Model ‘Instellingsbrede visie op de verbinding met de samenleving’ nu ook in het Engels

Dit gaat over de City Deal City Deal Kennis Maken

Het model ‘Instellingsbrede visie op de verbinding met de samenleving’ biedt praktische handvatten bij de invulling van het instellingsbeleid gericht op deze verbinding. Het model is nu ook vertaald in het Engels voor internationaal gebruik.

In de negentien steden die meedoen aan de City Deal Kennis Maken zijn hoger onderwijsinstellingen samen met gemeenten, en vaak ook samen met het middelbaar beroepsonderwijs, bezig met het stimuleren van samenwerking gericht op het gezamenlijk werken aan het oplossen van maatschappelijke vraagstukken. Het doel is dat zo steeds meer studenten, docenten en onderzoekers participeren in deze vormen van samenwerking.

Op basis van de ervaringen en inzichten van de aan de City Deal Kennis Maken deelnemende hogeronderwijsinstellingen en gemeenten, en op basis van de vele gesprekken en gedeelde kennis binnen het netwerk, is een model ontwikkeld met zeven radars. Dit zijn allemaal elementen die aandacht, activiteiten en investeringen nodig hebben voor het instellingsbreed inbedden van de verbinding met de samenleving.

Deze zeven radars kunnen gebruikt worden om het gesprek te voeren tussen de verschillende instellingen en steden. Het beantwoorden van de vragen bij elk radar biedt namelijk een inkijk in de stand van zaken binnen de instelling: hoe zijn zij aan de slag gegaan met bijvoorbeeld de visievorming op verbinding met de samenleving? Of hoe zorgen zij voor docentprofessionalisering en waardering voor dit soort type onderwijs en onderzoek? En wat levert het op aan meerwaarde voor de student, en hoe wordt dit inzichtelijk gemaakt? Welke personen binnen de instellingen zijn hier allemaal mee bezig en hoe vinden zij elkaar?

In de afgelopen twee jaar is al veel gebeurd binnen de City Deal, en wordt er op verschillende plaatsen in ons land aan deze verbinding met de samenleving handen en voeten gegeven. Tegelijkertijd zijn er nog veel uitdagingen die aandacht behoeven, waaronder het concreet zichtbaar maken van de leeropbrengsten, en het vergroten en verduurzamen van de ingezette programma’s. Dit model biedt daartoe een gesprekstool om zo de kennis te kunnen blijven delen, en de gesprekken tussen de steden op een meer macroniveau te kunnen voeren.

In het voorjaar zal een reeks van thematische sessies rond de radars van dit model worden opgezet vanuit de City Deal Kennis Maken om te werken aan de genoemde elementen.

Bekijk het model in onderstaande pdf. Of lees de verschillende artikelen die bij een van de zeven radars horen.

‘We hebben het gevoel met iets waardevols bezig te zijn’

Dit gaat over de City Deal City Deal Kennis Maken
Het bestuur van Erasmus Verbindt. Van links naar rechts Eddie Adelmund, Emma Peters en Max Wagenaar.
Het bestuur van Erasmus Verbindt. Van links naar rechts Eddie Adelmund, Emma Peters en Max Wagenaar.

Een brug vormen tussen academici en initiatieven en organisaties die zich inzetten voor Rotterdam. Dat is wat de EUR-studenten filosofie Max Wagenaar en Eddie Adelmund nog steeds voor ogen hebben met hun initiatief Erasmus Verbindt.

Dit artikel hoort binnen het overkoepelende model voor verbinding met de samenleving bij het radar Cultuur & Communityvorming en Studenten.

De inspiratie voor hun universiteitsbrede studenteninitiatief vonden Wagenaar en Adelmund in de netwerkmethode van de Franse socioloog en filosoof Bruno Latour. Hij gaat ervan uit dat elke gebeurtenis of actor een andere beïnvloedt, en dat die vervolgens weer invloed uitoefent op de volgende. In netwerken is dan ook geen hiërarchie nodig, de betrokken partijen gaan er immers vanuit dat een aantal actoren samen voor een gebeurtenis of verandering zorgt. Vanuit die gedachte moeten de studenten die meedoen met Erasmus Verbindt een brugfunctie vormen tussen de maatschappelijk betrokken academici van de Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR), en de initiatieven, organisaties en instanties die zich inzetten voor Rotterdam.

Met hun idee kregen ze ook het College van Bestuur enthousiast die vorig jaar zomer groen licht gaf en vanuit het strategisch budget van de universiteit subsidie toekende. Ook de gemeente Rotterdam deelde in het enthousiasme en draagt bij aan Erasmus Verbindt.

Wagenaar werd tot directeur benoemd en Adelmund tot operations manager. Daarnaast is Emma Peters toegetreden tot het bestuur. Vanuit de EUR is professor Hub Zwart verbonden als Academic lead.

Waarom zijn jullie met dit initiatief gestart?

Wagenaar: “We merkten dat academici en stafleden te druk zijn, er gaat steeds minder geld naar hoger onderwijs toe. Bovendien zijn zij absoluut maatschappelijk betrokken. Desondanks nemen de studentenaantallen nog steeds toe. Wat kunnen wij als studentengemeenschap nou doen om zo’n strakgespannen universiteit te helpen? Welke stappen kunnen we nemen om werk uit handen te nemen, te faciliteren, voorwerk te doen? En zo een waardevolle bijdrage te leveren. Tegelijk zagen we om ons heen hoe leergierig en ondernemend onze generatie studenten, en absoluut maatschappelijk betrokken, is. Met al die ingrediënten zijn we eigenlijk gaan bouwen aan een model, en dat is Erasmus Verbindt geworden.”

Jullie zijn begonnen vanuit filosofie maar inmiddels werken jullie dus universiteitsbreed?

Wagenaar: “Erasmus Verbindt slaat enorm aan bij de studenten. Ook al hebben we als startend initiatief een lastige tijd gehad met corona, toch hebben al ruim 100 studenten zich aangemeld. Ook de reacties uit andere geledingen van de universiteit zijn enorm, zoals wetenschappers, decanen en beleidsmakers. Daarnaast resoneert het ook goed in de stad. Er zit veel energie in. We hebben het gevoel dat we met iets waardevols bezig zijn.”

Wat doen jullie precies met Erasmus Verbindt?

Wagenaar: “We verkennen, versterken en intensiveren de relatie tussen de Erasmus Universiteit en de stad Rotterdam. Daar hebben we drie tracks voor bedacht. In de eerste track, het verkennen van de relatie, gaan we al wandelend door de stad in gesprek met academici en stadsbewoners. Van ondernemers, bestuurders tot daklozen. De gesprekken gaan over thema’s die spelen in Rotterdam en vormen een podcastserie die in samenwerking met RTV Rijnmond, de regionale omroep, wordt gemaakt. De serie heet Stadswandelingen. We hebben net de eerste pilotaflevering gemaakt over voedselomgeving en overgewicht. De volgende afleveringen gaan over gentrificatie en corona.
Adelmund gaat verder: “In de tweede track, -het verbinden-, werken vier parallel lopende interdisciplinaire studententeams aan de thema’s duurzaamheid, grootstedelijke uitdagingen, sociale ongelijkheid en gezondheid. Hun missie is om de grootstedelijke problemen en vraagstukken in kaart te brengen en waar onderzoek naar deze thema’s al plaatsvindt. Dan gaan ze vervolgens op zoek naar zinvolle koppelingen, door bijvoorbeeld het organiseren van events. Studenten gaan dus eigenlijk als matchmakers aan de slag tussen wetenschappers en de stad.”

En de derde stap?

Wagenaar: “De derde track gaat om het versterken van de relatie. Daar zetten we studenten in om zich langer te committeren aan partners, zodat het niet alleen blijft bij praten en ideeën uitwisselen. Studenten gaan zich ook echt in de vorm van een stage of scriptie actief bekommeren om een probleem. Om dan samen met partners en vrienden in de stad toe te werken naar een zinvol antwoord.”

Hoeveel mensen zijn betrokken bij Erasmus Verbindt?

Adelmund: “Bij de podcast is een voltallige redactie werkzaam, inclusief een techneut, van ongeveer acht man. Voor track 2 zijn net sollicitatieprocedures gestart met 40 studenten die eraan werken. Die komen van allerlei faculteiten. Van het Erasmus Medisch Centrum, rechten tot sociale wetenschappen. Dat geeft veel energie, maar is ook uitdagend. Je moet toch een gedeelde taal met elkaar vinden.”

Hoe werken jullie samen met de stad Rotterdam?

Adelmund: “Samenwerking met de gemeente gaat over meer dan alleen het ontvangen van een zak met geld. We zijn op dit moment met de gemeente in gesprek over verschillende zaken. Twee weken geleden zijn we bijvoorbeeld benaderd om mee te denken over het probleem van het nijpend stagetekort voor mbo’s in Rotterdam. De coronacrisis, en de te verwachten economische klap erna, gaat voor grote tekorten zorgen aan stagemogelijkheden voor mbo-studenten. Omdat we weten dat sommige groepen mbo-studenten makkelijker een stageplek vinden dan anderen, dreigt dit ook een sociale ongelijkheid in de hand te werken. Het is een complex probleem dus. We zijn benaderd om interdisciplinaire teams te vormen, met studenten van Urban Challenges, sociologie en bestuurskunde en economie, om na te denken over innovatieve oplossingen voor dit probleem. Dat zetten we nu uit binnen de studentengemeenschap.”

Wagenaar: “Ook voeren we gesprekken op de universiteit om de City Lab 010 te ondersteunen, een initiatief van de gemeente waarbij ze jaarlijks 3 miljoen euro vrijmaakt om bedrijven mee te ondersteunen die een positieve impact hebben op de stad. Er zijn 250 bedrijven in het kielzog van dit initiatief. Ons plan is om studenten bedrijfskunde en media marketing en rechten die bedrijven te laten helpen bij het behalen van hun doelen.”

Wanneer zijn jullie tevreden met het initiatief?

Wagenaar: “Ik denk dat het voor ons geslaagd is wanneer Erasmus Verbindt een zelfregulerende organisatie wordt en dat studenten het stokje van ons overnemen en dat we structureel een bijdrage leveren aan het adresseren van maatschappelijke uitdagingen waar de wetenschap een rol te spelen heeft. Je wilt natuurlijk zo veel mogelijk goeds doen.”

 Wat levert het meedoen de studenten op?

Adelmund: “Er lopen nu gesprekken of we studiepunten ervoor kunnen gaan toekennen. Of omgieten in een minorvorm. Maar het is ook vooral een belangrijke ervaring. De kracht van onze formule is dat de studenten die meedoen ook echt intrinsiek gemotiveerd zijn om een bijdrage te leveren. Dit is hun kans om daar wat mee te kunnen. Verder doe je netwerken op, leert samenwerken en doe je allerlei andere skills op. Het zijn soms subtiele dingen die moeilijk te kwantificeren zijn. Denk aan het besef dat je krijgt als je eenmaal met je voeten in de klei staat, namelijk dat je niet over mensen praat maar met mensen.”

Wagenaar: “Je kunt het in zekere zin vergelijken met actief worden voor een studentenvereniging. Bij ons organiseer je geen carrièreweek of skireis, maar je gaat aan de slag met echte problemen en echte partners. Je leert samenwerken met studenten van allerlei andere disciplines en windstreken, ook internationaal. Dat is ontzettend leuk en leerzaam. We hebben ook nog eens een kantoor in het centrum van de stad, dat geeft een gemeenschapsidee.”

Zien jullie dit model ook werken op andere universiteiten?

Adelmund: “We hebben de methode zo ontworpen dat die toepasbaar is op allerlei problematieken en disciplines. We zijn nu specifiek gericht op de Rotterdamse context, maar iedere stedelijke context zou met deze methode kunnen werken. We zien zeker kansen en het zou fantastisch zijn als studenten van andere universiteiten geïnspireerd zijn daardoor.”

Wagenaar: “We staan ervoor open om het gesprek aan te gaan, ook internationaal. Er lopen al kennismakingsgesprekken met een aantal andere postindustriële steden in Europa, met vergelijkbare demografie, zoals Zagreb.”

Kunnen jullie wat betekenen voor de City Deal Kennis Maken?

Wagenaar: “We staan open voor gesprekken om meer te horen van de City Deal. Op de punten waarop wij uniek zijn kunnen we wat bijdragen. We zijn helemaal vanuit studenten opgebouwd en het wordt door voornamelijk studenten uitgevoerd in samenwerking met stakeholders en academische partijen. We hebben absoluut vergelijkbare doelen en waarden, laten we elkaar opzoeken.”

Meer weten over Erasmus Verbindt? Kijk op: https://www.eur.nl/over-de-eur/strategie-2024/strategie-vandaag/erasmus-verbindt.

Utrecht brengt Challenges in kaart

Dit gaat over de City Deal City Deal Kennis Maken
Het centrum van Utrecht. Foto: Pieter Verbeek.
Het centrum van Utrecht. Foto: Pieter Verbeek.

Typerend voor de Utrechtse aanpak van de City Deal Kennis Maken is het werken met Challenges, onderwijsvormen waarin de stad samenwerkt met studenten van de Universiteit Utrecht en Hogeschool Utrecht aan maatschappelijke vraagstukken. Een goed overzicht van wat er allemaal gebeurt in de Domstad ontbreekt echter. Daar brengt Maaike Koopman duidelijkheid in met haar onderzoek.

Dit artikel hoort binnen het overkoepelende model voor verbinding met de samenleving bij het radar Cultuur & Communityvorming en Externe Verbinding.

Koopman werkt als hoofddocent aan de Hogeschool Utrecht en is als onderzoeker betrokken bij het kenniscentrum Leren en Innoveren. Ze combineert onderwijs en onderzoek rond de vraag hoe docenten, nu en in de toekomst, het leren van leerlingen en studenten optimaal kunnen (leren) ondersteunen. Sinds november is ze als projectleider aan de slag gegaan met het door de City Deal Kennis Maken gesubsidieerde onderzoek ‘Missiegedreven opgaven: Leeromgevingen op de Utrechtse Stadskaart’.

Gezond Stedelijk Leven

Al geruime tijd zijn de City Deal partners in de stad bezig via het project Utrecht Challenge Alliantie Gezond Stedelijk Leven aan de doorontwikkeling van Challenges als onderwijskundig gevalideerde en duurzame onderwijsvorm. “In deze onderwijsprojecten staan studenten voor een levensechte opdracht die aansluit bij complexe maatschappelijke vraagstukken. Samenwerking tussen verschillende professies is daarbij altijd noodzakelijk”, licht Koopman toe. “Samenwerking over de grenzen heen is immers nodig om innovatief bij te dragen aan het oplossen van échte vraagstukken. Maar hoe werken ze nu precies als onderwijsvorm? En hoe krijg je ze goed ingebed in je curriculum?”

Om verder te groeien met deze onderwijsvorm willen de partners daarom de Challenges en aanverwante initiatieven systematisch kunnen monitoren en evalueren. En dat is lastig als je geen overzicht hebt van wat er allemaal plaatsvindt in de stad.

Maaike Koopman.

Maaike Koopman.

Overzicht

Want naast Challenges zijn er ook allerlei andere initiatieven vanuit de kennisinstellingen die er heel erg op lijken. Om overzicht te krijgen van al deze projecten ontwikkelt Koopman met collega’s via ontwerpgericht onderzoek een scan en prototype stadskaart, waarmee deze rijke leeromgevingen kunnen worden gemonitord en geëvalueerd. Verschillende partners worden via co-design betrokken. Met de scan, die voortbouwt op de praatplaat van de Utrecht Challenge Alliantie, kunnen de Utrechtse initiatieven eenduidig worden geanalyseerd en gekarakteriseerd. Vervolgens worden ze letterlijk systematisch in kaart gebracht op een stadskaart.

De eerste fase van het onderzoek is zo goed als afgerond, vertelt Koopman. “Ik heb als eerste gesprekken gevoerd om te kijken waar behoefte aan was. En dat bleek vooral overzicht te zijn. Er zijn allerlei Challenges en aanverwante projecten gaande in Utrecht. Wat, waar en wat voor kenmerken hebben de projecten? Het zijn allemaal vragen die we in kaart gaan brengen. Zonder overzicht wordt het op termijn lastig om te kijken hoe de Challenges verlopen en wat studenten er nu eigenlijk uit leren.”

Scan van rijke leeromgeving

En dat gaat gebeuren in de tweede ronde van het ontwerpgerichte onderzoek. Eerst zal de scan worden ontwikkeld, om de onderwijskundige kenmerken van de Challenges in kaart te brengen, vertelt Koopman. “Studenten leren er van alles, maar hoe ziet die rijke leeromgeving eruit? Wat voor opdrachten zijn er? Hoe open zijn de Challenges? Doen er studenten mee uit verschillende studierichtingen? Is er een wedstrijdelement of niet? Is het ingebouwd in het curriculum of juist een extra-curriculaire activiteit? Wat voor begeleiding is er? Hoe lang loopt het? Is er een doorlopend proces waarbij een volgend groepje verdergaat met het vraagstuk? Wordt er geëvalueerd? Zijn de Challenges ingebed bij de betrokken bedrijven of instanties? Het gaat om kenmerken vanuit de onderwijskundige en innovatieliteratuur. Overigens heeft de scan niet als doel om één manier als de beste te laten zien, maar wil ze juist het brede scala aan mogelijke kenmerken in beeld brengen.”

Omdat er zoveel Challenges en aanverwante initiatieven lopen in Utrecht, waarbij dus ook behoorlijk veel studenten en docenten betrokken zijn, moet de het prototype stadskaart een hulpmiddel vormen bij het behouden van overzicht. “We willen het geheel in kaart brengen op een prototype stadskaart. Docenten van verschillende opleidingen weten namelijk niet altijd van elkaar waar hun collega’s mee bezig zijn. Ook kun je de kaart gebruiken als showcase als je in gesprek gaat met een nieuwe opdrachtgever. Er zijn verschillende directeuren in het onderwijs die als ambitie hebben dat studenten minimaal één keer of liefst structureel dit soort opdrachten doen tijdens hun studie. Op welke plek kunnen ze die dan vinden?”

City Deal Kennis Maken

Volgens Koopman passen zowel de scan als stadskaart goed bij de City Deal Kennis Maken.
“Er lopen in heel veel steden veel vergelijkbare projecten in de City Deal. Het idee is dat dit op de lange termijn ook zal blijven gebeuren. Belangrijk is dat je iets effectiefs wilt bereiken voor studenten. Met de scan kunnen we daaraan bijdragen. Ook de samenwerkingen tussen opleidingen en samenwerkingspartners kun je ermee evalueren. Hoe kun je initiatieven verduurzamen en opschalen? De opbrengsten helpen betrokkenen breder zicht te krijgen op leeromgevingen en de doorwerking ervan, zodat de strategische samenwerking hierop versterkt kan worden. Een stadskaart zou ook voor andere steden kunnen worden gemaakt.”

Er zijn meerdere stakeholders betrokken in het onderzoek, sleutelfiguren zoals directeuren, begeleiders en coördinatoren, en mensen van de gemeente. Inhoudelijk wordt Koopman ondersteund door Ilya Zitter, lector Leefomgevingen. In de laatste fase, het ontwerpen van de kaart, zullen ook studenten worden betrokken. Eind november 2021 moeten zowel de scan als de stadskaart klaar zijn.

Leeromgevingen in het beroepsonderwijs

Meer weten over wat leeromgevingen kunnen betekenen in het beroepsonderwijs? Op 25 maart houdt Ilya Zitter, ter gelegenheid van haar benoeming als lector, de openbare les ‘Leeromgevingen in het beroepsonderwijs als knooppunten in onze samenleving’. Iedereen is welkom voor de digitale lezing, of voor een van de interactieve online tafels voorafgaand aan de lezing. Maaike Koopman leidt een van deze tafels waarin ze haar onderzoek toelicht.

Schrijf je hier in: https://www.hu.nl/onderzoek/evenementen/openbare-les-zitter-ilya

 

Werkplaatsen Sociaal Domein willen samenleving meer brengen

Dit gaat over de City Deal City Deal Kennis Maken

Naast de City Deal Kennis Maken zijn er ook andere samenwerkingsverbanden waarin kennisinstellingen samen met maatschappelijke partners werkt aan maatschappelijke vraagstukken. Zo zijn er verspreid door het land 15 Werkplaatsen Sociaal Domein actief, met meer honderd gemeenten betrokken. Redenen genoeg om samen te werken met de City Deal, stelt landelijk voorzitter Erna Hooghiemstra.

Dit artikel hoort binnen het overkoepelende model voor verbinding met de samenleving bij het radar Cultuur & Communityvorming en Externe Verbinding.

Van studenten die in de regio Nijmegen onderzoek doen naar eenzaamheid en armoede, mensen helpen actiever te worden middels sport in Zwolle tot studenten die samenwerken met ambtenaren en zorgprofessionals in Zuid-Hollandse werkteams. Werken aan concrete vraagstukken is echt onderdeel van wat de studenten, maar ook docenten van de verschillende hogescholen leren in de Werkplaatsen Sociaal Domein. Dat doen zij samen met de praktijk en het beleid. Hiervoor hebben hogescholen, zorg- en welzijnsinstellingen, gemeenten en vaak ook cliëntenorganisaties en kennisinstellingen samen een regionale kennis- en ontwikkelagenda opgesteld in het sociale domein. Zo is een leerinfrastructuur ontstaan, waarin onderwijs, onderzoek en implementatie hand in hand gaan.

Praktijk versterken door regionale samenwerking

Het is alweer twaalf jaar geleden dat de eerste Werkplaatsen Sociaal Domein werden opgericht, vertelt Hooghiemstra. Ooit opgericht als Wmo-Werkplaatsen, maar na de decentralisatie veranderd van naam. Ze worden gefinancierd vanuit het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de VNG is nauw betrokken bij de opdrachtverlening.  Elke Werkplaats moet daarvoor een eigen plan en subsidieverzoek indienen, maar de centrale opdracht is overal hetzelfde: ‘de praktijk te versterken door regionale samenwerking rond een agenda.’ De resultaten daaruit moeten terugvloeien naar beleid, praktijk en onderwijs.

Hooghiemstra: “Toen vijftien jaar geleden de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) werd ingevoerd was het idee dat wanneer je de zorg dicht bij de leefwereld van de mensen brengt, dit de zorg verbetert. Vanuit VWS werd toen de urgentie gevoeld om iets extra’s te doen, namelijk om te leren hoe je dat doet. De hogescholen waren toen een logisch aanknopingspunt omdat zij via de lectoraten de geleerde lessen versneld in de praktijk konden brengen. Die lessen worden immers teruggebracht in het onderwijs, daar waar de nieuwe professionals worden gevormd. Niet alleen versterk je de lessen hiermee, ook stimuleer je in de praktijk de koppeling tussen zorg en leefwereld.”

Regionale agenda

Elke Werkplaats heeft dus zijn eigen regionale karakter en kleur, maar ze werken wel allemaal aan een aantal dezelfde landelijke thema’s. Als voorzitter zorgt Hooghiemsta daarbij voor de verbinding en samenhang van de vijftien regionale samenwerkingsverbanden. Vrijwel elke hogeschool met een sociaal werk opleiding is verbonden aan een Werkplaats, vertelt ze. Tegenover de overheidssubsidie staat wel cofinanciering. Dit kan worden omgezet in inzet van uren of in bijdrage van echt geld. Zo komen vanuit de gemeente er middelen bij en vanuit zorg- en welzijnsorganisaties en onderwijs uren. Hooghiemstra: “De motor van het geheel is het lectoraat, de onderzoekseenheid. We werken als Werkplaatsen echt goed samen met elkaar. Dat is de meerwaarde van ons netwerk. In elke Werkplaats ontstaan mooie dingen die ook interessant kunnen zijn voor elkaar. Daarom besteden we aandacht aan het verspreiden van kennis en de verbinding met elkaar. Als collectief werken we samen met landelijke onderzoeksinstituten in het sociaal domein zoals Movisie, Vilans, NJI en Pharos.”

Een van de belangrijkste landelijke thema’s waar de Werkplaatsen structureel aan samenwerken is het versterken van de sociale basis. Dit is het netwerk van informele krachten rondom mensen met problemen, denk aan mantelzorg en vrijwilligers. Hooghiemstra: “Als je dat netwerk sterker maakt is er minder zorg nodig.” De andere thema’s zijn inzet van ervaringsdeskundigheid, de lerende praktijk en armoede.

City Deal

Elke drie jaar gaan de Werkplaatsen met opdrachtgevers om tafel om de actualiteit te bespreken, en de thema’s opnieuw te bepalen. Hooghiemstra: “We hebben daarvoor de Associatie Werkplaatsen Sociaal Domein opgezet en als landelijke voorzitter zorg ik voor de verbinding met andere interessante samenwerkingsverbanden, zoals de City Deal. Ik merkte dat een aantal werkplaatsen en hun groep kernpartners, zoals gemeenten en zorg- en welzijnsinstellingen al te maken kregen met City Deals. Bij sommigen was er het gevoel dat ze  er te laat bij betrokken zijn. Ze zagen allerlei projecten worden opgezet en  wisten dat als we eerder betrokken hadden kunnen zijn, we de krachten beter hadden kunnen bundelen. De City Deal heeft inmiddels een stevige structuur staan. Laten we eens kijken of we nog beter op elkaar kunnen afstemmen.”

Veel van de maatschappelijke vraagstukken die bij de City Deal op de agenda staan, staan ook op de regionale agenda’s van de Werkplaatsen. Zoals eenzaamheid, armoede, stedelijke gezondheid. “We kunnen zoeken waar we elkaar kunnen vinden. Aan elke stad is het om daar iets mee te doen. We willen graag een goede verbinding maken. In sommige steden is die verbinding er al, in andere nog niet.”

Erna Hooghiemstra.

Erna Hooghiemstra.

Dezelfde manier van werken

De Werkplaatsen Sociaal Domein passen dan ook heel goed bij de City Deal-projecten, stelt de coördinator. “Het is dezelfde manier van werken. Het zijn lerende praktijken. Op basis van maatschappelijke vraagstukken zetten ze bij de City Deal ook onderzoeks- en ontwikkeltrajecten op, waarin studenten, beleidsmedewerkers en professionals samenwerken aan actiegericht onderzoek. Om uiteindelijk te komen tot oplossingen voor praktijkvraagstukken. De kennis die wordt ingebracht past goed bij de praktijk.”

Wat de Werkplaatsen nog meer toevoegen? Centraal bij de meeste Werkplaatsen staan kwetsbare bewoners en de buurten en wijken waar zij wonen. “ Daar zijn sociaal werkers van echte meerwaarde. Door de specifieke manier van werken komen  zij dicht bij de kern van de problematiek, er worden echt eerst vertrouwensrelaties gesmeed. Het gaat natuurlijk ook nooit om eenvoudige vragen met eenvoudige antwoorden. Complexe vraagstukken vragen om vertrouwen. Ook de burgers of cliënten worden er vaak bij betrokken. Dan kom je tot inzichten en passende oplossingen. Dat is echt de waarde van de Werkplaatsen Sociaal Domein.”

Ook kunnen City Deal-partners gebruikmaken van de brede regionale netwerken van de Werkplaatsen. “We bereiken een groot deel van de regio. Het zou interessant zijn om dat kenbaar te maken aan het City Deal-netwerk.”

Profiteren van de parels

Want meer kennis delen hoort bij de persoonlijke ambities van Hooghiemstra. “Ik wens dat veel meer mensen kunnen profiteren van al het goud, al die parels, die we in huis hebben met de werkplaatsen. Ik wil er meer stevigheid in brengen. Vaak komen de Werkplaatsen er zelf niet aan toe om meer rendement richting samenleving te krijgen. Er wordt overal zoveel moois ontwikkeld. Wat ik wil is dat men in Groningen ook iets heeft aan hetgeen wat ze in Maastricht doen. Dat vind ik echt belangrijk. De Werkplaatsen hebben een prachtige infrastructuur, maar kunnen natuurlijk ook niet iedereen bereiken. Slechts een deel van een lectoraat werkt eraan, en mensen die er vanuit de praktijk aan meedoen doen dat maar tijdelijk. Daarom hecht ik veel waarde om de werkplaatsen te verbinden met andere netwerken en maatschappelijke vraagstukken. Zoals met de City Deal Kennis Maken.”

Op 18 maart vindt het jaarlijkse symposium plaats van de Werkplaatsen Sociaal Domein. Dit jaar staat het in het teken van de geleerde lessen van de coronacrisis. Tot welke sociale innovaties heeft deze crisis geleid? Welk nieuw handelingsrepertoire is ontstaan? Wat daarvan is ook buiten crisistijd bruikbaar? Iedereen is van harte welkom om mee te doen en meer te leren van de werkplaatsen sociaal domein.

Meer weten? Lees ook de publicatie ‘Hoopvol en kwetsbaar – Impact van de coronapandemie op sociale kwaliteit van het dagelijks leven’ van Movisie, Werkplaatsen Sociaal Domein, Hogeschool van Arnhem Nijmegen en NHL Stenden Hogeschool.

‘Verbinden met de buitenwereld maakt onderwijs sterker en relevanter’

Dit gaat over de City Deal City Deal Kennis Maken

City Deals zijn belangrijke katalysatoren voor meer en betere samenwerking tussen verschillende partners, stelt Elisabeth Minnemann voorzitter van het College van Bestuur van de Haagse Hogeschool. Door nog meer partners erbij te betrekken wordt de impact op de stad groter. ‘Blijf open staan voor nieuwe relevante partners om het netwerk te verrijken.’

Dit artikel hoort binnen het overkoepelende model voor verbinding met de samenleving bij het radar Organisatie & Sturing en Externe Verbinding.

Hoe bent u betrokken/bekend met de City Deal Kennis Maken?

Minnemann: De Haagse Hogeschool is sinds 2019 partner in de City Deal Kennis Maken Den Haag en de City Deal Kennis Maken Delft. Ik ben heel enthousiast over deze manier van samenwerking over instellingen heen. De verbinding van ons onderwijs en onderzoek met de wereld buiten de hogeschool is een belangrijk thema voor mij. Niet alleen omdat de directe omgeving daar profijt van heeft, maar ook omdat het ons onderwijs en onderzoek versterkt en relevanter maakt. Voor het  hbo, met ons praktijkgericht onderwijs en onderzoek,  is een goede verbinding met die praktijk en diens vraagstukken essentieel. Samenwerkingsverbanden zoals gestimuleerd door de city deals helpen deze verbindingen te verdiepen.”

“In Den Haag verkennen we vanuit de City Deal, samen met de gemeente Den Haag, Hogeschool Inholland en de Universiteit Leiden, hoe we de connectie tussen hoger onderwijs en de stad kunnen verstevigen. Daarvoor kijken we naar bestaande stadslabs en soortgelijke initiatieven in de verschillende wijken in stad, naar hoe we nog meer gezamenlijkheid en verbinding tussen al die individuele labs kunnen laten ontstaan, onder meer door de verankering van de labs in de curricula van betrokken opleidingen en door onderlinge kennisuitwisseling tussen labs te stimuleren. Deze stadslabs zijn heel belangrijk voor De Haagse. Niet alleen zijn ze voor onze onderzoekers en studenten een belangrijke manier om de kennis uit onze opleidingen en kenniscentra toe te leren passen in de praktijk, en deze kennis door onderzoek te verdiepen en verbreden, het is ook onze bijdrage aan de leefbaarheid en vitaliteit van onze directe omgeving. De verbinding met de stad en de regio is voor ons altijd van groot belang geweest.”

“Binnen City Deal Kennis Maken Delft onderzoeken onze studenten, docenten en lectoren samen met die van de TU Delft en Hogeschool Inholland en met bewoners en ondernemers uit de wijk de toekomst van de woonwijk Tanthof. Specifieke (maatschappelijke) vraagstukken, onder andere in relatie tot de vergrijzing van de wijk, worden verkend en waar mogelijk van oplossingen voorzien. Een mooi voorbeeld van hoe toegepast onderzoek echt impact kan hebben op het dagelijks leven, door te werken aan echte vragen of uitdagingen uit de dagelijkse praktijk van de bewoners. Als ware netwerkhogeschool geloven wij bij De Haagse in de kracht van het samenwerken met lokale, nationale en internationale organisaties en in het belang van het uitvoeren van relevant onderzoek, zodat wij ons onderwijs continue kunnen verbeteren. Onze multidisciplinaire kenniscentra versterken deze samenwerkingen. Daarnaast is het doel van deze samenwerkingen om de kennis die we binnen onze hogeschool genereren zo goed mogelijk in te zetten om sociale- en economische impact te creëren.”

Wat voor adviezen heeft u voor de weg vooruit met de City Deal Kennis Maken, en voor de doorontwikkeling van het netwerk?

Zoals ik al zei, de City Deals zijn belangrijke katalysatoren voor meer en betere samenwerking tussen verschillende partners. Als we eerder spraken over innovatie, dan viel al snel de term tripple helix, de verbinding tussen onderwijs, bedrijfsleven en overheid. Nu praten we al over de quadruple en zelfs de quintuple helix. Daar waar het onderwijs en het onderzoek van hogescholen en universiteiten samenkomt met bedrijfsleven, overheden, omgeving en maatschappij, daar ontstaat iets bijzonders. De City Deals zijn hier exemplarisch in. Zo zien we in Den Haag en in Delft de samenwerkingsrelatie tussen de partners steeds hechter en natuurlijker worden. We werken nauw samen met de gemeente, bewoners en bedrijfsleven aan echte vraagstukken van echte mensen uit echte wijken. Dat is zo krachtig, omdat je op deze wijze echt impact hebt. Samen.”

“Maar er zijn meer partners  in de regio die we  zouden kunnen betrekken – zowel kennisinstellingen als ook partners uit bestaande ecosystemen zoals bv Impact City. Door steeds meer partners aan de samenwerkingen toe te voegen, vergroten we de impact op ‘onze’ steden nog verder en zorgen we voor maximale toegevoegde waarde voor al onze studenten. Dat is mijn advies: blijf open staan voor nieuwe relevante partners om het netwerk te verrijken.  Hierbij is het interessant om soms ook over de regionale grenzen, en zelfs internationaal, je aan vergelijkbare regio’s te spiegelen en daarvan te leren.”

Maak in samenwerkingsverband gebruik van beschikbare extra gelden of subsidiemogelijkheden. De gemeente Den Haag heeft vanuit haar Haagse Educatieve Agenda extra geld beschikbaar gesteld. Met deze middelen wordt een leernetwerk kansengelijkheid Den Haag Zuidwest gestart, waarmee een belangrijk doel van zowel de City Deal partners als voor de HEA zelf wordt bereikt. Deze financiering vanuit de gemeente Den Haag wordt door de partners als zeer motiverend ervaren. Bovendien zorgt het voor focus en draagt het bij aan het behalen van meer resultaten. En als derde, blijf gefocust op het doel van de samenwerking, de toegevoegde waarde. Resultaatgericht werken, wat is ons doel, wanneer zijn wij tevreden? Hoe sluiten we de verschillende agenda’s van de partners optimaal op elkaar aan? Tussentijds monitoren: Zijn wij nog op de goede weg? En vooral: Levert het onze studenten en onze stad nog voldoende op?”

Haagse Hogeschool. Foto: Perplex_D/Flickr Creative Commons.

Wat valt u op als u kijkt naar de verbinding stad en hoger onderwijs?

“De meeste hogescholen hebben een sterk regionale focus en staan daardoor over het algemeen in goede verbinding met de stad waar zij gevestigd zijn. Het is cruciaal voor ons om relevant te zijn en te blijven voor het werkveld, te weten wat de professional van de toekomst nodig heeft en daarop te anticiperen met innovatieve onderwijs programma’s. We kunnen dit versterken door nog meer verbinding met onze netwerken en ook onze alumni aan te gaan en actief te bouwen aan partnerships die echt iets toevoegen voor alle partijen. Het feit dat De Haagse bijvoorbeeld is gevestigd in de Internationale Stad van Vrede en Recht zie je duidelijk terug in ons portfolio van opleidingen en praktijkgericht onderzoek. Wij hebben hier ook de unieke mogelijkheid regionaal en internationaal te verbinden. Maar net zo goed in ons overzicht van samenwerkingspartners binnen en buiten het onderwijs. Die samenwerking tussen onderwijsinstellingen, zeker nu ook de connecties met universiteiten sterker worden aangehaald, maakt dat deze thematische verbindingen en het bewustzijn over stedelijke vraagstukken in de stad steeds sterker worden.”

“Praktijkgericht onderzoek speelt daarbij een belangrijke rol: samen met het bedrijfsleven en sociale organisaties werken aan innovatieve oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken. En goed onderzoek is cruciaal om het onderwijs inhoudelijk te blijven vernieuwen. We kunnen ons alleen aanpassen als we weten wat er speelt. De verbinding tussen onderzoek en onderwijs is dus essentieel.De Haagse heeft haar inmiddels bijna 30 lectoraten samengebracht binnen 7 kenniscentra, die zich ieder richten op een bepaalde maatschappelijke urgentie. Cyber security, Health Innovation, Mission Zero over duurzaamheid, onze onderzoekers zoeken samen met studenten, overheidsinstellingen en bedrijfsleven naar antwoorden op de maatschappelijke vraagstukken binnen deze thema’s. Zo dragen we bij aan een sterkere en innovatievere samenleving en versterken we ons onderwijs.”

Wat ziet u gebeuren in uw ‘eigen’ stad Den Haag? En wat binnen uw hogeschool?

“Den Haag heeft zich in de afgelopen jaren nadrukkelijk gepositioneerd als impact city, stad voor ondernemers die willen bouwen aan een betere wereld. Die gedachte sluit goed aan bij onze missie –De Haagse Hogeschool leidt haar studenten op tot wereldburgers. Onze studenten leren hoe ze hun leven lang een impact kunnen maken op een steeds veranderende en wereldwijd verbonden samenleving. De Haagse samenleving is heel diverse, en dat geldt ook voor onze hogeschool-samenleving. Het is een grote kracht – en ook een uitdaging  – om vanuit die diversiteit een inclusieve community te bouwen. Inclusief onderwijs bereidt de professionals van de toekomst (onze studenten) erop voor diverse teams krachtig te laten samenwerken zodat de meerwaarde van verschillende perspectieven en benaderingen tot een beter resultaat leidt.”

Elisabeth Minnemann.

“Inclusie en kansengelijkheid zijn daarom steeds belangrijker thema’s. Dat zien wij terug in de omgeving, maar natuurlijk ook binnen onze hogeschool als afspiegeling van die omgeving.Op de hogeschool is veel aandacht voor inclusie, het is een speerpunt van onze onderwijsvisie. Onze uitdagende leeromgeving wordt gekenmerkt door zijn innovatie, inclusiviteit, diversiteit en  mogelijkheid tot persoonlijke ontwikkeling. Onze gemeenschap is open voor mensen van over de hele wereld ongeacht hun achtergrond, die samen willen leren, werken en bijdragen aan onze missie. Wij geloven dat diversiteit een drijvende kracht is achter het succes van onze hogeschool, en inclusie de manier om die kracht te ontsluiten. Wij hebben daarom ook een kenniscentrum Global and Inclusive Learning, waarbinnen verschillende lectoraten onderzoek doen naar hoe je gelijkwaardige kansen voor studenten en professionals kunt creëren. De kennis en de ervaring die wij dagelijks opdoen, delen en verdiepen wij graag met onze partners. Zo maken we de stad sterker voor de toekomst, en kan ook onze hogeschoolgemeenschap zich met de nieuwe kennis verder ontwikkelen.”

En wat voor impact heeft Corona?

“Corona heeft natuurlijk een grote impact op het onderwijs en onderzoek, op de interactie met onze omgeving en op het leven van onze studenten en medewerkers. Het omschakelen van een bruisende campus naar voornamelijk online onderwijs heeft veel impact gehad op iedereen. We zijn ondertussen wel gewend aan afstandsonderwijs maar tegelijkertijd verlangen wij ernaar elkaar te zien, weer samen aan tafel  te kunnen zitten en samen op de hogeschool te kunnen werken, een community te zijn die elkaar niet alleen online spreekt. Thuis studeren en werken brengt vaak uitdagingen met zich mee. Online onderwijs geven of volgen gaat niet iedereen even makkelijk af. En online echt contact maken blijft lastig, en we zien gevoelens van eenzaamheid dan ook toenemen bij zowel studenten als collega’s. Natuurlijk proberen we er zo goed mogelijk voor ze te zijn en ondersteuning te geven waar dat maar kan.”

“Maar Corona heeft ook weer de grote waarde van het pratijkgericht onderzoek laten zien. Zo onderzocht ons Kenniscentrum Governance of Urban Transitions in een samenwerking met de Erasmus Universiteit en de Vrije Universiteit en de gemeentes Den Haag, Rotterdam en Amsterdam de impact van Covid-19 op de samenlevingen binnen die steden. De onderzoeken leverden veel inzicht in wat er binnen de verschillende lagen van deze samenlevingen gebeurde, maar vooral ook hoe dat beleefd werd en op welke wijze dat veranderde naarmate de Corona-crisis langer door liep.”

“En deze ingewikkelde tijd heeft ons ook mooie dingen gebracht. We hebben het afgelopen jaar ontzettend veel geleerd over de mogelijkheden en beperkingen van online onderwijs, wat de innovatie en toekomstbestendigheid van ons onderwijs ten goede zal komen. Maar die transitie naar meer ‘blended learning’ vraagt wel extra aandacht en tijd van de organisatie, van onze docenten. Aan ons de uitdaging om ook in deze complexe tijden waarin iedereen druk ervaart, toch de ademruimte te creëren die nodig is om nieuwe dingen uit te proberen, om te innoveren en daarover kennis met elkaar te delen. En later nog de uitdaging om na Corona, als we terug kunnen naar onze oude way of working, de innovaties en nieuwe manieren van werken toch vast te blijven houden.”

City Deal Kennis Maken dag vol thematische werksessies

Dit gaat over de City Deal City Deal Kennis Maken
Carolien Dieleman. Tweede Kennisdelingsdag CD Kennis Maken, 1 november 2018. Foto: Florencia Jadia.

Het jaar 2021 is voor de City Deal Kennis Maken (CDKM) opnieuw een jaar van kennis delen. Graag nodigt Agenda Stad als CDKM partner u daarom uit voor een online dag vol inspirerende werksessies op vrijdag 12 maart.

Werksessies

U vindt het volledige programma in de bijlage. In vier rondes met werksessies heeft u elke keer de keuze uit twee verschillende opties. U werkt met andere CDKM contactpersonen uit de 20 deelnemende steden aan onder andere:

  1. Het effectief inzetten van kennisplatforms voor kennisdeling en kennisbenutting, met voorbeelden vanuit openresearch.amsterdam, landelijk kennisknooppunt www.onderwijskennis.nl en delen.meteddie.nl.
  2. Het bijpraten met Kate Miller, Head of Public Engagement van de University of Bristol nav de CDKM studiereis in 2019. Een innovatieve en baanbrekende universiteit rond Community & Public Engagement.
  3. Nieuwe samenwerkingen rond ouderenzorg in samenwerking met ActiZ, landelijke branchevereniging van en voor 400 zorgorganisaties. Ga in gesprek met adjunct-directeur ActiZ Charlotte Vromans, en kijk naar overlappende onderzoeken, innovaties en samenwerkingskansen.
  4. Hoe maak je als stad de overstap van pilot naar grootschaligheid, en hoe stimuleer je bestuurders om commitment te tonen voor grootschalige veranderingen? Suzanne Potjer (TwynstraGudde) is expert in vernieuwing in het publieke domein, en neemt graag de 20 City Deal steden mee in goede aanpakken en voorbeelden.
  5. Het in kaart brengen van impact is altijd een lastige, vooral als het gaat om projecten rond verbinding met de samenleving. Hoe meet je de impact van deze projecten op de stad, op wijken, op bewoners? Maar ook de impact op studenten en hun leerdoelen? Onder leiding van de WUR en de Hogeschool Utrecht duiken wij de materie in.
  6. In de City Deal Kennis Maken projecten in Maastricht zijn ondertussen meer dan 1.000 studenten actief. In deze werksessie vertelt het lokale team onder leiding van lector Nurhan Abujidi over de samenwerking tussen de partners, de projecten in de wijken Randwyck en Mariaberg, het betrekken van buurtorganisaties en bewoners, en hoe zoveel verschillende opleidingen en faculteiten betrokken kunnen zijn.
  7. Hoe ga je als stadsbestuur en kennisinstelling structurele samenwerking met het bedrijfsleven aan in complexe projecten? Jan-Willem Wesselink gaat vanuit zijn kennis rond tal van deze samenwerkingen en programmamanager van de Future City Foundation met de 20 City Deal steden in gesprek over praktische voorbeelden en aanpakken.
  8. Multi-level leren wordt steeds vaker als term ingezet, maar hoe voer je dit in de praktijk nu goed uit? Vanuit zowel mbo, hbo als wo kant passeren in deze werksessie voorbeelden en tips de revue, met aandacht voor het goed begeleiden van multi-level aanpakken, en het meenemen in de aanpak van de CoE’s en CIV’s.

Het tijdschema met een overzicht van alle sprekers en verdere uitleg over de sessies vindt u in de bijlage.

Schrijf snel in
Via de link www.citydealevent.nl kunt u zich inschrijven voor deze CDKM dag. U bent vrij om deze uitnodiging door te sturen aan andere geïnteresseerden.

Namens alle City Deal Kennis Maken partners graag tot ziens op 12 maart!

1 bijlage

Houvast voor stedelijke vraagstukken in het onderwijs

Dit gaat over de City Deal City Deal Kennis Maken
Onderzoek naar samenwerking door Nina Bohm. Foto: Delphine Chevalier.
Onderzoek naar samenwerking door Nina Bohm. Foto: Delphine Chevalier.

Steeds vaker weten hoger onderwijsinstellingen en steden elkaar te vinden rond stedelijke vraagstukken. Toch zijn deze vraagstukken niet per direct bruikbaar voor onderzoek of om mee te nemen in een vak. Nina Bohm wil daarom met haar onderzoek aan de TU Delft houvast bieden voor alle partijen die samen vraagstukken definiëren voor onderwijs in rijke leeromgevingen.

Dit artikel hoort binnen het overkoepelende model voor verbinding met de samenleving bij het radar Meerwaarde & Vaardigheden en  Cultuur & Communityvorming.

Nina Bohm.

Nina Bohm.

Maatschappelijke opgaven in de steden oplossen door onderzoekers, docenten en studenten er grootschalig bij te betrekken. Dat is het doel van de City Deal Kennis Maken. In die samenwerking tussen steden en hoger onderwijs is de afgelopen drie jaar echt een versnelling gekomen. Ze werken steeds meer samen aan rijke leeromgevingen voor studenten, docenten krijgen via de gemeente sneller toegang tot authentieke vraagstukken in het onderwijs en gemeenten hebben op hun beurt weer toegang tot het kennisnetwerk van de onderwijsinstellingen. En de studenten? Die werken aan reële en concrete vraagstukken, die hen intrinsiek motiveren.

Maatschappelijke uitdagingen

Het klinkt mooi, maar toch is het niet zo makkelijk en vanzelfsprekend om een vraagstuk uit de stad om te zetten in onderwijs of onderzoek. Maatschappelijke uitdagingen als duurzaamheid, inclusie of armoede zijn complex, vaak politiek gevoelig en vereisen een multidisciplinaire aanpak. Daarom is het niet makkelijk om er meteen concreet mee aan de slag te gaan voor studenten, vakcoördinatoren en gemeenten. Nina Bohm is aan de TU Delft gestart, met subsidie van de City Deal Kennis Maken onderzoekregeling, met het onderzoek ‘Routes naar Stedelijke Vraagstukken’ om de route van vraagstuk naar onderwijs beter inzichtelijk te maken.

Wie is Nina Bohm?
Bohm: “Ik werk nu anderhalf jaar als promovenda aan de TU Delft. Daarvoor werkte ik als onderwijscoördinator bij AMS Institute, het Amsterdam Institute for Advanced Metropolitan Solutions, waarin de gemeente Amsterdam, de Wageningen Universiteit, TU Delft en het MIT (Massachusetts Institute of Technology) samenwerken. Toen ik daar begon, startte net het masterprogramma, dat gebaseerd is op de uitdagingen van de stad, zoals de energietransitie, ontwikkeling van slimme mobiliteit en moderne voedselsystemen. Samen met ingenieurs keken we naar de stedelijke ontwikkeling van de toekomst. We zijn nu op het punt gekomen dat het interessant is om dieper onderwijskundig onderzoek te doen naar hoe studenten precies door middel van die stedelijke vraagstukken leren.”

Daarom ben je dus gestart met dit onderzoek. Wat ga je precies onderzoeken?
“Een jaar geleden heb ik vanuit de TU Delft de aanvraag hiervoor gedaan. We kijken naar de samenwerking tussen de TU en de gemeente Delft en naar die tussen de gemeente Amsterdam en het AMS Institute. De twee samenwerkingen zijn beide hele andere ecosystemen, met eigen manieren van werken. We willen kijken naar hoe nieuwe manieren van onderwijs centraal staan in de samenwerking, naar hoe de opdrachten vanuit de gemeente tot stand komen, en dat vergelijken tussen de twee ecosystemen. Wat zijn de routes, wat leer je bij het ene ecosysteem niet, en bij het andere wel? Hoe zetten mensen het bij de ene gemeente een probleem uit in vergelijking tot de andere? In het onderzoek kijken we dus naar de verschillende routes die vraagstukken afleggen naar onderzoeksthema of onderwijsthema.”

Wat moet dat opleveren?
Een manier om houvast te bieden in dit proces vanuit drie perspectieven: dat van de student, de vakcoördinator en de gemeente. Routes zijn een proces van opdrachten formuleren, onderhandelen tussen universiteiten en gemeenten en maatschappelijke organisaties. We proberen dat vorm te geven door middel van journey mapping, het in kaart brengen hoe een opdracht de reis aflegt totdat de studenten echt aan de slag ermee gaan. We willen die reis in een workshop gaan nabootsen. Journey mapping wordt veel gebruikt door grote klantgerichte bedrijven zoals CoolBlue. Als onderzoeksmethode werkt dat hier ook goed, het heeft een ontwerpend karakter. Het doel is om aan de hand hiervan een routekaart op te bouwen die stakeholders inzicht en houvast geeft in het definiëren van vraagstukken.”

Wie heb je als doelgroep voor ogen met dit onderzoek?
“We gaan nu op zoek naar hoe gemeenteambtenaren, burgerorganisaties en -initiatieven en maatschappelijke organisaties willen samenwerken met universiteiten. Wij ontwerpen een routekaart dat hen inzicht geeft in wat ze kunnen verwachten, waar ze op moeten letten en wat voor vragen ze kunnen stellen. Belangrijk te beseffen is dat er veel verschillende verwachtingen zijn. Hoe zorg je ervoor dat je de opdracht zo formuleert dat er positieve energie ontstaat en ook blijft. Je werkt toch met jonge mensen. En hoe zorg je ervoor dat er een resultaat komt waar de betrokkenen mee verder kunnen. Het geheel moet een soepelere samenwerking stimuleren.”

Onderzoek naar samenwerking door Nina Bohm. Foto: Delphine Chevalier.

Onderzoek naar samenwerking door Nina Bohm. Foto: Delphine Chevalier.

Wat kunnen ze dan straks met zo’n routekaart?
“Onze routekaart geeft handvatten op welke momenten je vragen moet stellen, wanneer je samen moet beslissen, wat de leerdoelen zijn en hoe je de gemeente bij die leerdoelen betrekt, of juist niet. Hopelijk kunnen we deze de komende maanden uitwerken. De grootste uitdaging is dat er in het begin van een project heel veel positieve energie is. Studenten beginnen enthousiast met een herontwerp van een stuk stad bijvoorbeeld. Dat levert mooie posters en ideeën op. Vervolgens is het moeilijk om dit voor ambtenaren om te zetten in concrete acties. Het hangt heel erg af waar je als gemeente naar op zoek bent, ideeën of procesontwerpen? De afstemming van wat er wordt verwacht is nog niet altijd optimaal. En dat is best wel een belangrijk onderdeel bij de uitwisseling van de opdracht.”

Hebben studenten ook iets aan de routekaart?
“Ja. Studenten willen bij zo’n opdracht ook graag impact maken op de stad. Echt van betekenis zijn voor de opdrachtgever. Dat kan alleen als de verschillende belangen van vakcoördinator, gemeente en student bij elkaar komen in de opdracht. Met welke vraag je een vak begint, bepaalt mede welke oplossingen studenten kunnen komen. Nu hebben we nog geen zicht op hoe een probleem uit de stad zijn weg vindt naar de student in het onderwijs. We willen met dit onderzoek dus expliciet maken van wat er tot nu toe altijd impliciet gebeurt.  Van een maatschappelijk probleem een vak maken vergt veel afstemming. “

In hoeverre sluit je onderzoek aan bij de City Deal Kennis Maken?
“Het past helemaal bij het gedachtegoed waar de City Deal Kennis Maken voor staat, namelijk dat de samenwerking tussen stad en universiteit tot synergie leidt. Ik denk dat dit onderzoek leerzaam zal zijn voor het netwerk van de City Deal. Veel partijen weten nog niet hoe je tot een goede opdracht komt. En hoe het proces eruitziet. De vergelijking die wij maken tussen een kleine stad als Delft en een grote stad als Amsterdam zal daarom leerzaam zijn. Het is bij beide steden namelijk heel anders georganiseerd. Door de routes inzichtelijk te maken kunnen andere steden daar weer van leren en ervaringen uitwisselen. Bijvoorbeeld over hoe je omgaat met verwachtingsmanagement.”

Doe je het onderzoek helemaal alleen?
“Het is onderdeel van mijn promotieonderzoek maar ik werk met een heel team: met een aantal mensen van de TU en het AMS Institute, een student-assistent en een begeleider interdisciplinair onderwijs. Ik ben nu een kleine drie maanden bezig en heb explorerende interviews gedaan en theoretisch onderzoek. Het leuke gedeelte moet nog komen.”

Hoe lang loopt het onderzoek?
“Het onderzoek loopt officieel tot november, waarna we het verder gaan uitwerken. Voor de zomer wil ik een eerste versie van de routekaart presenteren, het liefst op de AMS Living Lab Summit. Dat is een leuk moment om die routekaart te valideren met deelnemers aan dat congres.”

Wetenschappelijke kennis delen met inwoners

Dit gaat over de City Deal City Deal Kennis Maken
Studenten aan de slag met de Green Screen voor hun filmpjes over hun projecten tijdens de Corona Challenge.
Studenten aan de slag met de Green Screen voor hun filmpjes over hun projecten tijdens de Corona Challenge.

Hoe zou je op basis van bestaande initiatieven het voedselsysteem duurzamer en gezonder kunnen maken? In de Corona Challenge in Wageningen en Ede hebben studenten van de WUR onderzocht hoe ze lokale projecten die bijdragen aan het voedselsysteem verder kunnen ontwikkelen op basis van wetenschappelijke kennis. En hoe ze dit vervolgens het beste kunnen delen met lokale actoren.

Dit artikel hoort binnen het overkoepelende model voor verbinding met de samenleving bij het radar Studenten en Externe Verbinding.

Hiervoor mochten ze hun onderzoeksprojecten over lokale en duurzame voedselsystemen omzetten in een filmpje en dat presenteren aan inwoners van beide steden, ambtenaren en andere studenten tijdens een Kenniscafé.

Op de twee Kenniscafés, afgelopen 27 november, en 7 december waren ruim tachtig studenten, docenten, ambtenaren, ondernemers, professionals en inwoners van Ede en Wageningen online aanwezig, om met elkaar kennis en ideeën uit te wisselen hoe beide steden kunnen komen tot een lokaal, gezond en duurzaam voedselsysteem.

Lokaal voedselsysteem

De Corona Challenge van de City Deal Kennis Maken maakte het mogelijk een eerste pilot ‘ kenniscafés te organiseren, en studenten de mogelijkheid te geven hun kennis  en onderzoeksresultaten te delen met een breder lokaal publiek. Vier projecten die los van elkaar bijdragen aan een lokaal gezond voedselsysteem stonden hierbij centraal, waar studententeams van de WUR in het najaar acht weken aan hebben gewerkt binnen de vakken Academic Consultancy Training en Foodscapes.

Ze onderzochten hoe voedseleducatie te verbinden aan gezonde lunches op de basisschool in opdracht van de gemeente Wageningen en hoe lupine als eiwitvervanger op ieders bord kan komen in opdracht van Lekker Lupine. In opdracht van de Living Lab Regio Foodvalley onderzochten ze hoe we het beste voedselverspilling kunnen tegengaan en voor Voedsel Anders namen ze onder de loep hoe korte ketens het best kunnen worden gestimuleerd. En voor de gemeente Ede hebben ze ontwerpschetsen gemaakt hoe wijken fysiek aan te passen, zodat het een gezonde leefstijl en duurzaam voedselsysteem bevordert.

Maar hoe deel je al die kennis uit die wetenschappelijke onderzoeken nu ook met de lokale actoren, die er mogelijk iets mee kunnen? De Corona Challenge daagde daarom de studententeams uit om hun project te vertellen in korte filmpjes. Waarna ze in kleine groepen hierover in gesprek zijn gegaan met lokale actoren in het Kenniscafé. Om samen na te denken hoe de projecten en het voedselsysteem verder vorm te geven, en na te denken welke concrete acties en ideeën hierbij horen.

Corona Challenge

“Met de Corona Challenge hebben wij de studenten echt de mogelijkheid gegeven om hun kennis en inzichten te delen met een breder publiek door hun verhaal te vertellen in een filmpje”, vertelt Joanne Bos van de Christelijke Hogeschool Ede (CHE) en samen met Saskia Leenders van de Wageningen Universiteit (WUR), aanjager en verbinder van de City Deal in beide steden. “We boden ze op 20 november op één dag in de Challenge eerst een workshop storytelling aan, waarna ze de filmpjes konden maken in een green room studio. De workshop storytelling werd gegeven door een docent van de CHE en de filmpjes zijn opgenomen en gemonteerd door stagiaires van de MediaHub, een samenwerking van het CHE en Aeres.”

De workshop Storytelling tijdens de Corona Workshop.

De workshop Storytelling tijdens de Corona Workshop.

Zo waren er dus toch meerdere onderwijsinstellingen betrokken bij dit project. Wat we van de studenten hebben teruggekregen is dat ze erg leuk hebben gevonden. Ze noemden het een mooie leerervaring, en ze vonden het bijzonder dat ze echt als expert werden gezien. Ook dat mbo- en universiteitsstudenten samenwerkten vonden ze heel bijzonder. Wanneer ontmoeten die elkaar nou normaal gesproken? Er waren daarnaast ook veel internationale studenten bij betrokken. Eentje stuurde zijn deel in vanuit Ierland.”

Het project dat Bos het meest aansprak is het project rond lupine als eiwitvervanger. “Lupine is een boontje dat in Nederland groeit en rijk is aan eiwitten en aminozuren. Ook is het een bodemverbeteraar en dus op meerdere vlakken een alternatief voor soja dat helemaal uit het buitenland komt en bossen verwoest.”

Leerervaring

Het kenniscafé van 27 november is  door de gemeente Wageningen en ‘Thuis Wageningen’ gezamenlijk georganiseerd.  Leenders: “Dat was heel mooi, omdat ieder zijn eigen netwerk meeneemt, en er daardoor veel diversiteit was. En ook konden daardoor verschillende behoeften geïntegreerd worden. Bos: “Voor ons was het ook een pilot voor een nieuwe manier van samenwerken. Ideaal zou het zijn om elk half jaar zo’n samenwerking te doen rond maatschappelijke thema’s en projecten en dan te eindigen met zo’n Kenniscafé, zodat bewoners en andere actoren ermee kunnen doorwerken, en weten wat er speelt.”

Maar dan moet het toch wat anders worden opgezet. De Corona Challenge bleek namelijk wel een ietwat stressvolle manier van werken te zijn, kijkt Leenders terug. “Het was top-down geregeld, met geld dat landelijk is bepaald. Daarmee moesten we op zoek naar een project om bij aan te haken, een heel nieuw project ermee opstarten lukte niet met dat geld. We zijn wel tien keer van plan gewijzigd. Zo wilden we aansluiten bij een andere Challenge waar de WUR al mee bezig was, gericht op internationale voedselsystemen duurzaam en gezond te maken. Het leek ons mooi om dit landelijke project lokaal in Ede en Wageningen te koppelen aan een lokaal voedselsysteem. Dat kon helaas niet.”

Het online Kenniscafé van de Corona Challenge.

Het online Kenniscafé van de Corona Challenge.

De Corona Challenge was dan ook echt een leerervaring, stelt Bos. “Wat kan de volgende keer anders? Als ik terugkijk zou ik liever niet die bepaalde druk erachter willen hebben, die we hebben ervaren bij deze editie. Het zou beter zijn geweest om het wat rustiger op te zetten, misschien met alleen een Kenniscafé die dan inhoudelijk wat interessanter zou kunnen zijn? Nu was het best wel kort en konden we niet helemaal de diepte in. Hoe dan ook, procesmatig hebben we er veel van geleerd.”

Ook waren alle zes de betrokken partijen enthousiast over de samenwerking. Leenders: “Het was supertof om elkaar te spreken. De samenwerking bijvoorbeeld met Thuis Wageningen, -de huiskamer voor de stad-, was heel goed en past ook helemaal bij de City Deal Kennis Maken. Zij hebben een eigen netwerk van bewoners en initiatiefnemers.  Dit zijn vruchtbare samenwerkingen die we graag vaker aangaan in de toekomst.”

Lessons learned

En dat is ook de belangrijkste les die Bos en Leenders willen meegeven aan andere steden. Bos: “Je hoeft niet alles zelf te doen, zoals het aanboren van een netwerk van inwoners, ondernemers, initiatiefnemers. Dat hebben we gedaan in samenwerking met Thuis Wageningen en de gemeente. Het is heel waardevol om vanuit verschillende perspectieven zoiets samen te organiseren, om zo de verschillende leefwerelden van de kennisinstellingen en de gemeenten en inwoners dichter bij elkaar te krijgen. Dan bereik je een veel breder publiek, en is de interactie die ontstaat waardevol.”

Leenders gaat verder: De ongeveer vijftien studenten hadden tijdens de Corona Challenge in ieder geval echt het gevoel dat er een dag voor hen was georganiseerd. Ook vonden ze het mooi dat er experts zich bogen over hun projecten in het Kenniscafé, en dat er echt iets gebeurt met het onderzoek, en het niet in de bureaulade belandt. Voor ons is het project daarom geslaagd. We zijn heel trots en blij dat we het hebben neergezet en dat het is gelukt.”

Nieuwe invulling Corona Challenge biedt eenzame student kerstdiner

Dit gaat over de City Deal City Deal Kennis Maken
Kerst aan tafel. Foto: MEAX PROD/Unsplash.
Kerst aan tafel. Foto: MEAX PROD/Unsplash.

De Corona Challenge in Arnhem en Nijmegen over studentenwelzijn ging niet door vanwege…corona. Projectleider City Deal Kennis Maken Miriam Jager wilde toch iets doen voor de studenten. Toen kwam het idee langs om eenzame studenten uit te nodigen voor een kerstdiner. En zo schoven studenten aan thuis bij een wethouder, rector of bij een van de docenten.

Dit artikel hoort binnen het overkoepelende model voor verbinding met de samenleving bij het radar Studenten en Externe Verbinding.

Aanvankelijk zou de Corona Challenge rond het thema studentenwelzijn gekoppeld zijn aan een event in Nijmegen dat eind november zou plaatsvinden. Het zou een Student City Challenge worden, een samenwerking van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) met Van Hall Larenstein, ROC Rijn-IJssel en ArteZ.

Door corona werd het event echter afgelast. Omdat de City Deal in Arnhem nog wel het geld beschikbaar had voor een Corona Challenge besloot Miriam Jager (HAN) verder te gaan kijken. “Ik wilde een Design Thinking Sprint gaan organiseren rond hetzelfde thema. Omdat dit wat moeizaam van de grond kwam besloot ik verder om mij heen te gaan kijken.”

Eenzame studenten

Tegelijkertijd liep Maaike van der Woude, student aan de HAN en stagiair bij welzijnsorganisatie Bindkracht 10, rond met een idee om iets te doen voor studenten die eenzaam zijn door de lockdown. Kerst stond immers voor de deur. “Ik hoorde waar Miriam mee bezig was, en heb de stoute schoenen aangetrokken en heb haar benaderd met mijn idee om studenten, coronaproof, aan te laten schuiven bij medewerkers en andere studenten van de Radboud Universiteit en de HAN. Ik was daarmee al op Instagram gestart.”

Jager was meteen verkocht en regelde een stagevergoeding voor Van der Woude om samen het project ‘Samen Aan Tafel met Kerst’ snel vorm te geven. Jager: “Ik heb een grote tafel thuis, waaraan ik zit met drie kinderen. Daar kan best iemand bij. Ik weet hoe het voelt om als 18-jarige in je uppie kerst te moeten vieren op je studentenkamer, om met je ziel onder je arm te zitten terwijl iedereen gezellig met elkaar kerst viert. Ik vond het echt een charmant idee. Hebben niet meer mensen dat, vroeg ik me af. Als je toch door corona niet met je hele familie bij elkaar kunt zijn met kerst, nodig dan een student uit.”

Maaike van der Woude en Miriam Jager aan tafel.

Arnhem en Nijmegen

Het initiatief kwam zowel in Arnhem als in Nijmegen van de grond. Jager: “De Radboud Universiteit wilde meedoen, en ook de SSH& (organisatie voor studentenhuisvesting) en de studentenpastoraten vonden het een leuk idee, net als beide gemeenten. Die zijn toch steeds meer gaan inzien dat studenten ook echt inwoners zijn van de stad en niet alleen maar passanten. Ook welzijnsorganisatie Bindkracht 10, de wijkmanagers in Spijkerkwartier, en, via een buurtgenoot van mij, PoH-GGZ liepen er warm voor. Ineens bleken allemaal partijen enthousiast zijn en in te zien hoe belangrijk studentenwelzijn in Covid-tijd is. Het is ook echt urgent. Door de lockdown is er veel meer stress onder studenten en een enorme toename van studenten met psychische problemen. Studenten hadden het zonder covid-19 al zwaar en zijn nu helemaal op zichzelf aangewezen.”

Halverwege november hebben ze samen het idee uitgewerkt voor het project en daarna zijn ze bekendheid gaan zoeken ervoor. Van der Woude: “Eerst gebeurde er niets, toen ineens hadden we 23 aanmeldingen.” En niet de minste. Zo meldde rector magnificus Han van Krieken van de Radboud Universiteit zich aan, net als CvB-voorzitter Rob Verhofstad van de HAN. Ook meerdere wethouders deden mee, naast onderzoekers en docenten.

“Er waren veel positieve reacties, ook van mensen die niet verbonden zijn aan een onderwijsinstelling”, vertelt Van der Woude, die zelf mocht aanschuiven bij Jager thuis. “We hebben echt inkijkjes gekregen in het leven van mensen door hoe mensen zichzelf introduceerden. Dat is echt prachtig. Sommige mensen vertelden hun levensverhaal of deelden foto’s. Ook onder de studenten die zich meldden.”

In totaal zijn er 35 matches geweest. Er kwamen nog wat aanmeldingen op kerstochtend maar die waren te laat. De eerste dertig studenten die zich aanmeldden mochten een cadeaubon meenemen voor hun gastgezin voor een verrassingspakket ter waarde van 50 euro om lokale horeca te steunen. “Zo kwamen ze niet met lege handen aan bij hun kerstdiner”, aldus Jager.

Netwerk blootgelegd

En nu? Krijgt dit succesvolle initiatief een vervolg? “We kunnen bijna niet anders”, stelt Jager. “Er zijn zoveel mensen enthousiast geraakt. Nu gaan we dit overdragen aan de beleidsvoorbereidende groep studentenwelzijn aan de HAN om dit verder op te pikken. Het is bijzonder hoe dit een heel netwerk heeft blootgelegd van partijen die naast de HAN die bezig zijn met studentenwelzijn, zoals de SSH&, de studentenpastoraten, Humanitas en de Radboud Universiteit.  Anders waren ze allemaal apart ermee bezig geweest. Door dit kerstverhaal zijn ze samengekomen. Hopelijk gaan ze nu meer samen aan de slag om studentenwelzijn te verbeteren.”

Eenzaamheid is echt nog een taboeonderwerp onder studenten, zegt Van der Woude. “We zagen ook veel internationale studenten, die praten er makkelijker over. We willen dan ook echt die groep bereiken.” Binnen de HAN gaat een werkgroep hier mee verder. Jager: “Er is nergens nog een portaal voor studenten, die vastzitten op hun studentenkamer in de lockdown en ook nog eens hun horecabaantje kwijt zijn door corona. ‘Samen Aan Tafel Met’ kan ook op maandagavond met boerenkool of op vrijdagavond met een spelletjesavond bijvoorbeeld. Laat een keer een student meedoen.”Van der Woude: “Ik hoop dat het wat meer bekendheid krijgt zodat de drempel om mee te doen minder hoog is. Mensen die echt eenzaam zijn, stappen moeilijk af op zo’n initiatief.”

Studentenwelzijn

Jager zelf gaat nu weer verder met de Corona Challenge en kijkt naar de mogelijkheden rond de Design Sprint. “In februari of maart kijken we wat we concreet voor concept kunnen neerzetten als Challenge. Het thema zal in ieder geval weer studentenwelzijn zijn, met nadruk op eenzaamheid. We hebben dankzij dit project veel beter zicht op het speelveld.”
Dat is ook de les die Jager wil meegeven aan het City Deal Kennis Maken netwerk. “Als je zaken rond studentenwelzijn, zoals wonen, zorg en welzijn, onder de loep neemt, zie je hoeveel partijen ermee bezig zijn. Als je die verbindt, heb je een mooi netwerk dat kan samenwerken aan dit thema.”

Per 1 maart gaat Jager naast de City Deal Kennis Maken ook aan de slag als Projectleider Arnhem Studiestad. “We werken aan de uitstraling van de studiestad. We willen een stad zijn waar we naar elkaar omkijken, een stad waar het fijn is om te zijn.”

“Het was een van mijn leukste avonden in Nederland”
De 35 studenten die mochten aanschuiven waren allemaal erg positief over hun ervaring. Lees het verhaal van de Keniaanse student Alphonce Abolem in SAM, het online journalistieke medium van de HAN: https://medium.com/sambyhan/deelnemers-bieden-studenten-met-kerst-plaats-aan-hun-eettafel-2a2339151970

‘Corona biedt City Deal kans om te herijken’

Dit gaat over de City Deal City Deal Kennis Maken

In steeds meer steden is het mbo aangehaakt bij City Deal Kennis Maken projecten. Zoals in Den Bosch. En dat is niet meer dan logisch, stelt Jos van Kessel, voorzitter College van Bestuur van het Koning Willem 1 College. Geen enkel ander onderwijs is immers zo praktijkgericht. Zijn studenten zijn betrokken bij tientallen projecten in de stad. Nu in de coronatijd is het wel goed om die eens te herijken, adviseert hij.

Dit artikel hoort binnen het overkoepelende model voor verbinding met de samenleving bij het radar Organisatie & Sturing en Externe Verbinding.

In Den Bosch werken gemeente en onderwijsinstellingen samen aan het thema Positieve Gezondheid, waarbij gezondheidsproblemen zo vroeg mogelijk in beeld te brengen en te voorkomen. Het mbo is daarbij vanaf het begin aangehaakt. Betrokkenheid bij de stad hoort dan ook bij dit onderwijs, stelt Jos van Kessel. “We zijn al 30 jaar community college, wat betekent dat we heel nadrukkelijk de maatschappelijke koppeling willen maken, de omgeving erbij willen betrekken.”

Hoe gaat de samenwerking met gemeente en andere onderwijsinstellingen?
Van Kessel: “In de City Deal komt die samenwerking heel goed naar voren. Er lopen heel veel projecten bij onze sportacademie, bij onze middelbare horecaschool en de opleiding verzorging en verpleging. Momenteel zijn onze studenten bij 20 tot 30 projecten betrokken. Bij de een vinden we elkaar beter dan bij de ander. De samenwerking met Avans is goed, er gebeurt veel. We hebben een social degree opleiding met een doorlopende lijn, er zijn veel contacten.

Met Helicon werken we al langer samen via het Kennispact Brabant, en met het Koningstheateracademie werken we ook al jarenlang samen. We hebben historische lijnen met die scholen, daardoor vinden we elkaar op initiatieven. Den Bosch is maar klein dus je vindt elkaar snel.”

Hoe ben je persoonlijk betrokken bij de City Deal?
“Dat zit hem echt in die maatschappelijke betrokkenheid. Ik vind dat je als maatschappelijk beroepsonderwijs heel nadrukkelijk verbonden moet zijn met de omgeving. De studenten komen uit deze omgeving, en gaan er straks werken. De relatie van het beroepenveld met de omgeving is echt heel belangrijk. Met de City Deal breng je het heel dicht naar de studenten. Zo wordt het minder een feestje van docenten en onderzoekers en bestuurders.”

Den Bosch centrum.

Het centrum van Den Bosch.

Heeft corona veel impact op de projecten in Den Bosch?
“Ja er is wel vertraging opgetreden, wat jammer is. Tegelijk biedt corona ons mogelijkheden om te gaan herijken wat we doen. Er gebeurt nu zoveel, dat er sprake is van versnippering. De energie glipt daardoor weg. Misschien moeten we kijken naar meer bundeling van het aantal initiatieven, naar meer gerichtheid, zodat we die energie kunnen terugkrijgen. Het komend jaar 2021-2022 zal namelijk een enorme push vragen.

Positieve gezondheid raakt veel thema’s. Daar moet je iets mee. De City Deal kan aanhaken op bestaande andere initiatieven. Zo ben ik zelf een initiatief gestart met de gemeente om bovensectoraal met allerlei partijen, zoals de bouw, zorg, evenementen, te kijken hoe we de verschraling in de maatschappij kunnen aanpakken en het perspectief, dat minder is geworden door corona, terug te brengen.

Een van de projecten die daaruit is voortgekomen was de Bossche Zomer, waarbij de afgelopen zomer de op allerlei plekken dingen zijn georganiseerd om perspectief te bieden aan mensen, aan studenten. Dat is nu gevolgd door de Bossche Winter. Daar kan de City Deal mooi op aanhaken. We moeten niet te lang blijven hangen in dit soort gelegenheidspacts. De City Deal moet die ontwikkelingen oppakken en kijken wat ze daarin kan doen. Dat betekent dus misschien wel een stukje herijken van bestaande initiatieven.”

Wat houdt dat dan in?
“Je moet durven zeggen dat door corona dingen zijn gewijzigd. Het belang van de City Deal en het thema positieve gezondheid is alleen maar toegenomen. Uit het netwerk kun je ophalen wat kunnen we doen om de City Deal weer mee te nemen in de vervolgstappen na corona. We moeten dus niet iets anders doen, maar wel verdergaan met nieuwe inzichten. Je moet wel opnieuw aanhaken op de dingen die gebeurd zijn. Je kunt niet terugvallen, dat gaat niet werken. Aanhaken vergt wel energie. De trein gaat door. Er gebeuren allemaal mooie dingen nu in Den Bosch, maar ik denk toch dat het goed is om op een bepaald moment in het proces te kijken wat het allemaal betekent voor de lopende projecten? Moeten we doorgaan met de huidige projecten? Moeten we andere partijen erbij halen? Ik denk dat in deze coronatijd mensen zijn opgestaan die we daarvoor niet zagen. Mensen die, met name binnen de scholen, met initiatieven komen naar aanleiding van corona. Hoe mooi zou het zijn om ze in de bestaande structuur van de City Deal mee te nemen?”

In Den Bosch is het mbo helemaal onderdeel van de City Deal. Andere steden zijn daar nog mee bezig om dat vorm te geven. Wat zou je hen willen meegeven?
“Mbo is per definitie praktijkgericht. Ook al hebben we tegenwoordig practoren, toch zijn we niet de onderzoeker bij uitstek, dat is toch meer de rol voor het hbo en wo. Onze toegevoegde waarde is vooral dat we voor hen de grote dataleverancier kunnen zijn. We zien in de onderzoeken die we samen met hen doen dat we veel data kunnen aanleveren omdat we zo’n groot bereik hebben. We zitten in heel veel lagen van de maatschappij. We hebben vier niveaus en honderden studierichtingen en we zitten in alle vezels van de arbeidsmarktregio.

Per definitie hebben we altijd een relatie met het bedrijfsleven. Onze stages vormen een belangrijk onderdeel van de studie. Daaruit kunnen we veel data ophalen en zijn we een mooie partner om vanuit een stuk wetenschap en onderzoek ook de koppeling te maken met de praktijk. Als je bijvoorbeeld wedstrijden hebt over de toepassingen van techniek in de praktijk zijn mbo-studenten vaak prijswinnaars. Juist omdat ze het heel praktisch en toepasselijk maken. De symbiose tussen die inzichten en de verdieping en het onderzoek van het hbo en wo is een gouden combinatie. Maar dan moet je elkaar wel weten te vinden, zowel op bestuurlijk, als op docentenniveau.”

Jos van Kessel.

Jos van Kessel.

De verschillende onderwijsniveaus horen dus bij elkaar?
“Ja. Ik zou eigenlijk veel meer alleen willen spreken over het beroepsonderwijs, in plaats van over mbo en hbo. Dat is ook wat de MBO Raad ook richting politieke partijen uit in het kader van de verkiezingen. Mensen kiezen voor beroepsonderwijs, en dan kunnen ze inschieten op niveau 1 tot en met 5. In Nederland hebben we het opgesplitst in mbo en hbo dat maakt het stigmatiserend. Je ontneemt heel veel mensen de mogelijkheid om door te stromen. Je kiest voor beroepsonderwijs, omdat je iets hebt met een vak, een richting of een doel. Een fors percentage stroomt al door van mbo naar hbo. Dat zou nog zelfs groter kunnen worden als je eerder praat over het beroepsonderwijs. Door het te gesegmenteerd aan te vliegen, en mbo te zien als niet inclusief, dan denk ik echt dat je kansen mist. Ook voor de studenten die doorstromen naar hbo.”

Hoe zou de City Deal volgens jou het beste vorm kunnen krijgen in het onderwijs?
“We zouden interdisciplinaire projecten, waar je over je studie heen kijkt, het liefst zien als onderdeel van het curriculum. Ik denk dat als je iets wilt bereiken het ook echt onderdeel moet zijn van je aanpak. Waarbij ik ook vind dat studenten in toenemende mate hun eigen leerroute moeten gaan bepalen. Het is niet zo dat we zoals vroeger op kwalificatiedossiers heel vast een weg ingaan. Dat gaan we losser laten, -mede door corona-, met mbo-verklaringen en certificaten en diploma’s.

Je zult een meer flexibele, meer gepersonaliseerde leerroute moeten maken. Dan is het fantastisch als je kunt aanhaken op een omgeving waar je je interdisciplinaire invalshoek meteen kunt invullen. Het moet geen verplichting zijn maar het is wel mooi als het gefaciliteerd wordt met een paar goede partners, en dus wel onderdeel uitmaakt van het netwerk van onze school. Je moet durf tonen met flexibiliteit. Binnen die kaders kunnen we de City Deal opnemen als partner waarmee we een deel van de opleiding mee willen invullen. Dat is voor ons evident.”

In 2019 vond de Kennisdelingsdag van de City Deal Kennis Maken plaats op het Koning Willem 1 College in Den Bosch.

In 2019 vond de Kennisdelingsdag van de City Deal Kennis Maken plaats op het Koning Willem 1 College in Den Bosch.