Leiderschap voor gezonde en duurzame voedselomgeving zaak van lange adem

Dit gaat over de City Deal City Deal Voedsel op de Stedelijke Agenda
Aanwezigen bij de Public Leadership Challenge 'Leiderschap voor een gezonde en duurzame voedselomgeving’
Public Leadership Challenge 'Leiderschap voor een gezonde en duurzame voedselomgeving’ van de City Deal Voedsel op de Stedelijke Agenda 16-10-2019

Ondanks de verminderde bereikbaarheid als gevolg van de acties van boze boeren kwamen zo’n 30 bestuurders, wetenschappers, studenten en ambtenaren op 16 oktober bijeen voor de Public Leadership Challenge ‘Leiderschap voor een gezonde en duurzame voedselomgeving’.

Het Haagse restaurant Greens in the Park was een passende locatie voor deze door de City Deal Voedsel op de Stedelijke Agenda georganiseerde middag. De aanwezigen gingen met elkaar in gesprek over de vraag hoe bestuurlijk leiderschap ingezet kan worden om de Nederlandse voedselomgeving gezonder en duurzamer te maken.

Hardnekkig

De Haagse wethouder Liesbeth van Tongeren opent de PLC gezonde leefomgeving in Den Haag op 16 oktober 2019

Wethouder Van Tongeren van Den Haag

Wethouder Liesbeth van Tongeren van Den Haag opende de middag en stelde meteen een groot probleem vast: “Het maken van gezonde keuzes voor duurzaam en bij voorkeur lokaal geproduceerd voedsel van goede kwaliteit is heel lastig.” Ze pleit daarom voor leiderschap dat erop gericht is om anderen mee te krijgen. “Wie iets wil veranderen op voedselgebied krijgt te maken met de taaie werkelijkheid dat er overal om ons heen een enorm aanbod van ongezond voedsel voorhanden is. Het vergt moed en doorzettingsvermogen om hier iets aan te veranderen, want de oppositie is hardnekkig”. Echt leiderschap is een eenzame aangelegenheid zegt ze, maar “echte leiders lopen altijd voor de troepen uit.” Je zult volgens Van Tongeren de groep achter je mee moeten nemen, dwars door de drie fases ontkenning, woede en rouw heen, voordat de acceptatiefase wordt bereikt.

Betuttelen

Ook Hoogleraar Consumptie en Gezonde Leefstijl Emely de Vet van de Wageningen University ging in op het probleem van de alomtegenwoordige aanwezigheid van vooral ongezond voedsel in onze directe omgeving. “Beschikbaarheid van voedsel is de afgelopen jaren almaar toegenomen, net als de portiegrootte” aldus De Vet. “Bovendien is ongezond voedsel goedkoper dan gezond voedsel. Zo bezien is het niet vreemd dat het omkeren van slecht voedingsgedrag zo moeilijk is. De omgeving bepaalt wat de norm is, dus als slecht voedsel op een laagdrempelige manier op grote schaal beschikbaarheid is wordt dát de standaard. En dat is te merken want alle pogingen ten spijt is de dagelijkse groente-inname in de afgelopen tien jaar met welgeteld 4 gram toegenomen!” Interventies vinden volgens haar dan ook nog te veel plaats vanuit de gedachte dat mensen rationeel zouden handelen. Alleen maken mensen hun keuzes niet op die manier. Als De Vet het zelf voor het zeggen zou hebben zou zij de beschikbaarheid van fastfood drastisch terugdringen. “Wees niet bang om te betuttelen” gaf ze de bestuurders dan ook nog mee.

Voetafdruk

Directeur Hans Mommaas van het Planbureau voor de Leefomgeving ging in zijn voordracht ‘Leiderschap voor een duurzaam voedselsysteem’ in op de effecten van onze voedselkeuzes op onze leefomgeving. Aan de hand van de PBL-publicatie ‘Dagelijkse kost. Hoe overheden, bedrijven en consumenten kunnen bijdragen aan een duurzaam voedselsysteem’ (link) liet hij zijn publiek zien hoe de voetafdruk van de Nederlandse voedselconsumptie is opgebouwd. Als we de voedselvoorziening willen verduurzamen moeten we kijken naar de totale voedselketen (volgens het PBL ‘van bord naar boer’). Mommaas stelt dat de voetafdruk van onze voedselvoorziening door het gematigd draaien aan een viertal knoppen (Duurzamer eten, Minder voedsel verspillen, Efficiënter produceren en Zorgvuldiger produceren) met 25% kan afnemen. Maar “ingrijpen in consumeren is ingrijpen in onze voedselvoorziening”, en dat is iets waar leiderschap voor nodig is.

Public Leadership Challenge

Een deelnemer schrijft mee tijdens de PLC bijeenkomst op 16 oktober 2019 in Den Haag

Vervolgens was het de beurt aan de aanwezigen, die in drie rondes aan vier tafels met elkaar in gesprek gingen over de vragen welk type leiderschap in het lokale bestuur nodig is om de bovengenoemde doelen te bereiken (1), wat lokale bestuurders kunnen doen om de voedselomgeving daadwerkelijk gezonder te maken (2) en wat bestuurders bij het rijk juist kunnen doen om de stedelijke voedselomgeving gezonder te maken (3). Deelnemers poogden ook een antwoord te geven op vragen als ‘hoe ver moet de overheid hierin gaan? Wat zijn de meest geschikte juridische, economische of communicatieve beleidsinstrumenten? En wat vinden experts hier eigenlijk van? En hoe pakken bestuurders van andere steden, provincies en het rijk het aan?’ Kijk hieronder voor de voornaamste bevindingen.

Kruispunt

Froukje Idema (gemeente Ede en Programmateam Citydeal) sprak hierna de wens uit om deze City Deal voort te zetten. Ze vindt dat we nu moeten nadenken over hoe we verder willen, wat we willen bereiken. Programmamanager Frank Reniers van Agenda Stad reageerde door te zeggen dat we met deze City Deal op een kruispunt staan: “gaan we inderdaad door met de koplopers van deze Deal om nóg meer te leren en ervaring op te doen, of is het nu tijd om te gaan oogsten, en de opgedane kennis breeduit te gaan delen. Die vraag zal de komende tijd centraal staan.” Verschillende deelnemers reageerden positief op deze onderzoeksvraag en boden hun medewerking aan.

Organisator Nikol Hopman van het Centre for Professional Learning van de Universiteit Leiden sloot het inhoudelijke deel van de middag af met de conclusie dat het Nieuwe Publieke Leiderschap het niet alléén kan, en dat ook niet hóéft. “Wat hier wel nodig is? Collectief leiderschap en gedeeld eigenaarschap. Vraag je af ‘wie wanneer kan en wil bijdragen’ en nodig partners uit om mee te doen. En stel de vraag wie erover gaat en verantwoordelijk is zo lang mogelijk uit. We weten het soms gewoon nog niet, dus begin maar en begin met kleine stapjes.”

De voornaamste bevindingen aan de PLC-tafels

Wat lokale bestuurders kunnen doen om de voedselomgeving gezonder te maken:
• Gebruik natuurlijk contactmomenten tussen overheden om zaken te agenderen;
• Maak gebruik van de bestaande kaders en instrumenten die overheden kunnen inzetten – er is al veel mogelijk;
• Stel eisen rond voedsel(beleid) bij het gunnen van contracten;
• Gebruik je bevoegdheden creatief en gebruik ál je instrumenten – werk ook samen met andere instanties in of buiten de keten;
• Blijf dicht bij de waarden van je doelgroep;
• Probeer geen gedrag te veranderen maar de andere opties aantrekkelijker te maken
• Neem kennis van wat er her en der al gebeurt (zie pag. 99 in PBL-rapport en receptenboek op www.citydealvoedsel.nl)
• Introduceer een puntensysteem: stimuleer Horeca-bedrijven om gezondere en duurzame keuzes te maken.

Wat bestuurders bij het rijk kunnen doen om de stedelijke voedselomgeving gezonder te maken:
• Maak gebruik van de City Deal-aanpak en het hechte netwerk wat is ontstaan;
• Zorg voor “experimenteer-ruimte” in wet en regelgeving en trek indien samen op in juridische processen;
• ersterk de band met kennisinstellingen: veel kennis is al beschikbaar;
• Agendeer deze problematiek bestuurlijk: als het Rijk erover begint, druppelt dit op den duur vanzelf door naar andere overheden; en vice versa. Zo ontstaat een soort ‘multiplier-effect’;
• Niet telkens iets nieuws verzinnen, maar maak ook eens iets af zoals de (inmiddels verlengde) jongeren op gewicht aanpak in Amsterdam;
• Leg marketing gericht op kinderen aan banden (leer van anti-rokenbeleid);
• Stel strengere eisen aan de samenstelling van producten;
• Beproef maxima aan het aandeel ‘ongezonde’ producten die in de aanbieding komen;
• Voer een leeftijdsgrens voor energiedrankjes in;
• Verken een optie tot schoolfruit in kwetsbare wijken;
• Maak ‘vega-tenzij’ de standaard in overheidskantines;
• Verspreid ‘best practices’: breed delen van wat goed werkt;
• Verbreed de opgedane kennis in deze City Deal naar niet aangesloten gemeentes;
• Hanteer prijsprikkels rond zout, vet en suiker;
• Maak gebruik van de nieuwe mogelijkheden binnen de Omgevingswet;
• Bedenk als overheid wat er gebeurt als je komt op het terrein van Europese regels of mededinging en trek samen op;
• Verder werd nog geopperd om definitie-afspraken te maken over begrippen als ‘duurzaam’ en ‘gezond’.

Welk type leiderschap is er nodig:
• Toon lef en leiderschap, durf te breken met de status quo;
• Straal enthousiasme uit;
• Zorg dat iedereen van elkaar kan leren;
• Verbind, bouw bruggen. Wees een slimme coalitievormer;
• Sluit aan bij bestaande netwerken ‘waar energie op zit’. Bewoners kunnen hier een rol in spelen.
• Leiderschap is: durven te kiezen. Belangen gaan nu eenmaal niet altijd hand in hand;
• Gooi af en toe een steen in de vijver;
• Wees concreet, niet te abstract;
• Maak gebruik van instrumenten als subsidieverstrekking om te stimuleren en aan te jagen.

Laat een reactie achter

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *