Den Bosch werkt aan de volgende stap in de City Deal
In Den Bosch willen de partners van de City Deal Kennis Maken een volgende stap maken. Van projectmatig werken willen ze naar programmatisch werken. Onderzoeker en relatiemanager van het ondernemerscentrum van Avans Leon Kuijpers gaat het komend jaar de logistiek in kaart brengen, die hiervoor nodig. Met subsidie uit de nieuwe call van de City Deal.
Hoe gaat het met de samenwerking in Den Bosch tussen de stad, onderwijsinstellingen en andere partners?
Kuijpers: “In Den Bosch werken we al sinds 2019 samen in het kader van de City Deal Kennis Maken. Hier smaakt dat dat naar meer, zowel vanuit de gemeente als de onderwijsinstellingen. We zijn naar elkaar toegegroeid in het kader van de maatschappelijke opgaven van de stad. . Samen met gemeente, lokale organisaties/initiatieven en beroepsonderwijsinstellingen in de stad werken we vanaf het begin aan onderwijsprojecten rondom positieve gezondheid. Als je dit allemaal zo uitlegt aan anderen, klinkt het allemaal heel logisch en makkelijk. Maar organiseer het maar eens. Zeker als je in 2019 bent begonnen en nu in het kader van het implementatieplan een volgende stap wil maken. En dat is dat we het niet alleen projectmatig willen doen, maar ook programmatisch.”
Wat houdt die stap naar programmatisch werken in?
“Met betrekking tot de projecten gaan we meer lijn en structuur in brengen en nog geïntegreerder werken. We hebben daarbij met diverse onderwijsinstellingen te maken: Avans, Fontys, HAS, Koning Willem I College, Yuverta, Koningstheateracademie en JADS. Deze instellingen zijn zelf ook allemaal bezig met allerlei onderwijs en organisatorische innovaties. Van hen ga je ook nog eens vragen of ze de maatschappelijke vraagstukken uit de stad structureel gaan plaatsen in hun onderwijs. Kijk alleen al naar Avans. Die heeft 30.000 studenten en 3000 docenten en een aantal academies, waarin je dat moet laten gaan landen. Nu doen we vooral nog een beroep op academies en opleidingen, die heel veel energie hebben, en de mogelijkheden om binnen hun curriculum eraan deel te nemen. We willen straks toe naar een situatie waarin de City Deal en maatschappelijke opgaven onderdeel zijn van alle opleidingen in Den Bosch. In Den Bosch zal elke student in 2025 deel kunnen nemen aan een onderwijsactiviteit in het kader van maatschappelijke opgaven in de stad mbt positieve gezondheid, duurzaamheid en datastad. Dat is het perspectief dat we met elkaar willen creëren.”
Dat betekent nog wel wat. Wat moet er allemaal gebeuren?
“Je moet de bekendheid vergroten en samen met opleidingen kijken naar de mogelijkheden die er zijn. Wanneer ze kunnen instappen? In welk jaar, welke onderwijsmodule? Hoe kunnen ze dat multidisciplinair doen? Dat is een uitdaging. Vervolgens wil je dat ook multilevel doen. Stel je werkt aan de vergroening van de Bossche binnenstad. Dan wil je daar bijvoorbeeld opleidingen als social work en bedrijfskunde aan laten bijdragen. Vervolgens wil je ook het mbo laten kijken hoe hun studenten kunnen aansluiten. Daar zit een hele grote organisatorische uitdaging achter. Dat proberen we dit jaar inzichtelijk te maken. Hoe groot is die voor Avans en hoe we daarmee om kunnen gaan, en vervolgens ook nog eens onderzoek bij kunnen betrekken. Met onze lectoraten en de thema’s die aansluiten bij hun expertisegebieden willen we richtinggevend zijn.”
“Lectoren geven kaders als het gaat om bijvoorbeeld positieve gezondheid. Hoe kunnen we onderwijsprojecten op basis van die kaders en richtingen van de lectoren laten uitvoeren zodat ze impact hebben, en echt een bijdrage leveren aan de maatschappelijke opgaven. Op termijn wil je dit niet alleen als gemeente en onderwijsinstelling gaan doen, maar ook inwoners erbij betrekken en organisaties die daar een belang bij hebben. Zo wordt die casus voor studenten levensecht en kunnen we ook dadelijk iets realiseren waarbij inwoners en partijen uit de stad ook meewerken aan de transitie. Kijk naar de vergroening van de binnenstad. Een onderdeel daarvan kunnen faunatorens zijn. Die kunnen onderhouden worden door mensen uit de buurt.”
Waar kijk je naar precies in jullie project om de organisatie inzichtelijk te maken?
“Kortweg gaat het om drie dingen. Het gaat om coördinatie van opleiden, en onderzoek. Het gaat om impact. Welke impact en welke uitkomst wil je bereiken met je projecten? Welke maatschappelijke partners ga je erbij betrekken? Als derde gaan we dit project als Avans doen. We proberen hiermee een soort voorbeeld te creëren voor andere onderwijsinstellingen. Een good practice die hopelijk principes aanreikt voor andere onderwijsinstellingen die er vanaf 2023 mee aan de slag kunnen. We zijn nu net van start gegaan. we gaan hierbij ook kijken hoe we studenten hierbij kunnen betrekken. Inhoudelijk, binnen onze opleiding AAFM zijn studenten al bezig met maatschappelijke impactmeting. Ook zijn we in overleg met de medezeggenschapsraad voor studenten om met hen te klankborden op wat er uitkomt.
Waarom past dit project zo goed bij de City Deal Kennis Maken?
“Het gaat hier in principe om de beoogde bedoeling van de City Deal: rondom maatschappelijke vraagstukken in de stad kijken kennisinstellingen met elkaar hoe kunnen we tot oplossing komen en transitie kunnen realiseren. Het gaat daarbij niet alleen om de oplossingen, maar om het creëren van een beweging. Studenten, gemeente, inwoners, bedrijven slaan daarbij de handen ineen. Bij studenten kun je als stad laagdrempelig opdrachten wegzetten, waar ze aan kunnen werken. Als onderwijsinstelling organiseren wij dan dat ze dit multidisciplinair en multilevel gaan doen, met medewerking van de lectoraten. Het is een uitgelezen kans om met die vraagstukken bezig te zijn vanuit een heel breed perspectief.”
Wat kunnen andere steden van jullie leren?
“Ik vind het niet nu al gepast om te zeggen wat anderen van ons kunnen leren. Dat moet nog maar blijken dadelijk. In deze fase kunnen we vooral veel leren van anderen. We hebben al met WIJS in Groningen om tafel gezeten, binnenkort gaan we naar Amsterdam om ons te oriënteren en bij de CDKM projecten in Breda zijn we op zoek naar good practices. Het is dus een wisselwerking. In ieder geval hebben we er enorm veel energie op zitten, en dat is voorwaardelijk. Die energie is bij alle partijen in Den Bosch te vinden. Daar ben ik trots op. Dat maakt het makkelijker om te werken aan die wicked problems.”
“Ik denk dat ook vooral hiermee de generatie die de arbeidsmarkt moet betreden, -de startbekwame professionals die wij afleveren-, helpen. Zodat zij ons uiteindelijk weer kunnen helpen. Door er samen met studenten en onderzoekers aan te werken, ben je niet alleen bezig met de oplossingen, maar ook de professional van de toekomst aan het voorbereiden op een duurzamere toekomst. Als je kennis overdraagt dan zit een heel klein deel in het horen en lezen, maar het grootste deel zit in het ervaren, het zelf doen of meemaken. Door hun betrokkenheid in maatschappelijke projecten gaan onderwerpen als vergroening van de binnenstad, de toepassing van data, energietransitie of de circulaire economie juist leven. Ze gaan het dus straks zelf ervaren, waardoor het beter gaat landen, en ze een beter aanknopingspunt hebben voor de toekomst.”
Laat een reactie achter