Lering trekken uit wat wél en wat niét goed gaat, brengt City Deal Kennis Maken verder

Dit gaat over de City Deal City Deal Kennis Maken
Henk Mulder vertelt over de Wetenschapswinkel van de Rijksuniversiteit Groningen. Foto: Florencia Jadia

Op donderdag 23 mei kwamen de directe contactpersonen van de City Deal Kennis Maken bijeen op de derde landelijke Kennisdelingsdag van de City Deal. Opnieuw was een bijzondere locatie gekozen: de EnergyBarn op de Zernike Campus in Groningen. In deze eigentijdse, duurzame ruimte, gemaakt door studenten van de Hanzehogeschool en het Alfa-college in opdracht van energieproeftuin EnTranCe, werd het gezelschap welkom geheten door projectleider Rowinda Appelman en gastheer Paul van der Wijk, bestuurslid van de Hanzehogeschool.

“Welkom in de EnergyBarn”, sprak Van der Wijk. “De EnergyBarn is een grote loods, een tijdelijk gebouw dat wanneer het wordt afgebroken volledig herbruikbaar zal zijn. Daarmee is de EnergyBarn er niet alleen voor praktisch gebruik, maar ook om het nadenken te stimuleren over creatief gebruik. En vandaag hopelijk ook om de kennismaking binnen de City Deal te intensiveren.” Van der Wijk schetste hoe de Hanzehogeschool sinds het begin betrokken is bij het Akkoord van Groningen, het samenwerkingsverband tussen Hanzehogeschool, Rijksuniversiteit Groningen, het Universitair Medisch Centrum Groningen en de gemeente, dat in 2009 gesloten werd en waaraan inmiddels ook de ROC’s deelnemen. Van der Wijk benoemde de complexiteit van een dergelijke samenwerking: “enerzijds zijn we bestuurders van complexe organisaties en anderzijds hebben we elkaar als organisaties ook nodig en is samenwerking van groot belang. Vandaag is ook weer een mooi moment om uit te wisselen hoe je die twee zaken goed bij elkaar brengt.”

Het DNA van kennissteden

Vervolgens is het woord aan niemand minder dan Peter den Oudsten, de burgemeester van Groningen. “Welkom in Groningen! Ik wilde deze bijeenkomst graag naar onze stad halen, om ook mensen die hier niet vaak komen de kans te geven om te voelen wat voor soort stad dit is. Daarnaast vind ik het belangrijk om ook het DNA van de kennissteden naar ons toe te halen zodat we dit in onze eigen kennisinstellingen van dichtbij meemaken.”

Burgemeester Den Oudsten. Foto: Florencia Jadia

De burgemeester schetste hoe Groningen na de gemeentelijke herindeling zo’n 230.000 inwoners telt en daardoor met Eindhoven stuivertje wisselt als ‘vijfde stad van Nederland’ en “dus niet slechts een stadje in het Noorden” is. “En met 60.000 studenten zijn we bij uitstek een onderwijsstad en ook daarom is de City Deal Kennis Maken voor ons van belang. Die studenten maken deel uit van de bevolking en moeten we dus in het stedelijk weefsel zien op te nemen. Dat zorgt voor specifieke vraagstukken die ook centraal staan in de thematiek van de City Deal.”

Daarnaast wil Den Oudsten ervoor waken dat de studentencultuur te veel overheerst. “We zijn niet alleen een stad met veel studenten – de gemiddelde leeftijd van de Groninger is 35 – maar ook helaas met veel armoede. Door de zichtbaarheid van de studenten dreigt die arme kant een beetje weggedrukt te worden in de stad.” En om de brede welvaart in de stad te stimuleren, is het ook zaak om afgestudeerden te behouden voor de stad. “We moeten zorgen dat studenten hier een goed leven hebben, ook na hun studie en dus moeten we zorgen voor banen.”

Klimaat van onzekerheid

Tot slot vroeg Den Oudsten aandacht voor de recente aardbeving, die een dag voor de bijeenkomst plaatsvond. “Ik ben ook burgemeester geweest van Enschede. Daar hebben we te maken gehad met een Vuurwerkramp. Dat was één klap, met grote gevolgen. Maar bij aardbevingen is het altijd onzeker. En als een versterkingsoperatie niet op gang komt, ontstaat een psychologisch klimaat van onzekerheid. Dat speelt niet zozeer in de stad, maar wel in de omgeving. De gaskraan moet dicht. Er is hier in Groningen de veel kennis opgebouwd over energie en die kennis kunnen we benutten bij het vinden van alternatieven voor het gas. Bovendien kunnen en moeten we als sterke en gezonde stad onze regio ook meenemen in de economische transitie. Dat zie je in Europa ook steeds vaker gebeuren.”

Nadat de burgemeester de aanwezigen een leerzame dag heeft toegewenst, vertelt Rowinda over de aanwezige solar auto waarmee de Groningse studenten van Top Dutch Solar Racing in oktober voor het eerst deelnemen aan de World Solar Challenge en over de Anomatic Coffee Machine, ofwel: de koffiefiets. Op deze geavanceerde ‘hometrainer’ van Ditmar van Dam en zijn team zet je met je zelf bijeen gefietste energie een kopje koffie, op een koffieautomaat die aan de fiets verbonden is. Zo wordt energieverbruik tastbaarder. Vervolgens ligt Rowinda het programma van de Kennisdelingsdag toe.

Tot slot van het plenaire programma vertellen Anna-Lucia Rijff en Marjolein Inklaar van Talentweb over hun organisatie waarbij talentvolle jongeren samen oplossingen zoeken voor maatschappelijke problemen en proberen afgestudeerden te behouden voor de stad door netwerkactiviteiten te organiseren.

De dames van Talentweb. Foto: Florencia Jadia

Rowinda deelt nog mee dat er op 2 juli een informatiebijeenkomst plaatsvindt over de nieuwe financiële regeling van de City Deal Kennis Maken en dat de volgende grote en openbare Kennisdelingsdag op vrijdag 1 november in Den Bosch plaatsvindt. Ook kondigt ze aan dat op maandag 27 mei de online communitytool van de City Deal Kennis Maken in gebruik genomen wordt. De direct contactpersonen van de City Deal ontvangen dan een uitnodiging om lid te worden van de tool die door het ministerie van BZK is aangeboden.

Ochtendsessies: van hybride leeromgevingen tot online communities

Hierna verdelen de aanwezigen zich over de deelsessies van het ochtendprogramma. Loes Damhof en Ilja Boor vertellen over het Comenius Netwerk. Beide wonnen een Comeniusbeurs en vertellen hoe dat hun leven veranderd heeft. Boor houdt zich nu bezig met het stimuleren van zelfregie bij studenten. De beurs van 100.000 euro die zij als senior fellow heeft verworven, maakt dit mogelijk. Damhof ontving drie jaar geleden de eerste Comenius beurs als teaching fellow. Zij benutte de 50.000 euro om zich in te zetten voor Futures Literacy; het vermogen om met een onzekere toekomst om te gaan. Door haar succesvolle inspanningen heeft het College van Bestuur ervoor gezorgd dat ze haar werk met een eigen team kon voortzetten toen het beursbedrag op was. In de groepssessie die hierna plaatsvond waren de belangrijkste inzichten dat zowel het College van Bestuur als docenten in beweging moeten komen om onderwijsvernieuwing op gang te brengen en dat steden en kennisinstellingen elkaar opzoeken vanuit opgaven (Groningen) of kansen (Leiden).

In de sessie over een effectieve ‘learning community’ onder leiding van Erica Aalsma van de Leermeester draaide het om de vraag ‘hoe maak je een blijvend lerend netwerk’? Aalsma ontwerpt hybride leeromgevingen en voort samen met Ilya Zitter het onderzoek Hybride Alliantie uit. Steeds meer ontwikkelingen in de samenleving vragen om hybride leeromgevingen. Niet voor niets werd het in 2016 door het platform beroepsonderwijs tot belangrijkste innovatie gekroond. En in 2015 constateerde de OESO al dat het onderwijs transformeert naar een netwerksysteem waar hybride leeromgeving verbinding maken.

Maar wat heb je nodig voor zo’n leeromgeving? Een veilige omgeving, betrokkenheid van de buitenwereld en co-creatie. Aalsma bespreekt de theorie van de ‘boundary crossing’ en welke persoonlijke eigenschappen nodig zijn. In ieder geval een open blik en bereidheid het gesprek aan willen gaan. De werkelijkheid is vaak weerbarstig, door verschillende agenda’s, ‘taal’ en perspectieven. Strijdige belangen belemmeren het leerproces, maar het maatschappelijke vraagstuk blijft een bindende factor. Door identificatie, coördinatie, perspectiefuitwisseling en transformatie zoek je de verbinding op de grens. Dat is boundary crossing. Voor de City Deal Kennis Maken betekent dat dat er tussenpraktijken ontstaan, lerende gemeenschappen zoals Talentweb dat in de plenaire sessie aan bod kwam. Om tot die tussenpraktijken te komen, moeten er in de City Deal strategische keuzes gemaakt worden. De deelnemers oefenen vervolgens onder leiding van Aalsma met het opstellen van zo’n constructie voor hun eigen stad.

In hun deelsessie over het Akkoord van Groningen, schetsen Marieke Zwaving en Geert Kamminga van de gemeente Groningen de ontstaansgeschiedenis, het succes en de uitdagingen van deze City Deal ‘avant la lettre’. In 2007 gestart als bestuurlijk overleg kwam het in 2009 tot een bestuurlijk akkoord met focus op de thema’s energie en healthy aging. In 2018 ontstond een nieuwe strategische agenda met als inzet: meer maatschappelijke impact bereiken. Een belangrijk onderdeel vormen initiatieven die de vele internationale studenten en expats zich welkom laten voelen en zorgen voor hun integratie in de stad, met initiatieven als ‘Get going in Groningen’, ‘At home in Groningen’ en ‘Make in the North’. Maar ook sociaal-maatschappelijke initiatieven zoals WIJS (Wijk Inzet door Jongeren en Studenten) en de in Groningen ontwikkelde solar auto komen voort uit de samenwerking die door het Akkoord van Groningen ontstond. Ondanks uitdagingen die de eigen agenda’s van deelnemende partners in elke samenwerking met zich meebrengen, ziet de toekomst er goed uit, doordat nu ook de mbo-instellingen aansluiten. Met de ambitie om de banden met het bedrijfsleven aan te halen en meer programmatisch samen te werken, beginnen de partners aan een nieuw hoofdstuk van het Akkoord.

In de vierde deelsessie van het ochtendprogramma stonden Rowinda Appelman en Evan Schaafsma, communicatieadviseur van Agenda Stad bij het ministerie van BZK, stil bij strategische communicatie vanuit de City Deal en de rol die het nieuwe online platform van de City Deal hierbij kan spelen. Na een demonstratie van de mogelijkheden van het online platform, zoals het plaatsen van berichten, agenda-items en documenten, ofwel in thematische groepen ofwel in de besloten omgeving van een eigen ‘stadsgroep’, worden er ideeën uitgewisseld. Bij sommigen bestaat vooral de behoefte om aan de externe zichtbaarheid te werken en successen op een groter podium uit te dragen. Schaafsma geeft aan dat hij als redacteur van Agenda Stad probeert zo’n podium te bieden maar dat het ophalen van die successen juist vaak een uitdaging vormt waaraan de online community een belangrijke bijdrage kan leveren. Anderen vragen zich af hoe PleinBZK, zoals de tool heet, op stadniveau kan bijdragen aan de ontkokering; bijvoorbeeld door verschillende dependances, zoals de campus Den Haag van de Universiteit Leiden, te verbinden. Dit wordt meegenomen in de verdere opzet van de online tool.

Lunchen in de zon. Foto: Florencia Jadia

Middagsessies: toekomstbestendige ‘skills’ en governance

Na een goed verzorgde lunch die door velen benut werd om buiten in de stralende zon verder te praten over de lessen uit het inspirerende ochtendprogramma, ging men in de middagsessies verder de diepte in.

Voor een kopje koffie moest hard gewerkt worden. Ditmar van Dam demonstreert zijn koffiefiets. Foto: Florencia Jadia.

De sessie over de strategische agenda pakt de draad weer op waar men op 20 februari tijdens de vorige bijeenkomst gebleven was. Renske Heemskerk en Siu-Siu Oen van het ministerie van OCW vertellen over de input die ze inmiddels verzameld hebben. Daarbij ligt de focus op de relatie tussen hoger onderwijs en samenleving. De input die tijdens de vorige bijeenkomst verzameld werd bestaat veelal uit dromen over ecosystemen waarin community engagement de norm is en er geen schotten zijn tussen mbo, hbo en wo. In de sessie vandaag is o.a. gereflecteerd op de input van OESO-onderwijsexpert Van Damme: door de opkomst van kunstmatige intelligentie (AI) neemt de vraag naar ‘non-routine analytical skills’ toe (onderzoeksvaardigheden, probleemoplossend vermogen), maar ook de vraag naar interpersonal skills (sociale en ethische vaardigheden).

In de intervisiesessie over governancestructuren binnen de City Deal, begeleid door Rowinda, stonden vragen centraal als: hoe ga je om met stuurgroepen? Hoe verhoudt de werkgroep/stuurgroep zich tot de bestuurders? En: hoe wordt besloten – top down vanuit thema’s of juist bottom up? Lastige dilemma’s en elke stad bleek hierin zijn eigen aanpak te volgen. Kim Hoeks en Miriam Jager, van resp. de gemeente Nijmegen en de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN), vertelden aan de hand van een casus over hun governancestructuur, gevolgd door kwartiermaker Elianne Rookmaaker die hetzelfde deed voor Ede-Wageningen. Dit leidde o.a. tot discussies over de keuze voor een stuurgroep óf een klankgroep – een keuze die de rol van bestuurders en daarmee ook de speelruimte voor de functionele uitvoerders bepaalt en begrenst. Zo bleek in Nijmegen ene ambtelijke kerngroep en een bestuurlijke stuurgroep ingericht, terwijl men hier in Zwolle aan voorbij gegaan is. In Zwolle werden bestuurlijk vier thema’s meegegeven en in werksessies per thema worden vraag en aanbod door mensen uit het veld aan elkaar verbonden. En in Ede-Wageningen is wel het benodigde bestuurlijke commitment, maar geen directe bestuurlijke ‘groep’. Contactpersonen dragen daar zorg voor de bestuurlijke terugkoppeling in de eigen organisatie aansprekende successen worden wel gezamenlijk bestuurlijk gevierd.

Daarnaast was er veel aandacht voor het monitoren en het aanhaken van zowel bestuurders als je eigen achterban. Met ook attentie voor groepen die nog wel eens vergeten worden maar wél belangrijk zijn, zoals faculteitsdirecteuren. Rowinda geeft tijdens de sessie aan dat ze de komende tijd de governancestructuren per stad inzichtelijk zal maken. Hier werd enthousiast op gereageerd.

Kirsten Lelieveld (gemeente Leiden) geanimeerd in gesprek met deelnemers uit ‘s-Hertogenbosch tijdens een rondetafelgesprek. Foto: Florencia Jadia

De laatste deelsessie van het middagprogramma bestond uit vier rondetafelgesprekken. Deelnemers kregen de gelegenheid om achtereenvolgens aan drie van de vier tafels aan te schuiven, waarin na een toelichting van de tafeldame of –heer, ruimte was voor discussie en uitwisseling rond de thema’s. Henk Mulder van de Rijksuniversiteit Groningen gaf een toelichting op de werking van de wetenschapswinkel van de RuG, die wetenschappelijke kennis en onderzoek beschikbaar stelt voor maatschappelijke vraagstukken. Doordat studenten voor hun werkzaamheden voor de wetenschapswinkel studiepunten krijgen, kan de winkel voor non-profitorganisaties gratis werken. Daarom kan de wetenschapswinkel al 40 jaar bestaan. Eigenlijk zijn er zes verschillende wetenschapswinkels met een verschillende capaciteit en focus. De wetenschapswinkel filosofie onderzocht bijvoorbeeld nieuwe samenlevingsvormen die o.a. gevolg zijn van krapte op de woningmarkt. Hoe verdeel je de lasten eerlijk in zulke woonvormen? Dit leidde tot een handzame brochure voor mensen die zo’n nieuwe woonvorm overwegen. Een ander voorbeeld is een onderzoek van de wetenschapswinkel van Natuurwetenschappen, naar een onverlicht fietspad. Er was uit veiligheidsoverwegingen behoefte aan verlichting, maar omdat de omgeving de habitat is van een vleermuis, mocht deze diens nachtleven niet verstoren. Uiteindelijk is groen ledlicht gevonden dat de vleermuizen niet hindert. Het onderzoek haalde zelfs het landelijke nieuws met krantenkoppen als ‘Groen licht voor de vleermuizen’.

De intakefase is belangrijk bij de wetenschapswinkel. Vaak kent een ingediend vraagstuk meerdere facetten en is het zaak de juiste invalshoek en dus opleiding aan te haken. Daar moeten de docenten vervolgens ook nog bereid zijn mee te werken. Studenten willen vaak wel. Ze raken bovendien gemotiveerder omdat ze merken dat er daadwerkelijk mensen baat hebben bij hun onderzoek. Mulder kan inmiddels door jarenlange ervaring een goede inschatting maken bij welke opleidingen er ruimte in het programma is en waar de meer praktijkgerichte onderzoekers te vinden zijn die mee willen werken.

Lisanne Brakenhoff nam ons aan de volgende rondetafel mee langs de ontstaansgeschiedenis van de Campus Groningen, die feitelijk bestaat uit twee campussen: de Healthy Ageing Campus in het centrum van de stad en de Zernike Campus waar we vandaag te gast zijn. Brakenhoff schetst mooi hoe enerzijds de Campus een vlucht heeft genomen en hoe waardevol het is dat de Campus Groningen sinds eind 2018 in het Campus-overzicht van het ministerie van EZK is opgenomen en anderzijds ook hoe uitdagend het is om als zeer diverse partners gezamenlijk één gebied te ontwikkelen. De organisatie verloopt langs drie lijnen: programmeren (slim omgaan met de community, campus aantrekkelijk maken), ruimtelijk (hoe kan de campus doorgroeien?) en campus services (facilitair, hoe kan men hier ‘proeven’ dat het goed georganiseerd is?). Bij beide campussen samen werken zo’n 20.000 mensen. Er is nog geen studentenhuisvesting op de campus, maar dit wordt wel verkend omdat het de levendigheid ten goede zou komen. Grote uitdaging bij de doorontwikkeling blijft dat de Campus in het leven geroepen is vanuit gezamenlijke ambities die iedereen voelt, maar dat eigen belang toch vaak de bovenhand voert. Zo voert elke organisatie op het terrein rondom haar eigen gebouwen een eigen parkeerbeleid.

Aan de derde rondetafel treffen we Michiel Kastelijn die bevlogen vertelt over het initiatief Make it in the North. Het ‘expat centre voor Noord Nederland’ dat in 2014 werd opgericht, beoogt hiermee een ‘one stop shop’ te zijn voor expats die met hulp zowel de formaliteiten van hun verblijf kunnen regelen, als ook kennis kunnen maken met de cultuur en gewoonten via sociale activiteiten. “Het contact begint ook al in het buitenland, voordat men in Noord-Nederland arriveert”, licht Kastelijn toe. Ook voor Make it in the North bleek het Akkoord van Groningen de belangrijke katalysator; daar constateerden de deelnemende partijen, onder leiding van het bedrijfsleven, dat er geen goede voorziening was die alle kennis en dienstverlening bundelde waar expats behoefte aan hebben. Naast het ontzorgen van expats draait het bij Make it in the North ook eenvoudigweg om het ontsluiten van informatie. Kastelijn: “Voorheen zeiden buitenlandse talenten vaak: er is hier niks te doen. Dat klopte natuurlijk niet, maar was onze fout: er was simpelweg te weinig informatie in het Engels, over activiteiten. Met initiatieven zoals het project Here and Now ontsluiten we nu het culturele aanbod in onze regio en maken dat via een API beschikbaar voor hergebruik op andere platformen.”

Managing director Frederic van Kleef lichtte aan de laatste tafel ‘zijn’ Aletta Jacobs School of Public Health toe. Een samenwerkingsverband tussen universiteit, hogeschool en academisch ziekenhuis met één duidelijk doel: meer gezonde levensjaren creëren. De ‘school’ is een netwerk van onderzoekers en partners die kennis over gezond leven, gebaseerd op fundamenteel onderzoek, actief uitdragen door middel van onderwijs, advies en samenwerking. Dat gebeurt in de vorm van ‘meet-ups’ tussen wetenschappers, opleidingsprogramma’s en samenwerking met maatschappelijke partners.

Excursie: student en wijk worden WIJS van wijkinzet

Op weg naar winkelcentrum Paddepoel en WIJS. Foto: Florencia Jadia

Als ‘uitsmijter’ van de Kennisdelingsdag werden de deelnemers na de middagsessies getrakteerd op een tweetal excursies. Eén in de omgeving van de EnergyBarn, op de innovatieve EnTranCe Campus, met de Energy Academy, het nieuwe aardbevingslab en StartupCity. De andere excursie bracht de deelnemers letterlijk in beweging, want na een fietstocht van de campus naar winkelcentrum Paddepoel, werd men daar bijgepraat over WIJS, door studenten die daar dit wijkcentrum bemensen en bewoners helpen met hun vraagstukken. Zo is er een juridisch steunpunt, vertelt Gerben Knol die als student HBO Recht en vrijwilliger betrokken raakte bij WIJS en er nu afstudeert. Naast het door juristen-in-spé bevolkte steunpunt is er ook een ondernemerssteunpunt, waar tweedejaars studenten bedrijfseconomie buurtbewoners helpen bij o.a. het maken van een ondernemingsplan. Maar WIJS doet vel meer, zoals het project Streetwise, waarbij studenten sociale dienstverlening langs de deuren gaan om bewoners te vragen naar ontwikkelingen in de wijk, in afstemming met de buurtopbouwwerken. Of buddyprojecten, zoals het project waarbij statushouders door een-op-een contact met studenten van WIJS in de praktijk informeel leren integreren. Inmiddels zo vertelt Vincent Hazelhoff, is ook de Rijksuniversiteit aangehaakt bij WIJS. Hazelhoff vertegenwoordigt zelf bij WIJS de Wetenschapswinkel Taal, Cultuur en Communicatie. Van daaruit werd bijvoorbeeld een weerstandsmeter ontwikkeld die helpt bij het archeologische onderzoek naar de resten van het klooster van Thesinge.

Harald Hilbrants (staand links) vertelt over WIJS op locatie in Winkelcentrum Paddepoel. Foto: Evan Schaafsma

Dat WIJS aan de weg timmert, illustreert mede-oprichter Harald Hilbrants: “We hebben deze ruimte in bruikleen van de SNS Bank die naast ons gevestigd is. Bij de bank, die zich ook sterk profileert op maatschappelijke betrokkenheid, was men zo onder de indruk van ons werk, dat ze nu hebben aangeboden om samen met hen in één nieuwe verbouwde ruimte op te gaan. Uiteraard blijven we volledig onafhankelijk opereren, maar de bank profiteert van de uitstraling van ons maatschappelijke werk en wij besparen huisvestingskosten. En die maken het weer mogelijk dat we binnenkort ons tweede wijkcentrum openen, in de Korreweg”.

Geïnspireerd door dit succesvolle praktijkvoorbeeld waarbij samenwerkende kennisinstellingen – naast de Hanzehogeschool en inmiddels de Rijksuniversiteit, leveren ook de ROC’s een belangrijke bijdrage aan WIJS – meerwaarde voor de wijk creëren, fietsen de deelnemers terug naar de EnergyBarn waar onder het genot van een drankje de dag wordt doorgenomen alvorens de terugreis aan te vangen met een rugzak vol inspiratie.

Rowinda Appelman praat de zaal vol betrokken contactpersonen van de City Deal bij over de laatste ontwikkelingen. Foto: Florencia Jadia

Laat een reactie achter

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *