Uitbreiding Mentoren op Zuid krijgt vorm
Binnen de meerjarige samenwerking van het Expertisecentrum Maatschappelijke Innovatie van Hogeschool Rotterdam met het Nationaal Programma Rotterdam-Zuid (NPRZ) ontstond zes jaar geleden de vraag naar extra aandacht voor de talentontwikkeling van leerlingen op Zuid. Zo ontstond het initiatief om studenten van Hogeschool Rotterdam scholieren die in de kwetsbare wijken in dit deel van de stad te begeleiden op school. Het programma Mentoren op Zuid is sindsdien een groot succes. Met geld van de City Deal Kennis Maken krijgt het van de Rotterdamse City Deal partners de kans om het programma dit jaar verder uitbreiden. Ondanks de komst van corona.
Dit artikel hoort binnen het overkoepelende model voor verbinding met de samenleving bij het radar Studenten en Externe Verbinding.
In het programma Mentoren op Zuid brengen studenten van Hogeschool Rotterdam en Thomas More Hogeschool twintig weken één uur per week door met een scholier in een van de wijken op Zuid, zowel in het voortgezet als basisonderwijs. Naast de City Deal Kennis Maken zijn onder meer ook de gemeente Rotterdam, het Rabobank Rotterdam Fonds en andere fondsen betrokken als financiers. “We zijn ooit gestart in één klas met 25 leerlingen en een groep studenten. Momenteel doen ruim 1200 studenten van verschillende opleidingen van de hogeschool én Pabo-studenten van Thomas More Hogeschool mee”, vertelt Jos Heinerman trots. Als programmamanager geeft ze leiding aan een klein projectteam van vier mensen die Mentoren op Zuid ontwikkelen en in goede banen leiden. “Onze ambitie is dat we uiteindelijk doorgroeien naar tweeduizend studenten.”
Want het levert echt wat op , stelt Heinerman. “Ons doel is om kinderen uit kwetsbare omgevingen te helpen, daar waar het noodzakelijk is. Mentoren op Zuid ontstond dan ook vanuit een vraag uit de praktijk. Extra aandacht voor jongeren in Rotterdam-Zuid is onontbeerlijk en NPRZ vroeg of we dat konden oppikken. Ik gun iedere leerling een mentor, een maatje, iemand die het verschil maakt. Iemand die je uitdaagt en ondersteund een extra stap te maken. We redeneren te vaak vanuit achterstand. In dit programma denken we juist vanuit potentieel. Onze mentoren helpen de jongeren meer vertrouwen te krijgen in zichzelf en in hun toekomst. Of soms helpen ze gewoonweg om een wiskundecijfer op te halen.”
Rolmodellen
Dat de mentoren studenten zijn brengt iets extra’s, aldus de programmamanager. “Ze staan dichter bij de jongeren dan volwassenen. Daarom nemen jongeren eerder iets aan van hen. Het zijn meer rolmodellen.”
Om mee te doen kunnen scholen zich aanmelden. Dat kunnen in principe alle scholen zijn, maar de nadruk ligt tot nu vooral op vmbo-scholen. Inmiddels biedt het programma scholieren ook door de leerjaren heen begeleiding aan. Elk jaar krijgen ze dan een andere mentor. Voor de studenten levert het meedoen studiepunten op. Bij een aantal opleidingen is Mentoren op Zuid een standaard vak in het curriculum, zoals bij de Pabo, Social Work, lerarenopleidingen, Pedagogisch Educatief Professional; bij andere opleidingen is het een eigen of hogeschoolbreed keuzevak. Studenten kiezen er in dat geval zelf voor. Voordat ze als mentor starten krijgen ze een training en tijdens de twintig weken worden ze begeleid door docenten. Studenten kunnen, als ze een keer studentmentor zijn geweest, ook als betaalde bijbaan werken als studentenmedewerker. Ze worden dan als begeleider toegevoegd aan een nieuwe groep studenten.
“De studenten vinden het vaak geweldig om mee te doen”, vertelt Heinerman. “Zeker degenen die het als keuzevak doen kiezen er echt voor. Ze hebben vertrouwen dat deelname hen wat oplevert en noemen het betekenisvol en verrijkend. Ze leren bepaalde competenties, zoals mensenkennis, hoe om te gaan met onverwachte situaties en ze zien het als verrijking van hun wereldbeeld. Sommige studenten gaan ook weleens met wat vooroordelen de wijken in. Dan blijkt in de praktijk dat de kinderen daar dezelfde dromen hebben, die ze zelf vroeger ook hadden en de diversiteit een verrijking . Het is echt een rijke levenservaring, dat merken we in de feedback van de studenten.
“Ik ben dankbaar dat we als mbo’ers stage hebben kunnen lopen tussen hbo’ers. Ik dacht dat de hbo’ers vooroordelen zouden hebben, maar we zijn nooit anders zijn behandeld.”
Bouchra Bouzalmad, student Begeleider specifieke doelgroepen aan het Albeda.
Mentoren op Zuid heeft voor de studenten een digitale app ontwikkeld om hen te helpen met methodiek, studiemateriaal en een digitale toolkit. In de app bereiden de mentoren iedere week hun bijeenkomst voor. Docenten volgen het proces en geven feedback en verzorgen iedere week een intervisie bijeenkomst voor de studenten.
Uitbreiding
Dit jaar staat uitbreiding van het programma in de stad hoog op de agenda. Heinerman: “We zijn daarvoor benaderd vanuit de City Deal samenwerking in Rotterdam. We hebben de ambitie om zoveel mogelijk leerlingen en studenten te betrekken, en te werken naar een meer inclusieve samenleving. Vanuit de City Deal is ons doel: uitbreiding naar de noordkant van de stad en meer opleidingsinstituten en studenten betrekken.”
“Als ik mijn opleiding af heb, wil ik een baan zoeken als coach. Ik heb vast vaardigheden geleerd die ik dan kan toepassen.”
Chaima Bouazati, student Begeleider specifieke doelgroepen aan het Albeda.
Een aantal voornemens bij de uitbreiding zijn al gehaald. Zo zet Thomas More Hogeschool dit jaar al extra studenten in. Die starten in november, bij het begin van het nieuwe onderwijskwartaal. En zijn er bij Hogeschool Rotterdam meerdere opleidingen nieuw aangesloten. De grootste uitbreiding is echter te vinden bij het mbo. “Naast hbo-studenten doen nu ook mbo-studenten van niveau 4 mee van de opleiding Onderwijsassistent aan het Albeda College”, vertelt Heinerman-. “Afgelopen februari zijn we daarvoor een pilot gestart om te kijken of het project. in deze opleiding past. Vijf groepen studenten deden mee, en de ervaring was positief. Vanaf dit schooljaar is MoZ dan ook standaard onderdeel van het curriculum. In november starten de eerste mbo-studenten als standaard onderdeel van hun programma. Nu verkennen we of het ook bij andere opleidingen past van het Albeda. Ook met het Zadkine ROC hebben we nu gesprekken.” Bij het programmabureau zelf lopen ook nog eens twee studenten van het Albeda college stage van de opleiding persoonlijk begeleider. We verkennen zo, of het ook bij die opleiding zou passen. Daarnaast heeft de uitbreiding naar het noorden van de stad stappen gemaakt. Naast een school in West en Blijdorp doet nu ook een school in de wijk Zevenkamp mee. mee.
Corona
De komst van Covid-19 heeft wel een gat geslagen in de uitbreidingsplannen. Heinerman: “Doordat scholen en opleidingen veel energie kwijt zijn aan het realiseren van het reguliere onderwijs, is de uitbreiding wel wat vertraagd. En als programma hebben we veel energie moeten stoppen in online mentoring in plaats van live op locatie werken. Dat is nog niet bij alle scholen gelukt. Soms komt het omdat leerlingen niet over de juiste devices beschikken, soms hebben scholen zelf moeite om het eigen onlineonderwijs en de online omgeving op te tuigen. Dan is Mentoren op Zuid net wat te veel. Het vraagt toch iets extra’s van een school. Tegelijkertijd hebben we tijdens de coronatijd ook nieuwe contacten gekregen van scholen die juist nu het contact met kinderen thuis belangrijk vinden. Zelf hebben we ons gericht op het verbeteren van onze methodiek, om Teams in te richten en de training van de mentoren online te maken. Er zijn weinig plekken waar we met zijn allen bij elkaar kunnen komen, gezien de anderhalve meter afstand die we moeten houden. We zijn nu ook scenario’s aan het maken voor de mengvormen die ontstaan: de combinatie van live mentoractiviteiten en online mentoring.”
“Mentoren op Zuid heeft me laten inzien dat het belangrijk is dat je je goed voorbereidt. Anders zit je elkaar maar aan te staren. Bij een klas kun je nog een beetje improviseren, maar een-op-een niet.”
Debby van Meenen, volgde MoZ in de basisschoolklas waar ze toevallig vorig jaar stage liep.
Laat een reactie achter