Eindhoven treedt als 20e stad toe aan de City Deal Kennis Maken

Dit gaat over de City Deal City Deal Kennis Maken
Eindhoven centrum. Foto: Martijn Aukema/Flickr Creative Commons.
Eindhoven centrum. Foto: Martijn Aukema/Flickr Creative Commons.

Eindhoven is de twintigste stad in Nederland die meedoet met het netwerk van de City Deal Kennis Maken. Wethouder Stijn Steenbakkers van economie, Brainport, innovatie en onderwijs heeft ‘zijn’ stad namens  de gemeente, Fontys Hogescholen, de TU Eindhoven (TU/e) en het Summa College aangemeld.

In Eindhoven werken de drie kennisinstellingen al langer samen met de gemeente. Gezamenlijk hebben ze onder meer een strategische agenda opgezet op het thema ‘Leven Lang Ontwikkelen (LLO)’. Dit thema is cruciaal voor de regio Eindhoven waar de hoogwaardige kennisindustrie kansen, maar ook uitdagingen biedt, schrijft Steenbakkers in zijn brief waarmee hij Eindhoven aanmeldt.

Leven Lang Ontwikkelen

Ook al staat het thema ‘Leven Lang Ontwikkelen (LLO)’ al hoog op de agenda van de vier partners, toch constateren ze het te gefragmenteerd wordt aangepakt. De City Deal is dan ook een mooie kans om alle initiatieven in beeld te brengen en kansen te benoemen, aldus wethouder Steenbakkers . “We willen hiermee een waardevolle impuls geven aan onze samenwerking.”

Het doel van de City Deal is om na een inventarisatie van lopende samenwerkingsprojecten op het thema LLO concrete kansen te benoemen in lijn met de regionale visie op leven lang ontwikkelen en inclusie. Uiteindelijk moet LLO voor elke Eindhovenaar bereikbaar zijn.

Brainport

Dat is nu nog niet het geval. In de kennisintensieve Brainport-regio, waar innovatie hoog in het vaandel staat, heeft digitalisering veel kansen te bieden voor LLO. Maar het kan ook  leiden tot uitsluiting. Daarnaast heeft de corona crisis grote impact op de arbeidsmarkt en is het belang groot om LLO opnieuw te agenderen en mensen duurzaam inzetbaar te houden op de arbeidsmarkt. Voor Eindhoven geldt dat het tekort aan (ict-technisch en zorg) talent, de demografische ontwikkelingen, de samenstelling van de stad en het tempo van innovatie een andere aanpak en aanbod van kennisontwikkeling vragen.

Sustainable Development Goals

Een tweede ambitie van de City Deal is om samen met alle partners bij te dragen aan de SDG’s, de duurzaamheidsdoelen van de VN. Daarvoor bundelen TU/e, Fontys en de gemeente hun kennis en expertise voor lokale maatschappelijke vraagstukken. Die bijdrage wordt tot stand gebracht door studenten, onderzoekers en docenten te betrekken in het oplossen van maatschappelijke en stedelijke opgaven. Er is vooral aandacht voor de doelen 4 (kwaliteitsonderwijs), 10 (ongelijkheid verminderen) en 11 (inclusieve, veilige en veerkrachtige samenleving).

Aanspreekpunt

Het aanspreekpunt van de City Deal in Eindhoven wordt Fontys. Voorlopig wil het netwerk in Eindhoven geen gebruik maken van de startsubsidie vanuit het ministerie van OCW voor een het aanstellen van een kwartiermaker in de stad. Naast de vier partners zijn ook het St. Lucas, de Design Academy en Brainport Development aangesloten bij de City Deal.

Lees meer over de plannen en aanpak van de City Deal Kennis Maken in Eindhoven.

Den Haag brengt maatschappelijke studentenprojecten in kaart

Dit gaat over de City Deal City Deal Kennis Maken

Hoe krijg je inwoners van de wijken van Den Haag Zuidwest meer in beweging? Hoe maak je de Vinex-wijken Leidschenveen-Ypenburg levendiger? Vanaf januari zijn alle projecten waarin studenten van de verschillende instellingen samenwerken in Den Haag te vinden op één website: Kennismakendenhaag.nl. Opgezet met geld vanuit de City Deal Kennis Maken. Projectmanager Annet van Otterloo vertelt meer over het platform.

Dit artikel hoort binnen het overkoepelende model voor verbinding met de samenleving bij het radar Cultuur & Communityvorming en Externe Verbinding.

De City Deal in Den Haag krijgt dus een eigen website. Wat is Kennismakendenhaag.nl precies?

“Dit platform is een database van alle projecten waarin studenten, docenten en onderzoekers werken aan maatschappelijke vraagstukken in de stad. De voorwaarde is dat er altijd samenwerkingen inzitten met verschillende partners zoals de gemeente of bewonersverenigingen. Met dit platform willen we al deze projecten in kaart te brengen. En dan bedoel ik dat ook letterlijk. We hebben op het platform een digitale kaart van Den Haag waarop je projecten in één oogopslag in beeld hebt, maar ook kunt zoeken op stadsdeel of thema. Verder is er op de site ook een kennisbank met relevante onderzoeken uit de stad, de relatie tussen hoger onderwijs en stad en over community service learning.”

Waarom hebben jullie vanuit de City Deal in Den Haag deze website opgezet?

“Het idee is dat door de projecten in kaart te brengen er meer samenwerking zal ontstaan. Er vinden in Den Haag heel veel projecten en onderzoeken plaats, maar die zijn vaak slechts bekend bij een klein groepje mensen. Door ze zichtbaar te maken op deze site willen we verbindingen maken tussen de projecten en tussen de partners. Ook kunnen bijvoorbeeld ondernemers of de gemeente een oproep plaatsen op ons platform voor studenten. Of juist een onderwijsproject dat op zoek is naar een echte opdracht in de stad. We hopen dat zo de verbinding sterker wordt.”

Hoeveel projecten staan er nu op de website?

“Momenteel zijn er 35 projecten in kaart gebracht. Dat aantal groeit snel. Dit zijn overigens niet allemaal projecten geïnitieerd zijn door de City Deal Kennis Maken, maar ze hebben wel een relatie met de City Deal Kennis Maken Den Haag. Er zijn namelijk steeds minimaal twee partners betrokken van de City Deal.”

Annet van Otterloo.

Hoe heeft de City Deal hieraan bijgedragen?

“Dankzij de City Deal was het mogelijk om al deze waardevolle projecten inzichtelijk te maken. Het is een aanleiding om samenwerking tot stand te brengen, en de samenwerking van de grond te krijgen. Zo kunnen we echt laten zien wat de toegevoegde waarde is van de studenten en onderzoekers voor de stad. Wat het platform nu al echt laat zien is hoe breed en divers de projecten zijn en hoeveel er al gebeurt aan samenwerking in Den Haag. De behoefte aan dit overzicht was groot, de projecten waren erg moeilijk vindbaar. Wij hebben het nu inzichtelijk gemaakt en ze staan open voor interactie.”

Wat voor voordelen biedt dat?

“Een van de redenen om de kaart als navigatietool te gebruiken is dat niet iedere keer dezelfde wijk wordt gebruikt voor onderzoeksprojecten en bewoners weer studenten met dezelfde vragenlijsten aan de deur krijgen. Met de kaart kun je kijken welke thema’s en gebieden uitgelicht zijn. Als je wel dezelfde wijk weer ingaat moet je voortborduren op eerdere onderzoek, anders ontstaat er echt een soort moeheid in de wijk. Kijk bijvoorbeeld wat er al eerder in het Laakkwartier is gedaan en ga daarop verder. We willen ook afgeronde projecten op de kaart plaatsen, zodat je ook kan teruggrijpen wat al is gedaan in het verleden in een bepaalde wijk.”

Hoeveel projecten komen er uiteindelijk op de site?

“Mijn ambitie is dat we uiteindelijk zo’n 80 projecten op de kaart hebben staan in Den Haag en dat ook het mbo is aangehaakt. Dat is nu nog niet het geval, slechts nog maar bij één project. Dat willen we uitbreiden. Ook andere onderwijsinstellingen in de stad zijn welkom met hun projecten op onze kaart, zoals het Koninklijk Conservatorium, de Kunstacademie en ISS (International Institute of Social Studies). Zolang de projecten maar een samenwerking betreffen en echt gaan over Den Haag.”

Hoe gaat het verder met de City Deal in Den Haag?

“Het gaat steeds meer leven. Deze website helpt om ervoor te zorgen dat de City Deal ook echt een gezicht krijgt. We hopen dat partners het gevoel krijgen er echt bij te horen en dat meer partners willen meewerken. Je merkt nu al dat samenwerkingen in de stad dankzij de City Deal makkelijker gaan. Zoals nu in de Corona-Challenge. Het is echt mooi dat dit iets is dat de instellingen overstijgt. Dat maakt het makkelijker multidisciplinair te werken. Om ook het mbo aan te haken is dan ook echt de City Deal nodig.”

Hoe zie je de nabije toekomst?

“We zijn in Den Haag heel smal begonnen met de stadslabs. Nu hebben we 35 puntjes op de kaart en zijn we veel breder bezig. Wie weet dat we in de nabije toekomst juist weer smaller gaan werken en meer inzoomen op bepaalde gebieden in de stad, waar interessante ontwikkelingen plaatsvinden, en daar een boost geven op de projecten die er sluimeren. Denk aan Den Haag zuidwest, daar speelt veel, er is ook een Regiodeal gesloten, of het Central Innovation District (CID), tussen de drie stations in het centrum. Daar spelen ook veel interessante ontwikkelingen in breder perspectief. Beide stadsdelen kunnen weer een voorbeeld zijn voor andere steden. In Zuidwest liggen vraagstukken zoals sociale huurproblemen en energiebesparing. De lessen daar kunnen bijvoorbeeld ook interessant zijn voor de wijk Kanaleneiland in Utrecht, waar ook zulke vraagstukken spelen. In het CID gaat het vooral over binnenstedelijke ontwikkeling en vraagstukken als verdichting en hoogbouw. Daar gaat onze Corona-Challenge ook over. Inspiratie genoeg om ook te delen met andere steden.”

Den Haag. Foto: Pieter Verbeek.

Den Haag. Foto: Pieter Verbeek.

Nijmegen doet het echt samen in de City Deal

Dit gaat over de City Deal City Deal Kennis Maken

Een verbinding met de stad is altijd belangrijk geweest voor de Radboud Universiteit, vertellen rector Han van Krieken en beleidsmedewerker onderwijs Sigrid Bleize. Met de City Deal Kennis Maken is de samenwerking met andere hoger onderwijsinstellingen ook versterkt. De volgende stap is het aanhaken van het mbo.

Dit artikel hoort binnen het overkoepelende model voor verbinding met de samenleving bij het radar Cultuur & Communityvorming en Externe Verbinding.

Wat ziet u gebeuren in Nijmegen en binnen uw universiteit?

Van Krieken: “In het verleden hebben we ons gericht op onze internationale positie in onderwijs en onderzoek, maar we hebben ook altijd gezegd dat we als universiteit ook juist die lokale omgeving belangrijk vinden, dus de stad Nijmegen en de regio. Daar nemen we onze verantwoordelijkheid. Ook de verbindingen tussen de verschillende onderwijsinstellingen in de stad vinden we heel erg belangrijk. Dat ze connecties hebben met mensen uit het hbo en mbo, het liefst in een lerende setting, is voor onze studenten heel erg goed voor hun opleiding, maar ook voor hun latere werkzaamheden. Dat zijn de dingen die ons aanspreken in de City Deal, en wat bij ons dan ook aan het groeien is, aan het ontstaan is.”

Waar hebben jullie de accenten op gelegd?

Van Krieken: “Een van de dingen die we vanaf het begin hebben geprobeerd te regelen is om de samenwerking met andere instellingen structureel te maken. Dan beklijft het. Dat hebben we nu gedaan met onze opleiding pedagogische wetenschappen, waar dit een onderdeel is geworden van het curriculum. Het gevolg is dat de studenten elk jaar een aantal studenten van andere opleidingen ontmoeten rondom een thema of opdracht, en daarmee aan slag gaan. Het is bijzonder te zien wanneer al die verschillende typen studenten samenwerken en elkaars krachten leren kennen. Wat een hbo-student kan, kan een universitair student niet en omgekeerd.”

Dus studenten gaan in die cursus de wijk in?

Sigrid Bleize

Sigrid Bleize.

Bleize: “Ja. Het is bij ons een vaste cursus in het curriculum, in het B1 en B2, en heet ‘Kennis in Praktijk’. Daarmee gaan de studenten pedagogische wetenschappen de praktijk in. Een van de keuzes die ze kunnen maken is het City Deal project in Nijmegen-Noord, waarin kind en jeugd centraal staan, thema’s die centraal staan in deze Vinex-wijk. Elk jaar staat er weer een groep studenten klaar om in die wijk aan de slag te gaan. Dat is mooi, het geeft een continu karakter. Zo kun je ook echt wat opbouwen in de wijk. De wijkprofessionals weten dat de studenten komen en kunnen daarop bouwen. We zorgen ook voor een goede overdracht van de verschillende studentengroepen. Omdat het continu is kun je ook echt impact creëren in de wijk.”

Waar houden de studenten zich mee bezig?

Bleize: “Omdat scholen en de wijkprofessionals zijn aangehaakt gaat het in de cursus echt om thema’s die uit de wijk komen. In dit geval dus over kind en jeugd. Omdat de overdracht goed is worden er geen thema’s dubbel gedaan. Zo bouw je voort op datgene wat eerdere studenten al hebben onderzocht of gedaan. Dat wordt weer opgepakt en een stukje verder gebracht. Elke keer doet er een werkgroep van ongeveer 15 studenten mee.”

Van Krieken: “Belangrijk element in de cursus is dat dit echt een belangrijke leeromgeving is. We zoeken echt omgevingen waar studenten leren in een context. Onze biologen doen dat bijvoorbeeld hier in de Ooijpolder, waar langdurige experimenten lopen over duurzame landbouw en waterbeheersing. De hogeschool heeft in verschillende wijken in een buurthuis of in een jongerencentrum ruimtes gecreëerd, van waaruit studenten activiteiten ondernemen, leerwerkplekken noemen ze dat. Daar zoeken we aansluiting bij met onze studenten. Zo komen ze in delen van de stad, waar ze anders niet zouden komen, en waar ze met bewoners aan de slag gaan. Juist zo’n plek, die er altijd is en waar een kop koffie kan worden gedronken, biedt een natuurlijke manier om elkaar te vinden.”

Hoe is de samenwerking met de partners?

Bleize: “Ik denk dat de kracht van de City Deal projecten juist ligt in die verbinding met de wijkprofessionals, die vanuit de gemeente en welzijn actief zijn. Daarmee voorkom je dat er een groep studenten wordt gedropt in de wijk, die nog niks weet over wat er speelt en weer hetzelfde gaat doen. We proberen ook de opbrengsten van de studenten te borgen bij de gemeente, zodat er ook echt op wordt voortgebouwd. Anders wordt zo’n wijk ook wel studentenmoe. Dat houden we in het overleg met de partners scherp in de gaten. We organiseren daarom vanuit de City Deal ontbijtsessies in de betreffende wijken, waar we echt bewust werken aan het netwerk. Daar bespreken we wat er leeft in die wijk en hoe de kennisinstellingen daar een bijdrage aan kunnen leveren. De ene keer is de gemeente daar heel sturend in, de andere kant zijn het de bewoners zelf.”

Hoe willen jullie de City Deal verder doorontwikkelen in Nijmegen?

Han van Krieken

Han van Krieken.

Van Krieken: “ Het aanhaken van het ROC is nog vrij recent, ik hoop dat dat echt nog verder een slag krijgt. Als je kijkt hoe professionals werken in de praktijk, -of dat nu in het ziekenhuis is of in de wijken-, zijn het altijd mbo’ers, hbo’ers en wo’ers die gezamenlijk problematiek aanpakken. Ze moeten elkaars taal ook leren spreken dus is heel goed zijn dat de ROC’s erbij komen. De eerste plannen zijn gemaakt. Ten tweede zijn er allerlei andere initiatieven in de stad, die parallel lopen en waar we bij kunnen aanhaken. Zo is er bijvoorbeeld het programma ‘Ieder Talent Telt’, een stichting waarin de kinderopvang, primair en voortgezet onderwijs, maar ook mbo, hbo en wij in samenwerken en proberen projectmatig een aantal dingen aan te pakken. Dit soort verbindingen willen we wat steviger maken om niet dubbel werk te doen en om elkaar te versterken. Dat is een uitdaging voor het komend jaar.”

Bleize: “Voor de komende twee jaar stellen we ook op de Radboud Universiteit een kwartiermaker aan voor de City Deal. Die krijgt de taak voor drie dagen in de week om het echt dieper de organisatie in te krijgen, en dus bij nog meer opleidingen een plek te vinden, zodat meer studenten concreet aan de slag gaan met City Deal projecten. Het mooie in Nijmegen is dat we het als gezamenlijk team doen dus. Practice what you preach dus. Iedere partner heeft een eigen City Deal-persoon. Verder laten we dit jaar onderzoek doen, vanuit de CDKM onderzoeksregeling, door Judith Stoep naar het City Deal-project in Nijmegen-noord. Wat gebeurt er allemaal precies, en wat is het effect ervan? Halen studenten hun leerdoelen? Dat zal in mei volgend jaar klaar zijn.”

Wat willen jullie het City Deal Kennis Maken netwerk meegeven vanuit Nijmegen?

Van Krieken: “Ik denk echt dat het meerwaarde heeft door het onderdeel te maken van het curriculum. Als je een tijdelijke subsidie of programma een succes is, hoe ga je dan verder? Het is goed na te denken over structurele oplossingen. Belangrijk is het dat het zowel geen top-down, als ook geen bottom-up project is. Zowel de bestuurders, zoals de wethouders en onderwijsbestuurders, maar juist ook de mensen in het veld. moeten elkaar weten te vinden. Ook belangrijk is dat je kijkt wat leeft er op dit moment in de stad. Hoe sluit je daarbij aan? Nijmegen is een hele andere stad dan bijvoorbeeld Leiden, waar ik ook heb gewerkt en gewoond. Daarom is het zo mooi dat het programma gericht is op de eigen stad.”

Wat zien jullie graag nog verder ontwikkelen bij de landelijke City Deal?  

Van Krieken: “Het ideeën uitwisselen met andere steden tijdens de bijeenkomsten vind ik heel erg belangrijk. Wat lukt bij jullie wel en bij ons niet, en andersom. Maar wat eigenlijk nog beter is wanneer mensen ook mislukkingen delen. Daar leer je net even wat meer van. Dat vinden we niet altijd even makkelijk, maar ik denk dat wel een interessante toevoeging kan zijn voor de City Deal bijeenkomsten. Daar zou ik graag wat meer ruimte aan geven. Ik heb als medisch specialist ooit op een congres een sessie gedaan, die heette My Worst Mistakes and what I learned from them en dat was zwaar overtekend. Iedereen wilde er naartoe. Ik had gelukkig vier of vijf mensen gevonden die durfden te vertellen over fouten. In de medische wereld ligt dat nogal gevoelig, je mag toch geen fouten maken? De dilemma’s horen van anderen is minstens zo interessant als elkaars succesverhalen horen. Wij organiseren in 2021 de landelijke Kennisdelingsdag van de CDKM. Misschien moeten we maar een ronde hier aan wijden? Verder zijn we echt trots zijn dat we in Nijmegen het ROC hebben aangehaakt. Dat is echt een mooie samenwerking. Op de meeste plekken is dat nog niet zo. We zouden als voorwaarde bij City Deal projecten kunnen stellen dat het ROC aanhaakt. Er is nu nog een kloof tussen mbo en de andere hoger onderwijsinstellingen. Het zou goed zijn als die wordt geslecht.”

Onderzoeken naar maatschappelijk betrokken onderwijs in Amsterdam

Dit gaat over de City Deal City Deal Kennis Maken

Onderzoekers Geertje Tijsma en Marijke Visser zijn net begonnen aan een onderzoek naar de verschillende strategieën en samenwerkingsvormen die kennisinstellingen op mbo, hbo en wo niveau inzetten voor het inbedden van maatschappelijk betrokken onderwijs. Dat doen ze vanuit de onderzoeksregeling van de City Deal Kennis Maken. Wat levert dat op?

Dit artikel hoort binnen het overkoepelende model voor verbinding met de samenleving bij het radar Meerwaarde & Vaardigheden en Interne Verbinding.

Maatschappelijk betrokken onderwijs is niets nieuws voor Tijsma en Visser. Beiden zijn allebei sinds twee jaar onderdeel van het Community Service Learning (CSL) team binnen de VU. In die rol proberen ze binnen elke opleiding een mogelijkheid te creëren voor studenten om een CSL ervaring op te doen. Dat kan via een cursus, onderzoek of stageopdrachten rondom een maatschappelijk vraagstuk.

Community Service Learning

Marijke Visser. Foto: Laura Pachedag.

Marijke Visser. Foto: Laura Pachedag.

Visser: “We ondersteunen cursussen en ontwikkelen samen met docenten en community partners  CSL-activiteiten en daarnaast doen we er dus ook onderzoek naar. We zijn allebei bezig met een Ph.D traject. Mijn specifieke onderwerp gaat over community involvement, dus hoe betrek je de maatschappij of maatschappelijke organisaties bij het onderwijs. Hoe kun je samenwerken en hoe zorg je ervoor dat reciprociteit gewaarborgd wordt, dat iedereen er wat kan uithalen? En dat valt heel erg samen met het voorstel dat ik heb ingediend voor onderzoek voor de City Deal Kennis Maken.”

Dat geldt ook voor Tijsma. “Mijn specifieke focus van mijn phd ligt meer op hoe de kennisinstellingen ondersteuning kunnen bieden aan de werknemers die met maatschappelijk betrokken onderwijs bezig zijn. Dus wat is er nodig voor een instelling om de ruimte en mogelijkheden te creëren zodat de werknemers meer maatschappelijk betrokken onderwijs mogelijk maken. Dat past ook weer heel mooi bij mijn city deal project. Hopelijk draagt ons onderzoek bij aan het relevant maken van maatschappelijk onderwijs binnen de VU en daarbuiten.”

Jullie hebben dus allebei een aanvraag gedaan bij de onderzoeksregeling CDKM?

Visser: “Ja. We hebben allebei 20.000 euro voor onze aanvraag gekregen. Mijn aanvraag gaat over de samenwerking tussen verschillende kennisinstellingen en maatschappelijke partners. Hoe je daar een bepaalde vorm of structuur aan kunt geven. Hoe je dat proces kunt begeleiden. Mijn onderzoek gaat specifiek over één samenwerking: de Kennisalliantie Eenzaamheid. Dit is een netwerk van 7 partners waarin maatschappelijk partners en kennisinstellingen samenwerken aan vraagstukken over eenzaamheid in Nieuw-West. De partners bestaan uit de VU, HvA-BOOT, Combiwel, de Gemeente Amsterdam, Stichting Magneet, de Regenbooggroep en de Hippe Heks.  De Kennisalliantie is zo’n twee jaar geleden echt ontstaan vanuit een vraagstuk in de wijk Nieuw-West. Een op de vier bewoners kampt met eenzaamheid in de wijk. Het is een vrij groot probleem.”

Loopt het onderzoek al?

Visser: “Afgelopen oktober ben ik gestart. De Kennisalliantie gaat nu het derde jaar in, en men is nog wel zoekende hoe echt iedereen er wat uithaalt. Het is best complex. Er zitten vijf verschillende maatschappelijk partners in, waarmee we samen de vragen uit de wijk ophalen, en studenten mee aan de slag gaan. Hoe geef je daar dan invulling aan? Hoe zorg je dat die kennis en uitwisseling en de actie die er uit volgt, wordt gewaarborgd? Daar ga ik nu actieonderzoek naar doen. Met dit onderzoek willen we de samenwerking met alle partners beter gaan vormgeven en verder versterken. Door middel van focusgroepen en werksessies kijken we of we een duurzame structuur kunnen neerzetten. Het is echt een work in progress. We kijken niet alleen naar wat er gebeurt maar we gaan ook echt samen aan de slag.”

Waar gaat jouw onderzoek over, Geertje?

Geertje Tijsma. Foto: Laura Pachedag.

Geertje Tijsma. Foto: Laura Pachedag.

Tijsma: “Mijn onderzoek is echt een kwalitatief onderzoek, waarbij ik interviews doe met werknemers om te kijken op welke manier de kennisinstellingen, -hbo, wo en mbo-, ondersteuning bieden aan hun werknemers als het gaat om maatschappelijk betrokken onderwijs. Waar liggen nog kansen voor verbetering? Specifiek kijk ik naar de VU, de HvA en ROC Amsterdam . Binnen dit project werk ik samen met iemand van HvA-BOOT. We gaan binnen elk type instelling vier best practices van maatschappelijk betrokken onderwijs identificeren.”

 

Waarom is ondersteuning zo belangrijk?

Tijsma: “Vanuit de literatuur zie je dat inbedden van de rijke leeromgeving voor de medewerkers best wel een complex en tijdrovend proces is. Er is echt passende ondersteuning nodig vanuit de instelling om het goed te bewerkstelligen. Omdat het context afhankelijk is, blijft het soms onduidelijk hoe deze ondersteuning er uit moet zien. Waar hebben mensen behoefte aan? Dat kan verschillen tussen mbo, hbo en wo. Een van de vragen van de CDKM is wat de verschillende instellingen van elkaar kunnen leren. En hoe ze elkaar kunnen versterken. Ik denk dat met dit onderzoek daarin een hele mooie eerste stap kan worden genomen. Wat doet een ROC nu al, wat een universiteit niet doet? En andersom. Zodra dit soort dingen meer in kaart zijn gebracht kunnen we van elkaar leren en meer inzicht krijgen in hoe we beter kunnen samenwerken.”

Dus uiteindelijk kan ook de landelijke City Deal hieruit iets leren?

Tijsma: “Ja. Het structureel verbinden van rijke leeromgevingen staat bijvoorbeeld voorop. Dan moet je wel eerst goed begrijpen hoe de verschillende instituten in elkaar zitten en welke institutionele structuren er dan misschien wel veranderd of aangepast moeten worden om ruimte te geven voor maatschappelijk betrokken onderwijs. Het is gewoon tijdrovend, kost energie en ingewikkeld om het goed te doen. Er is ondersteuning maar ook incentive voor nodig. Hoe motiveer je medewerkers om dit te willen doen? Daar wil ik ook naar kijken. Dat wil ik wel echt doen vanuit het perspectief van de medewerkers, dus de mensen die met de voeten in de klei staan. Waar hebben die nou behoefte aan? Er is een hoop literatuur die van bovenaf vertelt wat er moet gebeuren maar de volgende stap is nu echt kijken naar wat de behoeftes zijn van de medewerkers. Waar zien zijn kansen en barrières?”

Visser: “De City Deal gaat natuurlijk heel erg over het verbinden van stad en kennisinstellingen. Ik denk dat de Kennisalliantie Eenzaamheid daarvan een heel mooi voorbeeld is. Wat uit mijn onderzoek gaat komen is zowel een soort werkvorm als ook de mechanismen die er onder liggen. Waardoor komt het nou dat het wel of niet werkt? Hoe zorg je ervoor dat organisaties elkaar verstaan en begrijpen? Daar liggen de meeste uitdagingen. Elke partner komt echt vanuit een andere organisatiecultuur. Praktijk vs. Wetenschap, dat zijn verschillende talen. Hoe breng je die samen? Door te kijken naar deze samenwerkingen en te kijken wat wel of niet werkt, kan de City Deal leren en het meenemen naar andere samenwerkingen.”

Studenten van de VU werken via CSL met het thema eenzaamheid in de stad.

Heeft corona nog impact gehad op de voortgang van jullie onderzoeken?

Visser: “Ook al ben ik net twee maanden bezig, toch heb ik gemerkt dat corona wel invloed heeft. Normaal vindt de samenwerking van de Kennisalliantie face to face plaats. Je komt bij elkaar. Die verbondenheid, die daarbij hoort, mis je nu wel nu we steeds over Zoom bellen. Dat merk ik wel in de samenwerking.
Tijsma: “Ik merk het ook. Docenten die maatschappelijk onderwijs doen hebben het nu extra moeilijk, omdat ze nu maatschappelijke initiatieven en samenwerking moeten omzetten naar online. Die kost hen extra tijd, moeite en energie. Het lukt wel, maar ik merk wel dat ze daarom nu ook even minder tijd hebben voor een interview.”

Visser: “Tegelijk denk ik ook dat de druk van de vraagstukken uit de maatschappij ook weer urgenter wordt. Het thema eenzaamheid is nu nog een groter vraagstuk dan het al was.”

Wat vinden jullie van het City Deal Kennis Maken netwerk?

Visser: “Wat ik leuk vind is dat je vanuit het hele land allerlei verschillende voorbeelden ziet. Er zijn allerlei vormen van maatschappelijk betrokken onderwijs waaruit we inspiratie kunnen halen en van kunnen leren. Het gaat echt om kennis delen dus. Je hoeft niet het wiel opnieuw uit te vinden. Er zijn zoveel anderen hiermee bezig.”

Tijsma: “Ja dat delen van voorbeelden is super waardevol. Daarnaast is ook het leggen van connecties heel erg belangrijk. Dankzij de City Deal kunnen we een structureler samenwerking met elkaar aangaan. Dat zien we nu al binnen Amsterdam gebeuren, met de HvA en de ROC’s. ik denk dat de band tussen VU en HvA alleen al sterker is geworden door onze projectenaanvragen, die we samen met hen hebben gedaan.”

Studenten werken via CSL aan het thema eenzaamheid.

Studenten werken via CSL aan het thema eenzaamheid.

Groningse Corona-Challenge kijkt naar beter onlineonderwijs

Dit gaat over de City Deal City Deal Kennis Maken

Door de corona lockdown dreigen mbo-studenten af te haken bij het onlineonderwijs. In de Corona Challenge gaan nu studenten van verschillende onderwijsinstellingen kijken hoe dit kan worden tegengegaan. Via het samenwerkingsverband WIJS zijn ze aan de slag gegaan. Dat moet innovatieve ideeën opleveren, stellen medeoprichters Harald Hilbrants en Anne Kraanen.

Dit artikel hoort binnen het overkoepelende model voor verbinding met de samenleving bij het radar Studenten en Externe Verbinding.

In november vond de kick-off plaats van de Corona Challenge in Groningen. De opdracht kwam vanuit het project School als Wijk, van welzijnsorganisatie WIJ Groningen, dat mbo-studenten begeleidt met niet-schoolse zaken.

Uit het vizier

Anne Kraanen

“Maatschappelijk werkers van mbo-opleidingen in Groningen bleken moeite te hebben om online de studenten betrokken te houden”, vertelt Kraanen. “In plaats van veertig studenten in een zaal vindt nu alles online plaats, en zie je niet alle gezichten erbij. Studenten loggen wel in maar op een gegeven moment komen ze niet meer. Het is moeilijk om deze groep erbij te houden.” Deze jongeren raken dus uit het vizier, en hun problemen worden alleen maar groter. Volgens een leerplichtambtenaar zien we echt in Groningen een explosieve groei zien van jongeren die uit zicht raken. Zeker na de herfstvakantie zijn de problemen zich gaan opstapelen. Een van de dingen die daarvan het gevolg is dat er meer eenzaamheid is ontstaan. Hopelijk komen de studenten met innovatieve ideeën om dit terug te dringen.”

Corona-Challenge

Het paste mooi binnen de Corona-Challenges van de City Deal Kennis Maken. En dus gingen studenten via WIJS aan de slag. Hoe kan je via deze onlinebijeenkomsten mensen vasthouden en betrokken houden? Wat heb je daarvoor nodig? Welke vaardigheden en tools of ICT zijn er om in te zetten? Vooralsnog gaan nu studenten van de Hanzehogeschool ermee aan de slag van opleidingen als HRM tot sociale studies. In de eerste ronde zijn nu zes studenten bezig met de Corona Challenge. “Ze zijn bezig met design thinking, en via een probleemboom het probleem goed in kaart te brengen”, vertelt Kraanen. “Momenteel is het onderzoek in de brainstormfase. Een coach van de Hanzehogeschool helpt met het multidisciplinair samenwerken. Later hopen we dat dit ook multilevel samenwerken wordt, als ook wo en mbo studenten aansluiten. We hopen namelijk dat het uiteindelijk als leercomponent een plek in de onderwijsstructuur krijgt van zowel de Hanzehogeschool de Rijksuniversiteit Groningen, het Alfa College en het Noorderpoort.”

Harald Hilbrants

Hilbrants gaat verder: “Vanaf januari gaan we de tweede ronde in en willen we het concept van de Corona Challenge door ontwikkelen. Het zou mooi zijn om vanuit verschillende onderwijstakken meerdere projecten op te zetten, als een soort buddyprojecten. Dat het in meerdere onderwijsvelden deel wordt van het curriculum. Deze Corona Challenge is een aanvliegwiel om een structureel programma te worden. Met WIJS werken we vaker aan dit soort principes, aan vragen uit de stad en waarbij we leergemeenschappen aan elkaar koppelen, verschillende leeftijden en niveaus.”

Het is nog te vroeg om te zeggen wat de Challenge oplevert, stelt Kraanen. “Het is een complex probleem. Online is zowel oorzaak als oplossing voor het probleem. Het doel van de Challenge is om uiteindelijk een prototype, een idee of methode of werkwijze te ontwikkelen die wel concreet en handbaar is. En uiteindelijk moet het van project naar programma groeien, dat het structureel onderwijsaanbod wordt.”

Project WIJS

WIJS is een succesvolle samenwerking tussen de gemeente Groningen, de Hanzehogeschool, WIJ Groningen, de Rijksuniversiteit Groningen, Noorderpoort en het Alfa College, waarbij studenten worden gekoppeld aan de samenleving. Jaarlijks zijn ongeveer duizend studenten bezig via WIJS met maatschappelijke projecten. Van groepjes van vijf tot groepen van driehonderd studenten. Ook kunnen ze stagelopen doen ze ervaring op in een van de steunpunten op het gebied van bijvoorbeeld juridische of financiële bijstand. Daar helpen ze op jaarbasis 1600 burgers met één-op-één contact in de steunpunten.

Studenten aan het werk in project WIJS.

Studenten aan het werk in project WIJS.

Hilbrants (33 jaar), vanuit de gemeente Groningen, en Kraanen (36 jaar), vanuit de welzijnsorganisatie WIJ Groningen, zijn medeoprichters. “We hadden bepaalde idealen om iets te doen met de grote hoeveelheden studenten in de Groningse samenleving, zowel van de universiteit, hogeschool als ROC’s”, licht Hilbrants toe. “Er liggen in de stad allerlei maatschappelijke vraagstukken die ze kunnen oppakken, Groningen is een van de armere steden van ons land. Daarom zijn we samen opgetrokken om WIJS op te richten. Nu zijn er inmiddels zes partijen verbonden en zijn er tientallen projecten per jaar waar studenten mee aan de slag gaan in de stad. Dat stuk verbinding waar de City Deal Kennis Maken aan werkt, doen wij al jaren.”

De studenten kunnen een goede bijdrage leveren om de samenleving te verbeteren, vult Kraanen aan. “Harald en Anne vertegenwoordigen van uit de gemeente en WIJ Groningen de ‘samenleving’ in WIJS en de andere vier netwerkpartners zijn afkomstig vanuit het onderwijs. We werken als sociale echt met een voorliefde voor de stad Groningen. Het is dan ook heel mooi dat we met WIJS echt impact maken, echt een verschil maken. Het leuke is dat we een relatief jong team zijn, we zien onszelf dan ook als zelfsturend team,.

Hilbrants: “Ik kan mezelf dan ook goed vinden in het jonge karakter van de organisatie. We zijn allemaal jonge honden. We zijn geen onderwijsinstelling, of een volwassenenorganisatie, maar we willen uitstralen dat we de studenten centraal hebben staan.

Samenleving

En dat is het geheim van het succes van het samenwerkingsverband. “We zijn begonnen vanuit de samenleving als vertrekpunt door relevante en actuele vraagstukken op te halen en belangrijke partners te betrekken bij de ontwikkeling van IWJS. Vervolgens hebben we gekeken hoe deze vraagstukken aan het onderwijs gematcht kon worden. Maar het maakt het leuk en echt dat studenten wijken in komen, waar ze tot voor kort nooit kwamen. Contact met bewonersorganisaties werkt heel anders dan contact met bijvoorbeeld de NS. Dat is dan ook een van de doelen voor de komende tijd: meer betrokken burgerschap. Studenten die zich meer inleven en kennismaken met mensen die heel anders zijn dan jij. Ze komen ook in aanraking met schrijnende verhalen, bijvoorbeeld via Syrische jongeren. Het van betekenis zijn is studenten heel veel waard. Studenten bedrijfskunde, leden van studentenverenigingen, vertelden me dat ze in een week meer van de samenleving hebben gezien, dan in de zes voorgaande jaren dat ze in Groningen studeerden.

groepsfoto Project WIJS

Studenten van project WIJS.

Project WIJS staat niet stil met ambities. Ooit begonnen als samenwerking met de gemeente, Hanzehogeschool en WIJ Groningen, maken tegenwoordig ook de RUG, het Alfa College en het Noorderpoort deel uit van de samenwerking. Kraanen: “We kunnen nog zoveel doorgroeien. Ook met onze locaties. We zitten nu in drie van de vijf stadsdelen van Groningen. Dat willen we uitbreiden zodat we op vijf locaties bewoners kunnen ontvangen met vragen en projecten kunnen ontwikkelen. Het doel is om in 2021 de wederkerigheid te vergroten zodat we de bewoners echt iets kunnen teruggeven. Nu is er vaak contact tussen bewoner en student omdat er iets moet gebeuren. Dat kan gelijkwaardiger.”

Studenten leren ook, gaat Kraanen verder. “Zij hebben ook praktische hulpvragen. Ze zitten in een fase van hun leven om zelfredzaam te worden. De inwoners helpen de studenten net zo. Doel is om een paar honderd universitaire en mbo-studenten in 2021 mee te laten doen. Ook willen we werken aan meer ideale matches tussen docenten, onderzoeken en professionals in het werkveld. Zodat men elkaar beter kan vinden en studenten betere begeleiding krijgen.”

‘Betrek Centers of Expertise meer bij de City Deal’

Dit gaat over de City Deal City Deal Kennis Maken

Sinds 2013 werken de hogescholen in ons land met Centers of Expertise, waarin ze met verschillende disciplines samenwerken aan het oplossen van grootstedelijke en maatschappelijke vraagstukken. Inmiddels is er sprake van een tweede golf en zijn er in ons land zo’n 40 Centers actief. De City Deal Kennis Maken zou dan ook meer gebruik moeten maken van deze Centers, stelt Geleyn Meijer, rector Hogeschool van Amsterdam (HvA).

Dit artikel hoort binnen het overkoepelende model voor verbinding met de samenleving bij het radar Cultuur & Communityvorming en Externe Verbinding.

Als opvolger van Jet Bussemaker, dé initiatiefnemer van de City Deal Kennis Maken, is Geleyn Meijer goed bekend met de City Deal. “Ze is twee jaar rector geweest voordat ze minister werd. Dat was de periode dat ik aan boord kwam. Toen kwam ook het gedachtengoed op voor de City Deal. Hoe kunnen we nu met die enorme potentie aan plezier, energie en nieuwsgierigheid van studenten de relatie met de stad verder vormgeven. Dat werd een drijfveer toen. Voor ons was het vooral belangrijk hoe we dat meer kleur konden geven in praktijkgericht onderzoek.”

Geleyn Meijer, rector van de Hogeschool van Amsterdam.

Geleyn Meijer, rector van de Hogeschool van Amsterdam. Foto: HvA.

Dat is het onderzoek dat vooral door hogescholen wordt gedaan. Wat houdt dit precies in? “Het is onderzoek dat heel erg uitgaat van een vraag uit de maatschappij. Denk aan het milieuvraagstukken, of de millenniumdoelen in de stad. Er liggen kansen in groei van de stad, verandering van de samenleving, of de groei van diversiteit. Praktijkgericht onderzoek is een drietrap. Met de vraag gaat een onderzoeker vervolgens een onderzoeksvraag bedenken. De tweede stap is het doen van het onderzoek met andere lectoren, studenten en onderzoekers. Deze fase is een combinatie van analyse en ontwerp. In de derde stap brengt de onderzoeker het ontwerp terug naar de vragensteller, de opdrachtgever. Dat kan een winkeliersvereniging, gemeente of bedrijf zijn. Na feedback kan je de hele cyclus opnieuw starten. Dat heen en weer ademen met de partijen heet praktijkgericht onderzoek en daar zijn we steeds beter in geworden.”

Wat is de rol hierbij precies van de Centers of Expertise?
“Die zorgen voor het volgende stadium: de krachten bundelen met de verschillende partners. De lectoren vinden elkaar steeds meer, ook van de verschillende hogescholen. Er ontstaat meer een krachtenbundeling rond onderwerpen, waar ze zich mee bezig houden dan van disciplines waar ze vandaan komen, zoals in de academische wereld. Bij praktijkgericht onderzoek gaat het meer om de vraagstukken. De Centers of Expertise zorgen ervoor dat je samenwerkt met partners van buiten. Zowel op projectbasis als structureel op de lange termijn. Met gemeenten, bedrijven of winkeliersverenigingen spreek je dan met elkaar af: dit zijn de grote vragen voor de komende jaren en hier gaan we aan werken. Samen heb je de rode draad bepaald. Daar komen projecten dan uit. Het is een beweging die in heel Nederland ziet, maar ook verder in Europa. De Centers of Expertise zijn echt een new kid on the block. Er lopen nu in de tweede golf een kleine veertig Centers in Nederland. Wij hebben op de HvA capaciteit om er zes te faciliteren. Overigens zie je ook in het mbo een soortgelijk initiatief ontstaan, de Centers voor Innovatief Vakmanschap. Dat is vergelijkbaar.”

Dus de Centers of Expertise helpen instellingen beter te laten samenwerken? Hoe zit het met de opleidingen?
“We moeten ervoor zorgen dat ons onderwijs echt profiteert van de onderzoeken. De kennis die we opdoen stoppen we terug in de opleidingen om er onderwijs mee te maken. Met een Center of Expertise heb je immers een afspraak om verder te bundelen. Ook academische onderzoekers hebben steeds meer interesse in onze Centers of Expertise. Een voorbeeld is het onderwerp AI (artificial intelligence). Academische onderzoekers kijken naar onze werkgroepen toegepaste AI.”

Wat zijn belangrijkste lessen als je terugkijkt de afgelopen zeven jaar?
“Als je het hebt over veel doen met de capaciteiten van de onderzoekers in die stad, dan hebben we geleerd dat je met enkele projecten die in tijd zijn begrensd veel bereikt. Je moet het niet laten voortduren. De vragen van studenten en onderzoekers zijn in het begin vernieuwend, maar als je in het derde jaar weer studenten langs hebt gehad met diezelfde vragen neemt de dynamiek af. Waar is de vernieuwing? Waar is de oplossing? Tegelijkertijd kan je niet verlangen van een kortlopend traject dat het iets oplevert wat de boel fundamenteel vooruithelpt. Of dat het iets oplevert waar je onmiddellijk mee aan de slag kunt. Grote vraagstukken zijn vaak harig dat vereist denken en proberen. Wat dus momenteel ontbreekt is een structurele lijn waarin je wel de energie van studenten en medewerkers in projecten of evenementen of gedurende verbindt, maar dat het past in een groter raamwerk van werken aan oplossingen ergens voor. En daar komen de Centers of Expertise bij kijken. “

Hoe bedoel je precies?
“In een Center of Expertise doe je iets vanuit een langetermijn afspraak die je hebt gemaakt met de opdrachtgever, de gemeente of winkeliersvereniging. Je doet een onderzoek niet alleen vanuit een opleiding of omdat het leuk is voor studenten, maar vanuit dat lange termijn idee. Elke lichting van initiatieven met studenten draagt bij aan dat lang lopende onderzoek. Je begint niet elke keer weer opnieuw, maar bouwt met de volgende lichting studenten voort op resultaten van de vorige groep. Zo trekken studenten en stad veel gerichter samen op. De studenten leren er echt wat van, en hun bijdrage wordt vastgehouden, in dit geval door het Center of Expertise. Die gebruikt dit weer bij de volgende groep studenten. Ook voor wijkbewoners zit er dan vorm van feedback en voortgang in. Die zien ook een volgende stap van samenwerken. Zo hou je de energie erin.”

De City Deal zou dus meer de Centers of Expertise erbij moeten betrekken?
“Ja, dat is mijn suggestie. Natuurlijk gebiedt de eerlijkheid te zeggen dat het onderzoek van hogescholen qua volume nog niet dezelfde omvang heeft als van universiteiten. Maar door de bundeling van krachten krijg je enorme impact en dat werkt weer als versneller. De opdracht van de Centers is om onderwijs te maken. Ons Center of Expertise Urban Vitality gaat bijvoorbeeld over stadse gezondheid. Dat houdt zich bezig met gezond zijn en blijven. Er vindt veel interessant onderzoek plaats naar onderwerpen als obesitas en topsport in de stad. Dat heeft een hele nauwe relatie met de opleiding. De lectoren die eraan bijdragen zijn ook betrokken bij het geven van onderwijs, en betrekken studenten bij het onderzoek. Op moment dat je in de City Deal met projecten aan de slag wil met studenten en de stad als partner, heb je hier al een kanaal liggen om te zorgen het in het onderwijs terechtkomt. In deze coronatijd zijn onze Centers gewoon doorgegaan. Daarom doe ik juist nu appèl om goed naar die stad te kijken en daaraan iets te doen en dat verankeren. Daarvoor zou je die Centers kunnen gebruiken want daar zitten mensen die het als hun vak zien om vast te leggen wat er gebeurt. En dat vervolgens te vertalen in onderwijs.”

Studenten op de Hogeschool van Amsterdam aan het werk.

Studenten op de Hogeschool van Amsterdam aan het werk. Foto: SIG UK/Flickr CC.

Hoe zie je de samenwerking met mbo?
“Ik denk dat we vooral meer moeten doen in combinatie met mbo-instellingen. Daar is men ook heel erg bezig met soortgelijke vraagstukken, en ik zou daarom graag de brug willen slaan. Nieuwe projecten in de City Deal zouden dan ook als voorwaarde moeten hebben dat je die dingen samen oppakt met het mbo. Practoraten brengen namelijk weer een hele andere invalshoek met zich mee. Daar kunnen we nog veel meer doen. Er zijn nu al gesprekken tussen hogescholen en mbo-instellingen om samen projecten te doen. Uiteindelijk staat of valt het ermee of mensen het leuk vinden mee te doen en hun best te geven. Als je kan samenwerken aan een probleem schept dat een band. Laat een ROC en hbo bijvoorbeeld samen kijken hoe we praktijkonderwijs kunnen vormgeven in deze nieuwe digitale wereld. Wat kunnen we leren van blended learning?”

Moet deze samenwerking onderdeel worden van een regulieren aanpak?
“We moeten ernaar streven dat we het uit de eenmalige projectensfeer halen en meer als manier van werken neerzetten. Dan blijft het ook het langst werken. Natuurlijk beginnen die dingen als initiatief, maar je moet het structureel verankeren. Als je het steeds maar als eenmalige vuurpijl afvuurt dan is het oh-effect op een gegeven moment er wel van af. Je moet zorgen dat het ergens landt en onderdeel wordt zodat studenten bijvoorbeeld een heel jaar lang in kleine groepjes kunnen samenwerken.”

Nano-Challenges: oplossingsmotor én vliegwiel voor maatschappelijke vraagstukken

Dit gaat over de City Deal City Deal Kennis Maken
Studenten aan het werk in het EnschedeLAB
Studenten aan het werk in het EnschedeLAB

Van eenzaamheid onder internationale studenten tot het helpen van oudere mensen om via digitale tools hun sociale contacten te onderhouden. Ook de tweede corona-golf brengt uitdagingen mee in de wijken van Enschede. Studenten van verschillende kennisinstellingen werkten samen daarvoor oplossingen uit in de Nano-Challenges van het EnschedeLAB.

Het EnschedeLAB is hét City Deal Kennis Maken project in de Twentse hoofdstad. In dit lab werken studenten Universiteit Twente, Saxion Hogeschool, ROC van Twente en AKI/ArtEZ samen aan échte vraagstukken uit de stad. Ze worden daarbij uitgedaagd om over de grenzen van hun instelling heen te kijken naar vernieuwende oplossingsrichtingen die de stad verder helpen. Vraagstukken die erg specifieke kennis vereisen, worden binnen één van de instellingen/opleidingen voorgelegd. Andere vraagstukken die meerdere soorten kennis, en dus een multidisciplinaire aanpak, vereisen, kunnen binnen een minor worden behandeld.

Nano-Challenge

Of ze worden uitgezet als Nano-Challenge. Het is sinds kort de nieuwe aanpak van stedelijke vraagstukken door studenten van het EnschedeLAB, vertelt coördinator Wiro Kuipers. “Afgelopen maart hadden we nog het idee om met het EnschedeLAB een programma te ontwikkelen dat zou passen bij de opleidingen en waar studenten twee dagen in de week aan de slag zouden gaan met stedelijke vraagstukken. Dat bleek praktisch onhaalbaar.

Geïnspireerd door het verhaal uit Utrecht van Erik Mooij met de Challenges ben ik naar onze regiegroep gestapt met het idee voor een eigen Challenge in Enschede: een Nano-Challenge, waar studenten in vier dagen tijd ervaringen opdoen met samenwerken met andere disciplines aan maatschappelijke vraagstukken, en met ontwerptools. Doel daarbij is niet om uitgekauwde oplossingen te bedenken voor deze vraagstukken, maar meer oplossingsrichtingen. Die kun je dan verder brengen in het onderwijs als estafette binnen projecten van verschillende opleidingen van de kennisinstellingen. Andere studenten pikken het weer op en brengen het weer verder. Denk aan afstudeerprojecten. Zo wordt de Nano-Challenge een oplossingsmotor en tegelijk een vliegwiel voor het oppakken van de maatschappelijke vraagstukken. Elk kwartiel willen we zo’n Nano-Challenge opzetten.”

Vraagstukken uit de stad

Het afgelopen kwartiel, in de maand september, zag het debuut van de Nano-Challenges. In de eerste challenge stonden drie stedelijke vraagstukken centraal in het kader van corona. Deze vragen waren ingediend door drie maatschappelijke organisaties uit de stad: welzijnsorganisatie Twentse Alliantie, de Leerkring Eenzaamheid Jongeren en de Twentse Naobers. In totaal 28 studenten van voornamelijk Saxion en AK AKI/ArtEZ I werkten, verdeeld over zeven gemengde groepen, samen aan oplossingen voor de drie aangedragen vraagstukken. “De vragen waren opgesteld eigenlijk vanuit een post-corona insteek, maar de actualiteit heeft ons ingehaald. Ze werden weer helemaal actueel”, aldus Kuipers.

Zo bleek in de eerste lockdown van de corona-pandemie dat niet alleen ouderen zich eenzaam voelden maar ook jongeren. Zeker degenen die vanuit een ander land in Enschede zijn komen wonen om hier te studeren of te promoveren. Voor deze jongeren zijn toen weliswaar allerlei initiatieven ontplooid, alleen zelden mét hen. Kuipers: “Om te voorkomen dat ze een volgende keer weer buiten de boot vallen was het doel om met de Nano-Challenge dit vraagstuk samen met die doelgroep aan te pakken.”

Een andere vraag die relevant is, zo bleek uit de eerste lockdown, is hoe je kwetsbare mensen, die niet digitaal of technisch vaardig zijn, kunt helpen met digitale tools. Waar de meeste mensen tijdens de lockdown dankzij die tools hun werk konden blijven doen, en hun sociale contacten konden onderhouden, konden ouderen en digibeten dat niet. Hoe zorg je ervoor dat deze groep mensen betrokken blijft? En in contact met familie en vrienden?

Het derde vraagstuk was ook corona-gerelateerd. Daarbij keken studenten naar oplossingen om vanuit de betrokkenheid van inwoners om te gaan met de toenemende zorgvraag in de komende jaren. Hoe kunnen we die het hoofd bieden? Op welke manier kunnen we dat samen doen? Hoe bewegen we van ‘Ziekte en Zorg’ naar ‘Gezondheid en Gedrag’? In de coronacrisis werd duidelijk dat hele nieuwe manieren van samenwerken mogelijk zijn en hoe we elkaar nodig hebben om uit de crisis te komen. Moeten inwoners niet ook actiever en vroegtijdiger worden betrokken bij zorg?

Oplossingsrichtingen

Wat leverde de Nano-Challenge op? “Er zijn zeven oplossingsrichtingen gekomen die best wel praktisch zijn. Van het inzamelen van bestaande devices om deze te hergebruiken voor kwetsbare groepen tot het idee en om een gezamenlijke zaterdagmiddag lunch te organiseren, waarbij met dezelfde ingrediënten, de deelnemers online samen koken en eten. Op 17 november is dat meteen uitgevoerd.”

Een ander idee was om een app/platform te ontwikkelen, waarop studenten elkaar online kunnen leren kennen op basis van soortgelijke eigenschappen of interesses, aangevuld met een fysieke plek waar je elkaar kunt treffen. Twee studenten zijn dit nu gaan uitvoeren.

Werken met échte context

Wiro Kuipers, trekker van de City Deal in Enschede.

Wiro Kuipers, trekker van de City Deal in Enschede.

Wat vonden de studenten ervan? Kuipers: “Een deel deed verplicht mee, een deel vrijwillig. Vooral vonden ze het samenwerken met andere opleidingen en studierichtingen, waar ze normaal niet zo snel in contact mee zouden komen, erg leuk. Ook het werken met echte context, om met echte vraagstukken aan de slag te gaan, vonden ze erg leuk. Sommige studenten hadden wel het gevoel alsof ze met de handrem erop moesten werken. Dat deden we bewust in de eerste twee dagen. We willen namelijk dat ze zich eerst goed verdiepen in de context, hoe het in elkaar zit, waar de mensen echt behoefte aan hebben. Dan pas kun je oplossingen verzinnen, een betere afweging maken en de nodige reflectie doen of een oplossing daadwerkelijk effect heeft. Je moet dus eerst zicht hebben of mensen er echt iets aan hebben.”

Kuipers gaat verder: “Wat we hebben gemerkt is dat studenten nog niet zo scherp hebben wat de opdrachtgevers precies kunnen. Even een app ontwikkelen is niet zo makkelijk voor een welzijnsorganisatie waar vijf mensen werken die samen 80 uur in een week. Of dat die organisatie weinig financiële ruimte heeft. Of de neiging om maar subsidie van de gemeente te vragen. Volgende keer willen hen meer bijstaan om dat bewustzijn mee te geven.”

Op 26 november vindt de volgende Nano-Challenge plaats. Er hebben al ruim 20 studenten zich aangemeld. Er staat deze keer maar één vraagstuk centraal: hoe kunnen we de overlast van rokers in wijken rond schoolterreinen beperken? Het gaat om wijken rond schoolterreinen en ziekenhuizen, waar wordt gehandhaafd op het rookverbod. Rokers zoeken nu andere plekken, en dat kan als gevolg hebben dat ze overlast veroorzaken, met afval, stankoverlast of geluidshinder. Hoe zouden we die overlast kunnen beperken zonder te verzanden in de zoveelste stoppen-met-roken campagne? Kuipers kijkt er naar uit: “Deze zal geheel in het Engels zijn. Ik ben echt benieuwd wat voor concepten de studenten verzinnen om deze overlast terug te dringen. Het is een lastige casus maar wel heel leuk.”

Meer informatie over het EnschedeLAB en de Nano-Challenges: www.enschedelab.nl

Oude ambachten en nieuwe technieken helpen Leeuwarder coronavraagstukken

Dit gaat over de City Deal City Deal Kennis Maken
Leeuwarden
Leeuwarden. Foto: Pieter Verbeek.

Hoe blijf je als museum interactief in deze coronatijd? Hoe handhaaf je in een stadspark wanneer het lekker weer is en mensen willen genieten? Studenten van hogeschool NHL Stenden, het Friesland College werkten samen aan deze vragen in de Corona Challenge van de City Deal Kennis Maken Leeuwarden. Dat deden ze ook met studenten uit Valencia en Bulgarije.

Dit artikel hoort binnen het overkoepelende model voor verbinding met de samenleving bij het radar Studenten en Externe Verbinding.

Met Leeuwarden als City Lab zijn vijftien jonge denkers, doeners en makers op 9 oktober aan de slag gegaan in drie Corona Challenges. De eerste was een opdracht van het Fries Natuur Museum. Dit museum bestaat voor een groot deel uit aanraak-activiteiten voor kinderen. Hoe kan het museum deze interactiviteit handhaven in Coronatijd? Het tweede vraagstuk kwam van de gemeente Leeuwaren zelf. Die wilde weten hoe Stadshandhaving Prinsentuin tegelijkertijd de coronaregels kon handhaven én de leuke sfeer van het park kon behouden.

Het derde vraagstuk kwam van de winkeliers van de Nieuwe Oosterstraat, ook wel bekend als B-Street. Sinds de coronatijd staan hier veel zwerffietsen, achtergelaten door studenten die weer tijdelijk bij hun ouders gingen wonen. Wat is een duurzame, groene manier om de fietsen op te ruimten? Kunnen we de fietsen hergebruiken?

De Corona Challenge was opgezet om in post-corona oplossingen te bedenken voor deze stedelijke vraagstukken. Helaas haalde actualiteit het weer in. Door nieuwe coronamaatregelen moest de samenwerking grotendeels verhuizen naar een online omgeving in plaats van de Leeuwarder maakplaatsen D’Lab en Frisian Design Factory, waar de studenten zouden samenwerken. Uiteindelijk werd het een hybride event. Op 23 oktober konden de studenten hun ideeën pitchen op de Dag van de Duurzaamheid tijdens een event.

craft your future

Oude ambachten en nieuwe technieken

De Challenges zijn een samenwerking met Learning Hub Friesland, een partij die nog niet eerder was aangehaakt bij de City Deal Kennis Maken in Leeuwarden. Deze stichting faciliteert Europese samenwerking voor scholen in Friesland, legt Erna van der Werff uit, directeur en medeoprichter. “Europa biedt veel kansen voor docenten en studenten maar van alle regio’s maakt Friesland nog het minst gebruik van de financiering hiervoor. Daarom zijn wij gestart en zoeken wij naar thema’s die spelen in de regio. Waar liggen ambities en uitdagingen om internationale projecten mee te op te zetten?”

De Corona Challenge is dan ook opgezet volgens de uitgangspunten van Craft Your Future, een van de programma’s van het Learning Hub Friesland, waarin het Friesland College samenwerkt met de Polytechnische Universiteit van Valencia (hbo) en een oude ambachtsschool in Tryavna, Bulgarije. Centraal in Craft Your Future staan vakmanschap en ambacht als bron voor innovatie en duurzaamheid: het hergebruik van traditionele ambachten gecombineerd met nieuwe technieken in een circulaire economie. “Wat kunnen we leren van het vakmanschap van toen voor de vraagstukken waar we nu tegenaan lopen?”, licht Van der Werff toe. In de Corona Challenge gold dat voor de drie vraagstukken, waarmee de studenten in Leeuwarden aan de slag gingen. De internationale studenten uit Bulgarije en Spanje dachten actief van afstand mee.

Samenwerking

Erna Van der Werff, Learning Hub Friesland.

Erna Van der Werff, Learning Hub Friesland.

De samenwerking tussen de City Deal Kennis Maken Leeuwarden en de Learning Hub is afgelopen zomer gestart toen Van der Werff in contact kwam met Roland Kuipers (NHL Stenden) en Corrie Ponne (gemeente Leeuwarden). Alle drie waren ze enthousiast om samen te werken. Van der Werff: “We hebben al langer de wens om samen te werken met NHL Stenden. Dit was onze kans om iets moois op te zetten.” Voor de City Deal Kennis Maken was dit een mooie kans om zichzelf goed in de praktijk neer te zetten, stelt Ponne. “Dit was een mooie gelegenheid om het concept, de naam, en het idee van de City Deal meer bekendheid te geven. Met de Corona Challenge konden we bedrijven en andere partijen laten kennismaken met de werkwijze en hoe het eraan toegaat in de City Deal. De Corona Challenge heeft het multidisciplinair en multi-level samenwerken goed laten zien in de praktijk.”

Kuipers: “Wat het Learning Hub verder toevoegt is het internationale aspect. We werken nu samen met andere regio’s in Europa. Dat deden we nog niet in Friesland. Er was echt een gap. Daar sluit dit goed op aan.”

Input van studenten

Wat leverde de Challenge op? “Er ontstond een mooie, open en constructieve samenwerking tussen verschillende kennisinstellingen en studenten uit Spanje en Bulgarije. De studenten waren erg enthousiast”, kijkt Van der Werff terug. “Door de verscherpte coronamaatregelen werd een flink appèl gedaan op ons doorzettingsvermogen, inventiviteit en de bereidheid tot samenwerken. Maar dat heeft goed uitgepakt.”

De drie opdrachtgevers, die de Challenges inbrachten, waren erg blij met de input van de studenten. Zo hadden de studenten voor het Fries Natuur Museum een prototype gemaakt via een 3D printer van een stokje waarmee je coronavrij de touchscreens kan bedienen in het museum. Dat kon meteen worden getest en verder ontwikkeld.

De foto toont een lachende Corrie Ponne

Corrie Ponne, gemeente Leeuwarden.

“Bij de twee andere Challenges waren de opdrachtgevers onder de indruk van de denk- en organisatiekracht van de studenten en waren ze blij verrast over hoe samenwerking met studenten kan verlopen”, vertelt Ponne. “Het is belangrijk om dat soort signalen te delen om zo ook de impact van de gedachte van de City Deal te vergroten.”

Voor het park bedachten de studenten een app om bezoekers te helpen om 1,5 meter afstand te bewaren. Ook kan je bij de ingang van het park een QR-code scannen om te zien hoeveel mensen in het park zijn. Ponne: “Om eenzaamheid tegen te gaan heeft de app ook een chatfunctie waarmee je in contact kan komen met anderen in het park, die je niet kent. Zonder dichtbij elkaar te komen. Het idee erachter is dat veel mensen de hele dag eenzaam thuis en in het park in contact met anderen kunnen komen. Dat hoorde niet bij de opdracht, maar dat hebben de studenten zelf erbij bedacht. Dat is echt mooi.” Voor de winkelstraat bedachten de studenten een bankje gemaakt van fietsen, waarop je goed afstand kan houden.

Over eigen grens kijken

Een onverwachte uitkomst is ook dat zelfs in coronatijd, waarin het grootste gedeelte van de activiteiten online plaatsvindt, op 23 oktober een voor studenten inspirerend event kon worden georganiseerd, voegt Van der Werff toe. “Wij zijn overtuigd dat het multidisciplinaire en multi-level karakter van het event hieraan ten grondslag ligt. Niet alleen hbo en mbo studenten, -van opleidingen variërend van European Studies tot Media, Games & IT en Creatief Vakman-, maar ook bedrijfsleven, culturele sector en overheid waren betrokken. Studenten leren hierdoor over hun eigen ‘hokje’ heen te kijken en ongeacht hun opleiding en niveau, samen te werken met verschillende disciplines. Dit zijn waardevolle competenties voor hun toekomst.  Wij zouden dit in ons werkveld ook vaker cross-cultureel moeten werken. Over onze grenzen heen kijken.”

een lachende Roland Jan Kuipers

Roland Kuipers, NHL Stenden.

Over grenzen gesproken, ook de samenwerking met de Spaanse en Bulgaarse studenten verliep goed. “Frappant was hoe de verschillende landen anders omgingen met corona”, vertelt Kuipers. “In Bulgarije waren ze er niet echt mee bezig, terwijl de Spaanse studenten een hele strenge lockdown achter de rug hadden. Zo zie je dat het ook anders kan in Europa. We zijn in ons doel geslaagd. De Corona Challenge is een goed voorbeeld van hoe samenwerken met andere partijen goed werkt en dat het goede ideeën oplevert. Learning Hub Friesland heeft met haar aanstekelijke enthousiaste wijze van organiseren en inzet van internationale contacten een nieuw accent aan de City Deal Kennis Maken gegeven. Dat smaakt naar meer. Ik hoop dat we in april en mei een nieuwe ronde Challenges kunnen doen, en dan echt fysiek bij elkaar te komen.”

Weer nieuwe aanvragen Corona Challenge goedgekeurd

Dit gaat over de City Deal City Deal Kennis Maken

Vanuit de City Deal Kennis Maken Impuls 2020 regeling wordt dit jaar voor elke deelnemende stad een zogeheten Corona Challenge gefinancierd. Weer zijn vier nieuwe aanvragen formeel goedgekeurd door het bestuur van Regieorgaan SIA.

Zoals de naam het al zegt, staat in de Challenge Covid-19 centraal.Vier nieuw aanvragen zijn goedgekeurd. In Gemeente Ede en Gemeente Wageningen werken studenten met de vraag “Hoe kunnen we na COVID-19 het lokale voedselsysteem duurzaam en gezond maken?”. In 8 teams werken studenten binnen hun curriculum aan 5 lokale challenges die hier aan bijdragen (voedselverspilling, eiwittransitie, korte keten, gezonde leefstijl en gezonde voedselomgeving).

Gemengde teams

In Gemeente Arnhem gaan de studenten in gemengde teams aan de slag voor “Student well-being post COVID”. Het resultaat is een toegankelijk initiatief – een zgn. ‘easy access tool’ – om in te bedden in Arnhem. De winnaars ontvangen prijzengeld en hulp van een expertteam! Nijmegen zet in op de wijk Lindenholt: de wijkprofessionals dagen een grote groep studenten van het ROC, de HAN en de RU uit om op zoek te gaan naar toekomstbestendige en coronaproof oplossingen voor het stimuleren van ontmoeting in de wijk. Onder de noemer “de Stad van straks” gaat in Breda het Urban Living Lab Breda met alle partners in dialoog over hoe Breda uit de corona crisis komt. Dit gebeurt met het organiseren van Stad van straks cafés. De City Deal Corona Challenge wordt ingezet om een Stad van straks café te organiseren voor studenten door studenten!

Eerdere aanvragen

Vanuit de eerdere aanvragen werkt Zwolle  met studenten in challenge-vorm werken aan een app voor de smartphone. Deze is gericht op jongeren om de 1,5 meter afstand te stimuleren. Delft gaat in challenge-vorm werken aan de nieuwbouw en hoogbouw in de stad, en hoe in alle nieuwe en bestaande plannen 1,5 meter afstand moet worden meegenomen. Leeuwarden kiest voor een open challenge ronde waarbij de studenten zelf met challenges komen. De beste challenges worden geselecteerd en opgepakt tijdens een speciale week in november, wanneer ook de Dag van de Stad Leeuwarden bezoekt.

Amsterdam heeft het thema Eenzaamheid opgepakt, en heeft met studenten in challenge-vorm gewerkt aan een grote fotowedstrijd om de beste foto’s op te halen om dit thema toe te lichten. Nu organiseren de studenten een rondreizende expositie door de stad heen, om de foto’s in de wijken te tonen en toe te lichten. In Maastricht staat in de challenge het online verbinden van buurtbewoners aan hun aanpak centraal in de twee wijken waar de CDKM Maastricht zich op richt. Er wordt een interactieve online omgeving gebouwd met behulp van de reeds bestaande tools vanuit Zuyd, om te zorgen dat ook dit najaar en volgend jaar alle verbindingen en projecten doorgang kunnen vinden.

Corona Challenge

De overige van de 19 deelnemende steden van de City Deal Kennis Maken kunnen een aanvraag indienen via de regeling City Deal Kennis Maken Impuls 2020.

Om de studenten succes te wensen aan de start van hun CDKM Corona Challenge, heeft Minister van Engelshoven een filmpje voor hen opgenomen:

 

 

Verslag Bestuurdersdiner

Dit gaat over de City Deal City Deal Kennis Maken

Op 12 oktober nemen ruim 60 bestuurders van gemeenten en kennisinstellingen deel aan het online Bestuurdersevenement van de City Deal Kennis Maken. Ook minister Ingrid van Engelshoven (OCW) is aanwezig.

Projectmanager Rowinda Appelman van de City Deal Kennis Maken trapt de avond af met een korte presentatie over de stand van zaken van de City Deal Kennis Maken. De City Deal is in 2017 gestart vanuit de ambities van de toenmalige onderwijsminister Jet Bussemaker. Zij wilde meer verbinding bereiken tussen het hoger onderwijs en de samenleving.

Bij de aftrap had de City Deal drie doelen. Allereerst moest er vanuit de City Deal een rijke leeromgeving worden gecreëerd voor studenten in de stad, waarin ze interdisciplinair leren samenwerken en beter voorbereid worden op opgaven van de toekomst én meer binding krijgen met de stad en regio waar ze studeren. Ten tweede was het doel om de kennisverbinding in de stad tussen gemeente en kennisinstellingen te versterken. Als derde doel van de City Deal kan door het bereiken van doel 1 en 2 een versnelling op gang worden gebracht in het oplossen van maatschappelijke opgaven in de stad door onderzoekers, docenten en studenten hier grootschalig bij te betrekken.

Naast de ministeries van OCW en BZK haakten ook Regieorgaan SIA, de Vereniging Hogescholen, de VSNU, het Netwerk Kennissteden en Kences aan als partners. Inmiddels doen negentien steden mee, waarbij Ede en Wageningen samenwerken als één stad.

Lees het verslag van het Bestuurdersdiner in pdf.