website van Regieorgaan SIA in de gaten.

Tweede dag

De tweede dag kwamen alle partijen weer bij elkaar om verder kennis uit te wisselen, na een rondleiding in de innovatieve bibliotheek De Krook. Frank Reniers (BZK) en Aldert de Vries (Gemeente Utrecht) organiseerden een speciale bijeenkomst voor de Gentse deelnemers, waarin ze meer leren over de Nederlandse Agenda Stad, bijbehorende City Deals en wat dat betekent voor Utrecht.

De Nederlandse delegatie ging verder met elkaar in overleg in een andere zaal, waar Chief Science Officer Caroline Nevejan van de gemeente Amsterdam de ochtend aftrapte met een presentatie over de rol van onderzoek in de stad in de 21e eeuw. Door de komst van internet en digitalisering zijn er allerlei nieuwe trends en dilemma’s ontstaan in de democratie. Data worden overal verzameld maar niemand kan erbij. De nieuwe tijd stelt dan volgens haar ook nieuwe eisen aan leiderschap en dat is behoorlijk verwarrend. Daarom is het volgens Nevejan zo belangrijk dat we kennis en beleid met elkaar verbinden. In de City Deal moeten we veel verder gaan dan waar we nu zijn, stelde ze. Een goed voorbeeld daarvan is volgens haar ‘De Ovale Tafel’ in Amsterdam, waarin de gemeente nauw samenwerkt met de HVA, UVA, VU, AMS Institute en het CWI.

Gent. Foto: Pieter Verbeek.

In groepjes overlegden de partners uit de dezelfde steden verder met elkaar om kennis te delen tijdens de werksessie.  Die werd daarna plenair gedeeld. Zo bleek in meerdere steden de behoefte bestaan voor onderwijsvernieuwing. Wat willen de steden van elkaar leren en hoe kunnen ze dat echt ontwikkelen tot methodiek en ontwerp en didactiek? Het is volgens meerdere partners in de zaal heel belangrijk om opbrengsten terug te brengen in onderwijs, zodat deze beter berust is op de toekomst. Hoe zorg je ervoor dat het in het curriculum wordt geïmplementeerd?

De stedentrip naar Gent eindigde met een ludieke column van Wim Dijkstra over de Vlaams-Nederlandse Betrekkingen.

Waarom draagt Groningen de titel Good Practice Stad?

URBACT, het Europese programma voor duurzame stedelijke ontwikkeling, selecteerde dit jaar 97 ‘Good Practice Steden’ in 25 Europese landen. Een Good Practice is een unieke aanpak die robuuste resultaten heeft geboekt en daarmee kan dienen als goed voorbeeld of model voor andere steden. Deze steden komen in aanmerking om leadpartner te worden van een Transfer Network, hiervoor is de call nu geopend. Ook in Nederland bekroonde URBACT drie steden tot Good Practice stad: Groningen, Heerlen en Schiedam. Twee ervaringsdeskundigen leggen uit waarom Groningen de titel Good Practice Stad draagt

Groningen wordt steeds internationaler. In ‘Het Akkoord van Groningen’, een uniek samenwerkingsverband tussen stad en onderwijsinstanties, bundelen de Hanzehogeschool Groningen, de Rijksuniversiteit Groningen, het UMCG, de provincie Groningen en de gemeente Groningen de krachten. In dit samenwerkingsverband werd een welkomstbeleid ontwikkeld specifiek gericht op internationale studenten en expats. Met het beleid streven deze partijen naar een verbetering van het internationale vestigingsklimaat, met behoud van het sociale karakter van de lokale universiteitsstad. De aanpak spitst zich toe op vier thema’s: huisvesting, werkgelegenheid, leven in de stad en communicatie. Voor meer informatie, klik hier voor de informatiepagina van Groningen. Wat merken de internationale studenten en expats nou van deze aanpak?

Lees het interview met twee expats in Groningen op de website van Urbact.

Comité van de Regio’s bepleit bredere EU-definitie ‘sociale huisvesting’

Comité van de Regio's (COR), logo, gebouw

Het Europees Comité van de Regio’s (CvdR) onderstreept in zijn opinie ‘Naar een Europese Agenda voor Huisvesting’ de conclusies van het rapport van de Europese Commissie aan de Raad van de Europese Unie, waarin gepleit wordt voor een bredere toegang tot sociale huisvesting.

Op dit moment definieert de EU ‘social housing’ als huisvesting voor ‘achterstandsgroepen of sociaal achtergestelden die door solvabiliteitsbeperkingen geen huisvesting tegen marktvoorwaarden kunnen vinden’. Dat betekent dat alleen huisvesting voor die doelgroepen als ‘Dienst van Algemeen Economisch Belang’ (DAEB) kan worden aangemerkt en voor staatssteun in aanmerking komt.

In een aantal lidstaten, waaronder volgens sommigen Nederland, hanteert men een bredere definitie voor sociale huisvesting, en daar knelt de huidige Europese definitie. Daarom benadrukt CvdR-voorzitter Lambertz in de aanbiedingsbrief aan EU-commissaris voor Mededinging Margrethe Vestager dat het mededingingsbeleid meer ruimte moet bieden voor staatssteun bij nationale en regionale vraagstukken. Zo roept de CvdR de Commissie op om lidstaten meer autonomie en vertrouwen te geven bij de vaststelling van wat een Dienst van Algemeen Economisch Belang (DAEB) is die staatssteun rechtvaardigt. Daarbij acht de CvdR het wel van belang dat voor lokale en regionale autoriteiten helder is wanneer er bij investeringen sprake is van staatssteun.

De opinie van de CvdR is in lijn met het Guidance Paper van het Housing Partnership van de Urban Agenda for the EU (UAEU), waarin EU-lidstaten, Europese steden, de Europese investeringsbank, de Europese Commissie en publieke en private organisaties, waaronder de Nederlandse corporatiekoepel Aedes, vertegenwoordigd zijn. In het Guidance Paper bepleit het Partnership om ook de ‘sociale mix en sociale samenhang’, de zogenaamde ‘gemengde wijken’, als Dienst van Algemeen Economisch Belang’ te erkennen.

Projectleider City Deal Kennis Maken Rowinda Appelman in talentenspecial FD

Dit gaat over de City Deal City Deal Kennis Maken
Portretten van de 50 jonge talenten van 2018 volgens het FD
Portretten van de 50 jonge talenten van 2018 volgens het FD

“Ik ben altijd bezig met het verbinden van mensen, het opzetten van nieuwe concepten en het werken met jonge mensen of onderwijs”, zei projectleider Rowinda Appelman van de City Deal kennis maken in juni vorig jaar al in een interview op Agendastad.nl. Dat ze daar een enorm talent voor heeft, weten de betrokkenen bij de City Deal al lang, maar Appelman krijgt nu ook landelijk erkenning: ze is door het Financieel Dagblad uitgeroepen tot één van de vijftig talentvolle jonge vernieuwers van 2018.

In de talentenspecial van het FD prijkt de 31-jarige Appelman op 20 januari met 49 andere talentvolle ondernemers en professionals van 35 jaar of jonger en licht ze onder andere het belang van de City Deal Kennis Maken toe, waarin hoger onderwijsinstellingen, gemeenten en bedrijven samen oplossingen aandragen voor stedelijke vraagstukken: “Er is een kloof tussen de kennis op universiteiten en hogescholen enerzijds en wat daarvan wordt toegepast in de praktijk anderzijds”. Appelman wist al 10 van de 12 Nederlandse universiteitssteden te strikken voor de City Deal.

Derde subsidieronde UIA geopend voor stedelijke vraagstukken rond klimaat, werk en huisvesting

Het Urban Innovative Actions (UIA) initiatief heeft de derde subsidieronde geopend voor steden die nieuwe oplossingen willen uitproberen op het gebied van vier stedelijke vraagstukken: klimaatadaptatie, luchtkwaliteit, huisvesting, werkgelegenheid en vaardigheden in de lokale economie. Er is tot 100 miljoen euro beschikbaar. Voorstellen kunnen ingediend worden tot 30 maart, 14:00.

Urban Innovative Actions (UIA) is een initiatief van de Europese Unie dat stedelijke regio’s in Europa financiële ondersteuning biedt bij het uitproberen van innovatieve oplossingen voor stedelijke vraagstukken. In de periode 2014-2020 heeft het UIA een budget te besteden van 372 miljoen euro.

De eerste call for proposals van de UIA leidde tot 18 gesubsidieerde projecten, waaronder twee in Nederland, in Utrecht en Rotterdam. De tweede call leidde onder andere tot een subsidie voor het SUPERLOCAL-project van de gemeente Kerkrade, woningcorporatie HEEMwonen en IBA Parkstad voor het SUPERLOCAL-project. Europese steden met minimaal 50.000 inwoners komen in aanmerking voor de subsidie. Zie voor meer informatie de CALL-pagina van de UIA.

Gratis cursus online over optimaal gebruik van EU-middelen voor regio’s en steden

MOOC CoR / CvdR over optimaal gebruik EU-middelen

Op 15 januari verschijnt de online cursus ‘How to make the most of EU resources for regions and cities’ online. Deze cursus van het Europees Comité van de Regio’s (CvdR) bevat praktische informatie over beschikbare financieringsmogelijkheden op regionaal en lokaal niveau en biedt inzicht in Europese beleidsmaatregelen.

De cursus, een zogenaamde MOOC (massive open online course), is beschikbaar op het online leerplatform Iversity en bevat video’s, factsheets en debatten die via livestreams gevolgd kunnen worden. Ook kun je via het platform contact onderhouden met medecursisten. In de eerste zes weken van de cursus, van 15 januari tot en met 23 februari, wordt steeds een ander thema behandeld. Door middel van opdrachten en een wekelijkse quiz kunnen deelnemers hun voortgang toetsen. De wekelijkse studielast bedraagt ongeveer 1,5 uur.

De cursus is in samenwerking met verschillende directoraten-generaal van de Europese Commissie ontwikkeld en bedoeld voor iedereen die geïnteresseerd is in de EU en in regionale en lokale vraagstukken. Inschrijven kan via die Iversity-pagina van het CvdR.

Eerdere MOOC’s van het CvdR, ‘Europe’s regions, the EU institutions and policy-making’ en ‘The EU budget and funding for regions and cities’ werden door meer dan 15.000 deelnemers gevolgd.

Lees meer op de site van het CvdR.

Slimme burgers en studenten maken een slimme stad

Dit gaat over de City Deal City Deal Kennis Maken
Introductiedagen voor studenten in de stad. Foto: Flickr Creative Commons/Carolien Coenen.

Hoe kan je ervoor zorgen dat studenten en burgers actief betrokken worden bij maatschappelijke opgaven in de stad? En hoe kunnen de inwoners samen hun stad tot een slimme stad maken

In Enschede werken de studenten van Saxion Hogeschool, ROC van Twente, AKI-ArtEZ en de Universiteit Twente samen met de gemeente en andere partners in de stad aan het aanpakken van maatschappelijke opgaven. Ze werken in gemengde teams, en worden getraind in het toepassen van de design thinking methode, zodat zij leren door de bril van een ontwerper naar maatschappelijke vraagstukken te kijken.

De studenten betrekken burgers en andere belanghebbenden bij het in kaart brengen van de opgaven. Vervolgens ontwerpen en ontwikkelen zij met hen oplossingsrichtingen die ter plaatse worden getest. Op deze wijze ontstaat een win-win situatie voor zowel de studenten als de burgers in de stad. Maatschappelijke opgaven worden op een onorthodoxe en breed gedragen wijze aangepakt en studenten doen nieuwe vaardigheden op en voelen zich meer verbonden met de stad.

Design Thinking speelt een speciale rol in deze aanpak. In het programma wordt deze aanpak toegelicht door directeur Frank Kresin van het DesignLab van de UT. Vervolgens gaan we op basis van deze methodiek zelf in groepen aan de slag om stappen te maken in ieders eigen plannen.

Lees meer over het programma van de dag.

Programma Sociaal Domein gaat aan de slag met leerervaringen Inclusieve Stad

Sociale huur. foto: CorporatieNL/Flickr Creative Commons
Sociale huur. foto: CorporatieNL/Flickr Creative Commons

Het Programma Sociaal Domein gaat in een van haar trajecten, Eenvoudig Maatwerk bij Ingewikkelde Problemen, de leerervaringen uit de City Deal Inclusieve Stad doortrekken.

Het Programma Sociaal Domein is ontstaan door en voor het sociaal domein. Met een 13-tal trajecten wil dit platform werken aan de verbetering van het domein. Bij dit innovatieplatform zijn dan ook meerdere gemeenten en de departementen van JenV, BZK, VWS, SZW en OCW betrokken. Die hebben de dagelijkse sturing overgedragen aan de Programmaraad Sociaal Domein.

Eenvoudig Maatwerk

Een van detrajecten is Eenvoudig Maatwerk bij Ingewikkelde Problemen. Doel van dit traject is om de huidige complexe ondersteuning van kwetsbare burgers  te vereenvoudigen zodat een stapeling van problemen en verdere verstrikking in de bureaucratie kan worden voorkomen. Daarmee wordt de dienstverlening en ondersteuning aan inwoners verbeterd en worden de kosten van de overheid teruggedrongen.

De huidige ondersteuning van kwetsbare inwoners door gemeenten is namelijk veel te complex. Dat geldt vooral bij ingewikkelde persoonlijke/gezinssituaties en bij een stapeling van problemen. De uitvoering kan niet altijd adequaat handelen als gevolg van een groot aantal – bij de oplossing betrokken – partijen, regels, procedures en financieringsbronnen, met ieder eigen belangen en een andere focus. Het resultaat kan zijn dat inwoners te laat de ondersteuning krijgen of niet de goede ondersteuning, die wel nodig is om erger te voorkomen. Inwoners raken dan verder verstrikt in de bureaucratie met ondermeer – naast persoonlijk leed – onnodig hoge kosten als gevolg (zorg, wonen, schulden etc.).

Stapeling van problemen

Het traject richt zich op meer preventie door vereenvoudiging van de uitvoering en het voorkomen van een stapeling van problemen. De Programmaraad gaat daarvoor samen met de belangrijkste rijksorganen op dit terrein en met woningcorporaties, ziektekostenverzekeraars en private partijen op zoek naar constructies zoals vergaand mandaat en blockchain technologieën.

Inclusieve Stad

Ook gaat het programma de leerervaringen die zijn opgedaan bij de de City Deal Inclusieve Stad doortrekken. In verschillende recente rapporten is er op gewezen dat de huidige dienstverlening aan en ondersteuning van kwetsbare burgers te complex is en tot extra problemen kunnen leiden.

Een zelfde constatering was voor vijf steden en vier departementen aanleiding om de City Deal Inclusieve Stad te sluiten (2016-2017). Met als doel onder meer om de wijkteams meer handelingsruimte te geven, kostenbewuster te laten handelen, te laten doen wat nodig is en de sociaal werkers daartoe verdergaand te professionaliseren. Om zodoende een nieuwe balans realiseren tussen de systeemwereld in het sociaal domein en de leefwereld van (kwetsbare) burgers.

Deze  leerervaringen zullen worden doorgetrokken  onder de vlag van “Eenvoudig maatwerk bij ingewikkelde problemen”. Op welke wijze kunnen professionals in de wijk betere ondersteuning bieden binnen de bestaande budgetten. Professionalisering, andere sturing, bekostiging en verantwoording, zijn aspecten die daarbij onder de loep worden genomen.

Meer weten over de City Deal Inclusieve Stad? Kijk op de speciale website www.inclusievestad.nl of op de City Deal pagina.

De stad krijgt kleur

Wat gebeurt er met de stad als het stationsplein groen kleurt, als je onder bomen op een terras kan zitten en als een buurt samen gaat tuinieren? Wetenschappelijk onderzoek toont aan dat investeren in groen en blauw in de stad veel positieve effecten heeft. Nu is het zaak om deze effecten te verwaarden. De City Deal Waarden van groen en blauw in de stad spant zich daarvoor in. 

“Zeven steden participeren in deze City Deal”, vertelt Stefan Verbunt van RVO op  de website van de GreenDeals. “Zij willen groen en blauw waardeerbaar maken. Eigenlijk is dat een waarde die iedereen wel voelt; als een wijk veel groen heeft of water, dan wordt dat zeer gewaardeerd. Het zet aan tot bewegen, sociale cohesie én de huizenprijzen stijgen. Daarnaast zijn een aantal economische effecten inzichtelijk; grenst een woning direct aan het openbaar groen, dan is hij gemiddeld 7% meer waard. Maar die financiële effecten zijn niet altijd meetbaar. Neem het effect dat groen heeft op de gezondheid. Weliswaar weten we dat het tegengaan van oververhitting van steden mensenlevens spaart en dat het de sociale samenhang in wijken ten goede komt als mensen samen het groen of een moestuin onderhouden, maar is daar een prijskaartje aan te hangen? Dat willen we met een aantal gemeenten en het RIVM onderzoeken.”

Praktisch

Stefan Verbunt.

De City Deal wordt daarom praktisch ingestoken. “De TEEB is de leidraad en maakt inzichtelijk welk effect het toevoegen van groen en blauw heeft op verschillende locaties”, legt Verbunt uit. “Daarnaast koppelen we de TEEB aan de ANK (Atlas Natuurlijk Kapitaal).” En er worden projecten gestart. “Een van de eerste pilots betreft het stationsgebied in Amersfoort. Deze willen we vergroenen. Maar er zijn meer thema’s die we in verschillende steden willen uitwerken. Denk aan de waterretentie, biodiversiteit, sociale componenten en de overgang van stad naar platteland.”

Designfase

De betere onderbouwing moet ervoor zorgen dat gemeenten investeringen in groen en blauw al in de design en inrichtingsfase onderdeel maken van de stedelijke plannen. Verbunt: “Vanaf de eerste plannen moet de buiteninrichting worden toegevoegd. Niet alleen door gemeenten (want naar hen wordt vaak gekeken) ook door vastgoedondernemers, banken, Gezondheidsinstellingen of bijvoorbeeld winkeliers. Zij zijn namelijk degene die de baathouders bij een levendige prettige en gezonde omgeving die haar waarde behoudt.”

City Deals

City Deals willen de groei, innovatie en leefbaarheid van de Nederlandse steden en stedelijke regio’s versterken door concrete samenwerkingsafspraken te maken. De werkwijze van de City Deals vertoont parallellen met de Green Deal aanpak, maar de City Deals kennen over het algemeen een bredere thematiek. Denk aan: next economy, gezonde steden, veiligheid of grensoverschrijdende economie. Steden zijn veelal initiatiefnemer en belangrijke partners in de City Deals.

Meer weten over de Groene Stad? Het is een van de thema’s van de Dag van de Stad op 30 oktober. Voor meer informatie en aanmelden kijk op: https://www.dedagvandestad.nl.

Lees het interview dat we eerder hier op de site deden met Stefan Verbunt.
Dit artikel is eerder gepubliceerd op de site van de GreenDeals.

 

Succesvolle landelijke bijeenkomst City Deal Kennis Maken

Dit gaat over de City Deal City Deal Kennis Maken

Op 15 september kwamen meer dan 60 vertegenwoordigers namens de tien ondertekende steden binnen de City Deal Kennis Maken op ambtelijk niveau bij elkaar in Utrecht. Ze gingen met elkaar in gesprek over de do’s en don’t binnen de City Deal. Het was een succesvolle eerste ontmoeting voor het landelijke netwerk van alle directe contactpersonen voor de City Deal.

Vanuit elke stad schoven er drie mensen aan: de contactpersonen voor de City Deal Kennis Maken vanuit de desbetreffende gemeente, hogeschool en universiteit. Sommige steden brachten een extra partner mee voor de City Deal: een ziekenhuis, tweede hogeschool of universiteit. Hoe is de stand van zaken rond de City Deal sinds ondertekening eind februari? Hoe vordert elke stad tot nu toe, waar loopt men tegenaan en waar is men nog naar op zoek voor een concrete invulling van de City Deal? Ook is gesproken over het landelijke netwerk en de uitwisseling van kennis.

Werkgroepen

Na een goede uiteenzetting van het Healthy Ageing project door de gemeente Groningen (spreker: Josine van ’t Klooster -UMCG) werd er in drie werkgroepen onder leiding van de gemeenten Delft, Enschede en Nijmegen doorgesproken over de City Deal en met name het opstellen van een strategische agenda per stad. Deze strategische agenda zal in elke stad worden opgesteld door de gemeente, universiteit en hogeschool, en vormt de basis voor de City Deal Kennis Maken voor de komende jaren.

Steden die voorop lopen werden hierbij verbonden aan steden die net beginnen; ook Utrecht was aanwezig om kennis te maken met het netwerk als elfde stad. Het komende jaar zal met behulp van thematische bijeenkomsten het netwerk verder worden vormgegeven, om op deze manier zo effectief mogelijk de City Deal Kennis Maken in elke stad op gang te brengen.