Publiek private samenwerking cruciaal voor digitalisering steden

Dit gaat over de City Deal Een Slimme Stad, zo doe je dat

Een gesprek tussen de Future City Foundation en BTG

BTG en de Future City Foundation werken nauw samen, verbinden vele ecosystemen en versterken elkaar op o.a. de City deals in Nederland rondom steden. De maatschappelijke verantwoordelijkheid die beide organisaties hebben in Nederland wordt benadrukt door Petra Claessen, CEO van BTG/TGG Services en ze staat stil bij de kansen die beide organisaties hebben en oppakken in Nederland. In het gesprek komt ‘Zo bestuur je een slimme stad’ van de Future City Foundation aan de orde, een recent boek dat goed weergeeft dat publiek en private samenwerking cruciaal is om steden te helpen met digitalisering. Luister hier naar het volledige gesprek onder leiding van Danny Frietman, kwartiermaker ICT.

Wanneer wil consument eigen auto wegdoen?

CROW liet onderzoek doen naar de specifieke invloed van een aantal factoren op de beslissing van mensen om bij een verhuizing naar een binnenstedelijke omgeving een auto weg te doen of geen auto aan te schaffen.

Een terugkerende vraag, ook onder de deelnemers aan de City Deal Elektrische Deelmobiliteit, is hoeveel reguliere parkeerplaatsen zouden kunnen vervallen door het inzetten van een deelauto. Die vraag is niet eenvoudig te beantwoorden. Er spelen namelijk verschillende factoren mee. Om hier meer inzicht in te krijgen liet CROW een onderzoek uitvoeren door de TU Eindhoven in samenwerking met adviesbureau Empaction. De resultaten zijn te lezen in het onderzoeksrapport Wat is het effect van deelauto’s op autobezit?

Gedachte-experiment

Bijna 2500 respondenten deden mee aan een gedachte-experiment dat inzicht moest geven in de bereidheid om bij het verhuizen naar een binnenstedelijke omgeving hun eigen auto niet mee te verhuizen (of geen auto aan te schaffen). Onder de juiste omstandigheden zegt 70% van de respondenten in dit onderzoek hiertoe bereid te zijn. Dat is het geval wanneer er hoogwaardige alternatieven voor de eigen auto beschikbaar zijn (fiets, OV en deelvervoer) en deelvervoer leidt tot een kostenbesparing vergeleken met de eigen auto. “Dit laat zien dat er veel kansen liggen om het privéautobezit en het bijbehorende aantal parkeerplaatsen in nieuwe ontwikkelingen te verminderen,” vindt Margriet Schepman, senior beleidsmedewerker bij de NEPROM, de branchevereniging van projectontwikkelaars.

Kennispartner

Margriet is een van de leden van de klankbordgroep van dit onderzoek en tevens kennispartner van de City Deal Elektrische Deelmobiliteit en de Green Deal Autodelen II. Zij vertelt: “Om deelmobiliteit tot een succes te maken, moeten gemeenten, ontwikkelaars en aanbieders samenwerken aan het creëren van de juiste omstandigheden. Daarover ging de kennissessie die ik onlangs samen met Sanne Kalshoven organiseerde. Volgens mij sluit dit onderzoek daar ook mooi bij aan. Door zo verschillende trajecten waarbij ik betrokken ben met elkaar te verbinden, probeer ik invulling te geven aan mijn rol als kennispartner.”

Publiekssamenvatting

Een aantal jaren terug heeft de NEPROM Bewust Nieuwbouw opgericht om consumenten te informeren over alles rond het kopen en huren van nieuwbouw. “Dit is dus bij uitstek een doelgroep die overweegt te verhuizen. Als ze daadwerkelijk voor nieuwbouwwoning kiezen, is de kans groot dat daarbij deelmobiliteit wordt aangeboden,” zegt Margriet. Daarom is de lezers gevraagd om deel te nemen aan het onderzoek. “We hebben een publiekssamenvatting van het onderzoek geschreven om de respondenten en andere lezers te informeren over de resultaten. Met dit soort artikelen hopen we mensen aan het denken te zetten en voor te bereiden op een toekomst met deelvervoer.”

Denken in mobiliteitsnormen

Onderzoeksbureau Empaction schreef een blog over de onderzoeksresultaten. Margriet: “Empaction concludeert in het blog dat gemeenten idealiter veel meer richting een mobiliteitsnorm dan een parkeernorm gaan denken. In de kennissessie kwam ook duidelijk naar voren dat er niet naar parkeren alleen gekeken moet worden, maar dat het mobiliteitsvraagstuk als geheel moet worden bezien. Parkeren wordt dan het sluitstuk om te voorzien in de mobiliteitsbehoefte die niet op een andere, meer duurzame, manier kan worden opgelost. Ik werk er graag aan mee om via de City Deal die omslag te bewerkstelligen,” besluit Margriet.

 

Webinar 9 september: De rol van de regio bij smartcityontwikkelingen

Dit gaat over de City Deal Een Slimme Stad, zo doe je dat

Bij ‘smart city’ gaat het niet alleen over slimme steden. Digitalisering en technologisering veranderen ook onze regio’s en dorpen. Maar wat is de rol van de regio bij smartcityontwikkelingen?

Op 9 september gaan we van 16.00 – 17.15 uur daarover in gesprek met koplopers van provincies, steden en het bedrijfsleven.

Maar dat niet alleen, op 9 september verwelkomen we ook onze nieuwe partners! Onder andere de provincie Noord-Brabant ondertekent onze City Deal. We zijn heel blij met deze nieuwe aanwinst! Om het feestje compleet te maken, lanceren we die dag onze City Deal Toolbox vol met smartcitytoepassingen voor steden, dorpen én de regio.

Wanneer: 9 september, 16.00 – 17.15 uur

Waar: Online

Kosten: Gratis

Programma

16.00 uur – Welkom door Jan-Willem Wesselink (programmamanager City Deal ‘Een slimme stad, zo doe je dat’).

16.05 uur – Dit doen we in de City Deal ‘Een slimme stad, zo doe je dat’ – pitchronde met 13 instrumenten.

16. 20 uur – Presentatie van de Toolbox met Diana van Altena (Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) en Thamar Zijlstra (NEN).

16.35 uur – Ondertekening van de City Deal door de provincie Noord-Brabant en Avans Hogeschool en gesprek met Martijn van Gruijthuijsen, gedeputeerde van de provincie Noord- Brabant en met Philippe Raets, voorzitter van het College van Bestuur van Avans.

16.55 uur – Gesprek met koplopers uit provincie, steden en het bedrijfsleven, waaronder René Visser (VodafoneZiggo), Leonie van den Beuken (Amsterdam Smart City) en Frank Reniers (Agenda Stad/Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) over de rol van de regio bij smartcityontwikkelingen onder leiding van projectmanager van de City Deal, Jan-Willem Wesselink.

17.15 uur – Afsluiting met borrel

 

Kijk live mee:

City Deal ‘A smart city, this is how you do it’ connects to International Best Practices

Dit gaat over de City Deal Een Slimme Stad, zo doe je dat

How can we learn from international smart city experiences to ensure that we do not keep reinventing the smart city wheel. In the City Deal “A Smart City, This Is How You Do It” 58 public and private parties are working together to collect, validate and scale smart city solutions in the Netherlands.

On 10 June, Future City Foundation (FCF) and Amsterdam Smart City (ASC) brought together more than 30 Dutch and international colleagues to connect the City Deal to international experiences and best practices. The session consisted of short pitches sharing the tools and solutions developed in the City Deal Working Groups. For every pitch the international experts were asked to share their experience with similar projects, and reflect on what is needed to improve and scale the solutions abroad.

1.     Open Urban Data Platform Tender

As more municipalities look to purchase urban data platforms, can we develop a generalized Program of Requirements? The Dutch cities of Rotterdam, Hilversum, and Helmond are working to develop such a flexible Program of Requirements, taking into account aspects such as scalability, flexibility and shareability of data, as well as privacy, cybersecurity, and data autonomy.  During the session, the city of Aahus shared the experience of Open Data DK, a collaboration of Danish municipalities and regions to not only tender, but collectively develop an open data portal, leading to improved collaboration and cost savings for Danish municipalities and their stakeholders.

2.     Model ByLaw Smart City in Public Space:

The public space is rapidly digitalization with many parties wishing to add sensors, beacons, cameras and other objects to enable various smart city applications. Local authorities need to find effective ways to regulate how this is done, so that the public space does not become a “Wild West” of smart applications. Within the City Deal, a model bylaw has been drawn and it is now being tested in Rotterdam. The question to the group was whether similar bylaws or initiatives been developed in other cities or jurisdictions? The city of Vienna shared its experience developing a Smart City Framework Strategy – a high level but binding document when it comes to designing bylaws related to various smart city domains.

3.     Citizen Measurement Initiatives:

Within the City Deal three Working Groups are exploring how to use citizen measurement to create smart, sustainable, and inclusive cities, and how to link these initiatives to policy. On this topic the group could learn from initiative like iScape and WeCount in Dublin’s Smart Docklands District, which focus on engaging citizens in measurement projects, and linking the results to city policy. And when it comes to engaging citizens in measuring their environment, city of Dublin had another suggestions for the Dutch colleagues: leverage the existing network of public libraries to engage and involve citizens and policy makers in citizen-measurement projects.

Second International Roundtable Planned
The discussion revealed there are a lot of shared challenges, for instance in scaling smart city projects, so it’s necessary that we keep sharing approaches and lessons learned internationally.  Following the success of this first international roundtable, we are planning a second session on September 30.  Dutch and international experts who would like to participate, can send an email to Cornelia Dinca via [email protected] with a short explanation of how like to contribute to the session. For more information or any other questions about the City Deal please contact Wendolijn Beukers via [email protected].

Thank You to the Participants
ASC and FCF would like to thank all the Dutch and international colleagues who contributed their expertise during the session.

City Deal Working Groups Members
·       Noor van den Brink, Policy Advisor, Ministry of Infrastructure and Water Management
·       Marcel Broekhaar, Smart City Program Management, City of Zwolle
·       Arjan Hof, CTO, WeCity
·       Daniel de Klein, Business Development Manager Digital City, City of Helmond
·       Anita Nijboer, Partner, Kennedy Van de Laan
·       Shahid Talib, Directeur Smart City, Heijmans
·       Simone Rodenburg, Advisor CIO Office, City of Enschede
·       Henri de Ruiter, Environmental Advisor, RIVM National Institute for Public Health and the Environment
·       Jeroen Steenbakkers, Owner, Agaleo

International Peers
·       Ulrich Ahle, CEO, FIWARE Foundation
·       Jamie Cudden, Smart City Program Manager, City of Dublin
·       Bo Fristed, CIO, City of Aahus
·       Gianluca Galletto, Managing Director, Global Futures Group
·       Lea Hemetsberger, Director Projects & Network, Open & Agile Smart Cities (OASC)
·       Jong-Sung Hwang, Masterplanner Busan Smart City, South Korea
·       Nigel Jacob, Co-Founder New Urban Mechanics, City of Boston
·       Gabriella Gomez-Mont, Former Director of Laboratorio para la Ciudad, Mexico City & Founder of Experimentalista
·       Jonathan Reichental, Former CIO of Palo Alto & author of Smart Cities for Dummies
·       Florian Wollen, Coordinator, Urban Innovation Vienna

Gezocht: Ervaringen uit projecten rondom burgermeetinitiatieven

Dit gaat over de City Deal Een Slimme Stad, zo doe je dat

In steeds meer gemeenten wordt geëxperimenteerd met “burgermeetinitiatieven”-projecten. Daarbij worden door burgers, met steun van de gemeente, sensoren opgehangen om een bepaald aspect van de leefbaarheid in die wijk te meten. Het verzamelen van data biedt de inwoners inzicht in hun eigen leefomgeving en geeft aan hoe ze deze kunnen versterken. Voor gemeenten (en andere overheden) biedt dit het voordeel dat ze hun beleid en dienstverlening veel preciezer kunnen afstemmen op de werkelijkheid (op meetresultaten in plaats van op aannames) en daardoor veel effectiever kunnen werken. Er zijn echter ook nadelen en uitdagingen. Een van die vragen is hoe je inwoners betrekt bij dit soort projecten.

De werkgroep ‘Lokaal meten: Hoe betrek en activeer je burgers?’ van de City Deal ‘Een slimme stad, zo doe je dat’ zoekt ervaringen uit projecten rondom burgermeetinitiatieven. Welke trajecten zijn een succes en hoe wordt een traject een succes of juist niet?

Heeft u ervaring met dit soort trajecten? Vul dan deze enquete in.

Voor wie? 

De enquete kan ingevuld worden door projectleiders, ambtenaren of iedereen die betrokken is geweest bij een initiatief met burgers, zoals Snuffelfiets of SensHagen.

Wilt u meer weten over de City deal. Kijk op: http://www.citydealslimmestad.nl/

Webinar 17 juni: Wat mag wel en niet van de AP in de smart city?

Dit gaat over de City Deal Een Slimme Stad, zo doe je dat

Binnenkort verschijnt het onderzoek van de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) over wat er wel en niet mag op smartcitygebied. Het onderzoek richt zich op verwerkingen van persoonsgegevens in de openbare ruimte met sensoren en andere technologieën. Veel gemeenten en andere overheden vragen zich af wat de mogelijkheden en grenzen zijn volgens de AP. Daarom zijn we erg blij dat Munish Ramlal, hoofd van de afdeling Systeemtoezicht bij de AP samen met Gerald Hopster en Anna Maj Drenth, senior inspecteurs van de AP, daarover met ons in gesprek wilde op 17 juni van 15.00 – 16.00 uur.

Voorafgaande aan het webinar legden we de vragen van de deelnemers voor aan de AP en daar kwamen een mooie presentatie én gesprek uit voort. Hieronder leest u het verslag en kunt u het webinar terugkijken.

Wat mag er wel en niet volgens de AP in de smart city?

‘Deze presentatie begin ik direct met een teleurstelling, want ik zal u niet concreet vertellen wat er volgens de Autoriteit Persoonsgegevens wel en niet mag. Dat is namelijk lastig, omdat je dat vaak niet direct van tevoren kunt zeggen.’ Munish Ramlal is hoofd van de afdeling Systeemtoezicht bij de AP en deelt samen met senior inspecteurs Gerald Hopster en Anna Maj Drenth zijn ervaring en kennis over smart city toepassingen. De afdeling Systeemtoezicht houdt toezicht op de opzet, reikwijdte en werking van het interne privacytoezicht bij organisaties. Dit met als doel om de naleving van de privacywetgeving te bevorderen.

‘Smart city is een belangrijk thema in het toezicht van de AP. Het gaat vooral om het plaatsen van sensoren in de openbare ruimte en de vraag hoe de privacy van de burgers gewaarborgd wordt. Mensen kunnen overal worden gevolgd zonder dat ze het weten. Dat is een inbreuk op je grondrechten.’

De AP krijgt vaak de vraag of iets wel of niet mag. ‘Je moet als organisatie, of je een gemeente bent of een bedrijf, zelf verantwoordelijkheid nemen en aantonen hoe en welke persoonsgegevens je verwerkt.’ De rol van de AP is daarin die van een toezichthouder die op afstand kijkt of de gegevensverwerking goed gebeurt. ‘Als organisatie moet je zelf rekening houden met privacywetgeving en dus van tevoren nadenken of jouw technologie gegevens verzamelt die te herleiden zijn tot individuele burgers. Daarbij is het ook belangrijk om de Functionaris Gegevensbescherming (FG) tijdig te betrekken zodat deze advies kan geven.’

Tools en richtlijnen

Er zijn instrumenten waarmee organisaties zelf kunnen aantonen dat ze de AVG naleven, zoals gedragscodes. Daarin geeft Munish Ramlal toe dat het opstellen van een gedragscode niet eenvoudig is, omdat de AVG hoge eisen aan een gedragscode stelt. Daarnaast is het uitvoeren van een DPIA (Data Protection Impact Assesment), een risico analyse, belangrijk. Dit is bij smart city-toepassingen vaak verplicht. Daarin leg je bijvoorbeeld welke gegevens je verwerkt, wie verantwoordelijk is en welke privacyrisico’s en, nog belangrijker, welke maatregelen je treft om deze risico’s te beperken.

Gerald Hopster heeft in het afgelopen jaar veel DPIA’s van gemeentes bekeken voor smart city toepassingen. Zijn belangrijkste les? Het belangrijkste is dat je stilstaat bij de risico’s van je toepassingen. ‘Een slechte of minder goed uitgevoerde DPIA is beter dan geen DPIA. De wijze waarop deze wordt vormgegeven is van ondergeschikt belang aan het proces en de inhoud. Wees niet bang, wees creatief!’

In de nabije toekomst wordt het ook mogelijk om onderdelen van een verwerking te certificeren. De AP gaat instanties accrediteren die deze certificaten mogen uitreiken en toezicht houden op de naleving daarvan. ‘Maar’, benadrukt Ramlal, ‘besef je ook dat sommige dingen gewoon niet kunnen.’

Sneak preview

De AP publiceert binnenkort een rapport over smart city toepassingen van gemeenten en hebben daarvoor veel gesprekken gevoerd met experts en gemeentes. Het is een rapport op hoofdlijnen en ze deelden graag al een paar belangrijke lessen:

Documenteer je afwegingen in een DPIA of een ander document, laat zien dat je erover hebt na gedacht en afwegingen hebt gemaakt
Zet het doel centraal en niet de technologie. Vraag je af of het nodig is dat je deze data verzamelt en verwerkt als gegevens verzamelt.
Bedenk niet eerst een oplossing, maar begin vanuit een probleem. We zien te vaak dat er begonnen wordt met een smart city oplossing én dan wordt er een probleem bij gezocht
Wees als gemeente niet bang om dingen fout te doen, maar documenteer je werkprocessen om zo je overwegingen te kunnen laten zien én betrek daar een functionaris gegevensbescherming bij.
Wees je bewust dat anoniem nu anoniem kan zijn, maar dat misschien over 20 jaar niet meer is. Als je anonimiteit belooft, garandeer die dan ook voor de toekomst.
Maak de afwegingen niet achteraf, maar voordat je een tool of technologie gaat toepassen en wees daarin transparant.
Neem de burger mee in dat proces, een slimme stad is slim door haar burgers.
Volgens alle drie is transparantie en het open gesprek over dilemma’s het belangrijkste. Daarin erkennen zij dat het soms kan wringen en dat sommige keuzes niet eenduidig zijn. Maar ze zien juist het conflict en gesprek als waardevol.

Dat bleek ook uit alle vragen die werden gesteld tijdens de presentatie. Er zijn ook nog veel vragen onbeantwoord en het is duidelijk dat het gesprek over privacy en de smart city nog niet klaar is. We komen nog met een vervolg. Hou onze website en sociale media kanalen dus de komende tijd in de gaten.

Kijk het webinar terug 

Webinar 14 juni: Publiek-private samenwerking in stedelijke meetprojecten

Dit gaat over de City Deal Een Slimme Stad, zo doe je dat

Meer en meer gemeentes experimenteren met burgermeetinitiatieven. Daarbij worden door burgers, met steun van de gemeente, sensoren opgehangen om een bepaald aspect van de leefbaarheid in die wijk te meten. Het verzamelen van data biedt de inwoners inzicht in hun eigen leefomgeving en geeft aan hoe ze deze kunnen versterken. 

Welke business kansen bieden deze stedelijke meetprojecten voor bedrijven en ondernemers? Hoe kunnen bijvoorbeeld leveranciers van sensoren, verwerkers van data (meten, opslag, analyse) en projectleiders deze burgermeetinitiatieven benutten? 

Op maandag 14 juni organiseert Future City Foundation samen met Eurocities hierover een talkshow tijdens het event ‘100 Climate Neutral Cities in Europe by 2030’ van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO).

Datum en tijd: 14 juni, 11.00-11.55 uur

Locatie: Online

Deelname is kosteloos

Taal: Engels

 

Programma

11.00 – Welkom door Jan-Willem Wesselink van de Future City Foundation en de City Deal ‘Een slimme stad, zo doe je dat’

11.10 – Debat tussen burgers, bestuurders en bedrijven over de vraag hoe je burgers betrekt in burgermeetinitiatieven.

11.25 – Debat tussen wetenschappers, bedrijven en  Eurocities over hoe je data tussen verschillende projecten vergelijkt. Waarom is dat belangrijk, welke obstakels zijn er en wat zijn goede voorbeelden.

11.40 – Debat tussen Eurocities, bestuurders en burgers over hoe je een digitale tweedeling voorkomt en hoe je democratie in dit soort project kunt borgen.

Dit event wordt georganiseerd door Future City Foundation/de City Deal ‘Een slimme stad, zo doe je dat’, Eurocities en Agenda Stad.

Voor wie? 

  • Lokale autoriteiten die aan de slag willen met burgermeetinitiatieven
  • burgernetwerken
  • bedrijven

 

 

Wilt u meer weten over het programma? 

Voor meer informatie over de sessie of over het RVO event kijk op: 100 Climate Neutral Cities in Europe by 2030 – Home (b2match.io)

Gezocht: voorbeelden van hoe data in projecten zijn gebruikt

Dit gaat over de City Deal Een Slimme Stad, zo doe je dat

Er wordt steeds meer data verzameld in de openbare ruimte. En er is bij gemeenten, waterschappen, provincies en het Rijk behoefte naar realtime data om daarmee beslissingen te kunnen nemen. Daarom is er een Kookboek ‘Effectieve datastrategie voor gemeenten’ ontwikkeld die we in de City Deal verder uitwerken. In de werkgroep onderzoeken we de procesvraag: hoe kunnen gemeenten op een verstandige manier omgaan met de verwerving en opslag van data uit de openbare ruimte? Daarvoor zoeken we voorbeelden van hoe organisaties data hebben gebruikt in hun projecten. Heeft u voorbeelden, deel ze met onze werkgroep!

Het kookboek biedt een stappenplan, verschillende ‘recepten’ en verwijzingen naar data-tools. Het kan op verschillende manieren gebruikt worden, aansluitend bij de behoefte en het kennisniveau van de organisatie. Het is een gids om concreet met data aan de slag te gaan, een inspiratiebron om te leren van anderen, en een naslagwerk om meer informatie te krijgen over nuttige tools. Eind augustus willen we de inhoud voor een eerste publicatie gereed hebben.

Een belangrijk onderdeel van het kookboek zijn de voorbeelden van hoe data is gebruikt in een project. Deze zijn uitgewerkt langs de 11 stappen (van formuleer de vraag tot en met evalueer het proces), zodat ze voor lezers herbruikbaar zijn.

Heeft u als organisatie een product (kaart, digital twin, etc) gemaakt door middel van data, dan leren we graag van jullie aanpak. We verzamelen alle voorbeelden in het Kookboek. Twee voorbeelden zijn reeds opgenomen en uitgewerkt in het kookboek; (1) de snuffelfiets en (2) zonnepanelen in Capelle aan de IJssel.

Heeft u ook een voorbeeld, vul het formulier in:

https://forms.office.com/Pages/ResponsePage.aspx?id=KvsZMozkAEOzLQUdknuUwVyDbe0UNdhIvqdV7AW40OxUNENCOTdaWk9YWkdORlY2WFdRODVBVjVOQS4u

Wat: smart city toepassingen met data als belangrijkste drager.
>> Project moet gerealiseerd zijn.
>> Wat zijn de lessons learned?
>> We zijn niet alleen op zoek naar succesvolle voorbeelden. Ook als het project volledig in de soep is gelopen, dan leren we daar graag van. Dus deel ook uw briljante mislukking.

Voor wie: Gemeente, provincie, waterschap, rijk, bedrijven zoals adviesbureaus

Wilt u graag hulp bij het invullen? Studenten van de Fontys Hogeschool kunnen u hierbij ondersteunen en u in een halfuur interviewen over uw voorbeeld. Wilt u daar gebruik van maken, neem dan contact op met Willemijn van Zijl, [email protected]

Vragen? Neem contact op met Arjen Hof, [email protected]

City Deal’s crowd management dashboard haalt Den Bosch veilig uit de lockdown

Dit gaat over de City Deal Een Slimme Stad, zo doe je dat

De gemeente ’s-Hertogenbosch heeft samen met het bedrijf Argaleo een crowd management dashboard ontwikkeld. Daarvoor werkten ze nauw samen met partners uit de City Deal ‘Een slimme stad, zo doe je dat’. In een digitale kopie van de stad, een zogenaamde digital twin, wordt data slim gekoppeld en geanalyseerd om inzicht te geven in de bezoekersstromen in de binnenstad. De tool ondersteunt het crowd management in de stad bij de verwachte versoepeling aankomende maanden en daarna ook tijdens evenementen.

Met de verwachte versoepelingen de komende maanden is het voor de gemeente van belang om deze versoepelingen veilig en slim door te voeren. Hierbij worden bezoekersstromen in de stad op een goede manier gefaciliteerd en gespreid. Met enerzijds als doel om een veilig en sfeervol bezoek aan de stad te garanderen. Anderzijds om een gebalanceerde stroom naar alle winkels, horecagelegenheden en terrassen te faciliteren.

Real-time inzicht
In een digitaal dashboard van de stad, zogenaamde digital twin, heeft het Bossche bedrijf Argaleo voetgangersdata slim gekoppeld en gevisualiseerd. Het dashboard geeft real-time inzicht in de huidige bezoekersstromen in de stad en geeft een analyse van de historische gegevens. De tool beantwoord vragen als: “hoe laat komen mensen de stad in?” of “vanuit welke kant komen mensen de stad in?”. De gemeente ziet deze digital twin als een bron van datagedreven inzichten, die helpen om de stad weer te openen en een bruisende Bossche Zomer in te gaan.

Samenwerking City Deal
Voor de ontwikkeling van de tool werken Den Bosch en Argaleo samen met Den Haag, Breda en de Nationale Politie in de City Deal ‘Een slimme stad, zo doe je dat’. In de City Deal werken 51 partners aan 13 instrumenten waarmee regio’s, steden en dorpen worden ontworpen, ingericht, beheerd en bestuurd, zodat optimaal gebruik kan worden gemaakt van de kansen die digitalisering en technologisering bieden. In deze samenwerking worden lessen en ervaringen van het systeem gedeeld, maar juist ook gezamenlijk doorontwikkeld. Zodat niet iedere stad zijn ‘eigen wiel’ opnieuw uitvindt. Andere steden in Nederland zijn inmiddels ook geïnteresseerd in het systeem.

De tool is nu in gebruik genomen en zal eerst worden gebruikt om inzicht en overzicht te krijgen in de bezoekersdynamiek van stad. Datastad Den Bosch start met Argaleo en andere partners ook een project om de bezoekersstromen te gaan voorspellen en om inzicht in te krijgen in de andere stromen in de stad. Denk aan fiets, auto en openbaar vervoer. Daarmee zet de gemeente de eerste stappen in verduurzaming van mobiliteit voor de stad van morgen.

       

Leren samenwerken met andere perspectieven

Dit gaat over de City Deal City Deal Kennis Maken
Studenten aan het werk in leerwerkplaats in de wijk Spijkerkwartier. Foto: HAN.
Studenten aan het werk in leerwerkplaats in de wijk Spijkerkwartier. Foto: HAN.

Samenwerken met professionals van andere disciplines en niveaus is nog niet standaard een vaardigheid die je leert tijdens je studie. Terwijl het later wel onmisbaar is in je werk. In Arnhem en Nijmegen kunnen studenten hiermee ervaring opdoen in leerwerkplaatsen. Judith Stoep, onderzoeker en docent Pedagogische Wetenschappen en Onderwijswetenschappen aan de Radboud Universiteit, kijkt naar de opbrengsten van deze rijke leeromgevingen in haar onderzoek, dat is gesubsidieerd in de CDKM Onderzoeksregeling.

Dit artikel hoort binnen het overkoepelende model voor verbinding met de samenleving bij het radar Studenten en Externe Verbinding.

Dat interprofessioneel samenwerken complex is, bewijzen de sociale wijkteams wel in de jeugdzorg. Sinds de decentralisatie in 2015 is de jeugdzorg zo georganiseerd dat deze teams de zorg en ondersteuning integraal aanbieden in de wijken. Het klinkt mooi, maar in de praktijk blijkt het heel erg lastig te zijn. De professionals in de teams zijn namelijk onvoldoende voorbereid op het toepassen van nieuwe werkwijzen die noodzakelijk zijn voor een gezamenlijke ondersteuning van kinderen en jongeren. Het is dus urgent dat de professionals van de toekomst, de studenten van nu, leren hoe dat moet, dat samenwerken met andere disciplines in een team.

Leerwerkplaatsen

Weinig andere regio’s kennen al zoveel initiatieven waar studenten ervaring kunnen opdoen met interdisciplinair samenwerken als Arnhem en Nijmegen. Op initiatief van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) zijn er de afgelopen jaren in verschillende wijken in beide steden leerwerkplaatsen opgezet, vanuit de urgentie dat de studies in het hoger onderwijs onvoldoende zijn toegerust om hun studenten voor te bereiden op samenwerking met professionals van andere disciplines. Inmiddels zijn ook de Radboud Universiteit en ROC Nijmegen aangesloten bij deze leerwerkplaatsen. Geïnspireerd door de City Deal Kennis Maken en de Nijmeegse beweging Ieder Talent Telt werken docenten en studenten van verschillende opleidingen in deze leerwerkplaatsen samen aan grootstedelijke thema’s in het sociale domein. Zo leren de studenten hier zowel multilevel als interdisciplinair samenwerken, in verbinding met professionals in de wijk.

In verbinding leren voor kind en jeugd

Het afgelopen collegejaar is in de wijk Nijmegen-Noord de leerwerkplaats In verbinding leren voor kind en jeugd opgericht, waarin alle drie de onderwijsinstellingen samenwerken. Het is het startpunt voor het gelijknamige onderzoek onder leiding van Judith Stoep. “In deze leerwerkplaats werken we samen vanuit vijf verschillende opleidingen, die gelieerd zijn aan het thema zorg aan jonge kinderen (tot 12 jaar).” Van de Pabo en Pedagogiek op de hbo, Pedagogische Wetenschappen aan de RU tot opleidingen als pedagogisch medewerker en onderwijsassistent op het ROC.

Stoep: “Elke opleiding heeft zijn eigen perspectief hierbij. Het onderwijsaanbod op de Pabo is weer heel anders dan het aanbod bij de opleiding tot pedagogische medewerker bijvoorbeeld. We zien dus aan de ene kant dezelfde doelstellingen in het opleidingsprogramma’s die gericht zijn op zorg of onderwijs, maar aan de andere kant andere accenten en abstractieniveaus. En dat is precies de context, waarin je later in de praktijk terechtkomt. Dan moet je samenwerken in een team met professionals die verschillende achtergronden hebben. De een heeft meer een zorgprofiel en de ander is opgeleid voor het onderwijsveld en de onderwijsniveaus zijn wisselend. Ze doen daar heel goed werk, maar lopen wel eens tegen drempels aan, omdat ze de perspectieven van zorg en onderwijs niet goed samen kunnen brengen. Dat lijkt een van de bedreigende factoren voor het succes van deze wijkteams.”

Judith Stoep.

Betekenisvolle context

Hoe dat komt? “Studenten leren tijdens hun studie niet echt hoe ze moeten samenwerken met studenten van andere opleidingsniveaus en andere opleidingen, om vanuit andere perspectieven te kijken naar problemen van kinderen en jongeren”, legt Stoep uit. “En dat is precies waarom we deze leerwerkplaats hebben opgezet, om ze die praktijk te laten ervaren. In de betekenisvolle context van de wijkgerichte leerwerkplaats krijgen de studenten de gelegenheid om elkaars expertise te zien, te gebruiken en kennis uit te wisselen. De leeromgeving wordt niet begrensd door de muren van de onderwijsinstelling, maar wordt gevormd door de maatschappelijke context waarin zorg en onderwijs voor het jonge kind wordt geboden, en door de personen die daarin een rol spelen: ouders en kinderen, wijkprofessionals zoals pedagogisch medewerkers in de kinderopvang, leden van sociale wijkteams, wijkmanagers, leraren, onderwijsassistenten en orthopedagogen”.

Onderzoek

Met het project willen Stoep en de andere onderzoekers verschillende facetten van het leren in een wijkgerichte leerwerkplaats beschrijven vanuit het perspectief van zowel de studenten, als van de docenten, wijkprofessionals en andere partners, zoals de gemeente Nijmegen. Zo wil ze de effecten van gezamenlijk leren in een rijke leeromgeving vaststellen. In welke mate zijn de studenten succesvol in het behalen van de leerdoelen van hun eigen opleiding? En hoe zit het met het samenwerken? “Studenten leren tijdens hun studie meestal wel om samen te werken, maar met gelijkgestemden”, aldus de onderzoeker. “Ze komen niet in situaties terecht waar er verschil van mening is over de juiste aanpak, zoals wel gebeurt in de wijkteams. Denk bijvoorbeeld aan een fysiotherapeut en een orthopedagoog die samen kijken naar een kind. Hun visies, die gebaseerd zijn op verschillende opleidingstradities, moet je zien samen te brengen in één aanpak. Dat is ingewikkeld, je weet niet welke kennis de ander heeft en hoe je elkaar kan aanvullen.”

Wat helpt is om studenten er beter op voor te bereiden, stelt Stoep. “In wijkteams zijn veel professionals en partners verbonden. Contact met elkaar is dus ontzettend belangrijk. De student moet zich dan ook in de opleiding bewust worden van de maatschappelijke context waarin hij of zij komt te werken. Een orthopedagoog werkt al lang niet meer alleen in een kamertje met een kind aan het oplossen van een ontwikkelingsprobleem. Die moet in de ondersteuning van een kind rekening houden met andere professionals en partijen. In de leerwerkplaats kunnen alle studenten oefenen met die samenwerkingscompetenties, in het echt, bij een realistisch probleem. We hopen op basis van de data duidelijk te maken hoe belangrijk deze vorm van authentiek leren is. Ik hoop dat we deze gezamenlijk aanpak de komende tijd kunnen doorzetten, op basis van de onderzoeksresultaten.”

Studenten aan het werk in een leerwerkplaats. Foto: HAN.

Lichtpuntje in coronatijden

Het initiatief In verbinding leren voor kind en jeugd in Nijmegen-Noord is in ieder geval succesvol gebleken. In totaal hebben het afgelopen semester 9 studenten meegedaan vanuit vijf opleidingen en drie niveaus. Ondanks corona konden ze toch fysiek op locatie, en op de scholen in de wijk, werken. Stoep: “Het was voor de studenten vaak een lichtpuntje in de coronatijd, zeker voor de mbo’ers. Alle praktijkopdrachten vielen weg. Het was voor hen de enige keer in de week dat ze elkaar fysiek zagen en het gevoel hadden echt onderwijs te krijgen.”

Afgelopen september zijn de studenten gestart. Het onderzoek zit nu in de fase van interviews met alle betrokkenen, waaronder de studenten, wijkdocenten en andere partners. Begin juni zullen de resultaten van het onderzoek officieel worden gepresenteerd. “In ieder geval is nu al duidelijk geworden dat de leerwerkplaats een betekenisvolle leercontext biedt. Studenten leren samenwerken en betekenen tegelijk iets voor de wijk.”