City Deal Eenvoudig Maatwerk richt zich in extra jaar op systemische beperkingen

Pieter Hilhorst. Foto: Claudia Kamergorodski

De City Deal Eenvoudig Maatwerk organiseerde op woensdag 24 juni een feestelijke online slotbijeenkomst. Er werd teruggeblikt op de successen en er werden online werkbezoeken gebracht aan Amsterdam en Tilburg. Daarnaast werd het Maatwerk Manifest gepresenteerd door Albert Jan Kruiter van het Instituut voor Publieke Waarden. Maar het meest opmerkelijke nieuws uit de slotbijeenkomst is ongetwijfeld dat het geen slotbijeenkomst was. Want de City Deal wordt met een jaar verlengd. Projectleider Pieter Hilhorst vertelt waarom.

Een slotbijeenkomst die geen slotbijeenkomst was. En belangrijker: de City Deal gaat nog een jaar door! Hoe zit het nou precies?

“De City Deal kende een looptijd van twee jaar, maar de aangesloten gemeenten drongen er in maart op aan om nog een jaar door te gaan. Er is ontzettend veel bereikt, maar de beoogde transformatie is nog niet af. Toch vonden we het belangrijk om dit moment toch te markeren. Bovendien verandert ook de samenstelling licht. Delft neemt afscheid en Rotterdam treedt toe. Daarmee doen nu alle G4-gemeenten mee aan de City Deal. Dat helpt ons om ook om het belang van maatwerk in het sociaal domein bij instanties voor het voetlicht te brengen.”

Is het niet lastig, zowel voor Rotterdam als de andere gemeenten, om in dit stadium nog toe te treden?

“De andere deelnemende steden hebben natuurlijk een gemeenschappelijk traject achter de rug en daarin ook een gemeenschappelijke taal ontwikkeld. Maar een nieuwe partner erbij kan ook verfrissend werken. Bovendien draagt een stad als Rotterdam natuurlijk mooie cases aan en kan Rotterdam, waar men bezig is met de professionalisering van wijkteams, leren van de ervaringen van andere steden.”

Hoe kijk je terug op de slotbijeenkomst?

“De bijeenkomst was erg inspirerend. We hadden een mooie mix van offline en online. De bijeenkomst werd namelijk live uitgezonden vanuit De Balie in Amsterdam, waar een aantal gasten aanwezig was Maar de bijeenkomst werd ook digitaal bijgewoond door zo’n 160 mensen uit het hele land. Door deze combinatie ontstond een leuke sfeer. In de break-out sessies werd bovendien ook volop gediscussieerd. We brachten een virtueel werkbezoek aan Amsterdam, waar men aan de hand van een animatie een casus toelichtte die verbeelde hoe complex het is om maatwerk te leveren voor een dakloze woningzoekende. En aan Tilburg, waar Frans Swinkels ons liet zien dat integraal maatwerk echt kosten bespaart. Maatwerk bieden dat afwijkt van de routine, leidt vaak tot oplossingen die een doorbraak forceren. Vervolgens heb ik nog stilgestaan bij het Platform Mooi Maatwerk waarin we elkaar inspireren door sucessen te delen en kennis uitwisselen. Albert Jan Kruiter van het Instituut voor Publieke waarden lichtte het Maatwerkmanifest toe.”

Dus de City Deal Eenvoudig Maatwerk is nog niet ‘Zoom-moe’?

“Integendeel. We hebben sinds de Corona-crisis veel goede ervaringen opgedaan met online overleggen. We zien dat kleinere online sessies vaak tot meer interactie leiden, bijvoorbeeld in de chat, dan fysieke bijeenkomsten. En met acht steden verspreid over het land, is een online bijeenkomst natuurlijk ideaal om zoveel mogelijk betrokkenen deel te laten nemen. We hebben dus ook besloten om het komende jaar nog zo’n drie keer fysiek bij elkaar te komen en voor het overige digitaal af te spreken.”

Je vertelde over het Maatwerkmanifest. Wat is dat precies?

“Professionals uit zeven gemeenten hebben afgelopen jaar in een topklas veel geleerd over maatwerk en welke veranderingen nodig zijn om maatwerk makkelijker te maken. Die lessen hebben ze uitgewerkt in een manifest. Om een voorbeeld te geven: er wordt vaak gezegd tegen instanties ’toon lef’ of ‘pak de ruimte’, maar daar gaat het in de praktijk niet om. Het gaat niet om lef maar om zeggenschap. Bij een maatwerk-aanpak die verschillende leefgebieden raakt, liggen de bevoegdheden vaak bij verschillende diensten. Het manifest zegt: draag bevoegdheden over en geef de professional de ruimte! Als je professionals de boodschap geeft om plannen te maken op alle levensdomeinen maar je geeft hen niet de bevoegdheid, dan is dat een recept voor overspannen professionals.”

In het Maatwerk Magazine (.pdf) dat onlangs verscheen, gaf je aan dat de ambitie van de City Deal het komende jaar is om aan de systemische beperkingen te werken. Is dat ook wat je bedoelt met ‘bevoegdheden overdragen’?

“Ja, ook. Kijk, je kunt wel keer op keer proberen maatwerk te maken, maar je kunt veel beter naar de regels kijken en zorgen dat professionals niet steeds met veel ‘tegenwind’ werken. Om een voorbeeld te geven: veel mensen die uit detentie komen hebben moeite een woning te vinden en vervallen daardoor soms in oud gedrag. Hoe kunnen we nou zorgen dat ze hun woning behouden tijdens hun detentie? Je kunt daar per geval naar kijken, maar je kunt beter de regels veranderen. Een ander voorbeeld is collectief schuld regelen, daar is de gemeente Den Haag mee begonnen. Voorheen gingen er vier á vijf brieven tussen schuldhulpverlener en schuldeiser heen en weer om afspraken te maken. Toen heeft de gemeente gezegd: kunnen we niet een collectieve afspraak maken en bij het eerste contact afspreken of iemand voor schuldhulp in aanmerking komt? Hierdoor verloopt het contact veel makkelijker. Zonder systeemaanpassingen moeten professionals veel werk doen om steeds tegenstrijdigheden te overwinnen.”

En hoe gaat de City Deal Eenvoudig Maatwerk zich het komende jaar dan richten op die systeemaanpassingen?

“We hebben afspraken op systemisch niveau tot onze ambitie voor het komende jaar gemaakt. Dat betekent dat we nu meer gaan inzetten op uitwisseling van systeemvragen binnen de City Deal: wat heb jij binnen jouw gemeenten gedaan om het systeem te veranderen? Welke afspraken en interventies hielpen daarbij? Dit type leren, op het derde-orde-niveau, ontbrak naar mijn mening tot nu toe.”

Is het uiteindelijke doel om Rijksbeleid aan te passen?

“Het doel is om mensen met multiproblematiek effectiever te helpen. Dat is in het belang van cliënt en gemeente. Er blijkt vaak al veel winst te behalen door werkprocessen onder de loep te nemen. Het is belangrijk om vanuit de bedoeling naar vraagstukken te kijken. Vaak doen complicaties zich voor rond grenswerk, processen waar meerdere instanties bij betrokken zijn. Dat vraagt dat organisaties iets moeten herinrichten om het werk voor een ander makkelijker te maken. Dat vergt een andere mindset en dat is lastig omdat routines niet voor niets ontstaan. Als je je alleen richt op het efficiënt uitvoeren van jouw kerntaak is samenwerken een opgave.

Toen in Amsterdam de regels van Bureau Jeugdzorg onder de loep genomen werden, bleek dat ze veel tijd kwijt waren aan het zogenaamde contactjournaal, waarin uitgebreide verslagen van cliëntcontact worden opgenomen. Het was lastig om dat contactjournaal af te schaffen, omdat rechters dit gebruikten bij hun beoordelingen. Maar wat bleek? Rechters gebruikten het contactjournaal niet omdat het te lijvig was om voor alle zaken door te nemen. Dat moet je wel weten om de regels te kunnen aanpassen. Hetzelfde geldt voor het korten op uitkeringen wanneer de Dienst Werk en Inkomen geen reactie ontvangt op een oproep aan een uitkeringsgerechtigde. Dan mag de dienst een sanctie opleggen, maar dat brengt mensen vaak dieper in de problemen. Je kunt dan ook het buurtteam inschakelen, zodat ze met cliënten het gesprek aan kunnen gaan.”

Er bestaat dus al voldoende ruimte in de huidige regels?

“Nou, veel regels bieden al uitzonderingsmogelijkheden. Er is alleen vaak schroom om die te gebruiken vanwege een mogelijke ‘precedentwerking’. Maar precedentwerking is goed: als meerdere individuele gevallen dezelfde systemische knelpunten blootleggen, dan is dat een goede reden om de regels tegen het licht te houden.

Maar natuurlijk is er ook winst te behalen op Rijksniveau. Zo ben ik er voorstander van dat de overheidsvordering wordt afgeschaft. Die geeft de Belastingdienst het recht om geld te vorderen. Maar het is problematisch als mensen in sociale wijkteams mensen in de wijk grip proberen te geven op geld en de Belastingdienst ineens geld van hun rekening haalt.

In de City Deal Eenvoudig Maatwerk verzamelen we voorbeelden. Voorbeelden van hoe werken vanuit de bedoeling mensen met multiproblemen beter helpt. En het komende jaar kijken we dus ook naar kansen en uitdagingen op systeemniveau. Er is nog veel werk aan de winkel, maar ik ben hoopvol dat we met de City Deal een belangrijke bijdrage leveren aan vraaggestuurde oplossingen waar cliënten én gemeenten baat bij hebben.”

‘De energie rond maatwerk moeten we vasthouden’

De City Deal Eenvoudig Maatwerk is een van de 20 City Deals van Agenda Stad. Bij Agenda Stad werken steden, maatschappelijke partners en Rijksoverheid in thematische City Deals samen aan het versterken van de innovatie van Nederlandse steden. Waarom zijn City Deals een succes? En wat zijn de geleerde lessen van de City Deal Eenvoudig Maatwerk? Maatwerk Magazine, een uitgave van de City Deal Eenvoudig Maatwerk, sprak hierover met programmamanager Frank Reniers van Agenda Stad.

Innovatie, leefbaarheid en economische groei in Nederlandse en Europese steden stimuleren: met dat doel werd in 2015 door de Rijksoverheid Agenda Stad opgericht. City Deals zijn het middel om de doelstelling van Agenda Stad te halen. De afgelopen jaren hebben verschillende actuele en complexe stedelijke vraagstukken geleid tot City Deals. Denk aan circulaire economie, klimaatadaptatie, ondermijning en meer regelgeving op maat in het sociaal domein.

Met succes. De werkwijze van Agenda Stad draagt bij aan de doelstellingen van de Duurzame Ontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties, en worden gezien als een vorm van bestuurlijke vernieuwing. Dit beeld wordt onder meer ondersteund door Urban Futures Studio van de Universiteit Utrecht die de City Deal-aanpak noemt als goed voorbeeld in de publicatie Experimenteel Bestuur.

City Deals zijn een succes. Wat is de kracht?

‘De praktische insteek is een belangrijke succesfactor van City Deals. In een City Deal signaleren we een probleem sneller, nog voor het belegd is bij een ministerie. Daardoor hoef je niet eerst wetgeving aan te passen om een maatschappelijk vraagstuk op te lossen. Want dan loop je vrijwel altijd achter: een wetgevingstraject duurt vier jaar. Wanneer het Rijk komt met een oplossing voor een complex probleem, schieten gemeenten bovendien vaak in de reflex: dat hebben ze in Den Haag verzonnen. Bij City Deals agenderen steden een vraagstuk bij het Rijk, er is een gemeenschappelijke deler.’

Kun je een voorbeeld geven van een complex stedelijk vraagstuk waar binnen een City Deal een innovatieve oplossing voor is gevonden?

‘Een mooi voorbeeld vind ik de City Deal rond klimaatadaptatie. Het is de taak van het Rijk om dijken te verhogen om wateroverlast in steden te voorkomen. Dat vraagstuk speelt bijvoorbeeld in steden als Zwolle en Rotterdam. Binnen de City Deal is bedacht om in Rotterdam waterreservoirs te maken. Het water komt nu niet meer in de rivieren terecht en wordt in de droge periode gebruikt voor recreatie in de stad. Dat betekent minder onderhoud aan dijken voor het Rijk en meer vertier voor Rotterdammers. De basis van een oplossing is altijd een win-win voor alle betrokken partijen. Als de business case klopt, volgt het geld meestal vanzelf. Deze manier van oplossingen zoeken, zorgt ook voor een nieuwe en meer gelijkwaardige samenwerking tussen Rijk en gemeenten, maar ook met het bedrijfsleven en kennisinstituten.’

Ontbreekt het dan aan een gelijkwaardige samenwerking tussen Rijk en gemeenten?

‘Het Rijk en gemeenten kunnen elkaar nog niet altijd goed vinden, en zelfs departementen onderling niet. Zo zijn bij de decentralisaties in het sociaal domein 4 ministeries betrokken: Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Justitie en Veiligheid, Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Volksgezondheid, Welzijn en Sport. De neiging is om alles verkokerd te benaderen. Terwijl de decentralisaties juist draaien om mensen, departementen, gemeenten en organisaties met elkaar verbinden. Vroeger was het adagium: je gaat erover of niet, maar er is zoveel verwevenheid. In de City Deal Eenvoudig Maatwerk slagen Rijk, gemeenten en professionals er beter in om vanuit mensen met gestapelde problemen te denken en niet sec vanuit wet- en regelgeving.’

Waarom lukt het beter om domeinoverstijgend te werken binnen de City Deal Eenvoudig Maatwerk?

‘Mensen met complexe problemen hebben met veel instanties te maken en zijn erbij gebaat als instanties breder kijken dan hun eigen taak. Dat schept ruimte voor nieuwe oplossingen. Soms is het nodig om de gebaande paden en regels los te laten om te doen wat nodig is: dan spreken we van maatwerk. Zo kwamen er nieuwe oplossingen voor schuldenproblematiek. Joegen het CJIB, de SVB en woningcorporaties voorheen mensen op met aanmaningen en boetes, nu kijken ze veel meer naar de mensen achter de boetes. Ze gaan het gesprek aan als ze schulden vermoeden en verwijzen door naar een wijkteam of schuldhulp. Komen gemeenten en organisaties er lokaal niet uit? Dan kunnen gemeenten de kwestie opschalen naar Rijksniveau. Dan komen alle betrokkenen bij een casus van de ministeries, landelijke uitvoeringsorganisaties en gemeenten bij elkaar om samen naar een oplossing te zoeken. Dat geeft inzicht in wat effecten zijn van wetgeving. De City Deal Eenvoudig Maatwerk werkt zo ook als een instrument om horizontaal en verticaal te leren.’

Wat bedoel je met horizontaal en verticaal leren?

‘Niet alleen de ministeries en landelijke uitvoeringsorganisaties leren van experimenteren met maatwerk. Sociaal werkers worden gestimuleerd om te kijken naar het totaalplaatje. En dat zorgt voor oplossingen die beter passen bij de hulpvraag van mensen. Het levert bovendien oplossingen op die vaak goedkoper zijn.’

Wat is de volgende stap?

‘De kunst is om de geslaagde voorbeelden van maatwerk “op te schalen”. Daar zijn we vanuit Agenda Stad naar op zoek. Vaak is er wel ruimte om te experimenteren, maar de nieuwe werkwijzen moeten natuurlijk ook landen in de praktijk. Groot voordeel is dat binnen de City Deal direct de juiste spelers om tafel zitten om structureel iets te doen en met concrete oplossingen te komen. Dat wordt ook onderstreept en aangemerkt als bijzonder resultaat van de City Deal door de Universiteit Utrecht. Voor nu is het vooral belangrijk om de energie rond maatwerk vast te houden: zoek samen de grens op en maak het leuk. Dat vind ik ook het mooie aan mijn rol: de juiste partijen bij elkaar brengen om samen te innoveren. Soms is de volgende stap bij een City Deal niet altijd duidelijk, maar door je er samen in vast te bijten volgen er altijd verrassende resultaten’.

Dit interview verscheen oorspronkelijk in Maatwerk Magazine, een uitgave van het Programma Sociaal Domein en de City Deal Eenvoudig Maatwerk, gepubliceerd op 24 juni 2020.

 

Community of Practice bespreekt ‘levend’ handboek en deelt ervaringen

Mozaïekbeeld van de webinar City Deals Explained van de CoP Agenda Stad

Op maandag 15 juni kwam de Community of Practice van Agenda Stad bijeen voor de derde themasessie: “City Deals explained”. In de online bijeenkomst werd het Handboek City Deals dat momenteel ontwikkeld wordt toegelicht. Daarnaast doken we in breakout sessies dieper onder de motorkap van City Deals.

Dealmaker en moderator van de CoP Henk Jan Bierling van Agenda Stad heette de vijfentwintig aanwezige leden van de CoP welkom en programmamanager Frank Reniers lichtte toe waarom er een handboek gemaakt wordt. Hij gaf aan dat sommige collega’s menen dat het sluiten van een City Deal een creatief proces is dat niet in woorden te vatten is, maar dat er volgens anderen wel wat richtlijnen op papier te zetten zijn. Nu er 20 City Deals gesloten zijn, ziet Frank ook dat er lessen te trekken zijn waar de City Deals die nu ontwikkeld worden van kunnen profiteren. Het levende document dat is ontstaan, is niet compleet zonder de input van de CoP’ers, de mensen die samen City Deals tot een succes maken. Met het handboek lopen we vooruit op het onderzoek van de NSOB en PBL, die kijken hoe de overheid kan leren van de dealaanpak.

Steven Kroesbergen bij de COP-sessie City Deals explained op 15 juni 2020

Steven Kroesbergen

Dealmakers Steven Kroesbergen en Koen Haer van Agenda Stad, samenstellers van het handboek, vertellen over hun drijfveren. Steven liep als nieuwe dealmaker tegen veel vragen op rond het proces en besloot samen met Koen, die vanuit de City Deal Aardgasvrije Wijken veel vragen over de aanpak kreeg, een handboek samen te stellen. Volgens Koen scheelt dit ook de dealmakers op termijn veel tijd. “Nu typ ik elke keer een korte uitleg als iemand vraagt naar City Deals, maar daar zitten toch nuanceverschillen in. City Deals zijn voor mij innovatie en vrij invulbaar, maar wie meer houvast wil, vindt dat in het handboek.”

Die mix van vrijheid en kaders zorgt voor een spanningsveld, zoals ook uit de discussies tijdens deze CoP-bijeenkomst zal blijken. Koen: “Dat was voor ons ook een lastige opgave bij het maken van het handboek: hoe maak je één tekst die rechtdoet aan alle verschillende manieren van werken in de City Deals? Hoe zet je richtlijnen op papier, zonder dat het heel dwingend wordt?

Frank geeft een voorbeeld van een belangrijke les: houdt iedereen met je gesprekken voert steeds op de hoogte van alle ontwikkelingen. Hoewel dat volgens sommigen kan leiden tot ‘irritante vragen over iets dat er nog niet is’, zegt Frank ‘beter irritant dan dat er mensen afhaken omdat ze zich niet betrokken voelen.”

Tijdens het intermezzo grapt Henk Jan dat het handboek op grote belangstelling van boekhandels kan rekenen en dat we daarom Jurian Strik van Studio Strik hebben ingeschakeld om een professionele cover te maken. Jurian legt ons een drietal fameuze covers voor en bespreekt of ze passen bij de inhoud van het handboek: de SAS Survival Guide, de populaire ‘…for Dummies’-reeks en de serie ‘The complete idiot’s guide to…’

Froukje merkt op dat ze het boek in plaats van in de boekhandel, liever in de vorm van stellingen op de deur van het Binnenhof getimmerd zou zien, naar voorbeeld van Luther. En ze vindt de term ‘handboek’ te statisch klinken. Ze spreekt liever van een ‘handreiking’

Nu alle deelnemers ‘opgewarmd’ zijn, is het tijd voor de breakout sessies. In twee rondes van 20 minuten gaan de deelnemers in groepjes in gesprek over de volgende onderwerpen:

  1. Hoe regel ik de financiën in mijn City Deal?
  2. Hoe smeed ik een coalitie voor mijn City Deal met veel diverse partijen?
  3. Hoe breng ik de resultaten uit mijn City Deal verder?
  4. Hoe kan ik ontwerpkracht en experimenteren inzetten in mijn City Deal?

Hoe regel ik de financiën in mijn City Deal?

In sessies over Financiën, begeleid door Koen Haer en Lotte Nijland, geven de deelnemers aan de sinds kort gehanteerde werkwijze met een basisbegroting en startkapitaal als verademing te zien. Dit ondervangt veel ‘opstartproblemen’ bij deals. Maar aanvullende informatie over het financiële proces en bijvoorbeeld de vraag wie penvoerder van een deal moet zijn, zou welkom zijn. Froukje Idema zou graag vanuit Agenda Stad standaarden willen zien. Dat zou veel tijd en maatwerk kunnen besparen. In haar City Deal verdeelt een programmateam het budget en dat levert een goede balans op tussen harde afspraken en flexibiliteit.

Er wordt geopperd om meer gebruik te maken van provinciale financiën, met name voor het fysieke domein. Marc Noordhoek (City Deal Zicht op Ondermijning) oppert om in het handboek wat nader in te gaan op het proces rond Voorjaarsnota/julibrief en najaarsnota en stil te staan bij de vaak ‘strenge’ deadlines wanneer er geld tússen departementen geregeld moet worden.

Hoe smeed ik een coalitie voor mijn City Deal met veel diverse partijen?

In de eerste ronde van deze breakout onder leiding van Frank Reniers komt o.a. het belang van vertrouwen aan bod. Frank geeft aan dat het goed werkt om koplopers te zoeken die er echt voor willen gaan. En een stevige ambassadeur die het belang van thema’s en de werkwijze uitdraagt, zoals Maarten Hajer van de Urban Futures Studio dat vaak voor City Deals is. Zo kan vanuit bevlogenheid van de koplopers een kantelpunt ontstaan waarop anderen mensen graag willen aanhaken. Het helpt altijd als je ‘grote namen’ een uitnodiging mede laat ondertekenen.

Martine de Vaan bij de COP-sessie City Deals explained op 15 juni 2020

Martine de Vaan

Martine de Vaan vindt dat burgers meer betrokken moeten worden en wil de volledie ‘penta helix’ laten samenwerken in deals. Dat zijn naast de traditionele dealpartners ook burgers en maatschappelijke organisaties. Het kan wel spanning opleveren als er partijen aanschuiven die geen geld inbrengen, maar de impact en slaagkans van je deal neemt toe. Irene Bronsvoort van UFS bevestigt dit beeld. Ze geeft aan dat je voor experimenteren een veilige omgeving en informaliteit nodig hebt. Tegelijkertijd is er veel dat we nog niet weten over het samenspel van partijen omdat we nog maar kort experimenterend besturen. Vaak zie je nog dat burgers of bewoners te laat betrokken raken waardoor ze slechts een reactieve rol hebben. “Het kan een enorme meerwaarde hebben om burgers aan het begin al te betrekken bij het definiëren van het probleem”, aldus Bronsvoort.

In de tweede ronde over dit thema ontstond een levendige discussie over een ander vraagstuk: hoe – en waarom – betrek je kennisinstellingen bij deals? Bart Stoffels van de City Deal Klimaatadaptatie geeft aan dat ze continuïteit en een extra dimensie kunnen toevoegen. Zelf werkt hij in de deal met Universiteit Utrecht. Anderen geven aan dat ze het vaak lastig vinden tot een goede samenwerking met hbo’s en universiteiten te komen omdat die door curricula en onderzoeksprogramma’s vrij star zijn en vaak zelf ook niet weten hoe ze aan hun opgave om meer regionaal samen te werken moeten voldoen. Volgens Maarten Riemersma van de City Deal Voedsel werkt het juist goed als je die instellingen op hun regionale verantwoordelijkheid wijst.  Frank Reniers geeft aan dat Rowinda Appelman van de City Deal Kennis Maken veel ervaring heeft met dit vraagstuk en bedacht wordt om haar te vragen hier in een themasessie bij stil te staan.

Hoe breng ik de resultaten uit mijn City Deal verder?

In de derde breakout, begeleid door Steven Kroesbergen en Louise van der Aart, vertelde Marc Noordhoek hoe de City Deal Zicht op Ondermijning nadenkt over een vorm waarin de samenwerking tussen de partners na afronding van de deal voortgezet kan worden. Hij probeert media-aandacht te genereren voor de City Deal. De kans dat het uitkomsten politiek worden opgepakt zijn volgens Marc afhankelijk van goed belegd eigenaarschap en uiteraard goede resultaten.

Wouter Kersten van Platform31 oppert dat je afhankelijk van hoe resultaten ‘bewegen’, op meerdere momenten tijdens de looptijd van een City Deal kunt nadenken over eigenaarschap. Bart Stoffels vindt het een goed idee resultaten breed openbaar uit te dragen en te kijken welke reuring dat veroorzaakt. Binnen de CD Klimaatadaptatie is hij ook bezig met het concreet toewijzen van eigenaarschap van verschillende deelthema’s of ‘estafettestokjes’ aan nieuwe organisaties. Dat had aan het begin van de looptijd volgens hem niet gekund.

Bart Stoffels bij de COP-sessie City Deals explained op 15 juni 2020

Bart Stoffels

Hoe hoog moet je de lat eigenlijk leggen met een City Deal? Volgens Marc is het vooral belangrijk, zeker bij een breed onderwerp als ondermijning, om goed af te bakenen en te prioriteren. “Door je scope te beperken, kun je succesvol zijn.”

In de tweede ronde vertelt Kees van der Reijden hoe de CD Elektrische deelmobiliteit aansluiting heeft gezocht bij de Greendeal Autodelen, waarin veel partijen participeren die ook aan de City Deal meedoen. Froukje Idema vraagt zich af wat eigenlijk de definitie van resultaat is. In de CD Voedsel is het op de stedelijke agenda krijgen van goede voeding het doel. Het is moeilijk om dat in percentages van gezonde kinderen uit te drukken. Het is belangrijk om in het beginstadium de beoogde resultaten vast te leggen. En: “Geen resultaat is ook een resultaat, als je het maar goed evalueert.” Vanuit de CD Voedsel is op verschillende manieren geprobeerd de resultaten te borgen, zo hebben ze in een gesprek Tweede Kamerleden bijgepraat over het onderwerp en een ingezonden brief in de krant geplaatst.

Tot slot wordt er verkend wat belangrijker is: breed draagvlak en begrip of snelheid / momentum. De meningen verschillen. Volgens Kees is het dit afhankelijk van de mate van ‘volwassenheid’ van het onderwerp van een City Deal. Jan-Willem Wesselink meldt dat hij borging belangrijk vindt en daarom nu al, in de verkenningsfase, een borgingsteam heeft opgezet dat zich buigt over de lange termijn,

Hoe kan ik ontwerpkracht en experimenteren inzetten in mijn City Deal?

In de vierde breakout sessie onder leiding van Charlotte Moolenaar van Agenda Stad en Jurian Strik zagen Rogier van der Wal en Jan-Willem Wesselink de meerwaarde van ontwerpers in City Deals. Jurian Strik adviseerde om de vraag ‘klein’ te houden aan ontwerpers waardoor ze op een bepaald gebied echt actief ‘mee kunnen lopen’ in het proces. “Denk altijd goed na hóe je ontwerpers wilt betrekken.” Volgens Rogier is de kracht van verbeelding erg belangrijk. Irene Bronsvoort benadrukt ook in deze context het belang van ‘soft spaces’: een neutrale, informele omgeving waardoor gesprekken, bijv met burgers, een andere context krijgen en beter en opener verlopen.

En Jurian zou de creatieve kant van de Community of Practice niet vertegenwoordigen als hij niet een interactieve mindmap had ontwikkeld waarin de inzichten van de breaukout-sessies zijn opgenomen: Henk-Jan meldt dat Agenda Stad het belang van creativiteit inziet en dat we nu verkennen hoe we per City Deal ontwerpkracht kunnen inzetten.

Na een terugkoppeling in het plenaire gedeelte, brengt Frank Rowinda’s oproep onder de aandacht. Zij zoekt naar een optimale manier om online samen te werken en verkent met een communicatiebureau hoe online bijeenkomsten ‘gelikt’ en effectief ingericht kunnen worden. Frank geeft aan dat Agenda Stad dit ook meeneemt in de nieuwe communicatiestrategie die met Tappan ontwikkeld wordt. Frank en Evan Schaafsma, communicatieadviseur van Agenda Stad, doen een oproep om hen eerder in te seinen bij aanstaande communicatiekansen. Als Evan tijdig weet van bijtekenmomenten, belangrijke bijeenkomsten of andere mijlpalen, is er tijd om verschillende communicatiemiddelen af te wegen en in te zetten. Uiteraard leent PleinBZK zich ook goed om kleine en grote successen aan te kondigen.

Froukje Idema bij de COP-sessie City Deals explained op 15 juni 2020

Froukje Idema

Tot slot gaan we in op de vraag hoe ‘dwingend’ dat handboek nou is. Er wordt een vergelijking met een kookboek gemaakt: ook als je het recept niet naar de letter volgt, kan het een heerlijk gerecht opleveren. Henk Jan verwoordt het treffend als hij zegt “Door in het handboek randvoorwaarden te schetsen, blijft er juist meer ruimte voor creativiteit over.” Froukje Idema oppert dat een ‘do’ en ‘don’t’ boven elk hoofdstuk mensen meer zal verleiden om door te lezen.

Na deze mooie tip bedankt Henk Jan de deelnemers en brengt hij de digitale themasessie op 9 september over communicatie en de volgende reguliere CoP op 24 november in Ede onder de aandacht. Ook kondigt hij de Dag van de Stad On Tour aan, waarover meer te lezen is op dedagvandestad.nl. Tot slot roept hij iedereen op elkaar op te zoeken op PleinBZK en wenst hij iedereen een goede zomer.

Walking Webinar Ruimte voor Lopen: groen als nutsvoorziening – ook voor een bedrijventerrein

De tuin van het Hof van Carthesius

Op vrijdag 19 juni vond een uniek webinar plaats. Het Platform Ruimte voor lopen koos als aftrap voor een webinarreeks over het belang van lopen en een goede loopomgeving voor een bijzondere vorm van samenkomen: een walking webinar. Zo’n 25 deelnemers wandelden – met headset – door hun eigen omgeving en luisterden naar gesprekken met wandelexperts.

Terwijl de deelnemers zich online verzamelden en de techniek voor deze virtuele weeting (walking meeting) werd voorbereid, vertelde Charlotte Ernst over haar initiatieven de Hof van Cartesius, een groene werkplek voor creatieve en duurzame ondernemers, en het Werkspoorpad, een wandelpad dat voor verbinding zorgt in het gebied. Ze geeft aan dat het Hof van Cartesius bezig is met een doorontwikkeling: boven de 1500 m2 werkruimte, komt nog eens 2500 m2, verdeeld over vijf nieuwe ruimtes met binnentuinen en een grote daktuin.

Martine de Vaan, kwartiermaker van de City Deal Ruimte voor Lopen die verkend wordt, heet vervolgens het gezelschap welkom en vertelt over het Platform Ruimte voor Lopen dat in het najaar is opgericht om aandacht te vragen voor beleid rondom lopen. Ze geeft aan dat er veel momentum is, sinds premier Rutte met zijn pleidooi voor het ‘blokje om’ ‘de frisse neus tot grondrecht heeft verklaard’.

Drie gastsprekers van het webinar vooraf ingesprek op de parkeerplaats van de Werkspoorcathedraal

Drie gastsprekers van het walking webinar vooraf in gesprek bij de Werkspoorcathedraal. Van links naar rechts: Taco Jansonius, Harry Boeschoten en Charlotte Ernst

Martine is met haar gasten Harry Boeschoten, Charlotte Ernst en Taco Jansonius aanwezig in de tuin van het Hof van Carthesius. Frank Reniers, programmamanager Agenda Stad, vertelt wandelend op de boulevard in Scheveningen over City Deals. “Steden kunnen bij ons komen met complexe transitiethema’s waarbij de rolverdeling tussen partijen vaak nog onduidelijk is. We helpen hen met het vinden van de juiste partners – andere steden, relevante departementen, marktpartijen en maatschappelijke organisaties – en het sluiten van City Deals waarin door experimenteren en kennis delen innovatie oplossingen verkend en versneld kunnen worden. Zo kom je sneller tot innovatie dan met een regulier wetgevingstraject voor vier jaar.” Dat City Deals tot innovatie leiden, daar getuigt volgens Reniers ook deze walking webinar van. “Eerder experimenteerde de City Deal Een Slimme Stad al met een succesvolle online borrel en nu maken we hier de eerste walking webinar mee, dat is toch geweldig!?”

Schermafbeelding met mozaïek van de deelnemers aan het walking webinar

Een aantal deelnemers aan het walking webinar. Een bekend mozaïekbeeld van een webinar, maar dan met opvallend veel groene accenten.

Taco Jansonius is Mobilteitsmakelaar van het Werkspoorkwartier. Hij trapt de columnreeks af, waarin tijdens elk webinar een andere expert vertelt wat hem of haar tot ‘walking being’ maakt. Jansonius vertelt dat hij houdt van wandelen langs het water, van avondwandelingen zoals de Nightwalk Werkspoor, waardoor hij een heel andere kant leerde kennen van zijn eigen omgeving. Maar ook van zijn zondagse ‘coronawandelingen’ met een vriend om 9 uur ’s ochtends. En van lopen door de stad, waar hij telkens iets nieuws ontdekt en verrassende ontmoetingen heeft. Daarmee schetst Jansonius op een aanstekelijke manier de veelzijdige vormen en functies van lopen.

Hier sluit Harry Boeschoten op aan. Wandelen door de stad en wandelen in het buitengebied worden vaak als twee verschillende dingen beschouwt. Als programmamanager Groene Metropool bij Staatsbosbeheer, maakt hij zich sterk voor het verknopen van groene netwerken. “Eigenlijk is de groenvoorziening een nutsvoorziening. Waarom zou je niet zorgen dat alle huizen daarop aangesloten zijn?”

In zijn streven merkt hij nog vaak, bij Staatsbosbeheer, maar ook bij ontwikkelaars en stedebouwkundigen, dat er vaak gedacht wordt tot aan de grenzen van het gebied waar men verantwoordelijk is. “Terwijl wandelaars en fietsers én de natuur zich niks van die gebiedsgrenzen aantrekken, die gaan gewoon door. Daarom proberen we nu groene netwerken te creëren door als vertrekpunt te nemen: wat is het grotere geheel en hoe past waar ik verantwoordelijk voor ben daar binnen?”

Charlotte Ernst vertelt over het Werkspoorpad. Dat ontstond door het inzicht dat in de omgeving niet alleen een groene werkplek gecreëerd moest worden, maar dat er tevens kansen waren om een gebied dat in het slop geraakt was te transformeren door de aanwezige bedrijven onderling te verbinden. En ook de verbinding met de stad is door het Werkspoorpad verbeterd. Daarbij was het cruciaal om de omwonenden te betrekken bij het ontwerp. Het pad verbindt nu bedrijven en een aantal publieke plekken en Ernst merkt de impact op de transformatie van het gebied: ineens komen mensen de omliggende bedrijven uit voor lunchwandelingen en de omwonenden vinden het gebied weer veilig en aantrekkelijk genoeg om in hun route op te nemen.

Detailfoto van het werkspoorpad, waar we de naam Werkspoorpad ook in een witte krijtstreep zien staan

Detailfoto van het Werkspoorpad

Harry Boeschoten is enthousiast. “Door groene hotspots met elkaar te verbinden, ontstaan groene netwerken. Het dichtstbijzijnde gebied van Staatsbosbeheer, het Gagelbos, is maar 3 km hier vandaan. De route ernaartoe bevat mooie stukken, maar zeker ook delen die niet aangenaam zijn en daardoor sluit het allemaal niet op elkaar aan. Daar kunnen we werk van maken.”

Mobiliteitsmakelaar Taco Jansonius is actief in het gebied en kijkt ook naar de relatie met vervoer. Zo is hij met een project begonnen waarin hij met bedrijven rond het Werkspoor in gesprek gaat. “Sommige bedrijven komen parkeerplekken te kort en andere bedrijven hebben juist veel ruimte over. Ik probeer vraag en aanbod bij elkaar te brengen. Soms is het huren van parkeerruimte een uitkomst, maar soms ook het gebruik van deelauto’s of –fietsen. Samen met bedrijven en de gemeente komen we zo tot oplossingen. Zo maak je letterlijk ruimte voor lopen.”

Martine stelt Filip van As van het platform Ruimte voor Lopen voor. Al wandelend vertelt hij dat hij niet alleen werkt aan de agenda voor het platform, maar ook programmanager Voetgangersbeleid is bij het ministerie van IenW. In het platform werken bijna 40 partners nu aan de agenda voor de komende 10 jaar en een plan van uitvoering voor de komende vier jaar. Dat wordt gepresenteerd op het landelijke Voetgangerscongres op 8 oktober en hij hoopt dat dan ook de beleidscontouren van zijn ministerie bekend zijn.

Dealmaker Steven Kroesbergen van Agenda Stad voegt toe dat bij de City Deal in oprichting naast het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat ook LNV en Volksgezondheid betrokken zijn. Harry Boeschoten geeft aan dat het gezondheidsaspect belangrijk is. “Het lijkt wel alsof we minder naar buiten gaan omdat er geen aangenaam alternatief is. We zien nu door Corona dat het benutten van de groene ruimte toeneemt, maar voor sommigen is de drempel hoog.” Taco vertelt over de samenwerking met het Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug. Samen proberen ze het groen ín de stad te verbinden met het Nationale Park – het groen rond de stad. London National Park City was inspiratie. “Omdat we nu werken met partijen die zich echt met plezier inzetten zie je dat een relatief klein initiatief toch vaart krijgt.”

“Mooi om het zo te bekijken: ligt het Nationaal Park buiten de stad of ligt de stad ‘in het Nationaal Park?”, haakt beleidsadviseur Fietsen en Wandelen Govert de With vanuit de gemeente Amsterdam aan. In Amsterdam wordt gewerkt aan zowel het voetgangersbeleid als het groenbeleid en wil met dat combineren door o.a. te kijken naar de ‘stepping stones’ die mensen vanuit de stad leiden naar de parken aan de rand. In het webinar van 30 juni vertelt Govert er meer over. Harry Boeschoten roemt de ontwikkelingen in Amsterdam: “Het begint met de visie van een stad. Als je weet waar het naartoe moet, kun je als stad ook mensen en initiatieven bij elkaar brengen en een belangrijke rol spelen wanneer er tegenstrijdige belangen lijken te zijn.” “Dat klinkt als mooie reclame voor een City Deal!” reageert Martine de Vaan.

Charlotte Ernst geeft aan dat verbinding en samenwerking belangrijk zijn, en noemt als voorbeeld twee nabijgelegen nieuwbouwprojecten, prachtige duurzame gebiedsontwikkelingen die zelf mooie wandelpaden ontwikkeld hebben maar nog niet hebben nagedacht over onderlinge verbinding en aansluiting op het Werkspoorpad. “De oplossing ligt op een hoger niveau. In netwerken van Staatsbosbeheer, de provincie, en de steden. Samenwerking is nodig voor grensoverstijgende beslissingen.

Met deze woorden die het belang van samenwerking onderstrepen, komt een einde aan het eerste webinar van de reeks. Het walking webinar kende wat technische hobbels maar leidde tot een welkome ‘groene oase’ in de online omgeving. Met de belangrijke voetnoot van Martine de Vaan dat zeker ook burgerinitiatieven een plek moeten krijgen in de City Deal Ruimte voor Lopen, eindigt de wandeling. Meld je nu aan voor de webinars op 30 juni en 7 juli.

Gouda werkt aan alternatieven voor “ieder huis een autootje”

Presentatie bouwplannen locatie Van Loon Gouda.Foto: Van Ommeren Architecten,
Presentatie bouwplannen locatie Van Loon Gouda.Foto: Van Ommeren Architecten,

Sinds juni is gemeente Gouda deelnemer van de City Deal Elektrische Deelmobiliteit. Wethouder Hilde Niezen vertelt over de ontwikkelingen en kansen in Gouda en wat ze van de City Deal verwacht.

“In Gouda praten we al een hele tijd over mobiliteit, we willen de fiets meer ruimte geven. We willen de binnenstad autoluwer maken richting 2040, het jaar dat we CO2-neutraal willen zijn. Onze OV-verbindingen maken het ook mogelijk om mensen een alternatief te bieden, waardoor je als gemeente andere keuzes kan maken: waar geef je voorrang aan langzaam verkeer, en waar aan auto’s om goed door te kunnen stromen.

“Middenin de randstad ligt Gouda op slechts 20 minuten treinen van Utrecht, Den Haag en Rotterdam. Daar kan de auto niet aan tippen. Dus voor woon-werkverkeer is de trein een mooi initiatief. Als je dan een keer wél een auto wil gebruiken, is een deelauto een mooie oplossing.”

Wat gebeurt er al in Gouda qua deelmobiliteit?
We ontwikkelen bijvoorbeeld een aantal nieuwbouwlocaties, niet ver van het station. Zo is er in de Spoorzone een oud Blokkermagazijn, dat wordt omgezet in een woningbouwproject voor 600 woningen en 2000 m2 vloeroppervlakte voor kantoren en woningen. En iets verder de Van Loon-locatie met 200 woningen. Daar willen we nieuwe bewoners en kantoorgebruikers verleiden om meer met OV, MAAS, en elektrische deelauto’s, deelscooters en deelfietsen reizen. Ook in de binnenstad willen we een nieuwbouwproject met deelmobiliteit gaan starten. De bewoners krijgen daar geen parkeervergunning, maar wel de beschikking over een elektrische deelauto. Dat is wel echt iets van deze tijd. Zo zijn we bezig met interessante alternatieven voor het idee van ‘ieder huis een autootje’!”

Wat verwachten jullie van deelname aan de City Deal?
“De ontwikkelaars van de genoemde nieuwbouwprojecten leveren nu plannen op bij ons. We leren graag van andere gemeenten hoe zij bij zulke projecten deelmobiliteit inzetten. Deze City Deal zien we als een ideaal platform om kennis daarover uit te wisselen. We werken al samen met Rotterdam om een aanbesteding voor laadinfrastructuur in te richten en met de provincie voor de ontwikkeling van de Spoorzone. Dat zijn voor ons belangrijke partners om van te leren. Maar ook als er mogelijkheden zijn voor Europese subsidies, kunnen we dat wellicht via de City Deal gezamenlijk aanvragen. Dan heb je altijd meer kans.”

Dag van de Stad in gewijzigde opzet op zoek naar veerkracht in de stad

We zien een springveer op een tafelblad, tegen een vervaagde achtergrond

De Dag van de Stad: één dag waarop iedereen bij elkaar komt die werkt aan de ontwikkeling van de stad en stedelijke regio’s. Vanwege de coronacrisis kan de Dag van de Stad niet plaatsvinden in de vorm die je van ons gewend bent. Maar dat betekent niet dat de dag is afgelast: we gaan door met een alternatief concept. Met o.a. inspirerende webinars en een verrassende tour langs verschillende Nederlandse steden, tonen we dit najaar hoe steden kunnen herrijzen uit de coronacrisis: met veerkracht.

Inspiratie, innovatie en verbinding: juist nu

De gevolgen van de coronacrisis zijn groot en er is nog veel onzeker: hoe ziet Nederland er in het najaar uit? Wat kan wel en wat kan niet? Op dit moment werkt de organisatie van de Dag van de Stad hard aan de invulling van een alternatief programma. Uiteraard staan de drie pijlers van de Dag van de Stad ook in de gewijzigde opzet fier overeind: inspiratie, innovatie en verbinding.

Wat gaan we doen?

Tijdens de ‘Dag van de Stad on tour’ nemen we stadmakers mee naar verschillenden steden verspreid over het land. De tour is klein in deelnemersaantal (max. 100 personen), maar groot(s) qua inhoud en sprekers. Stadsexcursies vormen de kern van de tour. Want de steden die we bezoeken zijn niet willekeurig geselecteerd: het zijn steden die stuk voor stuk een grote uitdaging voor de kiezen kregen. Een crisis, een ramp of andere tegenslag. Hoe wisten de steden daar met veerkracht het hoofd aan te bieden? Tijdens de Dag van de Stad on tour laten ze het zien.

Laat jouw stem horen tijdens de digitale Dag van de Stad

We brengen het onderwerp verder tijdens diverse online bijeenkomsten. Want veerkracht is wat nu van elke stad verwacht wordt. Wat kunnen we leren van de ervaringen van andere steden, van elkaar? We nodigen ambtenaren, bestuurders, actieve inwoners, wetenschappers, ontwerpers en anderen uit om ons digitaal te vergezellen en mee te praten over de opgaven en oplossingen van nu en morgen. En ook met andere middelen, zoals een podcastreeks of e-zines, delen we kennis en inspiratie die veerkracht bevordert.

De komende periode werken we het programma verder uit. We verbinden de verschillende elementen, online en fysiek, tot een volwaardige vierde editie van de Dag van de Stad. Ben jij enthousiast geworden? Dan hopen wij jou dit najaar, al dan niet virtueel, terug te zien bij de Dag van de Stad on tour. Houd www.dedagvandestad.nl in de gaten voor updates over het programma. Automatisch op de hoogte blijven? Volg ons op Twitter en Instagram.

Heerlen

Heerlen is en blijft natuurlijk een fantastische gaststad en daarom vindt de Dag van de Stad 2021 in Heerlen plaats. Omdat Heerlen zich ook in het verleden een veerkrachtige stad heeft getoond, zal Heerlen ook dit jaar in de gewijzigde opzet een plek krijgen.

City Deal in verkenning ‘Ruimte voor lopen’ verkent thema’s in reeks webinars

We zien twee mensen wandelend en pratend op een voetpad door een bos. Het beeld is ingekaderd door een grote boom die over het pad en de wandelaars buigt

Elke ouder die weet hoe verrukt hij was bij de eerste stapjes van zijn of haar kind, weet hoe belangrijk lopen is. Toch zien we dat lopen steeds meer in de verdrukking komt door andere mobiliteitsvormen en ruimtelijke afwegingen. Terwijl lopen niet alleen gezond is; het is ook nog eens de meest duurzame vorm van mobiliteit en het helpt eenzaamheid bestrijden en draagt bij aan samenhang in buurten en wijken. Dit wordt door wetenschappelijke publicaties onderstreept.

Daarom heeft het Platform Ruimte voor Lopen het initiatief genomen tot de verkenning van een City Deal. Bestuurders, professionals en burgers kunnen daarin kennis en goede voorbeelden delen en gezamenlijk het belang van lopen uitdragen. Juist nu, nu we vanwege de Corona-crisis veel thuiswerken, worden we ons bewust van een prettige leefomgeving waarin we een ‘blokje om’ kunnen maken. De City Deal in oprichting wil dit besef vasthouden en laten bijdragen aan beleid rondom lopen.

Om de vraagstukken rond ruimte voor lopen nader te verkennen, organiseert de City Deal in oprichting een viertal webinars. De eerste in deze reeks is een ‘walking webinar’waaraan je, digitaal en op afstand, wandelend kunt deelnemen. Daarvoor heb je alleen een smartphone met 4G-netwerk en een headset nodig, de gratis te downloaden app Webex én gezonde zin om een ommetje van ongeveer een uur te maken.

De webinars worden geopend door moderator en kwartiermaker van de City Deal Martine de Vaan en programmamanager Agenda Stad Frank Reniers. Daarnaast kent elk webinar een eigen thema.

Programma

  1. Vrijdag 19 juni 12.00-13.00 Walking webinar: een spannende nieuwe werklocatie, lopen & groene netwerken in de stad
  • Wat heeft het maakgebied Werkspoorkwartier in Utrecht met lopen, en wat heeft Staatsbosbeheer met de stad?
  • Een gesprek tussen Harry Boeschoten, Programmadirecteur Groene metropool Staatsbosbeheer en Charlotte Ernst, initiatiefnemer van het Werkspoorpad en Hof van Cartesius.
  • Column van”walking being” Taco Jansonius, Mobiliteitsmakelaar Werkspoorkwartier
  1. Dinsdag 23 juni 15.00-16.00 Webinar: Lopen door de schalen, stad en provincie: je komt elkaar tegen in het stationsgebied
  • Jos Brouwers, over de kersverse Provinciale beleidsverkenning Lopen van de provincie Zuid Holland en stedenbouwer Remko Slavenberg over de ontwikkelingen en dilemma’s in stationsgebied Den Haag (Central Innovation District)
  • Column van “Walking being” Ioana Biris, Initiatiefnemer van de OutdoorOfficeDay
  1. Dinsdag 30 juni 15.00-16.00 Webinar: Voetgangersbeleid & groenvisie: samen oplopen?
  • Het eerste beleidskader Ruimte voor de voetganger en de nieuwe Groenvisie Amsterdam 2050.
  • Govert de With en Luuk Tepe van gemeente Amsterdam
  • Column van “walking being” Frank Reniers, Programmamanager Agenda Stad, ministerie van Binnenlandse Zaken
  1. Dinsdag 7 juli 15.00-16.00 Cocreatie: bouwen aan de CityDeal
  • Sessie met belangstellenden City Deal. Gezamenlijk spreken we door over projecten, contouren, focus, onderzoek, etc.

Aanmelden

Wil je deelnemen aan één of eerdere webinars? Meld je dan aan via het aanmeldfomulier.

 

City Deal ‘Een slimme stad’ daagt startups uit systeem voor flexibele voetgangersstromen te ontwikkelen

Dit gaat over de City Deal Een Slimme Stad, zo doe je dat
Foto toont een Utrechtse gracht met een verkeersbord dat het icoon voor een eenrichtingsverkeersweg toont en de tekst 'Coronamaatregel'.

De City Deal ‘Een slimme stad’ is nog in verkenning, maar dat weerhoudt de ambitieuze deelnemers er niet van nu al een challenge uit te schrijven voor startups. Samen met het programma Startup in Residence gaat de City Deal op zoek naar het antwoord op de vraag: hoe kunnen gemeenten flexibel de verkeersrichting van voetgangers sturen, zodat we op anderhalve meter afstand kunnen blijven?

Dat de City Deal ‘Een slimme stad’ en Startup in Residence elkaar hebben gevonden, is niet verrassend. Beide initiatieven richten zich op innovatieve oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken die op korte termijn toegepast kunnen worden. Met deze challenge Eénrichtingsstad dragen de City Deal en Startup in Residence bij aan een actueel vraagstuk: hoe beheersen we de verkeersstromen in stadscentra in tijden van corona?

Projectleider Jan-Willem Wesselink van de City Deal ‘Een slimme stad, zo doe je dat’: “We hebben de afgelopen maanden volop verkend wat het aandachtsgebied van onze City Deal moet worden. We richten ons op slimme, technologische kansen en oplossingen voor complexe stedelijke vraagstukken. Tijdens de drukbezochte webinars van de afgelopen tijd, was er natuurlijk één onderwerp waar we niet omheen konden: corona. Een actueel voorbeeld van een complex vraagstuk dat speelt in Nederlandse steden. Complex, want er spelen verschillende belangen, zoals natuurlijk de volksgezondheid en de economie. Maar ook vraagstukken als privacy – denk maar aan de recente discussie rondom Corona-apps – en recht op demonstratie, zoals de nasleep van de antiracismedemonstratie op de Dam ons leert. Daarom wilden we snel op zoek naar bruikbare tools die gemeenten helpen met deze vraagstukken.”

“En daar kwamen wij om de hoek kijken”, vertelt Nick Toet van het programma Startup in Residence. “Toen staatssecretaris Knops in mei 2019 het programma opende, zei hij: ‘Hoe verbind je maatschappelijke vraagstukken aan vernieuwende oplossingen? Door samen te werken met innovatieve, creatieve startups. Zo helpen we onszelf vooruit’. En dat is dus precies wat we zijn gaan doen, niet alleen bij BZK, maar ook bij de ministeries van SZW, EZK en LNV. Daarom sloten we met deze departementen en met de provincie Zuid-Holland en de gemeente Den Haag een samenwerkingsovereenkomst, om kennis te delen en schaalvoordelen te realiseren. Door de actiegerichtheid en korte doorlooptijd, leent een challenge zich ook bij uitstek voor actuele vraagstukken als corona.”

Hoe werkt het?

De challenges van Startup in Residence zijn anders dan bijvoorbeeld aanbestedingen, onder andere omdat hier sprake is van co-creatie: intensieve samenwerking tussen ambtenaren, de zogenaamde ‘challenge-eigenaren’ en de startup die geselecteerd wordt. Die selectie vindt plaats door een jury die uit de inzenders van de challenge een top vijf kiest. Vervolgens kiest de jury na een pitch door de ‘genomineerden’ een winnaar.

Wat valt er te winnen?

Startups maken kans op een opdracht voor een prototype/pilot met een waarde tot 25.000 euro. Daarnaast wordt een uitgebreid programma met trainingen verzorgd en bekostigd. Bij een succesvolle pilot is er een kan op een vervolgopdracht of een duurzame samenwerking. Startups krijgen dus niet alleen experimenteerruimte, maar profiteren ook van het waardevolle netwerk van de City Deal Een Slimme Stad, bestaande uit gemeenten, ministeries, bedrijven en brancheorganisaties.

Waaruit bestaat de challenge Eénrichtingsstad?

Wat vragen de City Deal en Startup in Residence van deelnemende startups? Welnu: we willen steden leefbaar en gezellig houden en de economie die een flinke klap heeft gekregen van de coronacrisis weer op gang brengen. Uit de versoepeling van de maatregelen blijkt dat het inmiddels weer drukker wordt in de stad. Dat is prima, mits we ons aan de 1,5 meter afstandsregel houden. Welke technologische middelen kunnen we inzetten om de verkeersstromen van voetgangers in stadscentra te beheersen en coördineren, zodat we voldoende afstand houden? Om ongewenste massa’s te voorkomen, blijkt het nuttig om éénrichtingsverkeer te creëren in binnensteden. Tegelijkertijd moet een systeem dat dit faciliteert flexibel zijn, want de juiste looprichting kan bijvoorbeeld afhangen van het moment van de dag, of van incidenten. Kortom: soms is linksaf de beste optie en soms zou je willen dat iedereen naar rechts loopt. En soms is het zo rustig dat het niets uitmaakt. Dus: hoe kunnen gemeenten flexibel sturen wanneer nodig en maximale vrijheid bieden wanneer dit kan? Dat is de challenge. Heeft jouw startup de oplossing? Is deze schaalbaar en technologisch (en niet puur fysiek)? Meld je dan aan voor de online informatiebijeenkomst op maandag 22 juni van 14:00 tot 15:30 en dien voor 2 juli 17:00 uur jouw voorstel in via de website: www.startupinresidence.com/intergov! Zit jouw inzending bij de beste vijf, dan mag je op 15, 16 of 17 juli jouw voorstel toelichten. Op 24 juli wordt de winnaar bekendgemaakt.

Meer informatie

Heb je vragen over de challenge Eénrichtingsstad? Stel deze via www.startupinresidence.com/intergov. Wil je meer weten, bekijk dan de websites van Startup in Residence en de City Deal ‘Een Slimme stad, zo doe je dat’.

City Deal ‘Een slimme stad, zo doe je dat’ ontwikkelt normen voor smart city

Dit gaat over de City Deal Een Slimme Stad, zo doe je dat
Logo's van de deelnemende partners aan de City Deal Een slimme stad

Op 13 mei is de City Deal ‘Een slimme stad, zo doe je dat’ officieel van start gegaan. Met ruim 40 partners wordt de komende jaren gewerkt aan tooling voor de smart city. Met als doel om de smart city normaal te maken.

De aftrap paste bij het thema. Ruim zeventig smart-city-professionals verzamelden zich online en benoemden daar waarom de City Deal voor hen belangrijk is. Wim Willems, wethouder in Apeldoorn en voorzitter van de bestuurlijke G40 themagroep Smart Cities vatte dat aan het eind van het webinar mooi samen: ‘Iedereen is op zoek naar haalbare en schaalbare tools om de smart city tastbaar te maken. Dat gaan we samen doen.’ Voor Willems is het dan ook duidelijk wat het doel moet zijn van de City Deal: ‘We werken aan een toolbox. Dat hebben we nodig, want dan kunnen we echt aan de slag om onze steden slimmer en duurzamer te maken.’

Dat vindt niet alleen Willems, maar ook de veertig partijen die zich tot nu toe bij de City Deal hebben aangesloten. Daaronder zitten veel gemeenten én bedrijven. Volgens Frank Reniers, Programmamanager bij Agenda Stad van het Ministerie van BZK is dat ook de bedoeling van de City Deals: ‘In een City Deal brengen we overheden bij elkaar die samen werken aan innovatie in het stedelijk gebied. Dat doen we in Nederland en vanuit Nederland naar Europa. Ik ben dan ook heel trots op deze City Deal.

Overheden, bedrijven, maatschappelijke organisaties

In de City Deal wordt onderzochten hoe digitalisering en technologisering onze steden, regio’s en dorpen veranderen en welke tools hebben we nodig om dat op een zo goed mogelijke manier te laten verlopen. Waarmee we de leefbaarheid in onze steden kunnen vergroten en onze democratische waarden kunnen borgen.

Aan de City Deal doen op dit moment de volgende partijen mee: Gemeente Almere, Gemeente Alphen aan den Rijn, AM, Gemeente Amersfoort, Gemeente Amsterdam, Gemeente Apeldoorn, Arcadis, BNSP, Gemeente Breda, BTG, Gemeente Capelle aan den IJssel, Civity, Gemeente Deventer, DHM Infra, Economic Board Utrecht, ELBA\REC, Esri Nederland, FIWARE Foundation, FME, Heijmans, Gemeente ‘s-Hertogenbosch, Imec, Kadaster, Kennedy Van der Laan, Gemeente Maastricht, NVTL, Overmorgen, Gemeente Rotterdam, Gemeente Sittard-Geleen, Stichting Digitale Bereikbaarheid, VNG, VodafoneZiggo, Gemeente Waalwijk, We-Consultants Provincie Zuid-Holland, Gemeente Zwolle.

De City Deal wordt op verzoek van het Ministerie van BZK in samenwerking met het stedennetwerk G40 uitgevoerd door de Future City Foundation.

Meedoen?
Neem
contact met ons op of mail of bel direct met programmamanager Jan-Willem Wesselink via [email protected] of bel: 0628639626. Of kijk voor meer informatie over de City Deal op: www.citydealslimmestad.nl

15 projecten gehonoreerd binnen onderzoeksregeling City Deal Kennis Maken

Dit gaat over de City Deal City Deal Kennis Maken

In april zijn 15 projecten binnen de onderzoekscall City Deal Kennis Maken gehonoreerd. Binnen deze regeling krijgen onderzoekers en docent-onderzoekers verbonden aan de kennisinstellingen die meedoen aan de City Deal Kennis Maken, de mogelijkheid om kortdurende (maximaal 12 maanden) onderzoeksprojecten uit te voeren binnen het thema rijke leeromgevingen.

De gehonoreerde projecten (in willekeurige volgorde):

Faciliterende strategieën voor de institutionalisering van maatschappelijk betrokken onderwijs binnen verschillende type kennisinstellingen

Vrije Universiteit Amsterdam 

Twee junior onderzoekers doen een jaar lang onderzoek naar de verschillende strategieën die kennisinstellingen op mbo, hbo en wo niveau inzetten voor het inbedden van maatschappelijk betrokken onderwijs. Hoe verschillend deze institutionele structuren worden ingezet en hoe deze houvast bieden voor medewerkers om maatschappelijke betrokkenheid langdurig aan hun kennisinstelling te verbinden, wordt uitvoerig onderzocht. De focus ligt op kennisinstellingen in Amsterdam. De uiteindelijke opbrengst zal bestaan uit een tijdlijn die het institutionaliseringsproces voor maatschappelijk betrokken onderwijs binnen de Nederlandse context weergeeft. Op deze tijdlijn zullen verschillende strategieën in de tijd worden weergegeven.

BlueCity

Hogeschool Rotterdam 

Centraal staat BlueCity, een broedplaats voor innovatieve bedrijven in Rotterdam die hun reststromen aan elkaar koppelen. In dit project onderzoekt de Hogeschool Rotterdam hoe het onderwijs structureel kan worden verbonden aan de rijke leeromgeving van BlueCity. Er worden vier interventies gedaan om de rijke leeromgeving in het curriculum in te bedden: 1. Inventarisatie mogelijkheden samenwerken 2. Loketfunctie 3. Open lab 4. Fysieke plek voor het onderwijs in de inspirerende omgeving. Door deze vier interventies kwantitatief en kwalitatief te monitoren, ontstaat er informatie over wat werkt of niet werkt en waarom, om het onderwijs structureel te verbinden aan een rijke leeromgeving.

City Deal Managementgame Rotterdam Delft

Technische Universiteit Delft 

De Managementgame is de populaire benaming voor het ontwerpvak BK6ON5, met ieder jaar zo’n 300-350 3ejaars bachelorstudenten. In groepen werken studenten 9-10 weken aan een ontwikkelvisie voor een specifiek Rotterdams gebied voor de komende 50 jaar. Van de herontwikkeling van Blaak (2013) tot de Alexanderpolder (2019), alles komt langs. Deze rijke leeromgeving bevat ontzettend veel lessons learned voor het City Deal netwerk vanuit haar jarenlange relatie met de gemeente, de innovatieve vak opzet, de nauwe samenwerking tussen docenten en studenten, en de daadwerkelijke impact van de uitkomsten in de stad. Geanalyseerd wordt wat het didactisch concept is achter de managementgame, en hoe dit binnen andere steden, niveaus en contexten kan worden toegepast.

SENECA

Universiteit Utrecht 

De bacheloropleiding Sociale Geografie en Planologie van de Universiteit Utrecht heeft het afgelopen jaar geëxperimenteerd met community engagement. Binnen deze (pilot)cursus werken studenten in de wijk Lunetten samen met lokale actoren aan maatschappelijke vraagstukken. De ervaring van de pilotcursus leert dat het nog niet duidelijk is welke vaardigheden studenten leren binnen deze specifieke onderwijscontext, en hoe zij deze moeten inzetten voor een zo sterk mogelijke samenwerking tussen alle partners in de wijk. Dit onderzoek richt zich op het onderzoeken van beide kwesties. Na een uitgebreide literatuurstudie, vindt het onderzoek met een multiple methods approach plaats binnen de cursus Community Engagement Lunetten.

Meerstemmig kunst leren: effecten van een verrijkte leeromgeving op inclusievaardigheden van studenten aan kunstvakdocentopleidingen

Hanzehogeschool Groningen 

De populatie in onze grote steden diversifieert in hoog tempo. Stedelijk beleid geeft steeds vaker erkenning aan deze diversiteit, waardoor diensten steeds opener en inclusiever worden. Op de werkvloer zorgt dit echter voor lastige uitdagingen. Zo zijn voor de toekomstige kunsteducatoren sociale- en inclusievaardigheden deel gaan uitmaken van het competentieprofiel. De Hanzehogeschool wil voor haar kunststudenten deze competenties intensiever, actueler en werkveldgetrouwer aanspreken in hun onderwijs door een bestaande leeromgeving te verrijken. De verrijking bestaat uit een aanpassing van bestaande studieonderdelen (stages en een werkveldactiviteit) en het vormen van een zogenaamd innovatie-atelier door studenten, docenten, onderzoekers en werkveld. Het innovatie-atelier brengt verdieping en actualiteit aan, en jaagt innovatie aan in het meerstemmig denken en handelen van studenten die in een stedelijke context opereren. Het onderzoek focust zich op de effecten van het innovatie-atelier op studenten.

In verbinding leren voor kind en jeugd: leerdoelen bij interdisciplinair en multilevel samenwerken door studenten van het mbo, hbo en wo in het domein van pedagogiek en onderwijs

Radboud Universiteit Nijmegen

Het doel van dit onderzoek is om verschillende facetten van het leren in een wijkgerichte leerwerkplaats te beschrijven vanuit het perspectief van de studenten, docenten, wijkprofessionals en andere partners, zoals de gemeente Nijmegen. Daarnaast willen de onderzoekers de effecten van gezamenlijk leren in een rijke leeromgeving vaststellen, door te onderzoeken in welke mate de studenten succesvol zijn in het behalen van hun leerdoelen, waarbij onderscheid gemaakt wordt tussen vakspecifieke en generieke kennis en vaardigheden.

Verhoging van leerpotentieel in de samenwerking rondom gezondheid en kansengelijkheid

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

De ambitie binnen de CDKM Arnhem is gericht op het creëren van een multilevel learning community in de wijken rondom de maatschappelijke opgaven duurzaamheid, kansengelijkheid en kunst in verbinding. In dit onderzoek zoomen we in op de samenwerking in twee specifieke Arnhemse wijken: Presikhaaf en Westervoort. De centrale onderzoeksvraag is: Wat werkt in de verhoging van het leer- en innovatiepotentieel, voor wie en onder welke omstandigheden in de samenwerking rondom lokale maatschappelijke opgaven?

Routes naar stedelijke vraagstukken

Technische Universiteit Delft

Universiteiten en gemeenten vinden elkaar rond stedelijke opgaven en werken in de stad aan rijke leeromgevingen voor studenten, vakcoördinatoren en gemeenten. Toch zijn stedelijke vraagstukken niet altijd direct bruikbaar in het hoger onderwijs. Vanwege hun complexiteit, multidisciplinariteit of politieke sensitiviteit, zijn de vraagstukken soms moeilijk grijpbaar. Met een gedetailleerd inzicht in de processen van probleemdefinitie ontwikkelen we een routekaart van het proces vanuit drie perspectieven, die van de studenten, de vakcoördinatoren en de gemeenten. Daarbij geven we antwoord op de vraag: Hoe definiëren studenten, vakcoördinatoren en gemeenten stedelijke vraagstukken voor challenge-based onderwijs?

Wijkmakers on the move

Avans Hogeschool

Het doel van dit project is om vanuit het perspectief van bewoners in vier Bossche wijken te komen tot een contextanalyse en ontwerp van informatievoorziening voor burgers, professionals en netwerkpartners op maat per wijk, rondom leefbaarheid en veiligheid. De kennispartners voeren in vier wijken ontwerponderzoek uit samen met burgers en professionals in de vorm van living labs: Stadslabs per wijk. Zij brengen daarbij expertises in uit de domeinen sport en bewegen, digitalisering en sociale veiligheid.

Burgerschapsvorming in een interdisciplinaire leeromgeving

Hogeschool Saxion

Deventer wil graag afgestudeerden en jong professionals behouden. Vanuit Deventer Informatiestad blijkt dat jongeren een aantrekkelijk vestigingsklimaat vooral zien als aanwezigheid van bedrijven die creatief, innovatief, duurzaam en integer zijn. Doel van dit onderzoek is om inzicht te krijgen of het werken aan een maatschappelijke opgave bijdraagt aan burgerschapsvorming. De opbrengsten dragen bij aan een positiever en duidelijker beeld van de stad als werkgever en innovatie van onderwijs rondom burgerschapsvorming.

Missiegedreven opgaven: Leeromgevingen op de Utrechtse Stadskaart

Hogeschool Utrecht

Met dit onderzoek wil Hogeschool Utrecht inzicht krijgen in Utrechtse initiatieven die opgestart zijn in het kader van het project Utrecht Challenge Alliantie Gezond Stedelijk Leven. Het project is onderdeel van de City Deal Kennis Maken Utrecht waarbinnen Gemeente Utrecht, Hogeschool Utrecht en Universiteit Utrecht samenwerken. Het onderzoek richt zich op het ontwikkelen van een scan en prototype stadskaart waarmee rijke leeromgevingen gemonitord en geëvalueerd kunnen worden en de strategische samenwerking op maatschappelijke vraagstukken wordt versterkt. Gekozen is voor een ontwerpgerichte onderzoeksaanpak, waarbij partners worden betrokken via co-design.

Nieuwe stellingnames, erfgoedworkshops als ruimtelijke ontwikkelmethode voor gemeenten en ontwerpopleidingen

Technische Universiteit Delft 

Het doel van dit onderzoeksproject is om met handvatten te komen hoe de ontwerpvisies van studentenworkshops kunnen worden benut in het verzamelen van kennis over definiëren, waarderen en transformeren van (landschappelijk) erfgoed. Dit onderzoek kent drie pijlers; een literatuurstudie naar dergelijke studentenworkshops in onderwijs, een analyses van twee eerdere workshops en het toepassen van inzichten uit de eerste twee pijlers in een nieuw te organiseren workshop voor het living lab Zuiderwaterlinie in de Landschapstriënnale 2020. De Zuiderwaterlinie is een linie van forten, steden en inundatievelden door heel Noord-Brabant. In dit onderzoek werkt de TU Delft samen met de gemeente Breda, het projectbureau Zuiderwaterlinie, Staatsbosbeheer en Wageningen Universiteit.

Integrated Learning: Van de collegezaal naar de praktijk en weer terug

Universiteit Leiden

Integrated learning draait om het combineren van de kennis die studenten opdoen in het klaslokaal – zowel methodologisch als theoretisch – met ‘real-life’ vraagstukken voor bestaande organisaties waarvoor een oplossing bedacht moet worden. Hoe kunnen studenten bijdragen aan het stimuleren van gedragsverandering ten behoeve van een veiligere maatschappij? Dit project richt zich op de verdere ontwikkeling van een innovatieve onderwijsvorm met deze startvraag. Studenten leren belangrijke relevante vaardigheden en de verworven inzichten en ontwikkelde artefacten worden ‘teruggebracht’ naar relevante organisaties en kunnen zo een rolspelen in de (lokale) veiligheidscontext.

De ontwikkeling en evaluatie van werkvormen voor complexe samenwerkingen

Vrije Universiteit Amsterdam

De samenwerking tussen hbo- en wo-kennisinstellingen, maatschappelijke partners en maatschappij biedt een unieke leeromgeving voor zowel studenten als de samenwerkingspartners. Naast veel inzichten, mogelijkheden en kennis, geeft het ook verschillende uitdagingen. De partijen hebben ieder een eigen taal, perspectief en belang. Het samenbrengen van de verschillen in culturen, processen en structuren is lastig, zelfs met een gezamenlijk doel. In dit project onderzoeken de Vrije Universiteit en de Hogeschool van Amsterdam wat geschikte werkvormen zijn voor een samenwerking tussen universiteit, hogeschool en een maatschappelijke organisatie. Het onderzoek richt zich o.a. op de vormgeving, onderlinge verhoudingen, en het verenigen van belangen.

Ontwikkeling interventietool voor docenten om maatschappelijke vraagstukken structureel te verbinden aan academisch onderwijs

Wageningen University and Research          

Het Onderwijsloket, onderdeel van de afdeling Education Support Centre van Wageningen University and Research (WUR) en actief partner in het initiatief CDKM Ede-Wageningen, ondersteunt WUR-docenten om deze rijke leeromgevingen vorm te geven. Een rijke leeromgeving waarin studenten werken aan maatschappelijk vraagstukken die een complex, ongestructureerd en open karakter hebben. Door het werken in teamverband aan real-life maatschappelijke vraagstukken ontwikkelen studenten vaardigheden en kennis als samenwerken, empathische vermogen, systemisch denken en handelen. Met dit onderzoek wil het Onderwijsloket meer kennis vergaren en inzicht verkrijgen in wat WUR-docenten nodig hebben in hun onderwijs de verbinding te leggen met de maatschappij.