Verslag sessie ‘Landelijk doorpakken: structureel samenwerken’

Dit gaat over de City Deal City Deal Kennis Maken

In een van de lunchsessies sprak Martin Schulz, co-decaan Nederlandse School voor Openbaar Bestuur in een “Vraag maar raak” gesprek met Cees Hogendoorn van het Avans ondernemerscentrum en Marcel de Heer (gemeente Breda) over de CDKM-pilot ‘Structurele samenwerking Avans & gemeente’.

Drie jaar geleden besloot Breda als hbo-stad mee te doen met City Deal. “We wilden de samenwerking tussen gemeente en hogescholen beter op de rails krijgen. Daarom hebben we onze visie ontwikkeld. Die hebben we weergegeven in de praatplaat. We hebben meer structuur gekoppeld aan onze strategische vragen. Zo hebben we het Urban Living Lab opgezet in de voormalige koepelgevangenis waar we fysieke ontmoetingen organiseren. Ook zijn er digitale ontmoetingsplekken opgezet die beter zichtbaar moeten maken wie betrokken is en bij welke projecten.”

Vitaliteit

Het thema dat centraal staat in Breda is vitaliteit, dat weer wordt gekoppeld aan andere thema’s als inclusie, energietransitie, smart mobility en digitalisering. “We willen van projectmatig naar programmatisch werken gaan, met alle kennisinstellingen in de stad, inclusief de Defensie Academie. Daar hopen we de resterende City Deal periode mee verder te gaan.”

“Voorheen misten we kansen omdat we niet wisten wat er liep bij de gemeente”, licht Hagendoorn toe. “Hoe zorg je ervoor dat onderwijs en onderzoek goed aansluit bij de behoefte van de gemeente?”

Schulz deelt een denkraam met het City Deal Breda. Zijn specialisatie ligt rond het gevoelige snijvlak tussen politiek en bestuur, en het verduurzamen en opschalen van experimenten in het publieke domein. Hij is een van de auteurs van het essay Experimenteren en Opschalen. In die rol ging hij in de sessie in gesprek het Bredase City Deal netwerk over al hun vragen rond structureel bestuurlijke samenwerking en grootschalige opschaling. Want hoe schaal je op?

We experimenteren in ieder geval heel veel, pas na afloop vragen we ons af wat we doen met de resultaten. Er zijn heel veel vormen van experimenteren. Een voorbeeld is het experiment met 10-14 scholen, waarbij het hele schoolsysteem op de schop moet, zodat kinderen niet al zo snel worden gekwalificeerd voor hun vervolgonderwijs. Een ander experiment is het inschakelen van roofvogels om vijandige drones uit de lucht te halen. Het opschalen van experimenten is bedoeld voor maatschappelijke grote opgaven.

Er zijn twee redenen om te experimenteren”, volgens Schulz. “Om bewijs te verzamelen, om te kijken of iets werkt. Bijvoorbeeld de pilot met de roofvogels. Dat bleek uiteindelijk niet te werken. Of om beweging te veroorzaken. Denk aan circulaire landbouw, waarvoor we meer actoren en dynamiek willen creëren.”

Beweging

De praatplaat van de City Deal Breda laat beweging zien, concludeert Schulz. De City Deal wil groeien en partijen engageren. Dat beaamt De Heer. “We zijn de beweging gestart door gewoon te beginnen. Geïnspireerd door andere steden zijn we op zoek gegaan naar de oliemannetjes in Breda om ook hier de beweging op te zetten.”

De aanpak van Breda is heel navolgbaar aldus Schulz. Maar wat willen ze bereiken? Oogsten of opschudden? “Wil je bewijzen verspreiden, praktijklessen delen binnen het bestaande pad? “, vraagt Schulz. “Of wil je het systeem, het pad zelf, opschudden? Bij de eerste vorm kan het gaan om het overbrengen van informatie vanuit het experiment, maar ook om professionalisering van de werkwijze.”

Wat Breda vooral oogst volgens Schulz is het opzetten van een beweging. Daar zijn ook De Heer en Hagendoorn het mee eens. “Het is mooi dat er samenwerking ontstaat, het gaat niet in één keer. Als een enthousiaste docent met studenten in de wijk aan de slag gaat, leidt dat niet meteen tot concrete resultaten, maar we zetten wel iets in beweging.”

Toch zijn er ook concrete resultaten te zien. Dat werd vorige week duidelijk: in een Onderwijscafe presenteerden studenten van de BUAS en Avans hun resultaten, na een samenwerking met het Amphia ziekenhuis over de vraag hoe mensen na kanker weer kunnen terugkomen op de arbeidsmarkt. Het ziekenhuis heeft gezegd de resultaten verder te gaan brengen.

Lees ook het interview over opschalen met Martin Schulz op deze site .

Verslag sessie ‘Een kijkje in de keuken van Leiden’

Dit gaat over de City Deal City Deal Kennis Maken

Vanuit Leiden delen in de sessie Een kijkje in de keuken van Leiden: City Deal Kennis Maken in de praktijk programma adviseur Esther Haverkort en projectmanager Marieke van Haaren van Leren met de Stad en Han Nijssen, programmamanager Leiden Kennisstad, over de samenwerking in de stad. Sinds kort heeft Leiden een locatie in de wijk Leiden-Noord geopend: Leren met de Stad I Op Locatie.

Leren met de Stad is een echt Leids platform voor concrete en structurele samenwerking tussen hogeschool, universiteit, gemeente en maatschappelijke organisaties. De samenwerking is erop gericht om vraagstukken uit de stad op te lossen, in samenspraak met de bewoners. Leren Met De Stad is opgezet om toe te voegen aan Leiden Kennisstad. Het gaat om bundeling van de kennis die er al is.

“Samen willen we de stad mooier, leuker maken voor iedereen”, licht Van Haaren toe. “Aan alle kanten zitten er voordelen. We mobiliseren Leids talent om te werken aan maatschappelijke opgaven in de stad. We delen onze kennis en maken nieuwe kennis beschikbaar voor iedereen. Zo profiteert de stad van jonge denkers en doeners en bieden we studenten een contextrijke omgeving.”

Meet & Match

We leren steeds meer organisaties kennen en zijn continu aan het netwerken, aldus Van Haaren. Daarvoor organiseert Leren Met De Stad steeds Meet & Match bijeenkomsten, waar onderzoekers en docenten in gesprek gaan met elkaar en met de praktijk. Thema’s waaraan wordt gewerkt zijn onder meer eenzaamheid, vergrijzing, duurzaamheid, sociale impact van corona en laaggeletterdheid. De gemeente heeft daarvoor een plan van aanpak opgesteld en heel expliciet aan de universiteit en hogeschool gevraagd mee te denken voor de uitvoering ervan en onderzoek te doen naar de interventies die dan straks worden uitgevoerd.

“Via dit thema worden we ook weer verbonden aan allerlei maatschappelijke organisaties. Dat is leuk. Door een aanbesteding vorig jaar zijn een aantal nieuwe organisaties in het sociaal domein bijgekomen in Leiden. Zij zijn ook actief op het thema eenzaamheid. Zo ontstaat weer een mooie samenwerking.”

Leren met de Stad I Op Locatie

Leren met de Stad I Op Locatie is geïnspireerd op het succesverhaal van BOOT in Amsterdam. “We hadden eigenlijk september vorig jaar de kenniswinkel willen openen”, vertelt Haverkort. “Dat lukte door corona niet. Sinds 8 februari zijn we open op een echte locatie in de wijk Leiden-Noord. Hier werken studenten, in samenwerking met bewoners, aan activiteiten die bewoners ten goede komen. In plaats van vier dagen open, kunnen we nu nog maar één dag per week open zijn.”

De kracht is dat het gebouw midden in de wijk ligt, aldus Haverkort. Hier komen allerlei maatschappelijke organisaties bij elkaar, waaronder welzijnsorganisaties, een bibliotheek en een school. Overigens was het best spannend, want sommige organisaties waren argwanend voor de komst van de studenten die de sociaaleconomische positie van de wijk willen verbeteren. Dat was toch hun werk? “Daarom is het zo belangrijk om kennis te maken met partners.”

Inmiddels is de samenwerking zo goed dat er bijna een soort concurrentiestrijd plaatsvindt welke organisatie met de studenten aan de slag mag. “We zijn echt verbinder, bruggenbouwer. Voor de studenten is leuk dat ze meteen vanaf dag één de context leren kennen waarom ze de studie doen, wat het kan betekenen voor mensen waar het over gaat en kunnen ze toekomstige professionele competenties opdoen. Community Service Learning, de basis hiervan, gaat om wederkerigheid. Bijvoorbeeld om een respectvolle manier samenwerken met de meest kwetsbare bewoners.”

De studenten blijven voor een periode van vijf tot tien weken werken aan een project. Vaak wordt het dan overgedragen aan een volgende groep. “Het is indrukwekkend hoeveel vertrouwen er is om met ons samen te werken.”

Tips & Tricks

Van Haaren geeft de deelnemers aan de sessie nog vijf tips en tricks mee.

  1. Ontwikkel een kennisinfrastructuur en onderwijsketen, zodat er een kenniscyclus ontstaat.
  2. Werk vanuit een leeromgeving op basis van wederkerigheid en co-creatie.
  3. Haak aan bij bestaande infrastructuren en gebruik de stad efficiënt zonder de stad en haar burgers te overvragen.
  4. Begin stap voor stap, via verschillende niveaus van CSL: low, medium, intensive.
  5. Zorg voor een goede governance voor het hele proces: van CvB tot docent.
  6. Zorg dat er middelen zijn om aan te jagen, te verleiden en inspanning te belonen.

Belangrijk is het ook te realiseren dat dit soort aanpak er een van de lange adem is, vult Han Nijssen aan. “Een belangrijk resultaat is al dat raden van bestuur en colleges B&W elkaar ontmoeten. Hoe je van project naar beleid komt is echt wel een weg te gaan. Daarom is de City Deal zo belangrijk. Die laat zien dat er interesse is vanuit anderen.”

Mbo erbij betrekken

In Leiden is er nu de opdracht om het mbo erbij te betrekken, aldus Nijssen. Na de zomer zal er een aparte samenwerkingsovereenkomst worden getekend. De reden waarom het niet eerder kon, was dat ROC Leiden nagenoeg failliet was, en nu pas weer is opgekrabbeld en oog heeft voor de stad. Nijssen waarschuwt voor de bestaande schotten tussen mbo en hbo en universiteit. “Die worden vooral door het Rijk hooggehouden.”

“Het gaat dan ook vooral om een beweging opzetten. Hoe kan je iets betekenen voor je eigen stad, regio en voor Nederland? Probeer dat met elkaar te verkennen. Volgend jaar zijn de gemeenteraadsverkiezingen. Kijk hoe je de samenwerking, de DNA van je stad in het coalitieakkoord krijgt? Dat is een mooie uitdaging. Bij ons heeft het geen windeieren opgeleverd.”

Lees ook het interview dat Marieke en Esther recent deden op Agenda Stad.

Verslag sessie ‘Het opzetten van Nano-Challenges: alle tips & tricks’

Dit gaat over de City Deal City Deal Kennis Maken

Van rokersoverlast tot parkeeroplossingen. In een geanimeerde sessie vertelde coördinator Wiro Kuipers van het EnschedeLAB een kleine twintig deelnemers meer over de nano-challenges waarin studenten van verschillende kennisinstellingen in vier dagen samenwerken aan maatschappelijke vraagstukken.

Het EnschedeLAB is hét City Deal Kennis Maken project in de Twentse hoofdstad. In dit lab werken studenten Universiteit Twente, Saxion Hogeschool, ROC van Twente en AKI/ArtEZ samen aan échte vraagstukken uit de stad. Geïnspireerd door de Utrechtse Challenges is Kuipers naar de regiegroep gestapt met het idee voor de nano-challenges.

En zo kreeg het EnschedeLAB de opdracht om Challenges te organiseren die multilevel samenwerken met de stad stimuleren. De casus moest het liefst multidisciplinair zijn met een designcomponent. In vier dagen tijd doen studenten ervaringen op met samenwerken met andere disciplines en met ontwerptools. Doel daarbij is niet om uitgekauwde oplossingen te bedenken voor deze vraagstukken, maar meer oplossingsrichtingen. Die kun je dan verder brengen in het onderwijs als estafette binnen projecten van verschillende opleidingen van de kennisinstellingen. Andere studenten pikken het weer op en brengen het weer verder. De nano-challenges worden begeleid door een docent van elke betrokken instelling.

Vier stappen

Om weg te blijven van alleen maar hippe termen, heeft Kuipers de nano-challenges platgeslagen in vier stappen, per dag één stap. De eerste stap is om uit te zoomen. Op dag 1 vormen de studenten hun teams en maken ze per team een Miro, een online whiteboard, aan. Ze krijgen hun opdracht en kijken dan vooral naar het maatschappelijk vraagstuk en de context eromheen. Wie zijn de stakeholders, welke belangen spelen mee?

De tweede stap, dag 2, is inzoomen. Kuipers: “Dan stappen we in de schoenen van de mensen voor wie we het doen. Welke ervaringen zijn eerder opgedaan? We nodigen studenten uit om ontwerper te zijn, kijken naar eventuele conflicten. We ontwerpen een scenario. Wat is nodig om de wens van een stakeholder te realiseren?”.

De derde stap is praktijkverrijking: de studenten gaan daadwerkelijk aan de slag om oplossingen te verzinnen en creëren. Dat begint met een brainstorm om zoveel mogelijk ideeën op tafel te krijgen. Met de ideeën die meteen uitvoerbaar zijn gaan ze onmiddellijk mee aan de slag. “We zoeken echte originele ideeën die uitvoerbaar zijn”, legt Kuipers uit. “Dat betekent keuzes maken welke richting ze opgaan. Hier introduceren we de creative coaches die hen ondersteunen. Aan het eind van de dag doen we een snelle pitch.”

De vierde stap op de laatste dag is reflecteren. De groepsdynamiek is daarbij belangrijk. Kuipers: “We gaan eerst een keuze maken uit de concepten. Dan gaan we nadenken over beren op de weg, welke vragen zijn er te beantwoorden. Vooral de ethische reflectie is nog een uitdaging. Is onze oplossing wel echt een toevoeging? Levert het geen schade op voor mens en milieu. De presentatie doen we in Zoom, zodat we het kunnen opnemen. We eindigen met een MentiMeter en een certificaat van deelname. Dat waarderen de studenten. Soms maken we er een vervolgopdracht van.”

Opdrachtgevers

De maatschappelijke organisaties, waaronder de gemeente, die de opdracht geven, blijven tijdens de hele nano-challenge betrokken. Op de eerste dag verstrekken ze de opdracht. Op de tweede dag worden ze geïnterviewd door de studenten en op de vierde dag zijn ze betrokken bij de reflectie. Voor de meeste studenten die meedoen is het deel van het curriculum. Een klein deel doet vrijwillig mee, en dat zijn wel de meest gemotiveerde deelnemers, aldus Kuipers. Het is aan de opleidingen zelf hoe ze het willen vormgeven.

Samenwerken

Het samenwerken met andere opleidingen vinden de studenten erg leuk, aldus de coördinator. “Ze zien andere studenten dan normaal, werken in het Engels en aan vraagstukken die ze niet gewend zijn. Waar je ziet dat het fysiek soms stroef verloopt zie je dat er online de tijdsdruk groter is en ze wel aan de slag moeten.”

Aan de derde nano-challenge deden 30 studenten in 6 teams van 5 mee. Kuipers: “De eerste nano-challenge deden we nog in het Nederlands. Maar we bleken daarmee internationale studenten buiten te sluiten. Daarom hebben we voor Engels gekozen. Ook al vinden sommige ROC-studenten dat lastig, er is sindsdien geen student meer afgehaakt. Overigens is het Engels vooral alleen in plenaire sessies.”

Er zijn tot nu toe drie nano-challenges uitgevoerd en het EnschedeLAB wil er elk kwartiel een doen. Daarbij zoekt Kuipers meer samenwerking met andere partners, zoals de denktank Keeping Talent in Twente, waarin in een van de wijken wijkraad, bewoners en studenten samenwerken aan het thema student housing. Ook wil Kuipers meer docenten trainen zodat ze zelf nano-challenges kunnen uitvoeren. “Ik wil voorkomen dat de nano-challenge alleen aan mij hangen. Daarom willen training geven aan docenten, zodat ze nano-challenges als een soort bootcamp kunnen inzetten om snel een vraagstuk te verkennen voor komend half jaar.”

Meer weten over de nano-challenges? Lees ook het interview met Wiro Kuipers dat hij eind vorig jaar deed op Agenda Stad en kijk op de website van EnschedeLAB.

Verslag plenaire sessie: ook in coronatijd delen we kennis en ervaring

Dit gaat over de City Deal City Deal Kennis Maken

Op de landelijke dag City Deal Kennis Maken (CDKM) regende het weer mooie voorbeelden van hoe onderwijs- en kennisinstellingen de weg naar maatschappelijke vraagstukken in de stad weten te vinden. Elkaar inspireren en kennis delen, dat werkt ook online, zo bleek tijdens de dag zelf en uit de mooie initiatieven die zich – zelfs in coronatijd – hebben ontplooid.

Multidisciplinaire inzet van kennis en expertise voor (soms complexe) maatschappelijke opgaven. De stadsbesturen, onderwijsinstellingen, kennisinstellingen en andere organisaties van de inmiddels 20 deelnemende steden aan de City Deal blijven zich er keihard voor inzetten. Ook – of misschien zelfs juíst – in coronatijd, zo bleek uit de vele door de CDKM gefinancierde corona challenges.

Kwartiermakerssessies en bestuurdersdiner

Sessiehost en Landelijk programmamanager Rowinda Appelman nam de deelnemers mee in de CDKM-activiteiten van het afgelopen halfjaar. Landelijk werd de CDKM financiering met 5 miljoen en 3 jaar verlengd, was er een landelijke dag op vrijdag 12 maart, en waren er het afgelopen halfjaar online intervisiesessies waar de kwartiermakers van de 20 deelnemende steden aan de CDKM elk kwartaal kennis en informatie uitwisselden.

Het ging onder meer over strategie, financiering en lokale projecten. De bestuurders hadden een online bestuurdersdiner, waar ook minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Ingrid van Engelshoven aanschoof. Daarnaast sloot Eindhoven zich aan bij de CDKM als 20e stad, en werd het CDKM radarmodel voor Verbinding met de samenleving vertaald in het Engels.

Lokaal: de corona challenges

Naast landelijk heeft zich natuurlijk ontzettend veel op lokaal niveau afgespeeld. In zogeheten corona challenges en lokale projecten zijn tal van nieuwe initiatieven ontplooid. Een greep uit de voorbeelden die Appelman gaf:

Breda organiseerde het 5de CDKM Breda Onderwijscafé, waarin het de verschillende kennisinstellingen, onderzoekers en docenten koppelde aan mensen uit de wijk en gemeente, voor het benutten van onderwijsconcepten en onderzoeken in de stad. Daarnaast hebben de CDKM partners in de stad samen het Urban Living Lab Breda opgericht: deze maand organiseert dit lab het Zomerfestival met de leus Maak Kennis.

In Ede-Wageningen wordt samengewerkt met de lokale bibliotheek (de Bblthk). De universiteit en hogeschool zijn door de bibliotheek gevraagd mee te denken over innovatie van de bibliotheek; het zoeken naar talrijke nieuwe manieren om kennis over te brengen op mensen uit de buurt en de hele stad. Ook over de kennis vanuit het hoger onderwijs zelf. Studenten, docenten en onderzoekers zullen worden betrokken bij de inzet.

In Rotterdam-Zuid wordt dankzij een podcast serie het overdragen van kennis over ‘mentoring’ (dat zelf door corona moeilijker uit te voeren was) in stand gehouden. Fysieke ontmoetingen tussen mentoren en studenten is nog een tijd niet goed mogelijk, maar de uitwisseling van kennis en informatie bleef mogelijk dankzij de podcast aanpak.

In Arnhem is het City Deal-programma samengegaan met Arnhem Studiestad, het samenwerkingsverband tussen de drie hogescholen en de gemeente dat al vijf jaar bestaat. Met de City Deal wordt ingesprongen op het gat dat er nog was wat betreft inhoudelijke samenwerking op onderzoek- en onderwijsgebied tussen de gemeente en onderwijsinstellingen. Een voorbeeld van de samenwerking was de City Challenge dag op 28 mei: grote multidisciplinaire groepen studenten werkten daar aan opgaven uit de stad, zoals mode en duurzaamheid.

In Leiden, vertelt Marieke van Haaren (Programmamanager Leren met de stad), deden hbo-studenten Toegepaste psychologie in het kader van sociale innovatie interventies. Het leverde mooie initiatieven op waarbij met bewoners het gesprek werd aangegaan over de impact van Corona. Ze gingen bijvoorbeeld een middag schilderen met leerlingen van de Vrije school. Een groep studenten van het Honoursprogramma onderzocht sociale cohesie in de wijk Leiden-Noord en sprak onder andere met buurtbewoners over social distancing in coronatijd. Ze liepen na alle gesprekken om aandacht te vragen voor dit onderwerp met grote borden vol foto’s, teksten en tekeningen die de creatieve uitkomsten waren van hun gesprekken in de wijk.

In Utrecht, vertelden Erik Mooij (Hogeschool Utrecht) en Assunta Verschuren (ROC Midden-Nederland), werd de CDKM Corona Challenge ingezet voor het werken aan studentenwelzijn in coronatijd. Studenten vanuit de Hogeschool Utrecht, Universiteit Utrecht en ROC Midden Nederland zochten samen uit wat zij kunnen doen om eenzaamheid terug te dringen en hoe buitenruimte te gebruiken is om (samen) te studeren.

Een van de ideeën van de studenten was het concept van een “Outroductie”: bij gebrek aan een geslaagde introductieweek voor het eerste studiejaar – door corona was er haast niets mogelijk – wordt nu een activiteit aan het éinde van het studiejaar georganiseerd om elkaar in levenden lijve goed te leren kennen en contacten op te doen. Dit idee werd ontzettend positief opgepakt door ROC Midden Nederland, en wordt nu aangeboden aan alle eerstejaars klaasen. Er kwam budget beschikbaar en 118 klassen meldden zich binnen een paar dagen al aan. Ook de hogeschool en universiteit bekijken nu hoe zij het Outroductie concept kunnen inzetten.

Financiering

Appelman licht in haar presentatie de financieringsstructuur voor de CKDM toe met alle verschillende regelingen die hiervoor lopen in 2020 en 2021. Uitgelegd wordt wat er per regeling vereist is dit jaar, en ook hoe de nieuwe opzet voor financiering er uit zal komen te zien. De regeling vanuit de 5 miljoen aan nieuwe financiering via het ministerie van OCW zal begin volgend jaar opengaan voor het netwerk. Resultaten vanuit de corona challenge regeling gaan mee in de aanstaande CDKM nieuwsbrief van deze maand; resultaten vanuit de onderzoeksregeling (15x 20.000 euro) komen langs op de volgende landelijke CDKM dag van vrijdag 12 november.

Vervolgevenementen dit najaar

Voor wie graag doorpraat in het CDKM netwerk heeft Appelman ook goed nieuws: de landelijke data voor de komende CDKM dagen liggen reeds vast. Op vrijdag 12 november dit najaar, en op vrijdag 3 juni en vrijdag 11 november in het nieuwe jaar, wordt er volop doorgepraat over de CDKM projecten en ontwikkelingen. En indien het weer kan, wordt ook volgend jaar eind januari opnieuw een studiereis georganiseerd.

Bestuurdersoverleg

Gelijktijdig met de plenaire sessie vond de bestuurderssessie plaats over de strategische samenwerking tussen onderwijs en overheden in Groningen binnen het Akkoord van Groningen. Koen Schuiling vertelde hier als burgemeester meer over, samen met programmamanager Akkoord van Groningen Geert Kamminga. De sessie werd goed bezocht door diverse wethouders en bestuurders vanuit de 20 CDKM steden. Moderator Marcel de Heer (adviseur gemeente Breda) spreekt van een ‘hele leuke en informatieve sessie waar bilateraal veel verbindingen werden gelegd om vanuit door te praten’. ‘Niet alle steden zitten in dezelfde fase en Groningen blijkt al vele stadia achter zich te hebben liggen waar andere steden van kunnen leren.’

Meer voorbeelden? Bekijk de powerpointpresentaties van de plenaire sessie op de landelijke dag City Deal Kennis Maken.

Verslag sessie Landelijk doorpakken: brainstorm over landelijke accreditatie, oorkondes en waardering rond het thema “Verbinding met de samenleving”

Dit gaat over de City Deal City Deal Kennis Maken

In de vraag-maar-raak-lunchsessie ‘Landelijk doorpakken’ werd gebrainstormd over landelijke accreditatie, oorkondes en andere vormen van waardering voor student, docent en opleiding, rondom het thema Verbinding met de samenleving.

Wat zien student, docent en opleiding ervoor terug als ze de verbinding zoeken met maatschappelijke vraagstukken in de stad? Daarover ging de lunchsessie, waarbij Kim Duistermaat (operational manager Leiden University College), en Gisella Silva (relatie- en accountmanagement Hogeschool Inholland) de sprekers waren.

Edubadges en open badges

Silva vertelt dat er bij Inholland twee typen onderwijs worden aangeboden: formeel onderwijs en niet-formeel onderwijs. Voor formeel onderwijs krijgt de student studiepunten. Hieronder vallen living labs, leerwerkplaatsen en minors. Onder niet-formeel onderwijs vallen bijvoorbeeld extra-curriculaire programma’s (zoals het Honoursprogramma). Er wordt onderzocht hoe studenten die zich inzetten voor maatschappelijke vraagstukken in de stad het best kunnen worden beloond.

Er is een verkenning naar edubadges (digitale certificaten als erkenning van kennis en vaardigheden) versus open badges. Open badges worden uitgereikt door organisaties; gemeente Rotterdam onderzoekt daar bijvoorbeeld nu de mogelijkheden van.

Badges blijven ook na de opleiding inzichtelijk. De student kan er dan zelf voor kiezen welke bedrijven de badges kunnen zien. Silva legt uit dat edubadges voornamelijk door de kennisinstellingen zelf worden uitgegeven. De instelling bepaalt dan ook hoe gedetailleerd de informatie op de badge is. De student kan de badge vervolgens ook weer inzetten op LinkedIn of een curriculum vitae.

Keurmerk voor onderwijsinstellingen?

Naast de beloning van studenten, is ook de beloning en waardering van onderwijsinstellingen en opleidingen een vraagstuk. Kim Duistermaat (Leiden University College) wil in deze lunchsessie graag brainstormen over externe prikkels die kunnen motiveren om meer met verbinding met de stad en maatschappij te doen. ‘Ik ben gaan rondkijken. Er zijn natuurlijk veel keurmerken: nationale en internationale rankings, topopleidingmedailles. Wat zijn jullie gedachten hierbij? Kan een keurmerk de verbinding met de stad een boost geven binnen de City Deal?’.

Op die vraag komt helaas nog geen eenduidig antwoord. De term ‘door een hoepel springen’ valt. Doe je een kunstje voor een badge? Of moeten er juist eisen worden gesteld aan onderwijsinstellingen? Zoals in het buitenland voorkomt: waar soms kaders worden gesteld. Het kan ook een verwachting (of bijna een eis) zijn om maatschappelijk betrokken te zijn.

Niet iedereen vindt dat een goed idee. Maar er wordt ook het voorbeeld genoemd van opleidingen die primair zijn opgezet op basis van vraagstukken uit de regio. Conclusie van de brainstorm over beloning, waardering en accreditatie is vooral dat er nog over doorgepraat dient te worden: hiervoor valt nog een wereld te winnen in het Nederlandse hoger onderwijs. Het verkennen van eventuele badges vanuit de City Deal Kennis Maken zelf is daarbij ook een optie.

Verslag sessie ‘De gemeente aan zet’

Dit gaat over de City Deal City Deal Kennis Maken

In de werksessie ‘De gemeentes aan zet’, keken we naar de rol van gemeentes binnen de City Deal Kennis Maken. Vertegenwoordigers van gemeente Delft, gemeente ’s-Hertogenbosch en gemeente Tilburg deelden ervaringen. Vragen konden worden gesteld via de chat.

In Delft, zo vertelt strategisch adviseur Wilbert Hoondert, is gekeken naar het verbeteren van het imago dat studenten met zich meedragen. ‘In politiek en pers lees en hoor je vooral de overlastverhalen: fietsenproblematiek bij stations, verkamering, enzovoorts. Maar we hebben enorm veel aan studenten! Ze zijn gebrand op het doen van onderzoek, vrijwilligerswerk en willen betrokken zijn bij maatschappelijke doelen in de stad.’

Oplossing voor maatschappelijke vraagstukken

In Delft is een samenwerkingsverband waaraan de gemeente, Hogeschool Inholland, de Haagse Hogeschool en TU Delft deelnemen. Maar ook bewonersvereniging BHTD en (woon)zorg- en welzijnsorganisaties Odensehuis De Linde (ontmoetingsplek), Dagelijks leven, Delft voor elkaar!, Pieter van Foreest en woningcorporatie Vidomes.

Delft ziet de stad als rijke leeromgeving voor studenten, waar zij onderzoekservaring kunnen opdoen, beter worden voorbereid op de arbeidsmarkt en plek om maatschappelijk betrokken te zijn (community engagement). Door de kennis van studenten te benutten, verbetert hun imago en ontstaan er door onderzoek en nieuwe samenwerkingen oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken.

Voorbeelden uit Delft: studentenonderzoeken in de wijken Tanthof (naar seniorvriendelijkheid en mobiliteit onder ouderen) en de Kuyperwijk (naar bevolkingskenmerken en ontwikkelingskansen). Bij een ander initiatief, de Hoogbouwchallenge, verzamelden studenten plannen, ideeën en tips voor het inzetten van hoogbouw in de verdichtingsopgave. Het werk van een kennismakelaar is in Delft cruciaal gebleken; de functie wordt daarom ook met een jaar verlengd volgend jaar.

Bossche wil om samen te werken

‘De City Deal is de katalysator voor verbreding en verankering’, opent Henny Wibbelink, strategisch adviseur van gemeente ’s-Hertogenbosch, haar verhaal. In haar gemeente zag ze veel stages, opdrachten en projecten die grenzen aan wat er binnen de City Deal Kennis Maken wordt nagestreefd, maar een duidelijke structuur en gezamenlijke ambitie ontbrak te vaak. Wél was er een sterke wil om samen te werken.

Inmiddels is er sprake van een groot samenwerkingsverband met daarin de gemeente, De HAS Hogeschool, Avans Hogeschool, Helicon, Fontys, de Koningstheateracademie, het Koning Willem I College en The Jheronimus Academy of Data Science. Er is een structuur opgezet met tweejaarlijks bestuurlijk overleg, een programmamanager, een kernteam met communicatiewerkgroep en docenten, onderzoekers en studenten in ongeveer 50 projecten. Ook zijn er duidelijke criteria opgesteld voor waar de CDKM projecten aan dienen te voldoen: zo moet een project o.a. passen binnen het thema “Positieve gezondheid” en minimaal twee kennisinstellingen betrekken bij het oplossen van het project.

Uitdagingen zijn onder andere het betrekken van professionals, kwetsbaarheid (vervanging en kennisborging bij het vertrek van mensen), zichtbaarheid, financiën en eigenaarschap. Om hierin tegemoet te komen wordt de samenwerkingsstructuur in ’s-Hertogenbosch de komende jaren geprofessionaliseerd: het bestuurlijk overleg gaat van 2 naar 4 keer per jaar, de wethouder zal ingezet worden als primus inter pares, en de projecten worden ingebed.

Tilburg: synergie stuurgroep en projectleider

Ook in Tilburg was al een duidelijke wil om samen te werken toen de City Deal Kennis Maken zich aandiende, zegt Rob van den Hurk, senior-adviseur Economie en Hoger Onderwijs bij gemeente Tilburg. ‘We begonnen een samenwerking met Fontys Hogescholen en Tilburg University, waarbij we even zoekende waren, maar elkaar vonden in bereidheid en vertrouwen’.

‘Eerst moet je op ambtelijk en uitvoerend niveau commitment verwerven bij de onderwijsinstellingen. Op bestuurlijk niveau vonden ze elkaar makkelijk, maar belangrijk is dat het je lukt de ambtelijke en uitvoerende organisaties (wetenschap, lectoren, docenten, studenten) voldoende in stelling te brengen om dit te organiseren. Dat is gelukt. We vonden elkaar in een sociaal-innovatieve wijkaanpak, gericht op “elk kind verdient een goede start”. Onder die paraplu hangen drie projecten: wijkinterventies, SmartStart en Community School, waarop ‘multidisciplair’ (dus door allerlei instellingen en studies) wordt samengewerkt’.

De rol van de gemeente is onder meer het identificeren van maatschappelijke opgaven, het creëren van draagvlak vinnen de eigen organisatie, partijen te enthousiasmeren en een doortastende projectleider aanstellen. Een stuurgroep (met daarin vertegenwoordigers van Fontys, Tilburg University en de gemeente) voert projectdoelen aan en de projectleider is er om de stuurgroepleden continu op scherp te zetten. Projectleider en stuurgroep zijn sparringpartners. Van den Hurk: ‘Als er synergie is tussen stuurgroep en projectleider kom je samen een heel eind.’

Verslag sessie ‘De rol van docenten en onderzoekers: uitwisseling landelijk’

Dit gaat over de City Deal City Deal Kennis Maken

Welke rol hebben docenten binnen het thema verbinding met de samenleving? Waar lopen zij tegenaan in de organisatie, projecten en begeleiding van studenten? In de werksessie met en over docenten, onder leiding van Erik Mooij (Hogeschool Utrecht), kwamen deze vragen aan bod. Net als de waardering van dit type onderwijs en onderzoek; hoe wordt het beloond?

Sprekers tijdens deze werksessie waren Geertje Tijsma (Vrije Universiteit Amsterdam), Daniel van Vliet (Erasmus University), Pim van Gestel (De Haagse Hogeschool) en Veronica Jurjan. (University of Twente).

VU: instellingsbrede aanpak

Tijsma begint met een passende quote van de VU, als het gaat om de kennis van studenten toe te passen in maatschappelijke vraagstukken: Door het gebruik van real-life cases, dilemma’s uit de samenleving en het betrekken van stakeholders – zoals de publieke sector, het bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties – wordt onderwijs relevant en waardevol.

Een instellingsbrede aanpak van de VU is het herontwikkelen van bestaande cursussen, om zo de maatschappelijke betrokkenheid van studenten en onderwijsprogramma’s te vergroten. Als barrières voor docenten om hier ook mee aan de slag te gaan, noemt ze: tijdgebrek, gebrek aan kennis, financiering en prioritering. Bovendien zou er behoefte zijn aan een coördinerende eenheid en evenzeer een belangrijk punt is de afwezigheid van interne en externe beloning. Tijsma ziet nog noodzaak voor aangepaste accreditatiecriteria, inbedden van deze activiteiten in het curriculum en systematische interne geldstromen.

Erasmus: communities of practice

Daniel van Vliet vertelt namens Erasmus University hoe zij positieve maatschappelijke impact proberen te creëren. Als projectleider Impact at the core, ziet hij erop toe dat onderwijsprogramma’s binnen de universiteit impact hebben op zowel, studenten, docenten als de buitenwereld. ‘Dat wil zeggen dat je maatschappelijke problemen aanpakt en de bouwstenen voor een oplossing vanuit de studenten komen. We combineren in het onderwijs kennis en theorie met probleemoplossende vaardigheden.’

Hoe bereikt de Erasmus University dit? Door een structuur te bouwen die impact gedreven onderwijs ondersteunt met faciliteiten en professionele docenten. Het betrekken van interne en externe stakeholders moet de transitie naar impact gedreven onderwijs versterken. Op de Erasmus University, met relatief veel faculteiten, is het belangrijk om kennis te delen en samen op te trekken. Communities of Practice, die worden gevormd door wat docenten en studenten als noodzakelijk aanstippen, maken het mogelijk om faculteit overstijgend te leren innovatie te versnellen.

De Haagse Hogeschool: minor sociale innovatie in stad en wijk

Pim van Gestel van de Haagse Hogeschool vertelt over een nieuwe minor die zijn werkgever is gestart: sociale innovatie in stad en wijk. Met praktijkopdrachten in Den Haag, Delft en Zoetermeer. De hogeschool zocht ‘echte’ opdrachtgevers.

Van Gestel draaide de minor bijna helemaal zelfstandig en volgend jaar met vier docenten. Teams bestonden uit studenten van vijftien verschillende opleidingen, waarbij hij nauwelijks kon voorzien uit welke disciplines studenten afkomstig zouden zijn. Dit was geen probleem: de verscheidenheid aan achtergronden maakte de teams van studenten sterker.

‘Het is belangrijk dat je structureert en faciliteert, maar zeker niet alles dichttimmert. De student moet ook de ruimte hebben om zelf initiatief te nemen en in een gat te springen. We zeiden dus: ga de wijk in en trek bij ons aan de bel als je inspiratie wil delen of wil sparren. We juichen de methode Skin in the game toe: beoordeel mensen op in hoeverre ze hun nek uitsteken, betrokkenheid tonen en kansen grijpen. Door studenten aan externe partners te koppelen, moeten zij wel presteren. Zij willen goed voor de dag komen: daar gaat een student ook harder door lopen’.

University of Twente

Veronica Junjan vertelt hoe het er bij het Enschede Lab van de University of Twente aan toe gaat. Docenten verzorgen workshops en begeleiden studenten. Zo ook voor het EnschedeLAB.

Binnen het EnschedeLAB werken studenten (minimaal tweedejaars) van 4 instellingen (AKI ArtEZ, ROC van Twente, Universiteit Twente en Saxion Hogeschool) samen aan de oplossing van een gemeenschappelijk probleem. Het gaat om studenten vanuit multidisciplinaire achtergronden en perspectieven. Docenten werken samen met collega’s van andere onderwijsinstellingen, iets wat Junjan ontzettend goed beviel in haar eigen werk. Een mooi voorbeeld van een nano-challenge die in het EnschedeLAB is gedaan: “Blik van de weg”: hoe richten we samen de stad in als we geen auto’s meer op straat parkeren in het centrum van Enschede? Bij alle nano-challenges wordt de Responsible Design Thinking-methode gehanteerd.

Verslagen zesde landelijke kennisdelingsdag CDKM

Dit gaat over de City Deal City Deal Kennis Maken

Van een nieuwe financiële regeling van de City Deal, de afronding van 17 Corona Challenges tot wat er komt kijken bij het opzetten van nano-challenges. Van de rol van de gemeente tot de rol van docenten en onderzoekers. Op de zesde landelijke kennisdelingsdag van de City Deal Kennis Maken was er weer uit te wisselen en te delen voor de ongeveer 200 deelnemers vanuit de twintig betrokken steden. Hierbij een overzicht van de verslagen vanuit de verschillende sessies.

Plenaire sessie

Programmamanager Rowinda Appelman bracht het netwerk up to date over een bijzonder CDKM jaar in Corona tijd, en vertelde meer over alle recente ontwikkelingen, opbrengsten vanuit de 18 Corona Challenges in de steden. Daarnaast vertelde ze meer over de nieuwe financiële regeling.
Lees het verslag

Het opzetten van Nano-Challenges: alle tips & tricks

Wiro Kuipers, coördinator van het EnschedeLAB nam de deelnemers van deze werksessie mee in de wereld van de nano-challenges. Hierin werken studenten aan vragen die inwoners en samenwerkingsverbanden in Enschede hebben aangedragen. Hoe werkt zo’n nano-challenge effectief? Wat zijn de vier verschillende fases?  en hoe hier telkens weer nieuwe studenten en partijen innovatief aan verbonden worden met online en offline tools.
Lees het verslag.

De gemeente aan zet: strategie en aanpak vanuit de City Deal Kennis Maken

De rol van de gemeente binnen samenwerkingen als de CDKM blijft in constante ontwikkeling en soms moeilijk definieerbaar. Hoe dient bijvoorbeeld een gemeente intern de CDKM te borgen? Allemaal vragen die voorbijkwamen in deze sessie.
Lees het verslag.

Een kijkje in de keuken van Leiden: City Deal Kennis Maken in de praktijk

In deze lunchsessie namen programma adviseur Esther Haverkort en projectmanager Marieke van Haaren van het Leidse project Leren Met de Stad samen met Han Nijssen, programmamanager Leiden Kennisstad de deelnemers mee naar de succesvolle samenwerkingen in de sleutelstad in het kader van de City Deal.
Lees het verslag.

De rol van docenten en onderzoekers: uitwisseling landelijk

In deze lunchsessie begeleidde Erik Mooij (Hogeschool Utrecht) het gesprek over de rol van docenten en onderzoekers in de praktijk. Welke vaardigheden zijn er nodig om het onderwijs en onderzoek te geven dat meer verbinding zoekt met de samenleving? Meerdere gastsprekers uit de CDKM-steden vertelden hoe dit landelijk zich nu ontwikkelt.
Lees het verslag.

Landelijk doorpakken: structureel samenwerken

In deze gemoedelijke “Vraag maar raak” sessie ging Martin Schulz, co-decaan Nederlandse School voor Openbaar Bestuur in gesprek met Cees Hogendoorn (Avans) en Marcel de Heer (gemeente Breda) over de City Deal in Breda over structureel bestuurlijke samenwerking en grootschalige opschaling.
Lees het verslag.

Landelijk doorpakken: brainstorm over landelijke accreditatie, oorkondes en waardering rond het thema “Verbinding met de samenleving”

Verbinding met de samenleving roept veel vragen op qua accreditatie en waardering voor studenten. In deze lunchsessie leidde Rowinda Appelman een gemoedelijke brainstorm over beide thema’s. Met behulp van aftrappen vanuit Kim Duistermaat (Leiden University College) en Gisella Silva (Hogeschool Inhollad) werd gepraat over de landelijke ontwikkelingen en wensen rond het belonen van studenten voor hun inzet voor de samenleving naast het geven van studiepunten, hoe deze beloning eruit dient te zien, en hoe dit landelijk doorontwikkeld kan worden.
Lees het verslag.

Overzicht Corona Challenges

Dit gaat over de City Deal City Deal Kennis Maken
Studenten werken aan de Corona Challenge in Arnhem.
Studenten werken aan de Corona Challenge in Arnhem.

Als gevolg van de COVID-19-crisis kampen kennisinstellingen met vertraging of zelfs stopzetting van onderwijs- en onderzoeksprojecten. Dat maakt het aanbieden van de stad als rijke leeromgeving een stuk lastiger. Samenwerking in de wijk met bewoners en organisaties, het werken in interdisciplinaire studententeams, het oplossen van grotere maatschappelijke vraagstukken: alles wordt moeizamer in de huidige 1,5 meter samenleving.

Om de City Deal Kennis Maken steden de ruimte te geven om de ontstane problemen aan te pakken en nieuwe kansen te benutten, heeft het Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek SIA, onderdeel van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO), de regeling City Deal Kennis Maken Impuls 2020 opgezet.

Vanuit deze regeling kon elke deelnemende stad, of Ede en Wageningen gezamenlijk, aan de slag met een Challenge- aanpak, met een focus op het innovatief werken aan maatschappelijke vraagstukken in de stad. Hiermee komen best practices boven tafel en kunnen studenten, docenten en onderzoekers aan de slag met het helpen vormgeven van deze Per deelnemende City Deal Kennis Maken-stad was maximaal € 5.000 beschikbaar. De focus van de challenge ligt op de maatschappelijke opgaven in de stad en de ideeën, prototypen en/of innovaties die oplossingen kunnen bieden voor deze opgaven in coronatijd. De steden delen de kennis die is opgedaan met het landelijke netwerk van de City Deal Kennis Maken.

Hierbij het overzicht van 17 Corona Challenges die het afgelopen jaar zijn uitgevoerd.

Welke vaardigheden doen studenten op in de wijken?

Dit gaat over de City Deal City Deal Kennis Maken

In Utrecht werken studenten Sociale Geografie en Planologie van de Universiteit Utrecht in de wijken samen met bewoners en lokale organisaties aan  maatschappelijke vraagstukken. Maar welke vaardigheden leren zij daar nu precies bij? En hoe kunnen ze die inzetten voor een zo sterk mogelijke samenwerking tussen alle partners in de wijk? Docent en onderzoeker Stef Dingemans leidt met steun van de onderzoeksregeling City Deal Kennis Maken het SENECA-onderzoek, dat dit wil beantwoorden.

Jullie onderzoek is gekoppeld aan de cursus Onderzoek in de wijk – community  engaged learning . Wat is het idee daarachter?
Dingemans: “Het is een pilotcursus waarin we ons richten op community engaged learning. Deze bijna onderwijsvorm wint steeds meer terrein op universiteiten en hogescholen, ook binnen Utrecht. We proberen in deze pilotcursus deze relatieve nieuwe vorm van onderwijs op te zetten, ermee te experimenteren, en te kijken welke waarde het kan hebben binnen ons huidige curriculum. Hebben we er iets aan? Wat kunnen we er uit halen? Het uiteindelijke doel is een sterkere vorm van samenwerking tussen onderwijs en maatschappij creëren. of we een brug kunnen slaan naar de stad Utrecht.”

Wat voor vraagstukken komen aan de orde?
Vanuit ons departement houden we ons vooral bezig met ruimtelijke vraagstukken: hoe beweegt de mens zich in de ruimte. Welke impact heeft de ruimte op de mens, en andersom. Dat gebeurt vooral heel veel theoretisch en middels (stads)excursies. Met de pilotcursus willen we hier een stap in verder gaan, door op lokaal niveau de interactie tussen Universiteit en stad te bewerkstelligen. Door de vragen uit de buurt, uit de wijk, uit de stad naar voren te brengen en daar hopelijk direct een bijdrage aan te kunnen leveren.  De City Deal Kennis Maken en de bijbehorende onderzoeksregeling sloot daar zo perfect op aan. Eigenlijk wilde we al verder met de pilot dus het kwam als geroepen dat we nu ook kunnen onderzoeken wat de studenten hier nu daadwerkelijk leren

Stef Dingemans.

Stef Dingemans.

Wat houdt het onderzoek precies in?
“Het onderzoek is vernoemd naar de Romeinse filosoof Seneca. Een van zijn beroemde quotes is: je leert niet voor de school, maar je leert voor de maatschappij. Dat hopen we ook te organiseren, zodat studenten voortaan niet alleen bij mij in een klaslokaal zitten en luisteren naar allemaal mooie verhalen en theoriën over die buurt. Maar dat ze daadwerkelijk naar die buurt toegaan en daar in contact komen met de bewoners en organisaties en uiteindelijk veel meer leren hoe het letterlijk er in de praktijk uitziet. Met dit onderzoek brengen we in kaart wat ze nu echt leren, welke vaardigheden ze opdoen binnen zo’n rijke leeromgeving, zoals de wijk of buurt. Binnen die pilotcursus, zoals kenmerkend is voor community engaged learning, is het hele idee dat je altijd onderwijs uitvoert met een maatschappelijke partner.Je moet wel interactie hebben met wijkbewoners, wijkinitiatieven, maatschappelijke organisatie. Gezamenlijk ga je op zoek naar een probleemstelling om aan te werken. Uit de literatuur komen allerlei vaardigheden naar voren die daarvoor nodig zijn. Denk bijvoorbeeld aan samenwerken, communicatie, netwerkvaardigheden en aanpassingsvermogen. We proberen nu door het onderzoek voor ons te duiden wat ze echt leren. We zijn nu bezig met het verzamelen van data.”

Kun je al iets zeggen of ze die vaardigheden in de cursus ook opdoen?
“Ik durf te beweren, en daar durf ik mijn hand voor in het vuur te steken, dat ze flexibiliteit gaan noemen. Dat heeft ermee te maken dat we deels werken op de universiteit en deels op locatie. In de tussentijd moeten ze individueel, vanwege corona, naar de wijkbewoners thuis. Ze spreken af, ze maken wandelingen door de buurt. En zo komen hun leefwerelden bij elkaar. Af en toe zeggen mensen ineens af, of ze laten niks weten, of de communicatie met de organisatie loopt wat moeilijk. Ik merk dat daar af en toe wat onvrede zit bij de studenten. Zeker als ze dan een opdracht moeten inleveren. Flexibiliteit (en begrip) is dus heel belangrijk. Komende week gaan we meer diepte-interviews afnemen waarmee we uiteindelijk deze vraag proberen te beantwoorden.

Utrecht Jaarbeursgebied. Foto: Pieter Verbeek.

Utrecht Jaarbeursgebied. Foto: Pieter Verbeek.

Waar vindt de pilotcursus precies plaats? Heeft corona nog impact gehad?
“Het hele idee is om een duurzame relatie op te bouwen met daar waar je je onderwijs wilt uitvoeren. We hebben twee jaar heel bewust gekozen om die band op te bouwen in de wijk Lunetten, in zuid Utrecht. De buurtbewoners zien elk jaar dezelfde docenten, ze weten dat de studenten niet alleen maar komen om informatie op te halen, -met enquêtes langs de deuren lopen en daarna niet meer terugkomen-, maar er vindt echt een wisselwerking plaats. Wat speelt er in de wijk, waar lopen de mensen tegenaan geografisch of planologisch gezien. En hoe kunnen wij ze echt helpen daarbij? Dan kunnen we echt die interactie opzoeken tussen bewoners en universiteit. Dat is nog altijd het streven.We zijn nu twee keer in Lunetten geweest met deze pilot, vorig jaar zou de derde keer zijn geweest en dan dit jaar de vierde editie Vorig jaar is helaas niet doorgegaan vanwege corona en dit jaar was het niet mogelijk om de cursus goed uit te zetten in Lunetten.

Hoe zijn jullie verder gegaan?
“We hebben het moeten omgooien, en zijn een schaalniveau hoger gaan kijken, naar de stad Utrecht. Dat doen we in samenwerking met maatschappelijke organisatie New Dutch Connections (NDC), een Utrechtse organisatie die zich inzet voor nieuwe bewoners in de stad, zoals statushouders, vluchtelingen en allerlei mensen met een klein sociaal netwerk. We werken nu met hen samen om dat netwerk te vergroten binnen Utrecht. We proberen deze mensen te helpen de immigratie stap zo goed mogelijk te nemen. Het komt er praktisch op neer dat we studenten hebben gekoppeld met statushouders. Ik heb bijvoorbeeld een college gegeven over sociale netwerken, hoe werkt dat dan? Hoe zit dat in elkaar? De volgende stap is dat ze de sociale netwerken van elkaar in kaart brengen. Het hele idee is dat ze uiteindelijk in de tien weken de mensen zo goed mogelijk op weg kunnen helpen om hun zogenaamde droom te verwezenlijken. Die dromen verschillen per persoon. NDC noemt ze heel mooi ‘dromenjagers’ en future citizens. Samen proberen we de dromen te verwezenlijken van deze nieuwkomers in Utrecht.”

Hoe past jullie onderzoek bij de City Deal Kennis Maken?
“Ik denk vooral dat ons onderzoek wat bijdraagt omdat we in kaart brengen wat je allemaal kunt leren door deze nieuwe vorm van onderwijs. De City Deal richt zich heel erg op het samenbrengen van maatschappelijke vraagstukken en het hoger onderwijs. Onze pilot doet dat al. We werken aan een maatschappelijk vraagstuk, dat niet vanuit onszelf komt, maar vanuit de buurt.  Eerder in Lunetten, gingen studenten met ouderen wandelen in de wijk. Die ouderen brachten allerlei relevante problemen naar voren waar ze tegenaan lopen. Een voorbeeld:  er is vanuit de ouderen heel weinig interactie met andere bevolkingsgroepen in de wijk, zoals groepen met andere leeftijden, andere nationaliteiten. Het is heel leuk om daarvanuit met die studenten op pad te gaan, zodat zij uiteindelijk antwoord kunnen geven waar het aan ligt. Dat past supergoed bij de City Deal. Ons onderzoek zal een mooie toevoeging zijn aan de kennis die er al over is. Wat voor soort vaardigheden zijn er al om te leren, en op de langere termijn hoe kunnen wij binnen het departement, maar ook andere opleidingen en iedereen die met de City Deal bezig is, hier lering uit trekken. Kunnen ze ons onderzoek daarvoor gebruiken? En dat is wat het waardevol maakt denk ik.”

Utrecht straatbeeld. Foto: Pieter Verbeek.Wanneer is het klaar?
Voor de zomervakantie leveren we een onderzoeksrapport op. Tegelijkertijd maken we een kleine documentaire. Studenten worden vanaf het begin gefilmd tijdens dit proces. Een groot onderdeel daarvan is dat studenten iedere week zelf een vlog opnemen. Reflectie is namelijk ook een vaardigheid die studenten volgens de literatuur opdoen in community engaged learning. De vlogs worden de basis voor de documentaire. Het gehele proces laten we zien middels een short story, die een mooie blik geeft wat we nu eigenlijk die tien weken hebben gedaan.”

Wil je nog iets meegeven aan het City Deal netwerk?
“Ja. Het is super waardevol om de interactie op te zoeken met de omgeving waarin je gevestigd bent als onderwijsinstelling. Het is echt belangrijk is om in de stad die verbinding op te zoeken met lokale organisaties en zo mogelijk ze aan te sluiten bij je studieprogramma. Voor alle partners is het ontzettend waardevol is om samen een duurzame relatie op te bouwen, dat er ook echt geïnvesteerd wordt in toekomstbestendige plannen en projecten. Dat heeft op langere termijn voordeel voor zowel de studenten, die vaardigheden leren, die vaak veel relevant zijn voor het veld en maatschappij, als voor de organisaties die weer kunnen leren van de studenten. Het heeft echt een versterkend effect.”