Gezocht: voorbeelden van hoe data in projecten zijn gebruikt

Dit gaat over de City Deal Een Slimme Stad, zo doe je dat

Er wordt steeds meer data verzameld in de openbare ruimte. En er is bij gemeenten, waterschappen, provincies en het Rijk behoefte naar realtime data om daarmee beslissingen te kunnen nemen. Daarom is er een Kookboek ‘Effectieve datastrategie voor gemeenten’ ontwikkeld die we in de City Deal verder uitwerken. In de werkgroep onderzoeken we de procesvraag: hoe kunnen gemeenten op een verstandige manier omgaan met de verwerving en opslag van data uit de openbare ruimte? Daarvoor zoeken we voorbeelden van hoe organisaties data hebben gebruikt in hun projecten. Heeft u voorbeelden, deel ze met onze werkgroep!

Het kookboek biedt een stappenplan, verschillende ‘recepten’ en verwijzingen naar data-tools. Het kan op verschillende manieren gebruikt worden, aansluitend bij de behoefte en het kennisniveau van de organisatie. Het is een gids om concreet met data aan de slag te gaan, een inspiratiebron om te leren van anderen, en een naslagwerk om meer informatie te krijgen over nuttige tools. Eind augustus willen we de inhoud voor een eerste publicatie gereed hebben.

Een belangrijk onderdeel van het kookboek zijn de voorbeelden van hoe data is gebruikt in een project. Deze zijn uitgewerkt langs de 11 stappen (van formuleer de vraag tot en met evalueer het proces), zodat ze voor lezers herbruikbaar zijn.

Heeft u als organisatie een product (kaart, digital twin, etc) gemaakt door middel van data, dan leren we graag van jullie aanpak. We verzamelen alle voorbeelden in het Kookboek. Twee voorbeelden zijn reeds opgenomen en uitgewerkt in het kookboek; (1) de snuffelfiets en (2) zonnepanelen in Capelle aan de IJssel.

Heeft u ook een voorbeeld, vul het formulier in:

https://forms.office.com/Pages/ResponsePage.aspx?id=KvsZMozkAEOzLQUdknuUwVyDbe0UNdhIvqdV7AW40OxUNENCOTdaWk9YWkdORlY2WFdRODVBVjVOQS4u

Wat: smart city toepassingen met data als belangrijkste drager.
>> Project moet gerealiseerd zijn.
>> Wat zijn de lessons learned?
>> We zijn niet alleen op zoek naar succesvolle voorbeelden. Ook als het project volledig in de soep is gelopen, dan leren we daar graag van. Dus deel ook uw briljante mislukking.

Voor wie: Gemeente, provincie, waterschap, rijk, bedrijven zoals adviesbureaus

Wilt u graag hulp bij het invullen? Studenten van de Fontys Hogeschool kunnen u hierbij ondersteunen en u in een halfuur interviewen over uw voorbeeld. Wilt u daar gebruik van maken, neem dan contact op met Willemijn van Zijl, [email protected]

Vragen? Neem contact op met Arjen Hof, [email protected]

City Deal’s crowd management dashboard haalt Den Bosch veilig uit de lockdown

Dit gaat over de City Deal Een Slimme Stad, zo doe je dat

De gemeente ’s-Hertogenbosch heeft samen met het bedrijf Argaleo een crowd management dashboard ontwikkeld. Daarvoor werkten ze nauw samen met partners uit de City Deal ‘Een slimme stad, zo doe je dat’. In een digitale kopie van de stad, een zogenaamde digital twin, wordt data slim gekoppeld en geanalyseerd om inzicht te geven in de bezoekersstromen in de binnenstad. De tool ondersteunt het crowd management in de stad bij de verwachte versoepeling aankomende maanden en daarna ook tijdens evenementen.

Met de verwachte versoepelingen de komende maanden is het voor de gemeente van belang om deze versoepelingen veilig en slim door te voeren. Hierbij worden bezoekersstromen in de stad op een goede manier gefaciliteerd en gespreid. Met enerzijds als doel om een veilig en sfeervol bezoek aan de stad te garanderen. Anderzijds om een gebalanceerde stroom naar alle winkels, horecagelegenheden en terrassen te faciliteren.

Real-time inzicht
In een digitaal dashboard van de stad, zogenaamde digital twin, heeft het Bossche bedrijf Argaleo voetgangersdata slim gekoppeld en gevisualiseerd. Het dashboard geeft real-time inzicht in de huidige bezoekersstromen in de stad en geeft een analyse van de historische gegevens. De tool beantwoord vragen als: “hoe laat komen mensen de stad in?” of “vanuit welke kant komen mensen de stad in?”. De gemeente ziet deze digital twin als een bron van datagedreven inzichten, die helpen om de stad weer te openen en een bruisende Bossche Zomer in te gaan.

Samenwerking City Deal
Voor de ontwikkeling van de tool werken Den Bosch en Argaleo samen met Den Haag, Breda en de Nationale Politie in de City Deal ‘Een slimme stad, zo doe je dat’. In de City Deal werken 51 partners aan 13 instrumenten waarmee regio’s, steden en dorpen worden ontworpen, ingericht, beheerd en bestuurd, zodat optimaal gebruik kan worden gemaakt van de kansen die digitalisering en technologisering bieden. In deze samenwerking worden lessen en ervaringen van het systeem gedeeld, maar juist ook gezamenlijk doorontwikkeld. Zodat niet iedere stad zijn ‘eigen wiel’ opnieuw uitvindt. Andere steden in Nederland zijn inmiddels ook geïnteresseerd in het systeem.

De tool is nu in gebruik genomen en zal eerst worden gebruikt om inzicht en overzicht te krijgen in de bezoekersdynamiek van stad. Datastad Den Bosch start met Argaleo en andere partners ook een project om de bezoekersstromen te gaan voorspellen en om inzicht in te krijgen in de andere stromen in de stad. Denk aan fiets, auto en openbaar vervoer. Daarmee zet de gemeente de eerste stappen in verduurzaming van mobiliteit voor de stad van morgen.

       

Leren samenwerken met andere perspectieven

Dit gaat over de City Deal City Deal Kennis Maken
Studenten aan het werk in leerwerkplaats in de wijk Spijkerkwartier. Foto: HAN.
Studenten aan het werk in leerwerkplaats in de wijk Spijkerkwartier. Foto: HAN.

Samenwerken met professionals van andere disciplines en niveaus is nog niet standaard een vaardigheid die je leert tijdens je studie. Terwijl het later wel onmisbaar is in je werk. In Arnhem en Nijmegen kunnen studenten hiermee ervaring opdoen in leerwerkplaatsen. Judith Stoep, onderzoeker en docent Pedagogische Wetenschappen en Onderwijswetenschappen aan de Radboud Universiteit, kijkt naar de opbrengsten van deze rijke leeromgevingen in haar onderzoek, dat is gesubsidieerd in de CDKM Onderzoeksregeling.

Dit artikel hoort binnen het overkoepelende model voor verbinding met de samenleving bij het radar Studenten en Externe Verbinding.

Dat interprofessioneel samenwerken complex is, bewijzen de sociale wijkteams wel in de jeugdzorg. Sinds de decentralisatie in 2015 is de jeugdzorg zo georganiseerd dat deze teams de zorg en ondersteuning integraal aanbieden in de wijken. Het klinkt mooi, maar in de praktijk blijkt het heel erg lastig te zijn. De professionals in de teams zijn namelijk onvoldoende voorbereid op het toepassen van nieuwe werkwijzen die noodzakelijk zijn voor een gezamenlijke ondersteuning van kinderen en jongeren. Het is dus urgent dat de professionals van de toekomst, de studenten van nu, leren hoe dat moet, dat samenwerken met andere disciplines in een team.

Leerwerkplaatsen

Weinig andere regio’s kennen al zoveel initiatieven waar studenten ervaring kunnen opdoen met interdisciplinair samenwerken als Arnhem en Nijmegen. Op initiatief van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) zijn er de afgelopen jaren in verschillende wijken in beide steden leerwerkplaatsen opgezet, vanuit de urgentie dat de studies in het hoger onderwijs onvoldoende zijn toegerust om hun studenten voor te bereiden op samenwerking met professionals van andere disciplines. Inmiddels zijn ook de Radboud Universiteit en ROC Nijmegen aangesloten bij deze leerwerkplaatsen. Geïnspireerd door de City Deal Kennis Maken en de Nijmeegse beweging Ieder Talent Telt werken docenten en studenten van verschillende opleidingen in deze leerwerkplaatsen samen aan grootstedelijke thema’s in het sociale domein. Zo leren de studenten hier zowel multilevel als interdisciplinair samenwerken, in verbinding met professionals in de wijk.

In verbinding leren voor kind en jeugd

Het afgelopen collegejaar is in de wijk Nijmegen-Noord de leerwerkplaats In verbinding leren voor kind en jeugd opgericht, waarin alle drie de onderwijsinstellingen samenwerken. Het is het startpunt voor het gelijknamige onderzoek onder leiding van Judith Stoep. “In deze leerwerkplaats werken we samen vanuit vijf verschillende opleidingen, die gelieerd zijn aan het thema zorg aan jonge kinderen (tot 12 jaar).” Van de Pabo en Pedagogiek op de hbo, Pedagogische Wetenschappen aan de RU tot opleidingen als pedagogisch medewerker en onderwijsassistent op het ROC.

Stoep: “Elke opleiding heeft zijn eigen perspectief hierbij. Het onderwijsaanbod op de Pabo is weer heel anders dan het aanbod bij de opleiding tot pedagogische medewerker bijvoorbeeld. We zien dus aan de ene kant dezelfde doelstellingen in het opleidingsprogramma’s die gericht zijn op zorg of onderwijs, maar aan de andere kant andere accenten en abstractieniveaus. En dat is precies de context, waarin je later in de praktijk terechtkomt. Dan moet je samenwerken in een team met professionals die verschillende achtergronden hebben. De een heeft meer een zorgprofiel en de ander is opgeleid voor het onderwijsveld en de onderwijsniveaus zijn wisselend. Ze doen daar heel goed werk, maar lopen wel eens tegen drempels aan, omdat ze de perspectieven van zorg en onderwijs niet goed samen kunnen brengen. Dat lijkt een van de bedreigende factoren voor het succes van deze wijkteams.”

Judith Stoep.

Betekenisvolle context

Hoe dat komt? “Studenten leren tijdens hun studie niet echt hoe ze moeten samenwerken met studenten van andere opleidingsniveaus en andere opleidingen, om vanuit andere perspectieven te kijken naar problemen van kinderen en jongeren”, legt Stoep uit. “En dat is precies waarom we deze leerwerkplaats hebben opgezet, om ze die praktijk te laten ervaren. In de betekenisvolle context van de wijkgerichte leerwerkplaats krijgen de studenten de gelegenheid om elkaars expertise te zien, te gebruiken en kennis uit te wisselen. De leeromgeving wordt niet begrensd door de muren van de onderwijsinstelling, maar wordt gevormd door de maatschappelijke context waarin zorg en onderwijs voor het jonge kind wordt geboden, en door de personen die daarin een rol spelen: ouders en kinderen, wijkprofessionals zoals pedagogisch medewerkers in de kinderopvang, leden van sociale wijkteams, wijkmanagers, leraren, onderwijsassistenten en orthopedagogen”.

Onderzoek

Met het project willen Stoep en de andere onderzoekers verschillende facetten van het leren in een wijkgerichte leerwerkplaats beschrijven vanuit het perspectief van zowel de studenten, als van de docenten, wijkprofessionals en andere partners, zoals de gemeente Nijmegen. Zo wil ze de effecten van gezamenlijk leren in een rijke leeromgeving vaststellen. In welke mate zijn de studenten succesvol in het behalen van de leerdoelen van hun eigen opleiding? En hoe zit het met het samenwerken? “Studenten leren tijdens hun studie meestal wel om samen te werken, maar met gelijkgestemden”, aldus de onderzoeker. “Ze komen niet in situaties terecht waar er verschil van mening is over de juiste aanpak, zoals wel gebeurt in de wijkteams. Denk bijvoorbeeld aan een fysiotherapeut en een orthopedagoog die samen kijken naar een kind. Hun visies, die gebaseerd zijn op verschillende opleidingstradities, moet je zien samen te brengen in één aanpak. Dat is ingewikkeld, je weet niet welke kennis de ander heeft en hoe je elkaar kan aanvullen.”

Wat helpt is om studenten er beter op voor te bereiden, stelt Stoep. “In wijkteams zijn veel professionals en partners verbonden. Contact met elkaar is dus ontzettend belangrijk. De student moet zich dan ook in de opleiding bewust worden van de maatschappelijke context waarin hij of zij komt te werken. Een orthopedagoog werkt al lang niet meer alleen in een kamertje met een kind aan het oplossen van een ontwikkelingsprobleem. Die moet in de ondersteuning van een kind rekening houden met andere professionals en partijen. In de leerwerkplaats kunnen alle studenten oefenen met die samenwerkingscompetenties, in het echt, bij een realistisch probleem. We hopen op basis van de data duidelijk te maken hoe belangrijk deze vorm van authentiek leren is. Ik hoop dat we deze gezamenlijk aanpak de komende tijd kunnen doorzetten, op basis van de onderzoeksresultaten.”

Studenten aan het werk in een leerwerkplaats. Foto: HAN.

Lichtpuntje in coronatijden

Het initiatief In verbinding leren voor kind en jeugd in Nijmegen-Noord is in ieder geval succesvol gebleken. In totaal hebben het afgelopen semester 9 studenten meegedaan vanuit vijf opleidingen en drie niveaus. Ondanks corona konden ze toch fysiek op locatie, en op de scholen in de wijk, werken. Stoep: “Het was voor de studenten vaak een lichtpuntje in de coronatijd, zeker voor de mbo’ers. Alle praktijkopdrachten vielen weg. Het was voor hen de enige keer in de week dat ze elkaar fysiek zagen en het gevoel hadden echt onderwijs te krijgen.”

Afgelopen september zijn de studenten gestart. Het onderzoek zit nu in de fase van interviews met alle betrokkenen, waaronder de studenten, wijkdocenten en andere partners. Begin juni zullen de resultaten van het onderzoek officieel worden gepresenteerd. “In ieder geval is nu al duidelijk geworden dat de leerwerkplaats een betekenisvolle leercontext biedt. Studenten leren samenwerken en betekenen tegelijk iets voor de wijk.”

Innovaties voor de toekomst

Dit gaat over de City Deal Een Slimme Stad, zo doe je dat

Voor de Innovatie expo hebben we samen met verschillende partners van de City deal, ‘Een slimme stad zo doe je dat’ een video over de innovaties op gebied van de slimme stad samengesteld. Met bijdragen van onder andere Arcadis, Argaleo, Waterschap Vallei en Veluwe, Gemeente Breda, het Ministerie van IenW, VodafoneZiggo en Amsterdam Smart City.

Webinar 20 april – Hoe kan digitalisering bijdragen aan een meer duurzame samenleving?

Dit gaat over de City Deal Een Slimme Stad, zo doe je dat

Onze leefomgeving is onlosmakelijk verbonden met de digitale wereld. Wilt u weten wat dat betekent voor meer duurzaamheid in de stad van de toekomst? Meldt u zich dan aan voor een webinar ‘Hoe kan digitalisering bijdragen aan een meer duurzame samenleving?’ op dinsdag 20 april.

Dit webinar wordt georganiseerd door de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli), City Deal ‘Een slimme stad, zo doe je dat’ en de Future City Foundation.

Datum en tijd: 20 april, 9.30 – 10.30 uur
Locatie: Online
Deelname: Hier kunt u zich aanmelden. Deelname is gratis

Programma
9.30u Welkom en introductie
9.40u Pieter Hooimeijer over het advies van de Rli
9.50u Jan-Willem Wesselink over de City deal en hoe je een slimme stad bestuurt
10.00u Workshop over maatschappelijke veranderingen door digitalisering
10.15u In gesprek: wat is de rol van digitalisering in de duurzaamheidstransitie?
10.30u Afsluiting

In dit advies aan de overheid pleit de Rli ervoor om meer aandacht te hebben voor de veranderingen die digitalisering teweeg brengt in onze fysieke leefomgeving. In haar digitaliseringsbeleid moet de overheid duurzaamheid nadrukkelijker meenemen. Andersom moet het potentieel van digitale technologie beter worden benut voor de duurzaamheidstransities.

In de City deal worden concrete digitale en technologische tools ontwikkeld voor de slimme stad van de toekomst. Daarmee sluit de City deal aan bij het advies van de Rli aan de overheid voor een nieuwe denkwijze over digitalisering.

Sprekers
Prof. dr. Pieter Hooimeijer is voormalig lid van de Rli en voorzitter van de Rli-commissie die het advies voorbereidde. Hij zal de kern van het advies van de Rli toelichten. Jan-Willem Wesselink is hoofdredacteur van het boek ‘Zo bestuur je een slimme stad’ en programma manager van de City Deal ‘Een slimme stad, zo doe je dat’ en de Future City Foundation.

            

Van ouderenzorg naar ouderentoekomst betekent van probleem naar kans, verslag sessie 12 maart 2021

Dit gaat over de City Deal City Deal Kennis Maken

In de tweede ronde deelsessies staan we onder andere stil bij het thema Ouderenzorg. Dat lijkt misschien een onderwerp dat ver af staan van de studenten waar we ons in de City Deal Kennis Maken op richten, maar Ouderenzorg is bij uitstek één van de maatschappelijke opgaven die vraagt om meer participatie en betrokkenheid vanuit de samenleving, dus ook van kennisinstellingen.

Dat betoogt adjunct-directeur van Actiz, de brancheorganisatie van Ouderenzorgorganisaties, Charlotte Vromans. Die door de host van deze sessie, Wiro Kuipers, aan ons wordt voorgesteld.

Charlotte vertelt dat Actiz 400 zorginstellingen vertegenwoordigt die zich bezighouden met ouderen en chronisch zieken, zoals verpleeginstellingen en thuiszorgorganisaties. Voor Actiz is de vraag ‘hoe houd je de zorg toekomstbestendig en betaalbaar?’ cruciaal. En Charlotte schetst dat er daarvoor echt het nodige zal moeten veranderen. “We zien dat we de zorg zoals die nu geleverd wordt, niet kunnen volhouden. Corona is daar ook een goed voorbeeld van. We zien barsten in wat we kunnen doen. Niet zozeer door het geld, maar door het aantal beschikbare zorgverleners. De zorgvraag neemt doen, het aantal mensen in de zorg neemt af.”

Dit is een pittige constatering, weet Charlotte. Ook gezien de beeldvorming en aannames rond ouderenzorg. In Nederland vinden we dat de ouderenzorg een verantwoordelijkheid is van de zorg en van de overheid, niet van de samenleving. En dat is een struikelblok als je weet dat die zorg in de huidige vorm al in 2030 niet meer geleverd kan worden. Maar schreeuwen dat het huis in de fik staat is niet voldoende. Het is beter om over dingen na te denken als ze er nog niet zijn, maar je merkt dat mensen er nog niet over willen praten.

Discussies over ouderenzorg vervallen gauw in systeemdiscussies, terwijl het in hart van de maatschappij moet zitten. De demografische gegevens over 2015-2040 zijn klip en klaar en de demografie verander je niet. Een groot probleem is de beeldvorming. Er wordt vaak naar ouderen gekeken alsof ze alleen maar geld kosten, terwijl ouderen nog een mooi zinvol leven kunnen leiden en veel kunnen toevoegen. In de media worden ouderen en kwetsbaren vaak op één hoop gegooid en wordt er voorbijgegaan aan die waardevolle bijdrage. De focus ligt op anderen langer thuis laten wanen, maar dit vraagt aandacht voor het sociale netwerk en dus voor een maatschappelijke betrokkenheid.

Charlotte benadrukt dat het er niet om gaat dat de sector de verantwoordelijkheid niet wel nemen. Maar er is echt een structurele andere oplossing nodig. De hoeveelheid Corona-besmettingen in verpleeghuizen toont hun kwetsbaarheid al aan. Soms leidt dat tot de indruk dat de zorg in Nederland niet goed geregeld is, maar in benchmarks staan Nederland steevast in de top-10.

Omdenken

Charlotte bepleit een omdenken, van Ouderenzorg naar Ouderentoekomst. “Ouderen hebben een belangrijke plek in onze maatschappij. We willen de wederkerigheid meer uitlichten.” Veel opa’s en oma’s vaken wekelijks hun kleinkinderen op en verlichten zo de tekorten in de kinderopvang. Banengroei wordt bejubeld in andere sectoren maar niet in de zorg, terwijl ouderenzorg ook een motor van economische groei kan zijn.

Daarom heeft Actiz contact gezocht met onderwijs en wetenschap en gekozen voor een ‘Water’-frame: Wat als we de ouderentoekomst zien als een vloeibare, beweeglijke toekomst waarin we continu bereid zijn ons aan te passen, mee te bewegen en te reageren? Kortom: wat als we met de ouderentoekomst omgaan zoals we met water omgaan?

Dat vraagt onder andere de bereidheid om continu mee te bewegen met de vraag. Dat is een beetje on-Nederlands, omdat we hier graag alles tot in de puntjes regelen en dichttimmeren in kwaliteitskaders en hoofdlijnenakkoorden. Aanpassingsvermogen is ook een belangrijk kenmerk van goed waterbeheer.

Er zijn al veel goede initiatieven die kijken naar een andere invulling van de zorg voor ouderen, maar die vragen nog niet altijd om een maatschappelijke bijdrage. In de verschillende Denkkamers waar Actiz met het onderwijs, de wetenschap en andere partijen in participeert, zijn verschillende oplossingsrichtingen bedacht. En het leidt tot ontdekkingen van prachtige lokale initiatieven. Dat past, in de watermetafoor, ook bij de visie van Actiz: “We kunnen wel een Deltamodel ontwerpen, maar ons idee is dat je overal in het water alvast wat zandzakjes kunt gaan neerleggen.

Daarnaast is het belangrijk om wederkerigheid te creëren, onder andere door de hulpvraag om te draaien, bijvoorbeeld:

  • Van schaarste en weerstand in aanbod naar mensen in staat stellen om taken op te pakken
  • Bevroren CAO’s en contracten uit krappe, gesloten arbeidsmarkt flexibel en wendbaar maken
  • Positieve effecten van thuiswerken vasthouden en stimuleren
  • Aantrekkelijk en menselijk maken van technologie thuis
  • Het betrekken en enthousiasmeren van servicediensten in de wijk.

Praat vandaag over morgen

Actiz heeft vanuit de opgedane inzichten een publiekscampagne gelanceerd: ‘Praat vandaag over morgen’. Charlotte: “De oplossing voor de grote zorgkloof ligt echt in de samenleving. Een eerste stap om die oplossing te organiseren is er met elkaar over praten.

Wiro vraagt naar de brug van deze opgave die Actiz signaleert naar de City Deal Kennis Maken, waar ook instellingen aan deelnemen die bij Actiz zijn aangesloten. Charlotte geeft aan dat Actiz het vraagstuk van de ouderenzorg als een landelijk vraagstuk ziet. De half miljoen leden die via de instellingen bij Actiz zijn aangesloten, zijn dagelijks met deze vraagstukken bezig.

Hierop geeft Lire van Son aan dat er in Den Bosch heel erg in de opleiding naar gekeken wordt om mensen in de zorg te laten werken. En ‘meer gezonde levensjaren voor iedereen’ is daar een speerpunt voor de Wethouder voor Talent. Ze deelt het frame van Actiz, ook door eigen ervaring met een buurvrouw van bijna 90 die andere ouderen leert omgaan met computers. Ook in Den Bosch delen ze de visie dat je moet kijken naar wat wel kan en ze proberen dit samen met burgers gestalte te geven.

De discussie doet haar ook denken aan een ander fenomeen: eenzaamheid. Al gebruikt ze dat woord liever niet omdat het stigmatiseert. Charlotte geeft aan dat we verschillende generatiegesprekken voeren in ons leven, rondom zwangerschap en schoolkeuze enzovoort. “Gesprekken over de toekomst van ouderen voeren we helaas vaak pas als er zorg nodig is. Eigenlijk zou je ook een generatiegesprek moeten voeren als ‘hoe gaan we dat doen als ik op afstand woon en jullie als ouders alleen willen blijven wonen op het platteland. We denken er, net als bij pensioenen, veel te laat over na.

Van onderzoek naar uitvoering

Gerben Helleman, kennismakelaar in Delft, herkent veel in het verhaal van Charlotte. Hij heeft daar gezien hoe een gezinswijk vergrijsde en de consequenties die dat heeft voor de voorzieningen en de woningvoorraad. Daarom doen studenten er nu onderzoek naar de ‘senior-vriendelijkheid’ van de wijk. Zo leverde een onderzoek met de zorginstelling Dagelijks Leven, voor dementerende ouderen, goede aanknopingspunten op. En samen met zorginstelling Pieter van Foreest wordt er nagedacht over nieuwe woonvormen. Gerben is nog op zoek naar: hoe breng je het van onderzoek naar uitvoering? Welke stappen kun je zetten? Hij zou daar graag nog eens met Charlotte over doorpraten.

Ook Charlotte is geïnteresseerd in de onderzoeken in Delft. Ze onderschrijft dat het juist belangrijk is om de zorg op lokaal niveau in de wijk te organiseren. Als ouderen moeten verhuizen is het vaak lastig om in een nieuwe wijk een netwerk op te bouwen. Actiz vindt het belangrijk om ook het onderwijs aan deze vraagstukken te koppelen, bijvoorbeeld rond laagdrempelige technologie.

[Jbartels] vertelt over de 80+ Vrijwilligerscentrale, een nieuw initiatief van Club Goud in Nijmegen. Daar wordt op een projectmatige manier met senioren gewerkt. We zien dat veel ouderen graag willen werken maar niet altijd weten hoe ze die stap kunnen zetten. Terwijl er veel kansen zijn. Denk aan studenten die uit het buitenland komen en Nederlands willen eren. Die zijn alles nog aan het leren en opbouwen. Dan is het fijn als er iemand met levenservaring is die je helpt met de taal. Een ander initiatief is Goede Dag, een welzijnsorganisatie in Nijmegen. Dit is een ouderenhuiskamer waar ouderen sporten, bewegen en lol maken. Normaal gesproken runnen vrijwilligers de huiskamer, nu doen studenten dat. Volgens [Jbartels] is er heel te ‘halen’op het MBO, ook voor de zorg, al geven organisaties vaak aan dat er geen tijd is om deze studenten te begeleiden. Ze ziet ook kansen om projecten voor ouderen te verbinden aan kinderen, bijvoorbeeld bij de studie Zorg en Welzijn, waar al veel projecten voor kinderen lopen.

De deelnemers wisselen persoonlijke voorbeelden uit waaruit blijkt dat het gesprek over ouder worden wel degelijk her en der gevoerd wordt. Charlotte geeft aan dat het dan nog zaak is dat het systeem ook mee gaat werken. Nu knelt regelgeving nog vaak.

Eras Draaijers constateert dat er mooie dingen gebeuren. Maar voor mantelzorgers is het bijvoorbeeld vaak moeilijk om de goede initiatieven te vinden – je ingang is vaak een zorgverlener of specialist die er vanuit zijn eigen hoek naar kijkt. Het vinden en integreren van de juiste plekken is een zoektocht.

Charlotte doet tot slot een oproep. De ouderenzorg kan een uitstekende proeftuin of living lab zijn voor een kennisinstelling die een waardevolle bijdrage aan dit belangrijke onderwerp wil leveren. Charlotte gaat graag met deze instellingen in gesprek! Wiro geeft nog aan dat zij vanuit het Design Lab Enschede in gesprek zijn met Actiz over laagdrempelige technologie. Er is gesproken met lokale organisaties die bij Actiz zijn aangesloten en daar zijn lokale challenges uitgekomen die bij de kennisinstellingen geadresseerd kunnen worden. Ook noemt hij nog een diner dat het Designlab organiseerde als goed ervaring. Het was een generatiediner over thema’s als vriendschap, avontuur en ondernemen. “Zo zagen ouderen bijvoorbeeld hoe iemand die tijdens het diner zijn petje niet afzet, toch herkenbare dingen kan zeggen.”

Wiro bedankt Charlotte en de deelnemers voor de sessie en hoopt dat iedereen geïnspireerd is door de oproep ‘Praat vandaag over morgen!”

City deal gaat Europees

Dit gaat over de City Deal Een Slimme Stad, zo doe je dat

We zijn heel blij en trots dat de Europese Commissie onze aanvraag in het kader van het ‘Technical Support Instrument (TSI)’ heeft goedgekeurd. Zo kunnen we onze burgermeetwerkgroepen versterken met een stevige Europese component.

Vanuit het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties hebben we het afgelopen jaar een aanvraag gedaan bij het TSI met de vraag om te komen tot tooling voor wat zij samenvatten als ‘Developing a methodology for a democratic smart cities approach’.

Binnen de aanvraag zijn het betrekken van burgers bij burgermeetinitiatieven benoemd; het mogelijk maken dat uitkomsten van deze initiatieven vergeleken kunnen worden en het voorkomen dat groepen worden uitgesloten.

Deze opdracht wordt uitgevoerd door Eurocities, waarmee de werkgroepen een Europees spiegelproject krijgen. Ook wordt een kenniscentrum opgezet waarmee deze en andere smart-city-tools op een actieve manier kunnen worden gedeeld met de rest van de wereld.

Voor meer informatie over de Europese goedkeuring zie: https://ec.europa.eu/commission/presscorner/detail/en/ip_21_747

Lerend vermogen deal-aanpak onderzocht

In dealprogramma’s geven nationale en decentrale overheden en regionale partijen samen invulling aan opgavegericht werken. Deals zijn inmiddels gangbare onderlinge afspraken om gemeenschappelijk vraagstukken op te pakken. Denk aan de City Deals, maar ook Green, Woon, Health en Regio Deals. De gemeenschappelijke deler is dat deals netwerkend werken. Dit werken in netwerken is inmiddels een normale manier van werken geworden. Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en de Nederlandse School voor Openbaar Bestuur (NSOB) hebben het leren in netwerken onder de loep genomen. Gekeken is naar netwerken waarin de rijksoverheid in een deal-aanpak participeert als partner met lokale partijen. In deze programma’s geven overheden en regionale partijen samen invulling aan opgavegericht werken. De uitkomsten van dit onderzoek zijn te lezen in het essay “Leren institutionaliseren”.

Deal-aanpak voorbeeld voor werken aan transitieopgaven

Dealprogramma’s zijn een voorbeeld van opgavegericht, interbestuurlijk en gebiedsgericht werken. Het leren in dealprogramma’s is illustratief voor het leren over deze manier van werken die de rijksoverheid steeds vaker inzet om samen met andere partijen te werken aan transitieopgaven. Door binnen de rijksoverheid te leren van de ervaringen van deal-aanpakken, voorkom je dat het wiel elke keer opnieuw uitgevonden moet worden. En kan deze manier van werken onderdeel gaan uitmaken van de sturingsmogelijkheden van de rijksoverheid.

Leren in een politiek-bestuurlijke context

In het essay wordt onderstreept dat de praktijk van netwerkend werken vraagt om aandacht voor leren. Leren is belangrijk. Dat zal niemand ontkennen, maar aangezien vaak onduidelijk blijft wat leren oplevert, wat er dan wordt geleerd en hoe leren het politiek geformuleerde doel dichterbij brengt, wordt aan verantwoorden in de politiek-bestuurlijke context vaak meer betekenis gegeven dan aan leren. Hoe kan de overheid omgaan met leren dat wel degelijk relevantie heeft, terwijl de waarde ervan ter discussie staat in een politiek-bestuurlijke context? Een context waarin verantwoorden dominanter is en meer nadruk krijgt dan leren. Het essay schetst hiervoor twee richtingen.

Ten eerste wordt geconcludeerd dat leren in de vorm van een leerstrategie professioneler kan worden vormgegeven. Een leerstrategie zorgt ervoor dat leren een bewust proces is in opgavegericht netwerken. In zo’n strategie is aandacht nodig voor hoe het leren vorm krijgt, waarover geleerd kan worden en over de wijze waarop een lerende werkwijze onderdeel wordt van opgavegericht werken en de organisatievoering in de thuisorganisaties.

Ten tweede kan een prominentere rol gegeven worden aan leren in het beleidsproces, door na te gaan op welke manier leren naast verantwoording kan staan. Bijvoorbeeld door leren uitgangspunt te maken van evalueren en verantwoorden. Als leren het doel van verantwoording is, dan zijn ook prikkels en instrumenten nodig om lerend te kunnen werken.

Leren van interbestuurlijke en gebiedsgerichte aanpakken

Het vormgeven aan leren over een opgavegericht, interbestuurlijk en gebiedsgericht werken, professionaliseert de samenwerking tussen Rijk, regio’s en gebieden. Verschillende deal-vormen kunnen door kennis uit te wisselen – ook over departementen heen – van elkaar leren. Volgens de onderzoekers betekent het ook dat er meer aandacht moet zijn voor het leren van verschillende soorten van opgavegerichte netwerken, zoals deals, interbestuurlijke programma’s en regio-aanpakken. Het is een feit dat het sturen in netwerken de afgelopen jaren aan terrein wint binnen de rijksoverheid. Het uitwisselen van ervaringen en het leren van elkaar helpt daarbij.

 

Docenten & Onderzoekers

Dit gaat over de City Deal City Deal Kennis Maken

Het model ‘Instellingsbrede visie op de verbinding met de samenleving’ biedt praktische handvatten bij de invulling van het instellingsbeleid gericht op deze verbinding.

Op basis van de ervaringen en inzichten van de aan de City Deal Kennis Maken deelnemende hogeronderwijsinstellingen en gemeenten, en op basis van de vele gesprekken en gedeelde kennis binnen het netwerk, is een model ontwikkeld met zeven radars. Dit zijn allemaal elementen die aandacht, activiteiten en investeringen nodig hebben voor het instellingsbreed inbedden van de verbinding met de samenleving.

Deze zeven radars kunnen gebruikt worden om het gesprek te voeren tussen de verschillende instellingen en steden.

Alle interviews en andere berichten op de City Deal Kennis Maken hebben we verdeeld over de zeven radars. Hieronder vindt u de berichten die vallen onder de radar ‘Docenten & Onderzoekers’.

Organisatie & Sturing

Dit gaat over de City Deal City Deal Kennis Maken

Het model ‘Instellingsbrede visie op de verbinding met de samenleving’ biedt praktische handvatten bij de invulling van het instellingsbeleid gericht op deze verbinding.

Op basis van de ervaringen en inzichten van de aan de City Deal Kennis Maken deelnemende hogeronderwijsinstellingen en gemeenten, en op basis van de vele gesprekken en gedeelde kennis binnen het netwerk, is een model ontwikkeld met zeven radars. Dit zijn allemaal elementen die aandacht, activiteiten en investeringen nodig hebben voor het instellingsbreed inbedden van de verbinding met de samenleving.

Deze zeven radars kunnen gebruikt worden om het gesprek te voeren tussen de verschillende instellingen en steden.

Alle interviews en andere berichten op de City Deal Kennis Maken hebben we verdeeld over de zeven radars. Hieronder vindt u de berichten die vallen onder de radar ‘Organisatie & Sturing’.