Terugblik Dag en Nacht van de Stad Apeldoorn

Dagvoorzitter Harm Edens in gesprek met burgemeester Heerts en Joop en Nel. Foto: Martijn Beekman
Dagvoorzitter Harm Edens in gesprek met burgemeester Heerts en Joop en Nel. Foto: Martijn Beekman

Op maandag 4 november streken zo’n 1.200 bevlogen professionals, vrijwilligers en bewoners streken neer in het groene en royale Apeldoorn voor de achtste Dag van de Stad. Vanuit theater Orpheus gingen we met dagvoorzitter Harm Edens op zoek naar wat we kunnen doen om een lang en gelukkig leven voor iedereen bereikbaar te maken.

In ontwerpateliers, excursies in en om Apeldoorn, theatervoorstellingen, interviews, lezingen en workshops schenen 100+ bevlogen sprekers en experts hier hun licht op. Op zondagavond genoot een deel van de aanwezigen bovendien van de exclusieve avondopenstelling in Paleis Het Loo.

Het is moeilijk om zo’n rijk programma goed in beeld te brengen, maar net als in eerdere jaren, doen we met de Aftermovie graag een poging.

Kijk de last lectures en andere hoogtepunten terug

Natuurlijk had je 4 november al lang geleden omcirkeld in je agenda. Kon je er toch niet bij zijn? Ook dit jaar hebben we de inspirerende last lectures en andere plenaire onderdelen voor je opgenomen, zodat je ze terug kunt kijken, op Dedagvandestad.nl, of het Youtube-kanaal van de Dag van de Stad.

Zo kun je onder andere het afsluitende interview met minister Uitermark van BZK terugkijken, het hooggewaardeerde openingsprogramma met burgemeester Ton Heerts en diamanten echtpaar Joop en Nel en last lectures van onder andere Michelle van Tongerloo, oud-burgemeester van Helsinki Jan Vapaavuori en architecht Herman Hertzberger.

Gelukkig hebben we de foto’s nog…

Kun je er echt geen genoeg van krijgen en wil je graag de sfeer van de Nacht en Dag van de Stad nog een keer op je netvlies hebben? Natuurlijk hebben we ook nog de foto’s van fotograaf Martijn Beekman die een mooi beeldverslag vormen van de dag.

Dagvoorzitter Harm Edens in gesprek met burgemeester Heerts en Joop en Nel. Foto: Martijn Beekman

Dagvoorzitter Harm Edens in gesprek met burgemeester Heerts en Joop en Nel. Foto: Martijn Beekman

 

Mijlpalen voor City Deals

De Dag van de Stad is niet alleen een evenement waarop je je laat inspireren door experts op een podium. Het is ook een katalysator voor ontwikkelingen in City Deals. Zo werd dit jaar op de Dag van de Stad in Apeldoorn onder andere de intentieverklaring voor de City Deal Toekomstbestendige Gebiedsontwikkeling ondertekend en presenteerde de City Deal Fietsen voor Iedereen er het Weesfietsenplan. Andere City Deals waren ook aanwezig en boden bezoekers op ludieke wijze een kijkje in hun keuken. Zo leerde de City Deal Ruimte voor Lopen aanwezigen hoe ze een Looptijdenkaart konden maken. Gelukkig legt de City Deal in hun meest recente editie van het Magazine Ruimte voor Lopen ook nog een keer uit hoe dat werkt.

Uit de feedback en evaluatie van de Dag van de Stad blijkt dat het een van de hoogst gewaardeerde edities was. Onze conceptontwikkelaar Jeroen Maters vertelt in een mooi LinkedIn-bericht waarom deze editie voor hem persoonlijk zo waardevol was.

Met het succes van deze editie nog vers in het geheugen, richt Agenda Stad de pijlen samen met de partners alweer op de volgende editie. In 2025 zien we jullie graag in gaststad Enschede!

 

 

CoP Jaarparade: Samen reflecteren en vooruitkijken met behulp van de Impact Maak- en Meettool

CoP'ers creatief aan de slag met het visuele jaarverslag. Foto: Martijn Cooijmans
CoP'ers creatief aan de slag met het visuele jaarverslag. Foto: Martijn Cooijmans

Op dinsdag 19 november vond in de inspirerende omgeving van Buro Brand in Den Haag, de Jaarparade plaats van de Community of Practice van City Deals. Tijdens de Jaarparade werd terug- én vooruitgeblikt. Projectleiders vertelden over de grootste successen en ‘fuck-up’s’ van hun deal het afgelopen jaar, en schetsten de globale plannen voor 2025.

Visueel verslag

En dat schetsen werd vrij letterlijk genomen. Ontwerpend onderzoeker Janneke ten Kate van Platform31 heette de deelnemers welkom bij Buro Brand, een creatief bureau dat gespecialiseerd is in het visualiseren van complexe info en processen. Beeld is niet alleen vaak effectiever in het overbrengen van informatie – het is ook léuker, zowel om waar te nemen als om zelf te maken.

Janneke vroeg de deelnemers aan de CoP Jaarparade om een ‘visueel verslag’ te maken van de geleerde lessen die tijdens deze parade de revue passeerden. Immers, door na te denken over de kern van de geleerde les en hoe je dat samen kunt visualiseren, ben je ook met elkaar in gesprek over wat nu eigenlijk die les ís.

Update Agenda Stad

Programmamanager Koen Haer heette de deelnemers vervolgens welkom en nam hen mee in de recente ontwikkelingen van Agenda Stad. Hij vertelde over de ondertekening van de City Deal Tijdloze Grachten tijdens de Vakbeurs Openbare Ruimte in september. Hij keek positief terug op de Werkplaats in Zwolle van de City Deal Fietsen voor Iedereen en de lancering van het Weesfietsenplan. Ook geeft Koen aan dat de laatste actiepunten nav eerder verschenen AEF Rapport zijn opgepakt: er wordt gewerkt aan de borging van de financiën en interne organisaties worden beter aangehaakt, zodat er intern voldoende draagvlak is om door te gaan als Agenda Stad. Als voorbeeld van het intern verbinden noemt Koen ook het succesvolle Diner Pensant van de Town Deal in verkenning Krachtige Kernen, waar ook DG Arne van Hout aan deelnam.

Daarnaast mogen de succesvolle Dag en Nacht van de Stad in Apeldoorn begin november niet onvermeld blijven. Daar werd in ontwerpateliers en werksessies goed samengewerkt om tot gezondere steden te komen. Tot slot vertelt Koen over de evaluatie door het Planbureau voor de Leefomgeving. Veel van de paradoxen in onze werkwijze die PBL onderzoekt, ervaren we als dealmakers en betrokkenen bij City Deals dagelijks, zoals tijdsdruk; we zijn allemaal druk en daarom dankt Koen de deelnemers voor het tijd vinden voor deze bijeenkomst en het invullen van de Impact Maak- en Meettool,

Vervolgens licht Janneke het maken van het visuele verslag toe. Ze adviseert iedereen om aantekeningen te maken en daarin kernbegrippen te markeren. Van dat begrip kun je vervolgens een icoon maken. De deelnemers worden in verschillende groepen ingedeeld die samen een verslag maken. Als eerste opdracht maken de deelnemers alvast een icoon waarin ze hun eigen City Deal samenvatten.

City Deals weergegeven als iconen. Foto: Martijn Cooijmans

City Deals weergegeven als iconen. Foto: Martijn Cooijmans

Terug- en vooruitkijken met City Deals

City Deal Dynamische Binnensteden

Tim Rolandus van Platform31 kondigt de eerste ronde presentaties aan, waarin vijf City Deals terug- en vooruitblikken. Programmacoördinator Jos Sentel vertelt over de City Deal Dynamische Binnensteden en het belang voor de deal om een community te bouwen. Cruciaal daarvoor waren de City Deal Dagen, met name de City Deal Dag XL van oktober, waar ook geïnteresseerde partijen aanwezig waren die nog niet deelnemen aan de deal.  Borging is nog een uitdaging voor de deal, wellicht juist doordát er resultaten geboekt worden en borging voor partners nog niet urgent voelt. In het komende jaar zet de deal in op versnelling in de samenwerking en een tweede tranche projecten.

City Deal Fietsen voor Iedereen

Programmamanager Monique Verhoef toont een video waarin de hoogtepunten van de City Deal Fietsen voor Iedereen langskomen. Ze schetst dat er het niet kunnen fietsen, samenhangt met meerdere vraagstukken als gezondheid / obesitas, duurzame mobiliteit, de bereikbaarheid van de binnenstad en kansengelijkheid. De City Deal kende dit jaar succesvolle bijeenkomsten, verwelkomde nieuwe partners en creëerde onder andere een Fiets-ecosysteem canvas. Maar het grootste succes was wellicht het Weesfietsenplan, waarin de ambitie beschreven wordt om meer weesfietsen beschikbaar te maken voor mensen die zich geen fiets kunnen veroorloven.

Uitdagingen zijn het nieuwe kabinet en bewindslieden die andere prioriteiten hebben dan de City Deal. Ook wordt er nog hard gewerkt om partners te stimuleren het uitvoeringsbudget van 75.000 te vertalen in concrete projecten. Het komende jaar wordt het fiets-ecosysteem uitgewerkt.

City Deal Ruimte voor Lopen

Projectsecretaris Iris Visser licht de vorderingen van de City Deal Ruimte voor Lopen toe. De City Deal is in de afrondende fase. Onlangs is het Masterplan Lopen ondertekend door maar liefst 70 partijen. De City Deal zelf kent 30 partners, dus het masterplan is ook een belangrijk instrument in de opschaling, evenals het Platform Ruimte voor Lopen. De City Deal wil komend jaar graag verlengen omdat de City Deal dingen kan realiseren die lastig zijn binnen het Masterplan. Iris geeft ook aan dat het belangrijk is om resultaten van experimenten te delen, bijvoorbeeld in het Magazine Lopen. Dat inspireert niet alleen anderen, maar motiveert ook degenen die weten dat hun project in de schijnwerpers wordt gezet.

City Deal Tijdloze Grachten

Dealmaker Tim op ’t Hoog verzorgt namens projectleider Annemarij Kooistra de presentatie over de jongste City Deal, Tijdloze Grachten. Tim is er trots op dat de deal al vóór ondertekening op zoek ging naar werklijntrekkers. Mede daardoor ligt er nu binnen 3 maanden al een werklijnenplan. Hij schetst dat wel een tijdrovende uitdaging bleek om departementen mee te krijgen. Het komende jaar wil de City Deal het netwerk vergroten en versterken, via twee parallelle sporen: enerzijds gespreken met potentiële partners, waaronder ook kleinere gemeenten, en anderzijds lopen de vier werklijnen ook door.

Janneke ten Kate roept de deelnemers op om in groepen nu de eerste presentaties te gaan visualiseren.

CoP'ers creatief aan de slag met het visuele jaarverslag. Foto: Martijn Cooijmans

CoP’ers creatief aan de slag met het visuele verslag. Foto: Martijn Cooijmans

City Deal Gezonde en Duurzame Voedselomgeving

Na dit creatieve intermezzo vervolgt Huibert de Leede de presentaties met zijn schets van de City Deal Gezonde en Duurzame Voedselomgeving. Hij vertelt dat de City Deal onder andere samen met een jurist verkent welke mogelijkheden gemeenten hebben om reclame voor ongezonde voeding te weren. Ook bij deze deal hebben de verkiezingen tot uitdagingen geleid. Waar de aandacht binnen sommige ministeries verschoven lijkt, probeert de deal met de deelnemende gemeenten meer meters te maken. Ook de City Deal ‘Voedsel’ wil verlengen omdat de Voedselwet die VWS voorbereid, pas eind 2025 wordt behandeld. De deal zet bovendien in op meer draagvlak door ‘heel Nederland’ te betrekken en zo ook minder afhankelijk te zijn van landelijke politieke aandacht.

Koen Haer geeft aan dat er straks ook gemeenteverkiezingen aankomen en dat een afname van focus voor deals bij nieuwe bewindslieden wellicht ook deels kan worden opgevangen door dealthema’s in lokale verkiezingsprogramma’s opgenomen te laten worden. Dealmaker Henk Jan Bierling vult aan dat taal ertoe doet: kijk naar welke ‘taal’ bewindslieden aanspreekt en licht eventueel andere speerpunten van je deal uit die daar beter bij passen.

Huibert de Leede praat de deelnemers bij over de City Deal Gezonde en Duurzame Voedselomgeving. Foto: Martijn Cooijmans

Huibert de Leede praat de deelnemers bij over de City Deal Gezonde en Duurzame Voedselomgeving. Foto: Martijn Cooijmans

Tijdens een goed verzorgde lunch gaan de deelnemers verder in gesprek.

City Deal Kennis Maken

Roselinde Wijnands lichtte na de pauze het jaar 2024 van de City Deal Kennis Maken toe. Deze langlopende deal realiseerde inbedding van de samenwerking tussen de stad als rijke leeromgeving en de denkkracht van kennisinstellingen in de curricula in verschillende steden. De kennisregio’s waarmee wordt samengewerkt breiden zich uit en tegelijkertijd wordt de kennisdeling gerichter. Maar de City Deal merkt ook dat het lastig is om de impact goed te meten. De programmamanagers besteden een aanzienlijk deel van hun tijd aan het organiseren van evenementen en het blijkt moeilijk om niet-gesubsidieerde kennissteden aangehaakt te houden. In 2025 zet de City Deal in op borging, via een subsidieregeling, door opgenomen te worden in bestuurlijke akoorden én in instellingsplannen.

City Deal Een Slimme Stad, Zo Doe Je Dat

De City Deal Een Slimme Stad, Zo Doe Je Dat, bevindt zich midden in een transitie van City Deal naar ecosysteem, vertelde Matthias ten Brinke van ELBA/REC namens projectleider Jan-Willem Wesselink. De City Deal gaat op in het DMI-ecosysteem. Daarmee is de borging een feit. De City Deal kijkt ook enthousiast terug naar het evenement AI in de Stad, dat op 12 september in Breda plaatsvond. De City Deal werkt nu toe naar het slotevent op 23 januari én de lancering van het boek ‘Van slimme stad, naar ecosysteem’ waarin de vele instrumenten en opbrengsten van de City Deal de revue passeren en dat tijdens het Slotevent gepresenteerd wordt.

City Deal Impact Ondernemen

Edwin Teljeur schetst hoe er in 2024 stappen zijn gezet bij de implementatie van de zeven thema’s van de City Deal Impact Ondernemen. De themacoördinatoren hebben de thema’s door onderlinge afstemming versterkt en verdiept. Met door de ondersteuning van het kernteeam, droeg dit bij aan de realisatie van o.a. een Sociaal Impact Fonds in Den Haag (met steden als Amsterdam en Utrecht onderweg) een ronde tafelsessie over Impact Meten bij MinEZ, een impactdialoog met ambtenaren van lokale overheden en opname van Impact-thema’s in het beleid van de stad Groningen. Tegelijkertijd liep de City Deal aan tegen de grenzen van het budget. Dat gaat goeddeels naar coördinatoren en het kernteam waardoor er weinig experimenteerruimte overblijft.

In 2025 bereidt de City Deal de afronding in 2026 voor door de zeven thema’s zoveel mogelijk tractie te geven en op zoek te gaan naar solide borging.

Regien van Adrichem vertelt o.a. over de portrettenreeks die de City Deal Energieke Wijken, Duurzaam en Sociaal liet optekenen. Foto: Martijn Cooijmans

Regien van Adrichem vertelt o.a. over de portrettenreeks die de City Deal Energieke Wijken, Duurzaam en Sociaal liet optekenen. Foto: Martijn Cooijmans

City Deal Energieke Wijken, Duurzaam en Sociaal

Ook deze deal werkt toe naar een afronding. De slotbijeenkomst vindt op 3 april plaats. De City Deal is tevreden met de Portrettenreeks waarin de nalatenschap van de deal is opgetekend. Mensen die betrokken zijn bij het thema van de deal, brengen hierin verschillende perspectieven samen, van burgers en ambtenaren, bedrijfsleven en overheid. De artikelen zijn op verschillende platforms en in een verzamelbundel onder de aandacht gebracht. Uitdagingen waren er ook, zo bleek het opschalen van kleine VVE’s weerbarstig, evenals het verder brengen van het Dashboard Geldstromen Energieke Wijken binnen gemeentelijke organisaties. Bij de afronding worden lessen getrokken uit de City Deal en worden instrumenten ter beschikking gesteld. Naast evalueren staat ook de borging op het programma, waarbij gekeken wordt naar partners BZK, VRO, NPLB, NPLW en Platform31.

Na al deze successen, uitdagingen en ambities is het hoog tijd voor de verschillende groepen om hun beeldverslag bij te werken én een kopje koffie te drinken. Verfrist keren de deelnemers terug voor de finale van de Jaarparade;

Soms werkt creativiteit op de lachspieren. De laatste hand wordt gelegd aan het beeldverslag. Foto: Martijn Cooijmans

Soms werkt creativiteit op de lachspieren. De laatste hand wordt gelegd aan het beeldverslag. Foto: Martijn Cooijmans

Rode draden Impact Maak- en Meettool

De Impact Maak- en Meettool werd dit jaar ontwikkeld door Agenda Stad en onderzoeker Eva Vermeulen van Platform31. De tool is een jaarlijkse peilstok voor City Deals en biedt enerzijds een reflectie- en leermoment voor dealmakers en projectleiders en is anderzijds een hulpmiddel om meer inzicht te krijgen in de resultaten van City Deals. De eerste jaarlijkse uitvraag onder City Deals heeft onlangs plaatsgevonden en Eva Vermeulen neemt de rode draden die ze heeft afgeleid uit de input met de deelnemers door. Maar niet voordat ze de City Deals bedankt heeft voor het invullen én vraagt hoe degene die het instrument hebben ingevuld dit ervaren hebben.

De signalen zijn erg positief. De vragen zijn concreet, maar wel breed – voor alle City Deals – toepasbaar. Het invullen zet je aan het denken. Het is een reflectiemoment, maar ook een goed gespreksthema binnen de City Deal. De tool kan ook worden ingezet om te monitoren hoe het instrument City Deal ‘door evolueert’. En de vragen helpen om de neiging om snel aannames te doen, te ondervangen.

Wel bleek voor sommigen het invullen een erg tijdrovende klus die meerdere uren vergde. Anderen constateren dat het invullen van de tool vooral goed werkt voor beginnende en afrondende City Deals.

Reflectie op indicatoren

Vervolgens spitst het gesprek zich toe op opvallende patronen per indicator. Bij de indicator Meerwaarde signaleert Eva het verschil tussen output en outcome: het is goed om kritisch naar onszelf te kijken en na te gaan of producten die we opleveren (output) ook daadwerkelijk het doel bereiken dat we er mee voor ogen hebben (outcome). Qua Proces blijkt er goed nagedacht over o.a. de governance, maar zijn City Deals veelal nog wel zoekende hoe ze bestuurders goed kunnen aanhaken. Op Samenwerking – een kernkwaliteit van City Deals – wordt goed gescoord. Wel blijkt er nog veel winst te behalen met een diversere samenstelling van de teams. Opvallend is verder dat juist op de indicator Innovatie met een 7 het laagste cijfer wordt gegeven. Ook blijken er veel verschillende interpretaties van het begrip innovatie te bestaan. Toch investeren een aantal City Deals ook in innovatie, bijvoorbeeld door ontwerpkracht in te zetten. Bij Adaptiviteit zien we veel verschillen in de cijfers. Als risico worden hier personeelswisselingen vaak benoemd. Eenzelfde fluctuatie in cijfers zien we bij Borging. Heet hangijzer is hier vaak de financiering. Eén van de respondenten merkte op “Middelen voor borging zijn voor nu nog een black box”. Uitnodiging aan de City Deals is om elkaar op te zoeken en van elkaar te leren op dit thema.

De uitkomsten worden in de groep besproken. Er is veel herkenning. Waar kunnen we het beter doen? We zien diversiteit en inclusie als belangrijke pijler, maar sturen hierop is lastig omdat je afhankelijk bent van de partners waar je mee werkt. Agenda Stad heeft contact met een stichting waarmee we ervaringsdeskundigen met een migratieachtergrond kunnen betrekken. Meer diversiteit is belangrijk om inzichten die je vanuit een kantoorsituatie niet kunt bedenken te betrekken. De City Deal Fietsen voor Iedereen werkt met ambassadeurs vanuit de doelgroep. Roos Marijnissen van Platform31 vertelt over haar onderneming ErvaringSpreekt, een sprekersbureau dat sprekers levert die persoonlijke ervaring hebben met maatschappelijke onderwerpen als armoede, het hebben van een bi-culturele achtergrond of leven met een beperking. Vaak wordt er, met goede intenties, óver deze mensen gesproken. Dankzij ErvaringSpreekt kunnen deze mensen nu meer betrokken worden bij debatten die hen raken.

Met een dankwoord voor Moniek en Eva die de opbrengsten verzameld hebben én de CoP’ers die de Impact Maak- en Meettool ingevuld hebben, wordt het inhoudelijke gedeelte van de bijeenkomst afgerond en is er ruimte om naar aanleiding van alle gedeelde ervaringen met elkaar door te praten.

Wat een lap tekst hè? Je kunt dit verslag ook als pdf downloaden en nog eens rustig nalezen;

Paradoxen staan centraal tijdens CoP met impact in Rotterdam

Benieuwd naar de presentaties of lees je dit verslag liever als pdf? Zie de links onderaan dit artikel.

Op dinsdag 10 september kwam het Agenda Stad-netwerk bijeen in café Kaapse Kaap in de Rotterdamse wijk Katendrecht om de City Deal Impact Ondernemen in de schijnwerpers te zetten op een inspirerende én relevante locatie. Want Kaapse Kaap is één van de locaties van impactonderneming Kaapse Brouwers, die volop gebruikmaakt van het lokale talent in Katendrecht. Maar de nadere kennismaking met deze ondernemer, was niet het enige dat op het programma stond op deze rijk gevulde CoP-dag.

Nadat dagvoorzitters Annemiek van Tol en Janneke ten Kate van Platform31 het gezelschap welkom hadden geheten, nam programmamanager Koen Haer ons mee in de laatste ontwikkelingen van Agenda Stad. Hij vertelde over de verschillende initiatieven onder de noemer ‘het jaar van de evaluatie’, zoals de Impact Maak- en Meettool en het PBL-onderzoek waar deze dag uitgebreid bij stilgestaan wordt, maar ook de bundel over dynamisch samenwerken die nu onder regie van onze CXO Suzanne Potjer wordt samengesteld. Ook blikte Koen vooruit op de ondertekening van de 32ste City Deal, Tijdloze Grachten, tijdens het Future Green Cities-congres in Utrecht op 25 september en natuurlijk op de Dag van de Stad op 4 november. Tot slot kon hij meedelen dat de minister Agenda Stad in de begroting voor de komende jaren heeft opgenomen, waardoor we ons innovatieve werk voorlopig vol enthousiasme kunnen doorzetten. Vervolgens was de beurt aan projectleider Eva Vermeulen van Platform31 en Moniek Peen van Agenda Stad om de circa 25 aanwezigen bij te praten over de Impact Maak- en Meettool.

Tijdens de vorige CoP-bijeenkomst in juni werd al uitgebreid stilgestaan bij de Impact Maak- en Meettool en haalde Eva feedback op bij dealmakers en projectleiders. De tool biedt hen enerzijds een jaarlijks ‘reflectie- en leermoment’ om bij te kunnen sturen in de deal en helpt City Deals en Agenda Stad anderzijds om meer inzicht te krijgen in de resultaten. Eva vertelde dat de input van de vorige sessie verwerkt is en tot aanscherpingen heeft geleid. Ze toonde de interactieve pdf die in ontwikkeling is om de input voor de tool mee op te halen. Daarnaast wordt er een beknopte vragenlijst ontwikkeld die ook eenvoudig aan partners kan worden doorgestuurd. De tool zal in oktober beschikbaar zijn zodat alle dealmakers en projectleiders deze kunnen invullen. De resultaten worden geanalyseerd en tijdens de CoP van 19 november gepresenteerd, dus noteer deze datum vast in je agenda!

Transformatief beleid

Onderzoekers Eva Kunseler van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en Rosa Spruit van het Athena Instituut van de Vrije Universiteit Amsterdam gaven vervolgens een toelichting op hun onderzoek naar Transformatief Beleid, waarin Agenda Stad een belangrijke casus is. Veel uitdagingen van deze tijd vragen om een andere manier van denken, doen en organiseren van het Rijk, maar de kennis en kunde hierover staat nog in de kinderschoenen. Daarom wil PBL wetenschappelijke en praktische kennis over transformatief beleid ontwikkelen, o.a. door de uitdagingen die dit beleid met zich meebrengt – en de strategieën om dit te ondervangen – te inventariseren.

PBL onderzoekt onder andere de transformatieve werking van Agenda Stad: hoe kunnen deals als basis dienen voor maatschappelijke verandering én beleidsinnovaties. Voor Agenda Stad is het onderzoek tevens een belangrijk evaluatiemoment. Eva en Rosa lichtten de workshop toe die ze vandaag verzorgen. Die laat de deelnemers in gesprek gaan over transformatieve aspecten van hun werk en biedt PBL tegelijkertijd waardevolle input voor hun onderzoek. We zoomen vandaag in op twee verschillende paradoxen. De eerste paradox is dat Agenda Stad heeft ervaren dat het voordelen biedt om soms in de politieke luwte te opereren. Tegelijkertijd zouden ‘politieke schijnwerpers’ ook voordelen – én uitdagingen – met zich meebrengen. Wat zijn de voor- en nadelen van beide en welke strategieën kunnen we inzetten om de voordelen van beide te benutten? Want, zo vertelden Eva en Rosa: zowel volledig in de luwte staan als volledig in de schijnwerpers, zijn risicovol, dus het devies luidt: balanceren!

De tweede paradox gaat over de rol die City Deals vervullen om lokale oplossingen te creëren. Door te experimenteren en kennis uit te wisselen, kunnen gemeenten concrete opgaven effectiever het hoofd bieden. Dit is een belangrijk doel van City Deals. Tegelijkertijd is het voor de zichtbaarheid en impact van Agenda Stad ook belangrijk dat met City Deals wordt aangesloten bij actuele beleidsagenda’s.

De deelnemers gingen in twee groepen uiteen en inventariseerden eerst de kansen en risico’s bij elke zijde van de paradox. In de groep die zich boog over ‘luwte vs schijnwerpers’, werd onder andere geopperd dat opereren in de luwte leidt tot: minder druk, meer experimenteerruimte, meer focus op inhoud en minder afbreukrisico. Tegelijkertijd ben je minder zichtbaar en kan het moeilijker zijn om partijen mee te krijgen. Ook kun je met je partners meer vanuit een ‘bubbel’ opereren. Voordelen van de politieke spotlights zijn dat er soms meer inzet is op het slagen van experimenten en het borgen van resultaten. Er is meer stimulans om randvoorwaarden te creëren en verantwoording af te leggen en het draagt bij aan de geloofwaardigheid binnen het departement. Maar op de loer ligt tevens dat het bestaansrecht in gevaar komt door een grotere bewijslast, de afweging tussen standpunten en belangen complexer is en er minder vrijheid is om te experimenteren. Strategieën die vervolgens genoemd werden om risico’s te ondervangen, waren onder andere het scheppen van voorwaarden voor experimenteerruimte en ruimte voor gemeenten in je borgingsstrategie om zelf te bepalen waar de ‘luwte’ en waar de ‘schijnwerpers’ voor hen lokaal het beste werken. Ook nauwere samenwerking met de beleidscollega’s die intern de politieke dossiers beheren, werd geopperd.

Afb.1. Lokale oplossingen creëren of beleidsagenda’s dienen? Eva Kunseler peilt de groep (Foto Paul Tolenaar)

Afb.1. Lokale oplossingen creëren of beleidsagenda’s dienen? Eva Kunseler peilt de groep (Foto Paul Tolenaar)

In de tweede groep werden verschillende voordelen opgesomd van het creëren van lokale oplossingen, zoals: snelheid, het creëren van ideale experimenten voor opschaling, de kans om thema’s aan de lokale economie te koppelen, zichtbaarheid en tastbaarheid en draagvlak en eigenaarschap. Valkuilen kunnen zijn: capaciteit, de vraag wat ‘lokaal’ is (er kunnen spelers ‘buiten de boot’ vallen), de verwachting bij lokale partijen dat ze ‘veel krijgen’ en de pilot paradox (factoren die bijdragen aan intern succes, kunnen soms de kans op deelbaarheid en schaalbaarheid verkleinen).

Wanneer de focus meer op het bedienen van beleidsagenda’s ligt, kun je systeemveranderingen mogelijk maken en is er meer politiek commitment. Opgaven worden beter geagendeerd en er is vaak meer budget. Tegelijkertijd kan de aanpak dan ook erg ‘top-down’ en generaliserend zijn. Er is meer risico op concurrentie en bovenmatig ‘polderen’ ligt op de loer.

Om de risico’s te ondervangen en de gulden middenweg te benaderen, zou er meer een leercultuur moeten ontstaan bij beleidsagenda’s (“aanpassen en bijsturen mag!”), de focus zou meer op de samenwerking moeten liggen en lokale ervaringsdeskundigen moeten beter geconsulteerd worden (“niet invullen voor een ander”).

Beide groepen produceerden een rijk gevuld matrixbord, bezaaid met kleurrijke strategieën op post-it briefjes. Rosa en Eva bedankten de deelnemers voor het bevlogen gesprek en de input en gaven aan dat ze de input zullen verwerken en de opbrengsten zullen delen. Op de Dag van de Stad op 4 november in Apeldoorn, zal PBL een vervolgsessie verzorgen.

Impact ondernemen

Vervolgens is het woord aan projectleider Edwin Teljeur van de City Deal Impact Ondernemen, op wiens initiatief we vandaag te gast zijn in Rotterdam en bij de impact ondernemers van Kaapse Kaap. Hij introduceerde de City Deal Impact Ondernemen bij de deelnemers en vertelde hoe hij het stokje overnam als projectleider toen de deal al twee jaar onderweg was. Vanuit zijn bedrijf Wijzijnmeo bracht Edwin al 10 jaar ervaring als impact ondernemer mee, maar in de City Deal was hij eerst even zoekende naar zijn rol. Nu, 2,5 jaar later, vindt hij het jammer dat de City Deal eindigt. Impact ondernemingen zijn bedrijven die zich richten op het creëren van maatschappelijke waarde, náást financiële winst. Bekende voorbeelden zijn Tony Chocolonely en Tommy Tomato, dat gezonde schoolmaaltijden verzorgt én inmiddels ook sterk inzet op arbeidsparticipatie. Aan de hand van een model van maatschappelijke vs financiële waarde, toonde Edwin aan dat er een glijdende schaal is van goededoelenorganisatie naar regulier bedrijf.

Edwin lichtte de zeven thema’s van de City Deal toe, dat zijn:

  1. Impact ondernemen zichtbaar maken
  2. Impactfinanciering
  3. Regionale impactnetwerken versterken en verbinden met reguliere MKB-netwerken
  4. MKB impactvol werken
  5. Impactvol inkopen door overheden
  6. Impact ondernemerschap opnemen in onderwijscurricula
  7. Beleid en ontwikkeling

Hij vertelde onder andere dat overheden met hun inkoopkracht een grote stimulans kunnen zijn voor impact ondernemen. Door werkdruk en onbekendheid worden oude aanbiedingsteksten helaas vaak gekopieerd, waardoor kansen gemist worden. Edwin is trots op het opnemen van impact ondernemerschap in onderwijscurricula, omdat de aandacht voor impact ondernemen hierdoor geborgd is, ook wanneer de deal is afgerond.

 Afb.2. Edwin Teljeur over de City Deal Impact Ondernemen

Afb.2. Edwin Teljeur over de City Deal Impact Ondernemen (Foto Paul Tolenaar)

Afsluitend betoogde Edwin dat samenwerking nodig is voor maximale impact. En dit vraagt dat we onze kwetsbaarheid durven tonen. Daarom rondt Edwin af met een kwetsbare vraag aan de deelnemers. Hij constateert dat de City Deal bestuurlijk draagvlak mist en dat het dus niet lukt om als City Deal en dealmaker de juiste personen bij overheden te bereiken en motiveren.

De vraag van Edwin, waar na de lunch uitgebreider bij stilgestaan zou worden, luidde: Hoe komt het instrument City Deal het best tot zijn recht? (Als activistisch en agenderend instrument dat leidt tot systeemveranderingen? Of als faciliterend instrument dat het netwerk bedient en daarmee leidt tot innovatie?)

Na een heerlijke lunch en frisse neus in Katendrecht, vertelde initiatiefnemer Tsjomme Zijlstra van Kaapse Brouwers hoe hij als masterstudent Filosofie in een Londense bar werkte en geïnteresseerd raakte in ‘craft beers’. Terug in Rotterdam begon hij in 2014 met het brouwen van bier in de Fenixloodsen op Katendrecht. Inmiddels wordt het bier gebrouwen in een productiebrouwerij aan de Keiweg en bevinden we ons vandaag in de ‘Tap Room’ van de brouwerij. Tsjomme vertelde dat een ‘korte keten’ en een goede relatie met de buurt vanaf het begin belangrijk waren. Via de Wijknetwerker in Katendrecht, kwam hij meer in contact met buurtbewoners en kon hij lokale bewoners aan een baan helpen. Hoewel dat soms tot een ‘clash in culturen leidde’, leerden Tsjomme en zijn compagnons zo de wijk wel goed kennen. De betrokkenheid bij de wijk was voor hem ‘vanzelfsprekend’. Toen het bedrijf in 2022 in contact kwam met het Sociaal Impact Fonds Rotterdam, werd er echter pas serieus ingezet op een structuur voor impact ondernemen. Tsjomme wil het programma dat rond die structuur is opgezet ook graag delen met andere horecaondernemers. De structuur helpt om de impact te meten. Zo krijgen medewerkers jaarlijks een vragenlijst waarop ze aangeven wat ze geleerd hebben en nog willen leren.

Afb.3. Tsjomme Zijlstra vertelt hoe Kaapse Brouwers aansluiting vond bij de wijk

Afb.3. Tsjomme Zijlstra vertelt hoe Kaapse Brouwers aansluiting vond bij de wijk

Tsjomme vindt dat grote brouwers in Nederland meer het voorbeeld van een bedrijf als Guinness kunnen volgen, dat nog altijd veel doet voor en verweven is met Dublin. Hij heeft goede banden met de gemeente, maar vindt het ook lastig dat de overheid meerdere gezichten heeft: het ene moment spart hij constructief met ambtenaren over sociaal ondernemerschap en op het andere moment komt de gemeente langs voor een terrasinspectie. Ook vindt hij de Belastingdienst behoorlijk star voor kleine ondernemers die het na COVID al zwaar hebben, terwijl multinationals soms juist ontzien worden.

Activistisch of faciliterend?

Nadat Tsjomme wat vragen van deelnemers beantwoord had, was het de beurt aan Sarah Muller en Laura Termeer die namens Het Groene Brein een drietal prikkelende stellingen voorlegden. De deelnemers gaan in groepen uiteen, gebaseerd op hun ‘rol’: dealmaker, projectleider of anderszins betrokken om te discussiëren over de stellingen:

  • De dealmaker moet vooral activistisch en agenderend zijn of faciliterend en programmatisch
  • De projectleider moet vooral activistisch en agenderend zijn of faciliterend en programmatisch
  • De City Deal zélf moet vooral activistisch en agenderend zijn of faciliterend en programmatisch

In de groep projectleiders werd onder andere gezegd dat het belangrijk is om ‘olifanten in de kamer’ te kunnen benoemen, zoals departementen die niet actief deelnemen in een deal. Een projectleider vulde aan dat het ook daarom belangrijk is om vooraf de verwachtingen over ieders rol en betrokkenheid in een deal uit te spreken. De dealmakers bespraken dat elke dealmaker, net als iedere projectleider, zijn of haar eigen stijl heeft. Daarnaast is je rolopvatting afhankelijk van je situatie. De groep van overige betrokkenen meende dat beide, zowel het activisme als het faciliterende, nodig zijn. Iemand wierp op: “Je hebt functioneel activisme nodig, de ene keer is dat bij iemand met je vuist op tafel slaan, op het andere moment is dat een opiniestuk laten schrijven in de krant.”

Afb. 4. Projectleiders (zonder olifant).

Terug bij de plenaire bespreking, praatten we in de vorm van een keukentafelgesprek door over de stellingen en de kwetsbare vraag van Edwin, waar deze nauw op aansluiten. Edwin licht toe dat BZK deelneemt aan de City Deal, maar dat er geen contactpersoon is bij beleid. Dat is problematisch. Tegelijkertijd waren er wisselingen bij de dealmakers, waardoor hij begrijpt dat het hen tijd kost om relaties binnen het departement op te bouwen. Ook nieuwe collega’s bij Agenda Stad merkten op dat het vaak makkelijker is ‘extern’ relaties op te bouwen dan binnen het departement. Die ‘nieuwigheid’ helpt hen echter om naïef intern de hulpvraag te stellen. Een van de nieuwe dealmakers vond dat ‘activistisch vs faciliterend’ een ‘schijntegenstelling’ is. “Het is contextueel en mensenwerk. Je moet weten welke stijl je moet gebruiken om beweging te houden.”

Afb.5. Goede gesprekken aan een bonte keukentafel

Afb.5. Goede gesprekken aan een bonte keukentafel

Een van de projectleiders zei dat je beter van ‘activerend’ dan ‘activistisch’ kunt spreken. “Soms speel ik met mijn dealmaker een ‘good cop / bad cop’-rol. Belangrijkste is dat je iémand voor je hebt en dat is een zoektocht, ook voor dealmakers: wie is de juiste persoon bij een departement die erover gaat?”

Een derde projectleider vulde aan dat de belangrijkste kwaliteit van dealmakers volgens hem de rol van ‘oliemannetje’ is. “De kern van de rol van Agenda Stad is niet activeren of programmeren, maar wat ertussen zit, die oliemannetjesrol.”

Volgens programmamanager Agenda Stad Koen Haer heeft het team na de verkiezingen eerst even moeten herijken, maar blijkt uit de 32 gesloten deals wel dat er veel contacten zijn binnen de departementen. Gespreksleider Annemiek vatte samen dat de vraag ‘wanneer escaleer je’ voor dealmakers wellicht goed is om mee te nemen. Koen vulde aan dat escalatie Agenda Stad soms juist ook helpt om intern de directeur te betrekken en zichtbaar te zijn.

Met dit mooie en openhartige keukentafelgesprek, werd het inhoudelijke gedeelte van deze Community of Practice-dag afgerond. Voor degenen die het druilerige weer wilden trotseren, had Tim Rolandus van Platform31 nog een mooie uitsmijter: een wandeling door Katendrecht. Hij stond stil bij het Deliplein, een voormalige tippelzone die nu een levendig plein vol horeca is, mede door de gentrificatie die door Kaapse Brouwers is ingezet.

Afb.6. Gelegenheidsgids Tim Roelandus over het roemruchte verleden van het Deliplein.

Afb.6. Gelegenheidsgids Tim Rolandus over het roemruchte verleden van het Deliplein.

Daarna liepen we langs Café Belvédère, een ontmoetingsplek in en voor de wijk, waar ook voor en door mensen uit de wijk gekookt wordt. De route werd vervolgd door het park Kaapbos, waar de historische architectuur en moderne nieuwbouw samenkomen, om uit de komen bij de SS Rotterdam, het voormalige cruiseschip dat nu een nieuwe ontmoetingsplek is. Tot slot wandelden we langs Bakkerswerkplaats Wij Zijn Rotterdam, een impactondernemer die mensen een kans geeft die in een reguliere werkomgeving niet goed meekomen. De bakker illustreert mooi de strekking van de CoP-dag; dat impact ondernemers een belangrijke motor zijn voor de wijk en dat we nu als CoP-netwerk met eigen ogen hebben kunnen zien hoe zij door de buurt te betrekken een belangrijke bijdrage hebben geleverd aan het transformeren van een kansarmere wijk tot een gebied dat ‘hip en happening’ is.

Afb.7. Met de watertaxi van Kaapse Kaap naar Kaapse Wil’ns

Afb.7. Met de watertaxi van Kaapse Kaap naar Kaapse Wil’ns

De dag wordt na een rit in de watertaxi afgerond in de vestiging Kaapse Wil’ns van de Kaapse Brouwers.

Bekijk de presentaties

Lees of download dit verslag in pdf-formaat.

Community of Practice: leren, reflecteren, samenwerken en roddelen

CoP-sessie Scheltema Leiden 6 juni 2024. Foto's Paul Tolenaar

Ruim twintig deelnemers verzamelen zich op deze frisse donderdagochtend 6 juni in Scheltema Leiden. Het is in dit ‘jaar van de evaluatie’ de tweede Community of Practice (CoP) voor City Deals. De bijeenkomst van vandaag staat in het teken van meten, monitoren, samenwerken en… roddelen?

Dagvoorzitter Vera Beuzenberg heet alle aanwezigen welkom in de ‘Zagerij’ van Scheltema Leiden, een voormalige lakenfabriek die is omgebouwd tot evenementenlocatie.

Na het welkomstwoord praat Koen Haer de aanwezigen bij over de ontwikkelingen binnen Agenda Stad. Met de kabinetsformatie in het vooruitzicht, is er politiek gezien veel aan de hand. Gelukkig biedt het hoofdlijnenakkoord genoeg aanknopingspunten die het bestaansrecht van het programma onderstrepen, zoals meer regionale samenwerking en het verkleinen van de ongelijkheid tussen de Randstad en de randgemeenten.

In september, tijdens het Future Green City World Congress in Utrecht, vindt de lancering van de City Deal Tijdloze Grachten plaats. En de tweede Town Deal, Krachtige Kernen, is volop in verkenning. Naast deze en enkele andere nieuwtjes, is het ook het moment om twee nieuwe Dealmakers voor te stellen: Charlot Stensen en Christopher Baan.

Maak- en Meettool

Het themaprogramma gaat van start met de Maak- en Meettool voor City Deals die Platform31 momenteel ontwikkelt. Junior projectleider en onderzoeker Eva Vermeulen vertelt dat het gereedschap bedoeld is om zowel te reflecteren als om te leren – op structurele basis, want dit gebeurt nu nog vaak ad hoc. Het is ook de bedoeling dat City Deals meer van elkaar gaan leren en het geleerde binnen Agenda Stad een plek krijgt.

CoP-sessie Scheltema Leiden 6 juni 2024. Foto's Paul Tolenaar

Eva Vermeulen van Platform31 licht de Maak- en Meettool toe. Foto’s Paul Tolenaar.

Vermeulen en Platform31 borduren voort op de vorig jaar gepubliceerde midterm review van onderzoeksbureau Andersson Elffers Felix (AEF). Met de Maak- en Meettool wordt gekozen voor een iets andere vorm, die ruimte biedt aan de eigenheid en het experimentele karakter van de City Deals.

Het is belangrijk dat de tool voor de gebruikers toegankelijk is; geen ‘moetje’, maar juist een manier om de City Deal-teams werk uit handen te nemen. Dealmakers en projectleiders worden bij de ontwikkeling betrokken, met zo min mogelijk belasting van hun al schaarse tijd.

Wat precies gemeten en gemaakt wordt, zal afhankelijk zijn van de fase waarin de City Deal zich bevindt. De resultaten die de tool oplevert, zijn deels harde data en deels kwalitatief: een combinatie van tellen en vertellen. Dit zal inzicht bieden in wat met een City Deal nou eigenlijk wordt beoogd en bereikt. Daarbij gaat het niet zozeer over het volledig claimen van een succes (attributie), maar over de bijdrage die aan dat succes geleverd is (contributie).

Indicatoren

De Maak- en Meettool bestaat uit acht indicatoren die zijn gebaseerd op een mix van wetenschappelijke literatuur, eerdere evaluaties en concrete behoeftes uit de praktijk. Bij elk van deze ‘puzzelstukjes’ hoort een set vragen die afhankelijk is van de fase van de City Deal. Naast ‘Meerwaarde’, ‘Innovatie’, ‘Proces’, ‘Samenwerking’, ‘Kennisontwikkeling’, ‘Borging’ en ‘Adaptiviteit’, is er een ‘Unieke indicator’: omdat iedere City Deal in thematiek en werkwijze anders is, biedt die laatste de ruimte om een eigen element toe te voegen.

De tool zit nog in de ontwikkelfase, dus de CoP is een mooi moment om bij de aanwezigen informatie op te halen. Het onderwerp zorgt dan ook meteen al voor een levendige discussie. Hoe zorg je bijvoorbeeld voor vergelijkbare waarden? Als de Dealtekst je uitgangspunt is, kun je die ook meetbaar maken? Of is de tool zelfs bruikbaar bij het opstellen van die tekst?

Het gesprek krijgt nog verder vorm als de deelnemers praktisch aan de slag gaan. Op verschillende tafels liggen grote vellen papier, elk met een andere indicator. Onderverdeeld in groepjes, krijgen de deelnemers voor iedere indicator zo’n tien minuten om twee dingen in te vullen: wat ze vooraf hadden willen weten en welke reflectie-, check en evaluatievragen daarbij zouden passen.

De tool voorziet duidelijk in een behoefte. Jan-Willem Wesselink, projectleider van de City Deal Slimme Stad én de City Deal Slim Maatwerk, is enthousiast: “Ik wil al langer met zo’n methode aan de slag. Maar je moet goed onderzoeken hoe je dat doet. Ik kom daar zelf niet aan toe, dus dit is heel waardevol.”

Vrienden van het Singelpark

De lunch vindt plaats in het Ketelhuis dat met het grote glazen dak zorgt voor een bijzonder contrast en een ruimte lichtinval. Jeroen van Loon, voorzitter van de stichting Vrienden van het Singelpark, verzorgt een lunchcollege over het park. Dit initiatief is in 2012 het startschot geweest voor de ontwikkeling van een 6,5 kilometer lang stadspark rondom het centrum van Leiden.

CoP-sessie Scheltema Leiden 6 juni 2024. Foto's Paul Tolenaar

Jeroen van Loon vertelt over het Singelpark in Leiden. Foto’s Paul Tolenaar.

De vergroening van een van de meest versteende binnensteden van Nederland, is een mooi voorbeeld van de samenwerking tussen stadsbewoners en de gemeente. Later vandaag zullen de CoP’ers uitgebreider met het park kennismaken.

Samenwerking binnen City Deals

Het volgende programmaonderdeel is in handen van Bart Stoffels. Als projectcoördinator van maar liefst twee afgeronde City Deals – eerst Klimaatadaptatie en later Openbare Ruimte – is hij een echte veteraan: dé aangewezen persoon om iets te vertellen over samenwerking binnen City Deals.

Er zijn veel verschillen tussen zijn eerste en tweede City Deal. Was er bij de start van Klimaatadaptatie nog geen structuur of geld, bij Openbare Ruimte kon gebruikgemaakt worden van gezamenlijke tools en de denkkracht van Platform31. Daarnaast was er al een budget. Stoffels: ”Dan hoef je daar niet meer tijdens de Deal zelf voor te lobbyen.”

CoP-sessie Scheltema Leiden 6 juni 2024. Foto's Paul Tolenaar

City Deal-veteraan Bart Stoffels deelt zijn inzichten over samenwerking. Foto’s Paul Tolenaar.

Al ziet hij bij dat laatste ook een valkuil: een City Deal zonder uitvoeringsgeld is niet aantrekkelijk, maar mét geld krijg je al snel te maken met het ‘verantwoordingssyndroom’. Terwijl je dat niet snel goed doet: “Je hoort vaak dat een City Deal ‘geen praatclub’ mag worden, maar volgens mij moet je juist wél een omgeving zijn waarin mensen tot uitwisseling komen. Als je een ‘maakclub’ wordt die vooral producten oplevert, krijg je weer de vraag wie die producten nou eigenlijk gebruikt.”

Borging

Wat een City Deal in ieder geval níét moet worden, is een “hobbyclubje van een paar mensen in de gemeente”. Om te zorgen voor borging, is Stoffels in de loop der tijd meer gaan sturen op bevlogen leiders binnen de partnergemeenten. “Waar zijn ze sterk in? Nemen ze ook de rest van de organisatie mee? Of zijn ze alleen leiders als ze bij jou aan tafel zitten?”

Het is ook belangrijk dat de ministeries de fundamentele waarde van de City Deal herkennen. Om ze betrokken te houden, is het nodig dat hun verantwoordelijkheid op directieniveau belegd wordt. Ga daarnaast met ze in gesprek over hoe de City Deal past in hun beleidsontwikkeling.

CoP-sessie Scheltema Leiden 6 juni 2024. Foto's Paul Tolenaar

Deelnemers aan de CoP-sessie reflecteren op de sessie. Foto’s Paul Tolenaar.

Je partners hebben namelijk vaak al dingen in gang gezet: dan zitten ze niet te wachten op een radicaal andere insteek. Het helpt dus om niet een heel laboratorium en projecten te bedenken, maar je vooral te richten op de kracht van je partners: kijk naar wat ze al goed doen en breng dat bij elkaar.

Sturen op eigenaarschap en doorwerking binnen de partnerorganisaties is ook een onmisbaar fundament voor opschaling van de Deal-resultaten – en je kunt eigenlijk niet vroeg genoeg beginnen met daarover nadenken. Verder is het volgens Stoffels goed om intern te zorgen voor een dreamteam: een ‘regelhart’ met mensen die elkaars vaardigheden aanvullen. En ook van elkaar leren, bijvoorbeeld tijdens een CoP als vandaag, is essentieel voor het succes van de City Deals.

Wandelende intervisie

Na de uitgebreide presentatie van Stoffels zullen veel CoP’ers toe zijn aan een frisse neus. Gelukkig is het volgende programmaonderdeel een heuse weeting: een wandelende meeting. Iris Visser, projectsecretaris van de – hoe kan het ook anders? – City Deal Ruimte voor Lopen, licht het belang hiervan toe. Beweging en groen helpen om stress te verlagen en daarmee je immuunsysteem te verbeteren. Maar wandelend met je collega’s praten helpt ook bij het gesprek dat je voert: je bent met meer aandacht bij het gesprek en de andere persoon.

Wandelen zou dus ook de effectiviteit van een intervisie kunnen bevorderen. In twee groepen gaan de CoP’ers het eerder besproken Singelpark in, om met een vooraf ingezonden vraagstuk van een van hen aan de slag te gaan.

CoP-sessie Scheltema Leiden 6 juni 2024. Foto's Paul Tolenaar

Iris Visser (rechts) neemt de deelnemers mee op een weeting, een walking meeting, door Leiden. Foto’s Paul Tolenaar.

Een van die vragen komt van Visser zelf. Na haar introductie van het probleem, stelt haar gezelschap haar al wandelend en opgesplitst in duo’s aanvullende vragen. Het voorzichtige zomerzonnetje en de stadse, groene omgeving zorgen voor een ontspannen start van de wandeling.

Toch kan het voor de vraagsteller nog wel even spannend worden, namelijk tijdens de ‘roddelfase’. Terwijl de andere deelnemers met elkaar de kern van het vraagstuk analyseren – waarbij niet wordt uitgesloten dat er misschien een dieperliggend probleem is – mag de vraagsteller alleen maar luisteren en zich er niet mee bemoeien.

Gelukkig vindt Visser het roddelen vooral heel constructief: “Normaal heb ik de neiging om te reageren op een advies, bijvoorbeeld door te zeggen: dat heb ik al geprobeerd. Maar dan kap je onbedoeld het gesprek af en ben je zelf de barrière voor een oplossing. Nu mocht ik niks zeggen, waardoor ook andere ideeën de ruimte kregen.”

Na de roddelfase schrijft ieder groepslid zijn of haar advies op. Op de weg terug sluit Visser al wandelend weer aan bij de verschillende duo’s om hun goede raad te horen. Daar zit veel bruikbaars tussen, zo vertelt ze in haar terugkoppeling aan de hele groep.

Ook voor de andere deelnemers was de oefening interessant, zegt Mariyana Aksu, projectleider van de nog te lanceren City Deal Tijdloze Grachten: “Eerst dacht ik: heb ik de wijsheid in pacht dat ik hier wat van moet vinden? Maar er komt toch iets uit waaraan je niet eerder had gedacht. Daarnaast leer je mensen kennen, want samen tussen de bomen lopen maakt het contact persoonlijker.”

Een snufje meenemen

Met de intervisie komt een einde aan het inhoudelijke programma. Onder het genot van een drankje, praten de deelnemers nog even gezellig na in de inmiddels zonovergoten binnentuin van Scheltema. Roos Marinissen, projectsecretaris van de City Deal Impact Ondernemen, blikt terug op de dag: “Het was leuk om te horen hoe andere City Deals innovatie en experimenten een plek geven, want we zitten allemaal heel anders in elkaar. Maar ik heb wel een paar voorbeelden gehoord waarvan ik denk: kunnen we daar niet een snufje van meenemen? Daar moeten we het in ons volgende kernteamoverleg over hebben.”

Wat dat op gaat leveren, komt ongetwijfeld ter sprake tijdens de volgende CoP op dinsdag 10 september: in het kader van ‘City Deal in de Spotlight’, staat die dag namelijk volledig in het teken van het reilen en zeilen van de City Deal Impact Ondernemen. Wordt vervolgd!

Arnhem schiet verduurzamingssubsidie eigen woning in kwetsbare straten voor

Bewoner Ad van Vliet. Foto: (c) Nadine van den Berg. Artikel ISDE-regeling CD Energieke Wijken.
Bewoner Ad van Vliet. Foto: (c) Nadine van den Berg.

Dit artikel verscheen eerder op Volkshuisvestingnederland.nl. Lees meer over de City Deal op Citydealenergiekewijken.nl.

Na een geslaagde pilot in Arnhem-Oost kunnen gemeenten de Investeringssubsidie duurzame energie en energiebesparing (ISDE) namens woningeigenaren aanvragen en ontvangen. Woningeigenaar Ad van Vliet uit de wijk Malburgen in Arnhem-Oost is een van de eersten die hiervan gebruikmaakt. Zonder het voorschieten van de ISDE-subsidie door de gemeente had hij niet alle verduurzamingsmaatregelen van in totaal zo’n 29 duizend euro laten uitvoeren. Daarvan betaalde hij 2.500 euro zelf.

Bewoner Ad van Vliet. Foto: (c) Nadine van den Berg.

Bewoner Ad van Vliet. Foto: (c) Nadine van den Berg.

De ISDE is een subsidieregeling van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Met de ISDE kunnen woningeigenaren subsidie voor energiebesparende en duurzame maatregelen voor hun woning aanvragen zoals dak- en gevelisolatie en het plaatsen van een warmtepomp. Woningeigenaren kunnen de investeringssubsidie aanvragen nádat de werkzaamheden zijn uitgevoerd en betaald. Naderhand krijgen zij de subsidie op hun rekening gestort.

“Prachtig natuurlijk de subsidies voor woningeigenaren”, vertelt Regien van Adrichem, projectleider City Deal Energieke Wijken. “Alleen werkt de ISDE niet voor woningeigenaren die niet de mogelijkheid hebben deze kosten voor te financieren. Daardoor komt de subsidie vooral terecht bij mensen die meer financiële armslag hebben.”

“Als de gemeente mijn ISDE-subsidie niet had voorgeschoten, had ik mijn huis niet laten verduurzamen.”

Sommigen zijn bovendien terughoudend met de voorfinanciering omdat ze er niet zonder meer op vertrouwen dat ze het bedrag terugontvangen. “Vooral in kwetsbare wijken is het vertrouwen in de overheid laag”, aldus Van Adrichem. “Juist in kwetsbare wijken staan relatief veel slecht geïsoleerde woningen waar sprake is van tocht en schimmel. Deze mensen niet de juiste impuls geven om mee te doen met de verduurzaming is een aanslag op hun bestaanszekerheid.”

De gemeente vraagt aan namens woningeigenaar

Woning Ad van Vliet. Foto: (c) Nadine van den Berg.

Woning Ad van Vliet. Foto: (c) Nadine van den Berg.

Verschillende gemeenten en ook de City Deal Energieke Wijken agendeerden deze problematiek bij onder andere de ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Economische Zaken en Klimaat. Na een geslaagde pilot in Arnhem-Oost is het nu dus voor alle gemeenten mogelijk om de ISDE, voor te schieten voor inwoners en deze hierna aan te vragen en te ontvangen.

Een van de knelpunten die eerst moest worden opgelost, was het regelen aan wie de subsidie wordt uitgekeerd. “Wanneer gemeenten de verduurzamingsmaatregelen voorschieten en de woningeigenaren het geld ontvangen, loop je het risico dat het mogelijk aan andere, ook noodzakelijke dingen, wordt uitgegeven”, vertelt Van Adrichem. Ook kan het in sommige gevallen gebeuren dat schuldeisers er beslag op leggen.

Bij de pilot in Arnhem-Oost, een van de gebieden van het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid, is hiervoor een juridisch kloppende en werkbare overeenkomst opgesteld tussen gemeente en bewoners. Sinds februari 2024 kunnen alle gemeenten dit namens woningeigenaren doen. “Op die manier hoeven deze woningeigenaren zich bij de verduurzaming van hun woning geen zorgen te maken over de betaling”, schreef minister De Jonge de zomer daarvoor al in een Kamerbrief.

Welke woningen komen in aanmerking?

Arnhem-Oost zet er vaart achter. “Vanuit het Volkshuisvestingsfonds ontving de gemeente voor 3.500 particuliere woningen subsidie om te verduurzamen”, vertelt Karel Stolk, projectmanager bij de gemeente Arnhem. “Het gemiddelde budget per woning bedraagt 23 duizend euro. Het budget bestaat uit een subsidie uit de gemeentelijke Subsidieregeling Eigen Woning Aanpak (SEWA), een eigen bijdrage van de woningeigenaren en ISDE. Bij de collectieve verduurzamingsaanpak per straat schieten wij de ISDE-subsidie voor waardoor de eigen bijdrage beperkt blijft.”

Hoe wordt bepaald welke woningen in aanmerking komen voor SEWA-subsidie? “We hebben op blokniveau gekeken naar de staat van de woningen, het gemiddelde inkomen in een straat  en de kwetsbaarheid van de bewoners”, legt Stolk uit. “Verder mag de woning een WOZ-waarde hebben van maximaal 390 duizend euro en zijn woningeigenaren verplicht om minimaal twee relevante maatregelen te laten uitvoeren.” Doel is dat de woningen door de verduurzamingsmaatregelen gemiddeld drie energielabelstappen maken of naar energielabel B gaan. Stolk: “Dit zorgt niet alleen voor een lagere energierekening. Ook wordt je woning comfortabeler en gezonder om in te leven.”

“Dit gaat de versnelling van de energietransitie in kwetsbare wijken een impuls geven. Dat is hard nodig met deze onzekerheid over de energieprijzen.”

Van energielabel D naar energielabel B

Bewoner Ad van Vliet. Foto: (c) Nadine van den Berg.

Bewoner Ad van Vliet. Foto: (c) Nadine van den Berg.

Ad van Vliet uit de wijk Malburgen is een van de eerste bewoners in Arnhem-Oost die deelneemt aan de aangepaste ISDE-regeling. Zo is zijn dak geïsoleerd, is HR++ glas geplaatst en is er een ventilatiesysteem geïnstalleerd in zijn woning. Hierdoor ging zijn woning van energielabel D naar B. Van de totale kosten van de verduurzaming heeft hij zelf 2.500 euro betaald. “Sommige buren met een Gelrepas en een inkomen rond het bestaansminimum hebben geen eigen bijdrage hoeven te betalen”, weet hij.

Of ik mijn huis ook had laten verduurzamen zonder dat de gemeente de ISDE voorschiet? “Zeker weten van niet”, reageert Van Vliet. “De investeringen zijn hoog en ik moet nog afwachten hoeveel het gaat opleveren; de werkzaamheden zijn onlangs afgerond.”

Bovendien komt hij net uit een scheiding en is hij op zoek naar werk, waardoor hij zijn uitgaven zorgvuldiger afweegt. Na zijn scheiding is hij blij als hij anderhalf jaar geleden na lang zoeken een mooie woning vindt in Malburgen, die hij koopt voor ruim 250 duizend euro. Deze woning ligt vlak bij het huis van de moeder van zijn twee kinderen met wie hij co-ouderschap heeft. Om voor een hypotheek in aanmerking te komen, geeft hij zijn bestaan als zelfstandige op en gaat hij in loondienst. “Mijn inkomen als zelfstandig websitebouwer was niet hoog genoeg om een hypotheek te krijgen”, vertelt hij.

Bewonersavonden

Hij en zijn kinderen voelen zich lekker in de nieuwe woning met veel lichtinval en een grote tuin. “Dit deel van de naoorlogse wijk Malburgen was tot voor kort een achterstandswijk,” vertelt Van Vliet. Nu wordt er op verschillende gebieden flink geïnvesteerd in de wijk met hulp van het Nationaal Programma Arnhem Oost. De verduurzamingswerkzaamheden in Malburgen zijn nog in volle gang. Op straat liggen de dakisolatiematerialen opgestapeld. Het stratenblok waar Van Vliet woont, bestaat deels uit corporatiewoningen en deels uit koopwoningen die enkele jaren geleden door de woningcorporatie zijn verkocht. Aan de overkant van de straat zijn nieuwbouwwoningen gebouwd.

Opvallend is dat bij sommige woningen de authentieke doorzonraampartijen met witte houten kozijnen en dito betimmering zijn behouden, zoals bij Van Vliets woning. Terwijl bij andere woningen de raampartijen zijn geslonken en de buitengevel is ingepakt met grijze isolatiematerialen. “Dat zijn meestal de corporatiewoningen”, legt Van Vliet uit. Het levert een on-Nederlands divers straatbeeld op. “Ik kon kiezen, maar vind de grote raampartijen juist de charme van deze woning. Hoewel het minder energiezuinig is.”

Hoe hij werd geattendeerd op de subsidiemogelijkheden? “Ik kreeg een flyer van de gemeente en hun adviesbureau Endule en bezocht een van de bewonersavonden. Daarna volgde een keukentafelgesprek op basis waarvan Endule een woonplan opstelde. Daarin stonden de mogelijkheden en impact van verschillende verduurzamingswerkzaamheden overzichtelijk op een rij. “Uit het woonplan bleek dat dakisolatie de meeste zoden aan de dijk zou zetten”, vertelt Van Vliet.

Advies en begeleiding

Woning Ad van Vliet. Foto: (c) Nadine van den Berg.

Woning Ad van Vliet. Foto: (c) Nadine van den Berg.

Karel Stolk herkent de complexiteit van de verduurzamingsprocedure. “Woningeigenaren weten vaak niet waar ze moeten beginnen. Daarom bieden we woningeigenaren die in aanmerking komen voor de SEWA-subsidie advies en begeleiding door adviesbureaus. Welke isolerende maatregelen kunnen het beste worden uitgevoerd? Ook bieden we hulp bij het aanvragen en beoordelen van offertes, de aanvraag van de SEWA-subsidie, een eventuele lening bij het Nationaal Warmtefonds en de aanvraag van de ISDE.”

Het hele proces van verduurzamen en isoleren duurde zes maanden, mede door enkele ‘afstemmingsfoutjes’. “Zo hebben we een paar weken zonder wc-raam gezeten doordat de ramen waren opgemeten door een andere partij dan de leverancier”, vertelt Van Vliet. Die heb ik met ducktape dichtgeplakt.” Hij haalt zijn schouders op. “Dat kan gebeuren. Die weken heb ik de verwarming wat lager gezet en hebben we een extra trui aangetrokken. Want ik ben een cheapskate”, zegt hij lachend.

Van Vliet zou het andere woningeigenaren zonder meer aanraden om gebruik te maken van de combinatie tussen de gemeentelijke SEWA-regeling en de ISDE regeling vanuit het Rijk, zo mogelijk. “Het is een gemiste kans als je het niet doet. De verduurzaming zorgt ook voor een hogere waarde van mijn huis.”

Vertrouwen in (lokale) politiek

Regien van Adrichem is blij dat de nieuwe mogelijkheid binnen de ISDE er is. “Dit gaat de versnelling van de energietransitie in kwetsbare wijken echt een impuls geven, en dat is met de onzekerheid over de ontwikkeling van energieprijzen hard nodig.” Ook de Arnhemse wethouder Cathelijne Bouwkamp is positief: “Door onze pilot kunnen we de drempel verlagen voor Arnhemmers in de armste postcodegebieden om mee te doen. Daarmee verduurzamen we meer huizen en verhogen we ook het vertrouwen in de lokale overheid.”

Voor Karel Stolk en zijn team zit het werk er allerminst op. “We houden nauwgezet bij welke adressen in welke wijken zich daadwerkelijk aanmelden voor de SEWA-regeling. En vooral: welke straten en wijken achterblijven. Zijn de huizen daar al verduurzaamd? Of zien eigenaren het ondanks de aangeboden hulp nog niet zitten mee te doen en wat weerhoudt hun dan?”

Volgens Stolk is het een uitdaging om de meest kwetsbare woningeigenaren te bereiken. “We zijn steeds weer blij wanneer we iemand die deze regeling het hardst nodig heeft kunnen helpen. Mensen die met 15 graden met hun jas aan in hun woning zitten omdat ze hun energierekening niet kunnen betalen – voor hen kunnen we zo’n enorm verschil maken.”

Gemeente Noardeast-Fryslân: samenwerken aan bestrijden energiearmoede

De gemeente Noardeast-Fryslân heeft een flinke verduurzamingsopgave. 40% van de totale woningvoorraad heeft een label E,F of G. Het eigen woningbezit in de gemeente is 75%. Bij veel inwoners ontbreekt de investeringscapaciteit om te verduurzamen waardoor er een nieuwe categorie energiearmoede (aanstaande) is. De gemeente heeft de ambitie om voor 2030 6000 woningen te verduurzamen. Vanuit de Town Deal Sterke Streken krijgt zij hierbij brede ondersteuning. Zo worden contacten tot stand gebracht met andere ministeries. Jacob Klaas Star, projectleider energietransitie, en Sander Elverdink, projectleider energie-armoede en warmtetransitie, vertellen over de stand van zaken en de uitdagingen waarmee ze te maken hebben.

De gemeente Noardeast-Fryslân bestaat uit 52 dorpen en een stad, Dokkum. De gemeente telt een groot aantal innovatieve bedrijven in onder andere de bouw en installatietechniek. Het arbeidspotentieel bevindt zich met name in het mbo-segment. De werkgelegenheid in de regio is echter dusdanig, dat veel jongeren vertrekken. Daarnaast voeren veel bedrijven hun opdrachten buiten de regio uit. Samen met ondernemers en mbo-instellingen werkt de gemeente aan een businesscase om te komen tot een gezamenlijke aanpak van de energiearmoede in de gemeente. Dit met als uitgangspunt dat er ook economisch perspectief geboden wordt aan de ondernemers in de regio, zodat zij bijdragen aan de verduurzaming van de bestaande woningvoorraad.

Samenwerken in de ketenaanpak

Town Deal Sterke Streken, gemeente Noardeast-Fryslan

Jacob Klaas Star, gemeente Noardeast-Fryslan

‘Het begon met het platform wonen, een initiatief van wethouder Bert Koonstra,’ zo begint Star zijn terugblik. ‘Hij bracht hiervoor verschillende partijen bij elkaar. Tijdens een bijeenkomst met als thema energietransitie, werd de vraag gesteld hoe we de bestaande omgeving willen gaan aanpakken. Uit een analyse bleek namelijk dat 6000 woningen in onze gemeente voor 2030 verduurzaamd moeten worden. Dat betekent veel werk voor de bouwkolom in de regio. Maar ook voor ons als gemeente. Want hoe ga je dat vormgeven? Zo kwamen we bij de ketenaanpak, waarin we als gemeente en ondernemers samenwerken om inwoners goed te adviseren en te helpen bij het verduurzamen van hun huizen.’

De gemeente is al langer bekend met het adviseren van inwoners op het gebied van verduurzaming, zo vertelt Star: ‘Toen na het uitbreken van de oorlog in Oekraïne de energieprijzen stegen, hebben vrijwillige energiecoaches inwoners geadviseerd over het verbeteren van hun woning. We zagen dat na zo’n advies, een ondernemer die het werk moest gaan uitvoeren, het advies nog een keer overdeed. De inwoner worstelde ondertussen met de complexe financiële regelingen die er zijn. Wij hebben daarom de werkzaamheden van de energiecoaches gecoördineerd en er voor gezorgd dat inwoners eenvoudiger afspraken konden maken. Wij hebben middelen beschikbaar gesteld voor kleine maatregelen, zoals radiatorfolie, tochtstrips en ledlampen. Echter, alleen daarmee verduurzaam je een woning niet. De woningen in onze gemeente zijn groot en complex. Dat vraagt gedegen advies. Na enig zoeken vonden we bedrijven die dat advies kunnen geven. Daarnaast zijn we ook gestart met de zogenaamde formulierenbrigade. Zij kennen de weg in het woud van regels en regelingen en helpen de inwoners bij het aanvragen van subsidies en financieringen.’

Star benoemt ook de rol van de raad en het college: ‘Wat meehelpt in het hele proces is dat het college en de raad van aanpakken houden. Als er een probleem is, dan willen ze dat oplossen. Er zijn inmiddels ook middelen vrijgemaakt om aan de energietransitie vorm en inhoud te geven. Hierbij kijkt het college vooral naar mogelijkheden en niet naar onmogelijkheden. Het uiteindelijke doel is namelijk het helpen van de inwoners van de gemeente. Inmiddels zijn er twee kwartiermakers aangesteld die inwoners en ondernemers bijstaan en adviseren. Hiervoor is door het college budget toegewezen.’

De rol van de gemeente: proactief stimuleren

Dat het allemaal nogal veel tijd en aandacht vraagt, komt volgens Star omdat drie partijen een rol spelen bij de realisatie van de ambitie, namelijk de driehoek overheid – woningbezitters – ondernemers. ‘Wij zien als overheid de noodzaak van het verduurzamen van de woningen. De eigenaren van de woningen moeten daarvoor een opdracht verstrekken aan de ondernemers. Die voeren de werkzaamheden uit. Onze rol in dit geheel is zo klein mogelijk. Wij gaan niet op de stoel van de inwoner of ondernemer zitten. Echter, met name de inwoner met een laag inkomen is moeilijker in beweging te krijgen. Daar wordt van ons als gemeente bijna een meer ondernemende rol verwacht. En dat staat op gespannen voet met de rol die we willen bieden: de ondersteunende rol.’

Elverdink vult aan: ‘We hebben het nu over 6000 woningen tot 2030, maar in totaal gaat het tot 2050 over zo’n 15.000 woningen. Dan betekent dat we als gemeente proactief moeten zijn en inwoners erop blijven wijzen dat ze de verduurzaming van hun woning niet uitstellen tot de gasprijzen weer stijgen. Gelukkig groeit het bewustzijn bij veel mensen. We moeten met elkaar echter wel voorkomen dat er op enig moment zoveel vraag is, dat de bouwkolom onvoldoende capaciteit heeft om hieraan te voldoen. Dus zorgen voor spreiding. In dat licht bezien is 25 jaar vanaf nu tot 2050 niet zo heel lang.’

Town Deal Sterke Streken, gemeente Noardeast-Fryslan

Sander Elverdink, gemeente Noardeast-Fryslan

Op de vraag of de gemeente organisatorisch klaar was voor de meer ondernemende rol, antwoordt Elverdink: ‘Ik weet niet of we er echt klaar voor waren. Het is wel zo dat wij Jacob Klaas en ik, vanuit de thema’s waaraan wij werken, al een vrijere rol hebben. Dat is nodig om in te kunnen spelen op de dynamiek waarmee we te maken hebben. Het vraagt van ons vaardigheden om collega’s mee te nemen in de ondernemende rol. We zien ook wel dat niet iedereen daaraan gewend is.’ Star vult aan: ‘Het was en is soms pionieren, maar wel binnen de kaders die we daarvoor gekregen hebben. Wat hierbij een extra dimensie is: onze inspanningen zijn gericht op woningeigenaren. We worden daarbij met belangstelling gevolgd door de raad. Op het moment dat iets niet goed gaat in het proces, weten onze inwoners de raadsleden snel te vinden. Het is voor ons dus zaak ervoor te zorgen dat we onze contacten goed stroomlijnen: van gemeente naar de inwoner en van de inwoner naar de ondernemer. En dat vraagt voor een gemeente andere manier van werken.’ Gemiddeld besteden beide heren vier tot acht uur per week aan dit project.

Tussen droom en daad…

De gemeente zou de verduurzaming van de woningen graag via een coöperatie vorm willen geven. Maar, om Willem Elschot te citeren: “Tussen droom en daad staan wetten in de weg; wetten en praktische bezwaren”. In hoeverre zitten wetten de plannen in de weg? ‘Star: ‘De toegevoegde waarde van de ketenaanpak zoals wij die voorstaan, die ziet iedereen wel. Alleen, zoals juristen ons hebben geschetst: de coöperatie die wij daarvoor in gedachten hebben, is niet toegestaan. Onder andere gelet op Europese afspraken met betrekking tot staatssteun en aanbestedingsprocedures. Er staan dus inderdaad nogal wat wetten tussen droom en daad. Maar in tegenstelling tot de hoofdpersoon uit het gedicht van Elschot, blijven wij niet als een oude man in de hoek zitten, wij zoeken mogelijkheden om wel stappen te zetten. Hoe dat uiteindelijk vorm gaat krijgen, is nu nog moeilijk te zeggen.’

De ketenaanpak in de praktijk

In Ingwierum is de gemeente Noardeast-Fryslân gestart met een pilot. Elverdink: ‘Inwoners uit het dorp hebben meegedaan aan de ketenaanpak. We starten hier met zo’n 35 woningen, waarvoor de verduurzamingsmaatregelen per woning worden samengevoegd tot een gecombineerde opdracht. Die wordt aan de deelnemende ondernemers aangeboden. Het voordeel van dit collectief vertaalt zich door in de prijs die men moet betalen voor de maatregelen, het voordeel voor de ondernemers in de efficiency die zij kunnen realiseren.’ Star benoemt nog andere voordelen: ‘De inwoner heeft de zekerheid dat de werkzaamheden goed worden uitgevoerd. De ondernemers hebben de zekerheid dat er betaald wordt. Dit omdat aan de voorkant de financiering goed geregeld is. Die financieringsstructuur bestaat uit subsidies en leningen. Dat zijn dan bijvoorbeeld startersleningen, verzilverleningen voor 70-plussers, leningen van het Nationaal Warmtefonds en voor bedrijven ook nog verduurzamingsleningen. De leningen zijn deels consumptief en deels hypothecair. Ze worden binnen de bestaande hypotheek verwerkt, waarbij een deel van de overwaarde wordt gebruikt. Er vindt dan geen toename van de aflossing plaats, waardoor het maandelijks besteedbaar inkomen toeneemt, omdat door de genomen maatregelen de energielasten omlaaggaan. Als je dit zo uitlegt, dan kun je je afvragen waarom hier niet meer gebruikt van gemaakt wordt.’ Volgens Star heeft dat deels te maken met de regionale mentaliteit dat je niet met geleend geld werkt. Je investeert pas in je huis als je daarvoor gespaard hebt.

Wantrouwen bij de inwoners

En er speelt nog een andere factor een rol. Het wantrouwen van inwoners richting de overheid als het gaat om subsidies. Star illustreert dit aan de hand van een praktijkvoorbeeld: ‘Een van onze kernen is aangewezen als proeftuin voor een aardgasvrije wijk. De woningeigenaren hier kunnen een voucher krijgen, met de middelen van het rijk, ter waarde van € 2000. Deze is bedoeld om een deel van de kosten van het verduurzamen van de woning mee te betalen. Niet iedereen wil hier gebruik van maken, omdat men denkt dat er ergens een addertje onder het gras zit. Een ander voorbeeld: we hebben zo’n 1500 gezinnen hulp aangeboden bij de bestrijding van energie-armoede. Op deze brief hebben we 25 reacties gehad. Dat vraagt dus om nog meer maatwerk en een andere aanpak.’

Town Deal biedt meerwaarde

‘We hebben te maken met een complex traject,’ aldus Star, ‘waarin we in het begin echt moesten pionieren. Bij de start van de Town Deal was het even zoeken naar de samenwerkingsvorm. Maar we hebben elkaar op projectleiders- en bestuurlijk vlak goed gevonden. Via de Town Deal krijgen we relaties en netwerken aangeboden en dat werkt echt beter als dat gebeurt vanuit een warme aanbeveling. We wisselen ervaringen uit met de projectleiders in de andere Town Deal gemeenten. Dat geeft veel verdieping en meerwaarde. Daar hebben we baat bij. Zonder Town Deal waren we waarschijnlijk minder ver geweest dan nu het geval is.’

Het instrument Town Deal Sterke Streken is een initiatief van Agenda Stad en Regio’s aan de grens. Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties werkt hierbij samen met Platform31 en vijf gemeenten.

Over de geïnterviewden:

Jacob Klaas Star werkt 4,5 jaar bij de gemeente Noardeast-Fryslân. Daarvoor werkte hij onder andere voor de gemeenten Steenwijkerland, Westerkwartier, Het Hogeland en De Marne en voor de provincie Drenthe. Van 2015 tot 2019 was hij lid van de Provinciale Staten van Groningen.

Sander Elverdink studeerde van 2014 tot 2019 aan de Rijksuniversiteit Groningen, waar hij de Master Environmental and Infrastructure Planning behaalde. Sinds september 2022 werkt hij bij de gemeente Noardeast-Fryslân, waar hij eerder ook trainee was.

“Schaal City Deal-‘lessons learned’ op naar ‘lessons known'”

Tim Rolandus
Tim Rolandus

City Deals kennen vele vormen, maten en onderwerpen, waarbij samenwerking tussen verschillende partijen centraal staat. Bij afronding gaat een City Deal over in een nieuwe deal, een ander programma of stopt simpelweg te bestaan. Inspelen op deze kennis-levensloop gaat beter als je goed afbakent, werkt aan positionering en aandacht hebt voor de rol van ambassadeurs.

Het belang van definities

Oud-projectleiders van City Deals zijn bevraagd om de kennis-levensloop beter te begrijpen. Een van de eerste vragen die werd gesteld was de definitie van de termen ‘borgen’ en ‘opschalen’. Soms ervaren als ‘buzzwords’, maar enorm waardevol mits toegepast op de juiste manier. Hoewel er verschillende interpretaties mogelijk zijn, zien projectleiders deze termen als twee concepten die nauw met elkaar verweven zijn. Borging wordt over het algemeen beschouwd als het vastleggen van afspraken, resultaten en vooruitgang, terwijl opschaling gaat over het toepassen van deze bevindingen in een bredere context.

Positionering

In de praktijk blijkt dat elke City Deal een unieke situatie met zich meebrengt, maar er zijn ook overeenkomsten te vinden tussen de ervaringen van verschillende City Deals. Een opvallende overeenkomst is het belang van ‘korte lijntjes’, waarbij het kennen van de juiste personen op de juiste plaats een aanzienlijk voordeel blijkt te zijn. Door snel te kunnen schakelen en effectief te communiceren, kunnen beslissingen sneller worden genomen, wat essentieel is voor het succesvol borgen en opschalen van resultaten.

Terugkijkend op het proces van borging en opschaling, delen voormalige projectleiders waardevolle inzichten en adviezen voor lopende City Deals. Een belangrijk advies is om actief naar buiten te treden met behaalde resultaten en opgedane kennis. Door een sterke profilering wordt niet alleen het interne proces en zelfvertrouwen versterkt, maar worden ook de fundamenten gelegd voor toekomstige borging en opschaling. Het is cruciaal om al in een vroeg stadium van een City Deal na te denken over borging en opschaling, niet alleen aan het einde van het proces. Door hier gedurende het hele proces aandacht aan te besteden, kunnen meer waardevolle inzichten worden verkregen en kan het succes van de City Deal worden vergroot.

“Dus je organiseert in feite je borging al door het ook naar buiten toe neer te zetten als iets belangrijks, wat er is om te blijven.”  (quote van een oud CD-projectleider)

Een ander belangrijk thema dat naar voren komt uit de interviews is het belang van ambassadeurs en het betrekken van verschillende partijen bij het proces. Door een diverse groep stakeholders te informeren en successen te delen, wordt het draagvlak vergroot en kan het proces van borging en opschaling worden versterkt. Op deze manier, stellen de voormalige projectleiders, vergroot je de kans op borging en opschaling doordat je de City Deal al ‘vastlegt’ in andere organisaties.

“Natuurlijk wel belangrijk om tijdens de City Deal zoveel mogelijk partijen te blijven informeren en successen te delen.”  (quote van een oud CD-projectleider)

Leren van de voorgangers

Concrete voorstellen en aandachtspunten die voortkomen uit de interviews zijn onder meer;

  1. Het creëren van een duidelijk commitment en afbakening van de City Deal vanaf het begin
  2. Het opzetten van een klankbordgroep als directe schakel en community
  3. Het betrekken van afgeronde City Deals bij lopende projecten voor een opwaartse leerkring,
  4. Het bereiken van de juiste mensen om borging en opschaling te bevorderen.

Al met al benadrukken de interviews het belang van een doordachte aanpak van borging en opschaling in City Deals, waarbij actieve communicatie, samenwerking en betrokkenheid cruciaal zijn voor succes.

Verantwoording

Om inzicht te krijgen in de ervaringen en perspectieven van afgeronde City Deals, zijn semigestructureerde interviews uitgevoerd met voormalige projectleiders. Deze interviews boden niet alleen ruimte voor het bespreken van vraagstukken rondom borging en opschaling, maar ook voor spontane opmerkingen, waardoor een breed scala aan inzichten kon worden verzameld voor toekomstige en lopende City Deals. Bij het selecteren van de City Deals is geprobeerd een diverse groep samen te stellen door te kijken naar de inhoud van de City Deal, en of er wel/niet een mogelijk vervolg is geweest op de inhoud van de deal.

 

Stagnerende transities aanleiding voor brede integrerende gebiedsontwikkeling

Foto Jessica de Boer, gemeente Bronckhorst
Town Deal Sterke Streken

Het instrument Town Deal Sterke Streken is een initiatief van Agenda Stad en Regio’s aan de grens. Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties werkt hierbij samen met Platform31 en vijf gemeenten. Jessica de Boer, Kwartiermaker Regiorotonde en projectleider Town Deals in de gemeente Bronckhorst, vertelt wat het project inhoudt waarvoor deze gemeente  ondersteuning krijgt vanuit de Town Deal.

Het project in Bronckhorst begon medio 2023 met het opstellen van een haalbaarheidsstudie voor het realiseren van een duurzaam lokaal energiesysteem. Hiervoor kwam de gemeente via de Town Deal in contact met een goede adviseur met ervaring in gebiedsontwikkeling. Vanwege de stagnatie van meerdere transitieopgaven in het gebied werd het project geleidelijk aan breder opgepakt. Onder de naam Regiorotonde Steenderen-Achterhoek wordt nu gewerkt aan een integrerende gebiedsontwikkeling.

Netcongestie belemmert ontwikkelingen

De Regiorotonde is ontstaan uit de urgente behoefte om een oplossing te vinden voor de netcongestie. Die belemmert oplossingen op verschillende dossiers. De gemeente Bronckhorst en de Achterhoek in zijn geheel staan voor een uitdagende mix aan opgaven. Denk aan de stikstofproblematiek en het perspectief voor de agrarische sector, druk op voorzieningen, krapte op de woningmarkt, de behoefte aan een meer circulaire economie, de droogteaanpak en natuurlijk de transitie naar een duurzaam en veerkrachtig energiesysteem. Het gebrek aan leveringszekerheid van energie als gevolg van de netcongestie, belemmert nieuwe ontwikkelingen en dreigt deze regio op slot te zetten. Het idee achter de Regiorotonde is om als gebiedsprogramma verschillende projecten aan elkaar te koppelen en zo de druk op het hoogspanningsnet en de afhankelijkheid ervan te verminderen.

Gebiedsafbakening en scope

Grote, actuele innovaties bij toonaangevende bedrijven in Steenderen en omstreken maken het logisch om juist nu te beginnen, met een lokale focus. Zodat ook urgente lokale opgaven zoals de droogteproblematiek worden meegenomen. In eerste instantie focust het gebiedsprogramma nu op Steenderen en de omliggende kernen. De Boer: ‘We gaan er vanuit dat de realisatie van een eerste rotonde ook kansen biedt voor andere lokale rotondes. Daarom is ons uitgangspunt dat het te bouwen raamwerk niet alleen kopieerbaar, maar ook uitbreidbaar is in geografische zin (langs de lijnen van het middenspanningsnet en andere bestaande verbindingen). Zo vergroten we de potentiële meerwaarde voor de regio Achterhoek.’

Figuur 1: De deelprojecten van de Regiorotonde

Effect Town Deal Sterke Sterken

Deze Town Deal draagt er aan bij dat er contacten zijn gelegd met andere ministeries, waaronder Economische Zaken en Klimaat (EZK). EZK wil betrokken blijven bij het vervolgtraject van de Regiorotonde. De Boer: ‘We merken wel dat het door de kabinetsformatie lastig is om, naast de bijdrage vanuit Town Deals, substantiële subsidiemiddelen te vinden. Terwijl de netcongestie zo urgent is en we expertise moeten inhuren voor dit soort complexe projecten.’ Overigens werd enige weken na het interview bekend dat de Achterhoek, waar de gemeente Bronckhorst toe behoort, een nieuwe Regio Deal heeft gesloten, ter waarde van 25 miljoen euro.

Dynamische rol gemeente

Aan de hand van deze gebiedsopgave maakt De Boer inzichtelijk wat het effect ervan is op de rol van een gemeente. ‘Waren regiogemeenten voorheen vooral faciliterend, nu wordt verwacht dat we het initiatief nemen in de opstart van integrale gebiedsopgaven. Deze nieuwe rolneming vraagt om organisatorische innovatie en een andere denkwijze en manier van handelen.’

Figuur 2: Rollen van de overheid, vrij naar Van der Steen et al, 2014

In Bronckhorst zijn stappen gezet om een deel van de organisatie op projectbasis in te richten. De Boer: ‘Dan merk je wel dat we nog niet gewend zijn om zo te werken. Niet iedereen is even bekend met een projectmatige aanpak. Bovendien strookt het tempo waarin wij als gemeente acteren – we werken met maatschappelijk geld en willen daar verantwoord mee omgaan  – niet met het tempo dat onze partners vereisen. Het is ook zoeken naar de vorm, want wij willen als ondernemende gemeente niet alle risico’s op ons nemen.’ Voor het procesontwerp, de gemeentelijke rolneming en het tot stand brengen van de samenwerking met gebiedspartners laat Bronckhorst zich bijstaan door een goede adviseur. In het gebiedsprogramma Regiorotonde komen alle rollen samen. De Boer: ‘Wij nemen het voortouw in het ontwerp en het aanjagen van het gebiedsprogramma: de ondernemende overheid. We gaan gesprekken aan met marktpartijen: de overheid als partner. We houden toezicht op de uitvoering: de normerende overheid. We zoeken de samenwerking met medeoverheden en kijken of en hoe we knelpunten op kunnen lossen: de ondersteunende overheid. Daarbij helpt de Town Deal met het vinden van ingangen bij ministeries, waar we knelpunten in wet- en regelgeving aan kunnen kaarten.’

Figuur 3: Rollen gemeente in integrerende gebiedsontwikkeling. Bron: gemeente Bronckhorst

Aandacht voor maatschappelijke verdienmodellen

Vanuit de rol die gemeenten hebben bij gebiedsontwikkeling, vindt De Boer het belangrijk dat er gekeken wordt naar maatschappelijke verdienmodellen voor een duurzame samenleving. Bijvoorbeeld door koppelkansen beter te benutten. Door projecten aan elkaar te koppelen is het volgens De Boer mogelijk om maatschappelijke verdienmodellen te creëren. ‘Normaal gesproken wordt industrieel proceswater na zuivering geloosd op het oppervlaktewater. Hiermee brengt het feitelijk niets op. In deelgebied Steenderen worden al wel energie en nutriënten gewonnen bij het zuiveringsproces. Nu onderzoeken we binnen het gebiedsprogramma Regiorotonde de mogelijkheid om meer proceswater  te behouden binnen de regio. Als vervolgens het gezuiverde proceswater de ondergrond in kan, gaan we daarmee verdroging tegen. Bovendien ontstaan er mogelijkheden om proceswater op te werken tot drinkwater. Dat hele proces kost geld, maar zorgt ook voor opbrengsten in de vorm van energie, nutriënten en het tegengaan van droogte. Dat is de maatschappelijke plus die we met elkaar willen realiseren.’

Regelgeving en loonhuis belemmerende factoren

De Boer benoemt nog een tweetal knelpunten waar ze tegenaan lopen in een gebiedsprogramma als Regiorotonde. De eerste is de regelgeving. ‘Binnen de gebiedsontwikkeling Regiorotonde willen we diverse vraagstukken in brede samenhang met elkaar aanpakken. Enerzijds werken aan oplossingen voor de energieproblematiek, anderzijds onder andere aan het tegengaan van de droogteproblematiek, hergebruik van nutriënten en het bevorderen van de vitaliteit van de kernen. We merken dan dat we tegen regels aanlopen die niet passen bij dit nieuwe denken. Doordat we deelnemen aan de Town Deal is het wel eenvoudiger om dit soort zaken in Den Haag beter onder de aandacht te brengen.’ Een tweede knelpunt dat De Boer signaleert is het loonhuis van kleinere gemeenten. ‘Het is lastig om altijd de juiste mensen aan ons te binden. Voor vergelijkbaar werk krijgen ze bij grotere gemeenten meer betaald. Bovendien wonen de experts die we zoeken niet altijd in deze regio. We moeten dan ook relatief veel externen inhuren. Daardoor houd je een soort tijdelijke organisatie in stand.’ De Boer ziet wel een oplossing in samenwerking met de provincie: ‘Maak afspraken met de provincie over de inzet van hun experts op bepaalde projecten. Op het gebied van wonen, kregen we al hulp van provincie Gelderland. Maar het zou goed zijn om dat uit te breiden, zodat provincies als het ware hun eigen flexpool hebben. Overigens lijkt het erop dat provincie Gelderland op termijn ook een expert gebiedsontwikkeling beschikbaar wil gaan stellen. Dat zou de Regiorotonde erg helpen.’

Jessica de Boer, kwartiermaker Regiorotonde Steenderen en programmamanager energietransitie gemeente Bronckhorst

Studeerde Bestuurskunde aan Universiteit Twente, gevolgd door ArtScience aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag. Een paar jaar later promoveerde ze bij de afdeling Planologie aan de Rijksuniversiteit Groningen. Het onderwerp van haar promotieonderzoek was “Een gebiedsgerichte onderzoekbenadering van energietransitie”. De Boer werkte onder andere in Australië bij New South Wales Government en voor adviesbureau Wing. Als zelfstandig ArtScientist ontwikkelde zij kunstinstallaties van natuurlijke processen die autonoom hun weg vinden.

City Deal inspireert Nationale Aanpak Biobased Bouwen

Circulair en conceptueel bouwen zorgt voor CO₂-reductie. De City Deal met dit onderwerp is de katalysator geweest voor een Nationale Aanpak Biobased Bouwen (NABB), waarmee de teelt, verwerking en toepassing van biogrondstoffen in de bouw gestimuleerd wordt.

In de City Deal Circulair en Conceptueel Bouwen is sinds 2021 veel bereikt. Als je in 2050 een volledig klimaatneutrale en circulaire bouweconomie wilt, moet er snel veel kennis ontwikkeld worden. De City Deal ondersteunde projecten en zorgde voor kennisuitwisseling op drie thema’s: biobased bouwen, conceptueel bouwen en nieuwe financierings- en waarderingsmodellen voor vastgoed. Dat resulteerde in een enthousiasmerende verzameling kennis die laat zien dat biobased, circulair en conceptueel bouwen nu al kan. Over de looptijd van de City Deal werd een drietal online ‘biobased magazines’ gemaakt met voorbeeld bouwprojecten, achtergrond bij materialen en inzicht in business cases, het Nieuwe Normaal mede-ontwikkeld en de Transitiestrategie toekomstige leefomgeving. Er was een biobased campus op het Floriade terrein in Almere en er werd een inspirerende verhalenbundel gemaakt over biobased wonen en leven.

“Zo veel energie”

In een thema waar veel bouwers, opdrachtgevers en andere belanghebbenden wel willen maar nog zitten met de vraag ‘hoe dan?’, is die kennisuitwisseling van grote invloed. Hanna Lára Palsdóttir was projectleider biobased bouwen bij deCity Deal CCB en zij vertelt over het enthousiasme onder deelnemers om van de duurzaamheidsambities verder te brengen: “We zaten aan het begin natuurlijk in de corona-periode, dus alles ging online. Maar naar die eerste bijeenkomsten kwamen wel elke keer 70 tot 100 mensen. De City Deal is uiteindelijk ondertekend door meer dan 120 partners. En nog steeds; er is veel belangstelling voor de Nationale Aanpak Biobased Bouwen. In een klankbordgroep zitten meestal een paar mensen – hier zitten er 110 partijen die twee keer per jaar bij elkaar komen. Dit naast alle reguliere overleggen. Zo veel energie zit hierop.”

Ontwikkeling van markten nodig

Pálsdóttir noemt niet toevallig de Nationale Aanpak Biobased Bouwen. Net als bij veel andere City Deals is gewerkt aan het veranderen van de spelregels en verdere beleidsontwikkeling. Hoe maak je van biobased, circulair en conceptueel bouwen de standaard en wat is er op de verschillende niveau’s voor nodig om dat mogelijk te maken? Een van de belangrijkste prestaties van de City Deal Circulair en Conceptueel Bouwen is de bijdrage aan de Nationale Aanpak Biobased Bouwen. Daarnaast heeft de Deal ruimtelijke kaders voor conceptueel bouwen ontwikkeld en het zogenoemde “Nieuwe Normaal” ontwikkeld. Antwoorden gegeven op de vraag ‘hoe dan?’ want het kan niet alleen binnen gemeenten worden gevonden. Er is ontwikkeling van markten en ketens nodig zoals bij biobased bouwen en verbouwen: van teelt, verwerking en toepassing door bouwbedrijven.

Opschalen in zeven jaar

Bouwe Meijer is beleidsmedewerker Biobased bouwen bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Hij werkte aan de Nationale Aanpak Biobased Bouwen: “Het doel van de aanpak is om de markt voor biobased materialen de komende zeven jaar op te schalen. Dat zorgt voor CO₂-reductie in de bouw, maar het biedt ook perspectief voor boeren. En het draagt bij aan een circulaire economie en aan de ruimtelijke ontwikkeling.” Meijer benadrukt dat opschalen gebalanceerd moet gaan; eenzijdig de teelt van biogrondstoffen, zoals vezelhennep of stro, opschalen zonder dat het verwerkt kan worden zorgt ervoor dat de boer snel weer afhaakt. Andersom geldt dat het geen zin heeft om de vraag in de bouw enorm te stimuleren zonder dat er aanbod vanuit de landbouwsector is.

Olifantsgras

Ketens stimuleren

In de Nationale Aanpak Biobased Bouwen worden biobased ketens gestimuleerd. Meijer: “Er wordt straks met koolstofcertificaten gewerkt waarbij een boer financiële beloning krijgt als die een gewas produceert dat CO₂ opslaat in gebouwen. De boer wordt betaald voor die maatschappelijke dienst, zodat het interessant is om die keuze te maken. Aan de industriekant wordt gekeken naar extra gunstige leningen voor bedrijven die investeren in de verwerking van gewassent totroductie biobased bouwmaterialen. Aan de vraagkant wordt gewerkt aan aanscherping van normeringen, aan duurzamer uitvragen door het rijksvastgoedbedrijf en aan het verhogen van subsidies voor woningeigenaren als je biobased isolatie toepast.” Worden voor houtbouw ook productiebossen gestimuleerd? “Houtbouw wordt wel gestimuleerd in de bouwsector, maar we gaan niet de productie van hout in Nederland stimuleren. Dat komt vooral uit andere landen, waardoor het voor Nederlandse agrariërs die moeten verduurzamen geen nieuw verdienmodel oplevert,” aldus Meijer.

“Blauwdruk voor nationale aanpak”

De gebalanceerde ontwikkeling van regionale ketens en markten komt mede voort uit de Interdepartementale werkgroep Biobased Bouwen (IDOBB). Pálsdóttir: “In een vroeg stadium zagen we dat het feit dat ketens nog niet ontwikkeld waren remmend werkte. Vanuit het ministerie van BZK is Building Balance gefinancierd om een voorstel te doen voor een nationaal programma dat regionale en landelijke biobased ketens ontwikkelt.” Meijer: “De aanpak  van Building Balance is de blauwdruk geweest voor de Nationale Aanpak Biobased Bouwen. In de City Deal is heel veel kennis opgedaan over wat er wel en niet kan. En je ziet een deel van het grote netwerk van partijen dat in de City Deal is opgebouwd terug in deze nationale aanpak.”

“Dit is wat je hoopt”

Je kunt de aanpak volgens Pálsdóttir niet één op één terugvoeren op de City Deal; niet te ontkennen valt dat het werk van de afgelopen drie jaar – netwerken bouwen, kennis ontwikkelen, coalities sluiten, projecten stimuleren– als katalysator heeft gewerkt. Pálsdóttir: “Dit is wat je hoopt met een City Deal. Lokaal experimenteren en dingen voor elkaar krijgen, projecten van deelnemers realiseren. Op deze manier condities, capaciteit en energie mobiliseren en dan ook nog de ontwikkelde aanpakken en borgen in beleidsprocessen.“

De Nationale Aanpak Biobased Bouwen heeft een 30-30-30-doelstelling: in 2030 wordt in 30 procent van de nieuwbouw 30% biobased materialen toegepast. Je hoeft geen deelnemer van de aanpak te zijn; iedereen kan gebruikmaken van de regelingen.

Circulair, biobased en conceptueel bouwen in het kort: boeren in de regio verbouwen vezelgewassen die de basis zijn voor bouwmaterialen. Bosbouw  – meestal wat verder weg – zorgt voor bouwhout; beide zijn biobased materialen. Omdat planten- en bomengroei CO₂ opslaat en je dit vervolgens voor vele jaren in gebouwen vastlegt, maak je CO₂-winst. Door standaardisering via bouwconcepten (met oog voor diversiteit en afwisseling natuurlijk) kan woningbouw voor een groot deel industrieel uitgevoerd worden. Dit beperkt CO₂- én stikstofuitstoot tijden de bouw. Daarnaast zorgt deze manier van werken ervoor dat delen van gebouwen gemakkelijk opnieuw gebruikt kunnen worden, wat de levensduur van materialen (en de langdurigheid van de CO₂-opslag) nog verder verlengt. Het verbouwen van bekende grondstoffen als vlas, miscanthus en hennep is daarnaast op zichzelf beter voor het milieu dan wat er nu meestal verbouwd wordt.

City Deal Health Hub organiseert zorginnovatie in indrukwekkend netwerk

De Health Hub Utrecht is een ecosysteem van overheden, bedrijven, zorginstellingen, bewoners en kennisinstellingen in de provincie Utrecht. Wat begon als een City Deal op papier is nu een dynamische regio-alliantie op het gebied van gezondheid, zorg en welzijn.

Marjoke Verschelling is strategisch beleidsadviseur Volksgezondheid bij de gemeente Utrecht en programmamanager van de Health Hub Utrecht: “Ik was projectleider van de City Deal Health Hub. Het tijdens de City Deal opgebouwde netwerk is blijven bestaan en daarvan ben ik nu programmamanager.” De City Deal startte al in 2016; sinds 2019 is Verschelling erbij betrokken. Sinds vorig jaar zit het project in fase 2 (met als titel ‘Meters maken’) en de planning loopt door tot 2030 (‘Doelen halen’) met uitzichten op 2040.

Gezondheid en geluk

De te halen doelen liegen er niet om: gezondheid en geluk voor Utrechters. Verschelling: “Het gaat trouwens om alle Utrechters, in de provincie Utrecht en niet alleen Utrecht-stad. Ja, we moeten even een stip op de horizon zetten. Het is een doel dat alle organisaties in het ecosysteem bindt en het gaat echt over de inwoners. Er liggen nog twee doelen onder: 1. de gezondheidsverschillen met 30 procent verkleinen en 2. de positionering van de regio Utrecht als ‘Heart of Health’, het zichtbaar maken dat deze regio de plek is waar de beste opleidingen zitten, waar interessante innovaties te vinden zijn, waar je als verpleegkundige en onderzoeker wilt wonen en werken.”

Het is nu bijna acht jaar na het allereerste begin van de City Deal. Er is een indrukwekkend netwerk opgebouwd, met maar liefst dertig organisaties – ziekenhuizen, hogescholen, universiteit, bedrijven, de provincie, gemeenten, het RIVM en ministeries. Er zijn kennistafels tussen professionals en onderzoekers, er is een verzameling coalities die zich richten op deelonderwerpen en er was in 2023 een Future Health Expo met reflectie op de vraag hoe gezond en gelukkig er in de toekomst uitziet.

 Ontmoeting en over domeinen heen samenwerken

‘Hub’ betekent letterlijk ‘naaf’ – het midden van een fietswiel waar alle spaken samenkomen. Waar is de ‘hub’ in deze verzameling overlegstructuren? Verschelling: “De hubfunctie zit hem in de kennisverspreiding en kennisverbinding. Dat gaat niet vanzelf. We organiseren die kennistafels, er zijn innovatie-ontbijten; allemaal manieren om de mensen en organisaties in het ecosysteem op elkaar aan te sluiten. En te zorgen dat ze dezelfde taal spreken – of tenminste van elkaar weten dat ze bijvoorbeeld het woord ‘preventie’ heel anders gebruiken.”

Zijn er na die acht jaar kennisuitwisseling eigenlijk al Utrechters gezonder en gelukkiger geworden? Dat is volgens Verschelling “dé hamvraag. Volgens mij kan ik nog niet zeggen dat Utrechters gezonder zijn omdat de Health Hub er is. Nóg niet. Er zijn in het netwerk wel initiatieven ontstaan die voor meer gezondheid en geluk zullen zorgen. Voorbeeld. Een directeur van Huisartsen Utrecht Stad ontmoet tijdens een Health Hub-bijeenkomst een directeur van een roc en zij hebben een nieuw zij-instromerstraject ontwikkeld voor doktersassistenten. Jonge ontwerpers van de Hogeschool voor de Kunsten ontwikkelen met zorginstelling Reinaerde nieuwe zorg-gemeenschapconcepten. Was dat zonder de City Deal ook gebeurd? Misschien, maar het is wel ontstaan omdat wij de ontmoeting en over domeinen heen samenwerken centraal hebben gesteld.”

Health Hub Utrecht

Bijeenkomsten van allerlei soorten vormden de basis van experimenten, uitwisseling, inspiratie en ontmoetingen die het verschil maakten.

 Resultaten: nadruk op preventie, bewonersperspectief en een druppelbril

Verschelling benadrukt dat de Health Hub een positieve rol speelt bij ontwikkelingen, zonder dat altijd één op één het resultaat te ‘claimen’ is: “Neem nou het IZA (Integraal Zorgakkoord) dat anderhalf jaar geleden is afgesloten tussen het ministerie van VWS en een groot aantal partijen in de zorg. Met als gedachte: in plaats van sectorakkoorden (een voor ggz, een voor ouderenzorg) doen we het integraal, zodat de nadruk gaat van zorg naar gezondheid ‘aan de voorkant’ en dus preventie. Dit heeft de Health Hub niet bedacht, maar het loopt wel erg parallel aan de beweging die wij met de partners in de regio hebben gemaakt. En in de regionale uitwerking van het IZA is het werk van onze coalities Arbeidsmarkt en Digitalisering zichtbaar terechtgekomen.”

“Waar we ook voor gezorgd hebben, is dat er bewoners aan de bestuurlijke IZA-tafels zaten.  We hebben in de Health Hub een bewonerstafel georganiseerd en het inwoners-perspectief een stem gegeven op onze bestuurdersbijeenkomsten. Want de nadruk op preventie en gezondheid vraagt om betrokkenheid van de mensen om wie het gaat. Het hoort ook bij onze ‘multiple helix’-aanpak: succesvolle transformaties krijg je voor elkaar als overheden, bedrijven, kennisinstellingen, zorginstellingen én inwoners samenwerken.”

Veel resultaten zitten in de hoek van de randvoorwaarden, maar er zijn ook conretere dingen te noemen. Verschelling: “Er is een handreiking valpreventie gemaakt. Een aantal organisaties hebben regionaal werkgeverschap georganiseerd zodat mensen gemakkelijk naar andere organisaties kunnen overstappen. Een concrete innovatie: er wordt een druppelbril geïmplementeerd die mensen helpt bij het zichzelf oogdruppels toedienen.”

Zoek de verbeeldingskracht

De Health Hub is voortgekomen uit een City Deal. Volgens Verschelling was dat belangrijk om het ecosysteem op te bouwen: “Wat heel belangrijk aan de City Deal-aanpak is, is dat je experimenteerruimte organiseert. Vrij uitproberen geeft een goede energie – we proberen dat aspect ook nu in het netwerk vol te houden. Dat is ook een belangrijke tip voor andere City Deals: zoek de verbeeldingskracht op. Bij ons heeft de Hogeschool voor de Kunsten vaak die rol gespeeld, maar we hebben ook een excursie naar de Dutch Design Week georganiseerd. Het perspectief van ontwerp-denken en de energie van inspiratie zijn heel belangrijk om mensen bij elkaar te krijgen.”

Een ander voordeel van City Deals – intensief contact met de departementen – speelde minder een rol in Utrecht. Verschelling vindt dat ze de directe lijntjes met de departmenten (VWS, EZK en BZK) te weinig benut heeft: “We hadden ook weinig concrete vragen aan de ministeries. En andersom vermoed ik dat zij zich wel eens afvroegen wat wij voor breed netwerk we aan het bouwen waren.” Ze vult aan, lachend: “En eerlijk gezegd hadden wij onze handen ook wel vol aan het werk hier in Utrecht.”