Proeftuinen
Hier komen alle proeftuinen te staan
Op de Dag van de Stad kun je je door experts en andere stedelijke professionals laten bijpraten en inspireren over innovaties in stedelijke vraagstukken. De Dag van de Stad is al jarenlang een hooggewaardeerd evenement door de mix van topsprekers, excursies, ontwerpateliers en inhoudelijke deelsessies. Bekijk het programma en meld je snel aan.
Ook City Deals ontbreken natuurlijk niet op de Dag van de Stad. In diverse deelsessies word je door City Deals bijgepraat over actuele ontwikkelingen rond hun thema. Wil je daar bij zijn, reserveer dan bij je aanmelding snel een plekje, want het aantal plekken per sessie is beperkt!
In onze agenda lichten we graag een aantal deelsessies uit. Bijvoorbeeld de deelsessie Gezonde verleidingen voor een gezonde voedselomgeving.
Gemeenten willen en moeten zorgen voor een gezonde voedselomgeving, maar hoe doe je dat als er rondom stations, scholen en in kwetsbare wijken het makkelijker is om ongezonde voeding te krijgen dan gezonde voeding? In de stad liggen de ongezonde voedselkeuzen voor het oprapen en het aanbod van ongezond voedsel neemt sterk toe. In deze sessie – een initiatief van de City Deal Gezonde en duurzame voedselomgeving – gaan we in op de mogelijkheden en onmogelijkheden van gemeenten om hier wat aan te kunnen doen. Op welke manieren kun je ingrijpen in de voedselomgeving? Een sessie die laat zien wat gemeenten kunnen doen om een gezonde keuze te stimuleren vanwege de urgentie omdat onze voedselomgeving ons eetpatroon bepaalt.
Een gezonde en duurzame voedselkeuze is essentieel voor een gezonde en duurzame toekomst. Iedereen, van jong tot oud, zou toegang moeten hebben tot gezond, duurzaam en betaalbaar voedsel. Uit onderzoek blijkt dat in onze steden – en met name in kwetsbare wijken – het voedselaanbod de afgelopen jaren is toegenomen en steeds ongezonder is geworden.
De ambitie van deze City Deal is om de voedselomgeving in 2030 overwegend gezond en duurzaam te maken. Vooral rond scholen, in openbare gebouwen, in supermarkten, catering en horeca. Hiermee dragen we bij aan fitheid, vitaliteit, preventie van ziekten en op een natuur, milieu en klimaatsysteem in balans.
Onder welke voorwaarden kunnen korte keten initiatieven sociaal, ecologisch én economisch duurzamer worden? Met deze vraag stapte de City Deal Gezonde en duurzame Voedselomgeving samen met het ministerie van LNV naar Wageningen Universiteit.
Soms zijn initiatieven in de korte voedselketen vooral gericht op een beter inkomen voor de boer en een lagere prijs voor de consument. Andere initiatieven leggen juist de nadruk op de zorg voor de omgeving: bodem, biodiversiteit en landschap. En weer anderen willen vooral de lokale gemeenschap bij elkaar brengen. Dit zijn de drie componenten van duurzaamheid: economie, ecologie en maatschappij. Zelden zijn initiatieven op alle drie deze terreinen actief.
Veel lokale en regionale initiatieven richten zich in eerste instantie op een of hooguit twee aspecten van duurzaamheid. In het onderzoek van de WUR wordt geconcludeerd dat de doorontwikkeling van initiatieven naar andere duurzaamheidsbijdragen meestal afhankelijk is van drie dingen: de ambities, de clientèle en klantgerichtheid van de ondernemers of initiatiefnemers. Vooral interactie tussen boeren en burgers blijkt een belangrijke trigger om te verduurzamen op andere terreinen dan de initiële. Beleid zou kunnen helpen door verbeteren van nationale en lokale wetgeving, stimuleren door bijvoorbeeld marktregulering en eigen inkoop, en faciliteren van bijvoorbeeld zichtbaarheid en inclusiviteit.
Type korte ketens
Op basis van de literatuur onderscheiden de onderzoekers drie typen korte ketens, met ieder hun eigen duurzaamheidsbijdrage:
Doorontwikkeling van korte ketens
De impact van korte ketens op duurzaamheid is, volgens de literatuur, afhankelijk van (1) de diversiteit in motieven van ondernemers, (2) de interactie tussen ondernemer en consument, (3) de mate van betrokkenheid van burgers, (4) de context ofwel sociale omgeving, (5) de indicatoren die gebruikt worden, (6) de mate van doorwerking van consumentenbehoefte, (7) transparantie en vertrouwen, (8) opschalingsmogelijkheden, (9) internet of food, (10) inclusiviteit en (11) de waarden die men meeneemt in waardencreatie.
Sommige initiatieven in de korte keten ontwikkelen zich uiteindelijk naar sociale, economische en ecologische duurzaamheid. Anderen doen dit niet. Dat is afhankelijk van zaken als de uitgangspositie en ambitie van de initiatiefnemers/ondernemers en de intrinsieke motivatie van de ondernemers om door te ontwikkelen naar andere vormen van duurzaamheid. Ook de mate waarin ondernemers eigenaarschap nemen, hebben en houden blijkt belangrijk te zijn, zodat die niet in de handen komt van adviseurs of andere buitenstaanders (de governance van initiatieven). De clientèle is ook van belang, want met name klanten met een lager inkomen zullen vragen om lagere prijzen. In alle gevallen is de interactie tussen boeren en burgers een belangrijke trigger om verder te verduurzamen.
Verschillende soorten monitoring kunnen bijdragen aan verdere verduurzaming van initiatieven. Benchmarking en registratie in bijvoorbeeld het MAEX systeem, een landelijke Nederlands platform voor het maken, meten en managen van sociale impact, kan hierbij helpen. Ook een Participatory Guarantee System (PGS) kan bijdragen aan het beter aansluiten bij duurzaamheidswensen van burgers.
Obstakels voor verduurzaming van korte ketens
De belangrijkste obstakels voor duurzaamheid van korte keten producten zijn:
Beleidsaanbevelingen voor verdere verduurzaming van korte ketens
Het beleid ten aanzien van lokale en regionale ketens zou op een groot aantal punten kunnen verbeteren om verduurzaming te stimuleren:
Het onderzoek is uitgevoerd door Jan Hassink, Ghalia Nasser en Gemma Tacken, Wageningen Universiteit, 2023 in opdracht van de City Deal Gezonde en Duurzame Voedselomgeving en het ministerie van LNV.
Jongeren tussen 12 en 23 jaar smullen van gratis fruit en groente in jongerencentrum Entree in Wageningen. Elke week maken zo’n 50 jongeren uit veelal kwetsbare gezinnen gebruik van het aanbod.
Uit onderzoek blijkt dat juist deze groep vaak een minder gezonde levensstijl heeft. Dit bleek ook in de praktijk: noodles waren de favoriete keuze van veel jongeren. De jongerenwerkers trokken bij de gemeente aan de bel. Al snel lag er een plan.
Met dit initiatief wordt het eten van verse fruit en groente genormaliseerd bij een doelgroep die daar niet altijd automatisch mee in aanraking komt. Biologische Zorgboerderij De Hoge Born levert het fruit. Hierdoor stimuleert de gemeente ook ecologische voedselproductie en de lokale economie en krijgen jonge mensen meteen het belang van gifvrij voedsel mee.
Thijs Schaffers, jongerenwerker: ‘In het begin moesten jongeren er echt aan wennen. Dit daagde ons team uit om de jongeren te laten zien dat groente en fruit echt heerlijk kunnen zijn. Het duurde ongeveer 2 weken, totdat de jongeren het al aangaven als het bij binnenkomst nog niet klaar stond.’
Lessen geleerd
In het eerste half jaar zijn er ook wel wat lessen geleerd. De groente of fruit moest veelal in stukjes aangeboden worden. Soms hielp een dipsaus, en vaak maken de jongerenwerkers een rondje om het fruit actief aan te bieden. Ook geven de jongerenwerkers aan dat het feit dat het fruit en de groente gratis wordt aangeboden een voorwaarde is voor het slagen van de opzet.
Het afgelopen half jaar laat zien dat het doorbreken van ongezonde routines relatief eenvoudig te bereiken is. Dat gaat echter niet van de ene op de andere dag. Daarom gaan we voortbouwen op de basis die het afgelopen half jaar is gelegd. De jongerenwerkers kwamen bovendien met ideeën om de activiteiten uit te breiden. Fruit wordt vanaf nu ook standaard meegenomen als de jongerenwerkers voorlichting geven, bijvoorbeeld op scholen. Ook geven jongerenwerkers nu digitale voorlichting over een gezonde leefstijl, bijv. via Tiktok.
Wageningse Voedselagenda
Het fruit en de groente worden niet alleen aangeboden in het jongerencentrum, maar ook in de buurthuizen in Wageningen en bij activiteiten van het buurtsportwerk. Dit project sluit naadloos aan bij de doelstellingen en plannen in de Wageningse Voedselagenda 2021 – 2030.
Partners van de City Deal Gezonde en Duurzame voedselomgeving doen regelmatig onderzoek. Ook worden er diverse producten ontwikkeld die gemeenten kunnen helpen bij het werken aan een gezonde voedselaanbod. Op deze pagina vind je diverse onderzoeken en relevante cijfers
Feiten en Cijfers
Wist je dat:
Wil je meer feiten en cijfers over de voedselomgeving? Bekijk dan deze factsheet
Relevant onderzoek naar de voedselomgeving:
Helaas groeit het aanbod van ongezond en niet duurzaam geproduceerd voedsel. Dat zorgt voor gezondheidsschade én schade aan natuur. Meer dan de helft van alle volwassen Nederlanders heeft overgewicht én niet duurzaam geproduceerd voedsel zorgt voor een onhoudbare uitstoot van broeikasgassen ontbossing en verlies aan biodiversiteit.
Goed voedselaanbod is essentieel voor een gezonde en duurzame toekomst. In de City Deal gezonde en duurzame voedselomgeving werken we daar aan. We willen dat het voedselaanbod in 2030 overwegend gezond én duurzaam is, vooral in kwetsbare wijken, rond scholen en in openbare gebouwen.
Drie werklijnen
Om de transitie naar een gezond en duurzaam voedselsysteem mogelijk te maken, voor álle inwoners, werken de partners van de City Deal samen in drie werklijnen die elkaar kunnen versterken:
Partners:
De City Deal Gezonde en duurzame voedselomgeving is gestart in oktober 2021 en hierin werken acht steden, drie departementen en diverse kenniscentra samen. Het gaat om de volgende partijen: de gemeenten Almere, Amsterdam, Ede, Haarlem, Rotterdam, Utrecht, Den Haag en Wageningen. Het Voedingscentrum, JOGG, Taskforce Korte Keten, en de Flevo Campus. En de Ministeries van LNV VWS, BZK en Platform 31. Eind 2022 is de Provincie Zuid-Holland ook aangesloten. In dit organogram staat wie deelneemt aan welk onderdeel.
Ook deelnemen?
Regelmatig krijgen we verzoeken van gemeenten die ook willen deelnemen aan deze City Deal. Meer informatie staat in dit document.
City Deal Voedsel op de stedelijke agenda.
Deze City deal komt voort uit de City Deal Voedsel op de stedelijke agenda. Hierin werkten 12 Nederlandse steden, 3 ministeries en de Provincie Gelderland samen om lokaal voedselbeleid te versterken en zo bij te dragen aan de voedseltransitie. Op deze website vind je een aantal van de beste praktijken (‘recepten’). Hier vind je de contacten en inspiratie om ook aan de slag te gaan met een gezond, veilig en ecologisch houdbaar voedselsysteem voor iedereen in en rond de stad. Deze City Deal is in december 2020 afgerond.
Relevante onderzoek
Steeds meer mensen kiezen bewust voor gezond en Lokaal voedsel. Bijvoorbeeld via een voedselcoöporatie. Estella Franssen helpt mensen op weg die gezamenlijk eten willen inkopen bij boeren in hun omgeving. Voor de City Deal zet ze de volgende stap: kan lokaal eten ook een plek vinden bij sociale eet-initiatieven? “Lokaal voedsel is voor veel mensen onbereikbaar. Daar met echt verandering in komen.”
“Voedselcoöporaties zijn niks nieuws. Het samen inkopen van voedsel bij lokale boeren gebeurt al volop.” vertelt Estella Franssen. Ze werkt bij Ulebelt, een stichting die zich inzet voor natuur- en milieueducatie. “Wat wij hebben gedaan, is onderzoeken hoe dit gebeurt, kijken wat werkt en wat we hiervan kunnen leren. Zo hebben we een plan gemaakt waarmee iedereen die gezamenlijk lokaal voedsel wil inkopen dat gemakkelijk kan doen. Ik help mensen daarbij op weg.”
Mensen die zich verbinden in een voedselcoöporatie zijn samen verantwoordelijk voor de inkoop en de logistiek. “Praktisch houdt dat in mensen individueel hun boodschappen bestellen. Het ophalen en uitdelen gebeurt bij toerbeurt. Op de ophaaldag is iemand aan de beurt om alle bestellingen bij de boeren op te halen. De deelnemers halen vervolgens hun boodschappen op bij het uitdeelpunt. Als je dat met tien gezinnen doet, dan heb je dus eens in de tien weken de beurt om alles op te halen.”
Tal van voordelen
“Op deze manier krijg je makkelijker toegang tot eerlijk eten: eten met een eerlijke prijs, waarbij bijvoorbeeld meer aandacht is voor dierenwelzijn,” somt Estella Franssen de voordelen op van eten kopen via een voedselcoöporatie. “Een beter inkomen voor de boer, minder verpakkingsmaterialen, en ook minder vervoerskilometers. Waar een gemiddelde maaltijd zo’n 35.000 km aflegt voordat het op je bord belandt, hebben we het hier over 10 tot 20 kilometer. En het is ook nog eens veel verser!”
Maar het mooiste pluspunt van voedselcoöporaties vindt ze dat mensen ook echt in contact raken met een boer. “ Als consument zie je normaal gesproken niet hoe een varken leeft, en pas als mensen dat hebben gezien, zijn ze bereid om te betalen voor dierenwelzijn. En daar moeten we ook naar toe: naar een meervoudig waardesysteem, waarbij voedsel niet langer wordt geproduceerd tegen de laagste kostprijs, maar waarin we ook bereid zijn om te betalen voor andere waarden, zoals dierenwelzijn, en natuurbeheer.“
“Ik herinner me een varkensboer die graag vlees wilde leveren aan een coöporatie, maar de bewoners wilden dat alleen als de boer zijn varkens op stro ging zetten. De boer wilde dat niet, omdat het vlees dan te weinig zou opleveren om de dieren een beter leven te kunnen bieden. De bewoners reageerden heel resoluut: als dat duurder is, dan betalen we dat toch!”
En daarmee raakt Estella Franssen meteen een belangrijke barrière voor lokaal geproduceerd voedsel. “Lokaal eten kopen is soms duurder dan eten kopen in de supermarkt. Voor veel mensen is lokaal voedsel geen optie. Daar komt bij dat moeten mensen ook zelf kunnen koken; het zijn allemaal onbewerkte producten. Veel mensen weten niet wat ze daarmee moeten doen, hebben er geen ruimte voor in hun hoofd of hebben nooit geleerd hoe ze een lekkere maaltijd kunnen bereiden.”
Eettafels
In opdracht van de City Deal onderzoekt Estella Franssen hoe deze groep mensen toch in contact kan komen met lokaal en duurzaam eten. “Er zijn tal van initiatieven in buurthuizen, via kerken of koksopleidingen waar mensen 1 a 2 keer in per week terechtkunnen om – tegen kostprijs – samen te eten. Samen koken hoort hier ook vaak bij. Gezond eten is hier belangrijk, maar het sociale aspect van eten is voor deze groep mensen vaak nog veel belangrijker. Eenzaamheid is echt een groot probleem.”
Estella Franssen onderzoekt momenteel wat voor verschillende ‘eettafels’ er zijn. De resultaten zoals we die presenteren zijn vooral gefocust op het gebied van financiering, gezondheid, effecten voor de deelnemers. Het geeft gemeenten inzicht in hoe ze voedselinitiatieven het beste kunnen ondersteunen. Ook wil Estella van deze initiatieven weten hoe lokaal eten hier een plek kan krijgen.
Creatieve oplossingen
“Daar ligt wel echt een uitdaging. Als je maaltijden aanbiedt tegen kostprijs, dan is er geen financiële ruimte voor lokale producten. Dit vraagt om creatieve oplossingen. In Deventer onderzoeken we de mogelijkheden om voedselcoöporatie te laten functioneren vanuit een solidariteitsprincipe, waarbij mensen kunnen meedraaien onder soepele voorwaarden, of waarbij de voedselcoöperatie zich ontfermt over een lokaal eettafel-initiatief. Estella Franssen ziet nog volop kanen: “Zo zouden we echt een flinke stap kunnen zetten om een kwetsbare groep mensen een gezonde, lokale en met liefde bereide maaltijd voor te zetten.”
Ben jij een gedreven afstudeerder op zoek naar een onderwerp dat écht impact kan maken? Dan hebben wij het perfecte onderwerp voor jou: de gezonde voedselomgeving. We zijn op zoek naar gemotiveerde studenten die willen bijdragen aan het bevorderen van gezonde eetgewoonten en het creëren van een positieve verandering in de maatschappij.
De Rijksoverheid wil in de periode tot 2030 900.000 woningen realiseren. Een complexe opgave, waarbij duurzaamheid, betaalbaarheid en leefbaarheid belangrijke thema’s zijn. Bij nieuwe gebiedsontwikkelingen is er één thema dat nog nauwelijks aandacht krijgt: de gezonde voedselomgeving. De partners van de City Deal Gezonde en Duurzame Voedselomgeving en de City Deal Dynamische Binnensteden willen de komende periode onderzoeken hoe en gemeenten hun gezonde voedselambities kunnen laten landen bij (nieuwe) gebiedsontwikkelingen. En wat de rol van vastgoedpartijen daarin kan zijn.
In Nederland is meer dan de helft van de volwassenen te zwaar. Dit neemt toe met de leeftijd, ouderen zijn vaak zwaarder dan jong volwassenen. En dat is niet zonder gevolgen: mensen met overgewicht en obesitas zijn vaker ziek, hebben een grotere kans om arbeidsongeschikt te worden en hebben vaker psychische problemen. Een groot deel van de totale ziektelast in Nederland wordt veroorzaakt door overgewicht. De kosten van gezondheidszorg en arbeidsverzuim door overgewicht bedraagt inmiddels vele miljarden per jaar.
De leefomgeving speelt een belangrijke rol in onze voedingskeuzes. De afgelopen tientallen jaren is de omgeving op zo’n manier veranderd en ingericht dat het steeds makkelijker is geworden te kiezen voor overmatige consumptie van calorierijk voedsel. Uit onderzoek blijkt dat de laatste jaren landelijk duizenden fastfoodlocaties, donutzaken, ijssalons en dönerzaken bijkwamen, terwijl het aantal verswinkels, zoals bakkers en groenteboeren, juist afnam. Tachtig procent van het aanbod in supermarkten is ongezond.
Een belangrijke sleutel om hier iets aan te doen ligt bij het vastgoed. Een goede programmering kan immers zorgen voor een betere balans in het voedselaanbod in de stad. Gemeenten hebben hierop echter weinig invloed, zeker niet bij transformatie van vastgoed dat in handen is van derden. Eigenaren en gebruikers van vastgoed spelen hierbij wel een grote rol.
De City Deal Gezonde en Duurzame voedselomgeving en de City Deal Dynamische Binnensteden willen de komende periode samen onderzoeken hoe gemeenten de samenwerking met vastgoedeigenaren kan versterken om meer regie op het voedselaanbod te kunnen uitoefenen.
Omdat gebiedsontwikkeling een complex proces is, wil we eerst meer kennis en inzicht in dit proces krijgen, zodat we daarna een concrete handleiding kunnen aanbieden aan gemeenten hoe zij bij (nieuwe) gebiedsontwikkeling het belang van een gezond voedselaanbod een plek kunnen geven.
Scriptie
De City Deal partners nodigen studenten met een relevante studierichting (bijvoorbeeld (economische) geografie, planologie, vastgoed & makelaardij, stedenbouw) uit tot het schrijven van een scriptie over het proces van gebiedsontwikkeling en regie op voedselaanbod: op welke momenten kunnen gemeenten invloed uitoefenen, welke keuzes zijn er en wanneer kunnen zij hun gezonde ambitie het beste laten landen bij (nieuwe) gebiedsontwikkelingen. Literatuuronderzoek en onderzoek naar best practices hoort hier zeker bij, met een visueel stappenplan als samenvatting van het resultaat.
Interesse? Neem contact op per e-mail
Tientallen partners van de City Deal Gezonde en Duurzame voedselomgeving kwamen vorige week naar de tropische kas van de Haarlemmer Kweektuin. Een middag vol inspiratie en nieuwe ontmoetingen. Of zoals Stephan Kooijman van de gemeente Haarlem het verwoordde: “Wat is de grootste innovatieversneller? Samenwerken!”
De gemeente Haarlem – gastheer van deze City Deal dag – won in 2022 de Rising Innovative City-prijs gewonnen. Niet verrassend, want de stad bruist van de ambities. Zo zet de stad in op 100 procent circulariteit in 2030, wil in 2040 aardgasvrij zijn en streeft naar klimaatneutraliteit in 2050. Ook op het gebied van voedsel gebeurt er volop in de stad. Reden genoeg om een aantal van deze smaakmaker op deze dag een podium te geven.
Een van deze innovatieve Haarlemmers is Don Varekamp. Hij is co-founder van de app Foodcounts. Deze applicatie gaat voedselverspilling tegen én zorgt dat verse en gezonde maaltijden terecht komen bij financieel kwetsbare huishoudens. In september start Foodcounts een pilot in Haarlem en Almere.
Jeroen Jansen nam de City Deal partners mee in zijn zoektocht naar een goede bestemming voor fruitpulp. Ondanks dat fruitpulp vol vezels zit, wordt het vaak alleen gezien als afval. Zijn bedrijf Bison Club ontwikkelt een techniek om nutriënten uit fruitpulp te halen. Hij doet mee in het GO!-NH programma, de start-up accelerator van de provincie Noord Holland.
Rogier Tan toonde de vele initiatieven van Haarlem Food Future, een stichting die samen met inwoners, ondernemers en gemeente werkt aan lokaler, gezonder en duurzamer eten en drinken. Focus ligt op het slimmer samenwerken met genoemde partijen en op het voorkomen van voedselverspilling. Vrijwilligers brengen eten, dat niet meer in de supermarkt verkocht mag worden, naar sociale initiatieven, die met het eten koken of het delen met mensen die het nodig hebben.
Miriam Muhl van City Deal partner JOGG nam het gezelschap mee in hoe JOGG scholen op weg helpt met het aanbieden van gezonde maaltijden. Basis- en middelbare scholen voor leerlingen uit kwetsbare wijken kunnen sinds kort subsidie aanvragen via www.schoolmaaltijden.nl. Dankzij de oproep van JOGG en samenwerkingspartners wordt het belang van gezonde voeding door minister Wiersma van Onderwijs onderstreept. JOGG heeft samen met het Voedingscentrum gewerkt praktische hulpmiddelen die scholen helpen een gezonde maaktijd te kunnen bieden. kunnen geven aan de schoolmaaltijden. Bekijk hieronder de toolkit van het Voedingscentrum.