Samenwerking en Design Thinking de kracht van het Enschede Lab

Dit gaat over de City Deal City Deal Kennis Maken

Ruim vijftig leden uit het City Deal-netwerk Kennis Maken en andere geïnteresseerden, werden donderdag welkom geheten in het Design Lab van de Universiteit Twente, voor een kennismaking met het Enschede Lab en een workshop Design Thinking.

Rowinda Appelman, kwartiermaker van de City Deal Kennis Maken, opende de bijeenkomst: “Van de 12 steden met een universiteit en hogeschool, zijn er 11 aan de slag met de City Deal Kennismaken. Daar is Enschede er één van en we zijn blij dat Enschede ons vandaag heeft uitgenodigd om te laten zien hoe zij invulling geven aan de City Deal. In alle deelnemende steden zie je initiatieven opkomen. In elke stad staan andere vraagstukken centraal en elke stad zoekt op een eigen manier naar oplossingen. Maar hoe zorgen we nu dat we dat aan elkaar verbinden en van elkaar leren, zodat we niet allemaal opnieuw het wiel hoeven uit te vinden? Daarom is kennisdeling een belangrijk uitgangspunt van de City Deal en daar gaan we hier vandaag direct mee aan de slag.”

Vervolgens was het woord aan Gerdien Looman, programmanager Smart City-aanpak van de gemeente Enschede. Zij gaf aan hoe zij zich, samen met ontwikkelmanager Strategische Samenwerking Kennisinstellingen Christel Koman, namens Enschede op drie thema’s richt:

  • Talent halen en houden
  • Vestigingsklimaat
  • Smart Society / Smart City: hoe maken we een slimme stad?

Kristallisatiemoment

Looman: “We werken natuurlijk in Enschede als gemeente en kennisinstellingen al lang samen en kwamen elkaar tegen, maar vooral op de werkvloer, via stagiaires bijvoorbeeld. Maar op strategisch middenniveau was er nog geen structurele band en toen de City Deal Kennis Maken langskwam, hebben we dat als ‘kristallisatiemoment’ aangegrepen en vanuit onze strategische agenda waarmee we Enschede economisch weerbaarder maken, een samenwerkingsverband gesloten. Niet alleen met de hogeschool en Universiteit, maar ook met kunstacademie AKI / Artez en het ROC, want we delen allemaal dezelfde belangen en zo versterken we juist de multidisciplinaire kracht in de samenwerking.”

“Aan de ene kant gaat het nu goed met Enschede, maar in tegenstelling tot veel andere steden zijn we niet echt gegroeid. Er zijn op dit moment zo’n 86.000 banen in Enschede, maar er zijn wel zorgen of we op termijn voldoende arbeidsbevolking hebben. Daarom moeten we talent echt voor deze regio behouden.

En het is belangrijk dat veel aantrekkelijke werkgevers in onze regio, bekender worden onder studenten. We hebben veel technisch talent en ook een aantal uitstekende kleinere en middelgrote ICT-bedrijven. Door daar stageplekken aan te bieden, raken studenten al vertrouwd met die bedrijven.

Samenwerking is belangrijk in deze regio. Dat wisten we al in de jaren zestig, toen de toenmalige technische hogeschool ontstond uit de roep om hoger onderwijs. Daaruit kwam onze ondernemende Universiteit Twente voort. Een universiteit die past in een ondernemende stad, omdat we weten dat je hier niets vanzelf krijgt. En daarom weten we elkaar hier goed te vinden.”

Maatschappelijke impact

Roelyn van der Hoek van de Universiteit Twente schetst vervolgens het perspectief van de kennisinstellingen op de samenwerking. “De universiteit is hier ontstaan om de regio een impuls te geven na de teloorgang van de textielindustrie. Dat hebben we ook altijd zo gevoeld, daarom is ‘maatschappelijke impact’ ook één van onze belangrijkste bestaansredenen.

Van der Hoek vertelt dat de universiteit niet alleen werkt aan het behouden van talent, maar zelfs een stapje verder gaat: het terughalen van alumni. “We hebben een alumni office manager aangesteld die kijkt of we afgestudeerden terug kunnen halen. Onze regio heeft veel te bieden. Met name de ruimte en de relatief lage huizenprijzen maken Enschede aantrekkelijk voor alumni die een gezin stichten.”

Ook van der Hoek benadrukt de samenwerking: ”Er zijn allerlei gezamenlijke services, waarbij we van elkaars voorzieningen gebruik make: windtunnel, fab lab, nano lab. Je kunt hier van alles gebruikmaken, ook als individu of bedrijf. Daarmee proberen we de regio sterker te maken.”

“Waar we naartoe gaan is de zogenaamde ‘quadruple helix’: nu kennen we de ‘triple helix’, die staat voor de samenwerking tussen overheid, bedrijfsleven en onderwijs, maar je ziet, ook bijvoorbeeld in de kaders voor subsidies, dat het nadrukkelijk betrekken van de samenleving, inwoners, patiënten, steeds belangrijker wordt”, schetst Van der Hoek.

Op de vraag of er niet een grote kloof gedicht moest worden tussen ROC en Universiteit Twente om in het Enschede Lab tot samenwerking te komen, zegt Van der Hoek dat dat redelijk makkelijk ging omdat de instellingen in Enschede al behoorlijk ‘vernetwerkt’ zijn: “Wij werkten al veel samen met Saxion en Saxion weer veel met het ROC, rondom doorstroming et cetera. En we vinden elkaar in onze missies.”

Maya van den Berg vertelt over het Enschede Lab

Multidisciplinair

Maya van den Berg, projectleider van het Enschede Lab, lichtte vervolgens dit initiatief nader toe. “Innovatieve en duurzame oplossingen voor een zelfredzamer Enschede. Dat is het idee achter het Enschede Lab. Het bijzondere is het gemengde en multidisciplinaire karakter, waarbij studenten van verschillende opleidingen en opleidingsniveaus in één team samenwerken. Dat zorgt voor een interessant avontuur voor studenten, die zo ook beter voorbereid worden op de arbeidspraktijk, waarbij je ook moet schakelen met mensen die op verschillende niveaus opereren. Een universitair student denkt vaak veel conceptueler, waar een ROC-student praktischer en uitvoerender is ingesteld. Als gemengd team leer je inclusief te werken en elkaars kracht te benutten. We zijn er dan ook van overtuigd dat we tot betere oplossingen komen door deze mengvorm.

In een cyclus van een half jaar gaat nu de eerste lichting aan de slag. Studenten hebben wel een begeleider vanuit hun opleiding en een coach vanuit één van de andere instellingen, maar werken in zelfsturende teams die volgens de principes van Design Thinking hun eigen opdracht formuleren.”

Punt van aandacht is dat opleidingen ontzettend verschillend georganiseerd zijn, zelfs binnen instellingen, waardoor het moeilijk is om alle studenten in de gelegenheid te stellen deel te namen aan het Enschede lab. En wat gebeurt er met de resultaten die een lichting in het Enschede Lab na een half jaar oplevert? “In juni worden de resultaten door de regiegroep gejureerd. Kansrijke ideeën kunnen door de regiegroep worden opgepakt. Daarnaast willen we ook continuïteit creëren met een soort ‘dakpanconstructie’ waarbij studenten van deze lichting ook een rol spelen in de volgende ronde.”

Omdenken

Over studenten gesproken, wat vinden die er eigenlijk zelf van? Studente Jessie Wijnberg van de AKI. “Op een kunstacademie studeren natuurlijk andere mensen, die met een andere blik naar dingen kijken dan veel studenten bij andere opleidingen. Je merkt ook wel eens dat dat lastig in de samenwerking: studenten aan de kunstacademie zijn niet zo gewend aan lijstjes en vaste formats en die komen we nu in het Enschede Lab wel tegen. Ik denk dat we juist door die andere achtergrond een meerwaarde hebben, bijvoorbeeld in het stimuleren van ‘omdenken’. Dat omdenken spreekt mij ook aan en als we in ons groepje van het Enschede Lab in een later stadium toe zijn aan het ‘sociaal design’, hoop ik een goede bijdrage te kunnen leveren.”

De Engelstalige student Florian Kleinhoven vertegenwoordigt naar eigen zeggen ‘an international community who travelled a lot to make a local impact’. Hij geeft aan dat zijn deelname aan het Enschede Lab hem helpt om zich meer verbonden te voelen met de lokale gemeenschap. Door de taalbarrière wordt hij vaak als buitenstaander behandeld en hij hoopt dat dat nu zal veranderen. David Schuler van Saxion vertelt iets over zijn onderzoek voor de City Deal. “Ik onderzoek hoe je er voor kunt zorgen dat de aandacht binnen onderwijsinstellingen niet binnen een half jaar verzwakt. Hoe je kunt zorgen dat thema’s langer impact hebben en voortbestaan.” Ook hij signaleert de meerwaarde van deelname van de verschillende instellingen aan de City Deal. “Studenten van het ROC gaven een keer aan ‘waarom betrek je de mensen wiens probleem je probeert op te lossen er niet bij?’ Daar had nog niemand aan gedacht.”

Hoogleraar Peter-Paul Verbeek vertelt over de relatie tussen mens en techniek

Mens-techniek relaties

Voorafgaand aan de pauze hield tot slot hoogleraar Peter-Paul Verbeek van de Universiteit Twente een bevlogen en inspirerende lezing over de invloed van technologische ontwikkeling op de samenleving. Verbeek: “Er ontstaan nieuwe relaties tussen mens en techniek. Je moet mens en techniek niet tegenover elkaar plaatsen: wij zijn deels wie we zijn door de techniek en in de techniek zit steeds meer menselijks. Techniek geeft vorm aan wat mensen doen en hoe ze de wereld waarnemen.” Verbeek illustreerde hoe in de jaren zestig bruggen werden gebouwd die ‘discrimineerden’, omdat ze te laag waren om bussen door te laten – in een tijd waarin de meeste donkere mensen op de bus waren aangewezen voor vervoer, omdat ze zich geen eigen auto konden veroorloven.

Als technologie nu voor een kloof of tweedeling zorgt, dan is dat dus niets nieuws, betoogt de hoogleraar. Een hedendaags voorbeeld is ‘gezichtsherkenningssoftware’ die bij mensen met een donkere huidskleur vaker tot ‘valse positieven’ leidt omdat het technologie minder detailverschil waarneemt door een lagere contrastwaarde in de gelaatskleur. Er zit dus ‘politiek in technologie’, zegt Verbeek en hier zitten vaak meerdere kanten aan. ‘Smart cities’, waarin gebruikgemaakt wordt van slimme meetapparatuur, dragen bij aan het in kaart brengen én oplossen van stedelijke problemen, maar zorgen ook voor een ‘big brother’-gevoel van ‘gevolgd worden’ bij burgers. Technologie zelf is niet ‘de vijand’ maar de toenemende verweving van technologie in ons leven zorgt voor nieuwe en complexe vraagstukken, ook rond democratie en burgerschap.

Design Thinking

Nadat de aanwezigen tijdens de lunch konden bijkomen van de opgedane inzichten, werd in het middagprogramma een workshop Design Thinking verzorgd door managing director Frank Kresin van het Design Lab en Maya van den Berg. Zo konden de aanwezigen spelender- en lerenderwijs kennismaken met de aanpak die in Enschede is gevolgd om tot de Smart City-agenda te komen. Daarvoor werden eerst praktijkvraagstukken geïnventariseerd, die in vijf thema’s geclusterd werden, waar deelnemers in groepjes enthousiast mee aan de slag gingen. Thema’s waren onder andere het stimuleren van burgerinitiatieven, de werkwijze rond data en de transparantie daarvan en valkuilen bij samenwerking in de slimme stad. Creatieve werkvormen stimuleerden de groepen zowel tot samenwerking als tot ‘out-of-the-box’-denken. Tot slot van de workshop werden de uitkomsten door een panel van deelnemers verrijkt met tips, waarna de definitieve ‘oplossingen’ geformuleerd werden.

Creatieve samenwerking in de workshop Design Thinking

Tijdens de afsluiting van de bijeenkomst werd teruggeblikt op de workshop en gaven deelnemers aan wat ze nu meenemen na de workshop en de dag. Antwoorden varieerden van ‘studenten de stad in sturen’ tot ‘gewoon aan de slag gaan’ en ‘design thinking kan werken in de samenwerking met externe partijen’. Zowel Van den Berg als Kresin kijken terug op een geslaagde dag. Van den Berg: “De feedback uit de workshop is waardevol voor het doorontwikkelen van de projecten in Enschede en de uitkomsten worden verder meegenomen in het netwerk van de City Deal. We kijken terug op een succesvolle eerste landelijke workshop op locatie binnen het City Deal-netwerk en er zullen dit jaar nog meer gaan volgen.”

 

 

 

 

Laat een reactie achter

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *