Koen Haer programmamanager Agenda Stad

Koen Haer is per 1 juli 2024 de nieuwe programmamanager van het interbestuurlijke innovatieprogramma Agenda Stad. Hij volgt Frank Reniers op die kiest voor een nieuwe uitdaging.

Haer, sinds 2019 als dealmaker werkzaam bij Agenda Stad: “Ik begin met veel enthousiasme en gedrevenheid aan deze nieuwe uitdaging. De afgelopen maanden heb ik deze rol al mogen verkennen als waarnemend programmamanager en ik ben blij dat ik nu officieel met dit fantastische team én met de vele gemeenten, kennisinstellingen en private partijen in en rond City Deals, als programmamanager kan bijdragen aan innovaties die onze gemeenten nog beter en veerkrachtiger maken.”

Frank Reniers, sinds de start als dealmaker bij het programma betrokken en sinds 2018 programmamanager: “Ik voel me zeer verbonden met Agenda Stad, de opgaven van steden en met het prachtige netwerk dat we in bijna 10 jaar hebben opgebouwd. Tegelijkertijd is het tijd voor een nieuwe uitdaging voor mij. De kabinetswissel is een mooi moment om het stokje door te geven aan Koen, die al vijf jaar onderdeel is van het team én de kneepjes van het vak kent. Ik ben blij dat we zo’n goede opvolger hebben kunnen vinden.”

Dirk Spannenburg, afdelingshoofd Regio en Leefbaarheid bij het ministerie van BZK, waar Agenda Stad deel van uitmaakt. “Ik ben ontzettend blij en trots dat Koen Haer de nieuwe programmamanager wordt van Agenda Stad. Koen heeft een ruime ervaring opgedaan de afgelopen jaren, niet alleen als dealmaker, maar ook als projectleider van de Dag van de Stad in 2022 en 2023. Tegelijkertijd ben ik Frank ontzettend dankbaar dat hij Agenda Stad en meer dan 31 City Deals nadrukkelijk op de kaart heeft gezet samen met de collega’s. Ik wens hem heel veel succes met zijn vervolgstap.”

De City Deal Tijdloze Grachten kan definitief dóór!

Bijeenkomst Tijdloze Grachten Den Bosch 27 juni 2024

Kernopgave duidelijk en kernteam compleet, nu op volle kracht vooruit

Op donderdag 27 juni kwamen de (toekomstige) partners van de City Deal Tijdloze Grachten bij elkaar in het historische Den Bosch Een belangrijke mijlpaal is namelijk bereikt: de City Deal kan definitief dóór, nadat er de afgelopen tijd hard is gewerkt om de juiste partners aan boord te krijgen en een gezamenlijk doel te formuleren. De deal is nu dus echt rond! Genoeg reden om daar bij stil te staan en vooral vooruit te kijken richting de toekomst.

Aanleiding City Deal Tijdloze Grachten

De City Deal Tijdloze Grachten is ontstaan vanuit een gedeelde urgentie als het gaat om het behoud van onze historische kades, bruggen en sluizen in binnensteden.

Historische binnensteden zijn namelijk hét symbool van ons nationale erfgoed. Veel van deze binnensteden kennen unieke, eeuwenoude grachtencomplexen die niet alleen een belangrijke rol spelen in de aantrekkingskracht van deze steden, maar ook in de waterinfrastructuur. De keerzijde van deze visitekaartjes is echter dat een goede staat van onderhoud cruciaal is om de bruggen, kades en grachten én die waterinfrastructuur veilig te houden. Diverse incidenten hebben de afgelopen jaren de kwetsbaarheid van deze eeuwenoude constructies aangetoond. Om onze historische binnensteden aantrekkelijk en leefbaar te houden is samenwerking nodig. Deze samenwerking zet zich,  met een blik gericht op de toekomst, in om het onderling delen en leren van elkaars ervaringen te bevorderen.

Urgentie is duidelijk

De verschillende partners die bij de bijeenkomst waren, waren het dan ook unaniem eens: laten we deze grote renovatie- én revitaliseringsopgave meteen aangrijpen, om meerdere thema’s te onderzoeken. Denk dan aan de opgave voor meer groen in de stad, het waterbeheer, en de energietransitie, maar ook: de ondergrond en het feit dat mobiliteit steeds meer verandert in een (historische) binnenstad. “Wat ooit begonnen is vanuit de invalshoek van sec renoveren en onderhouden, is nu uitgegroeid tot een integrale aanpak waar verschillende thema’s samenkomen.”, aldus dealmaker Tim Op ’t Hoog van het ministerie van BZK.

Bijeenkomst CD Tijdloze Grachten Den Bosch 27 juni 2024

Deelnemende partijen

Vanuit die urgentie is de bal gaan rollen om een City Deal op te starten. Zo zijn de eerste gesprekken gevoerd met de gemeente Utrecht als partij die het thema echt geagendeerd heeft, waarna de  gemeenten Leiden, Delft en Amsterdam al snel volgden. Vervolgens was het belangrijk om een kwartiermaker en een projectsecretaris aan te stellen en verdere gesprekken te voeren met overige belangstellenden. Dat heeft uiteindelijk geleid tot een mooie, diverse groep partijen:

Met deze partijen zijn er voldoende partijen aan boord de deal officieel te sluiten op 25 september tijdens de Vakbeurs Openbare Ruimte. Daarna zal de City Deal gaan werken vanuit de volgende werklijnen, die zijn ontstaan vanuit de hoofddoelstelling van de City Deal om onze historische stadscentra zoveel mogelijk te kunnen behouden:

  1. Samenwerken en Agenderen

De City Deal-partners zullen de omvang, urgentie en het belang van de opgave gezamenlijk agenderen en het financiële vraagstuk aanpakken. We stimuleren samenwerking en breiden het landelijke netwerk uit om ervaringen te delen en van elkaar te leren. We onderzoeken structurele samenwerking om succesvolle innovaties op te schalen, te investeren in ontwikkeling en innovatie, en systeemveranderingen effectief aan te pakken. 

  1. Behoud van Constructies

We ontwikkelen strategieën om constructies in goede staat te houden, hun levensduur te verlengen en renovatiekosten te verlagen. Dit omvat passend gebruik, preventief onderhoud en nieuwe methoden om renovatiebehoeften te identificeren voor gerichte en effectieve renovaties. 

  1. Renovatie in Synergie met Stedelijke Opgaven

Bij noodzakelijke renovaties en investeringen hanteren we een “gevel tot gevel” aanpak, waarbij we synergie zoeken met stedelijke transitieopgaven. Dit heeft als doel veerkrachtige en toekomstbestendige grachten te creëren.

  1. Opschalen en Ontsluiten

Deze werklijn richt zich op kennisdeling en samenwerking binnen renovatieprojecten. We delen ervaringen tussen deelnemende partijen en ontsluiten deze voor niet-deelnemers. We borgen nieuwe technieken en werkwijzen in handboeken, ontwikkelen lesmethoden, organiseren bijeenkomsten en geven cursussen via bestaande gremia.

Officieel tekenmoment op 25 september

Vanaf nu werkt de City Deal toe naar de officiële ondertekening met alle bestuurders en directieleden van betrokken partners op 25 september. Dit vindt plaats op de Vakbeurs Openbare Ruimte in Utrecht.

De praatplaat van deze City Deal geeft goed schematisch weer met welke opgave we te maken hebben, en welke thema’s eraan gekoppeld zijn.

Future Green City: Van stadsingenieurs, groenprofessionals tot tijdloze grachten

Future Green Cities

Van 23 tot en met 26 september 2024 delen ruim drieduizend experts van over de hele wereld vier dagen lang hun passie en kennis over de leefbare groene stad mét toekomst op het Future Green City World Congres in Utrecht. En daar wordt ook nog eens een nieuwe City Deal ondertekend.

Het congres is een initiatief van Koninklijke Vereniging Stadswerk Nederland en Koninklijke Vereniging van Hoveniers en Groenvoorzieners (VHG) en opgezet samen met gemeente Utrecht, VNG en Agenda Stad. Het congres verbindt bouw, groen, infra en water.

Stad met toekomst

“Door verschillende oplossingen te laten zien en netwerken in deze twee domeinen met elkaar te verbinden, bouwen we samen aan een stad met toekomst”, legt Maarten Loeffen, directeur van Stadswerk uit, een van de initiatiefnemers van het congres. “Die stad moet echt gebouwd worden vanuit de samenwerking tussen stadsingenieurs en groenprofessionals.”

Er komen steeds meer mensen in de stad wonen. Daar zijn woningen voor nodig. Tegelijkertijd willen we de stad vergroenen. “Dan heb je dus echt wel slimme oplossingen nodig om het groen in die betonnen rotsachtige omgeving tot wasdom te laten komen”, stelt Loeffen. “Onder de grond is het gevecht om de ruimte zeker net zo groot, met alle kabels en leidingen. Het is een uitdaging als je bomen wilt planten. Stadsingenieurs en groenprofessionals moeten dus meer met elkaar praten. Omdat ze hun eigen congressen hadden, leek het ons goed om ze bij elkaar te voegen tot één congres, het Future Green City Congres.”

Maarten Loeffen Stadswerk Future Green Cities 2024

Maarten Loeffen

Twee werelden bij elkaar brengen

De ambitie van Loeffen is dan ook om hier deze twee werelden echt bij elkaar te brengen en de dialoog tussen hen op gang te brengen. “Uiteindelijk hoop ik dat Future Green City uitgroeit tot een soort van beweging of een platform, een plek waar die twee werelden elkaar blijven ontmoeten. Want als we na het congres gewoon allemaal weer verder gaan met wat we al deden, dan heeft het weinig opgeleverd.”

Daarom heeft Loeffen de twee betrokken internationale koepels International Federation of Municipal Engineering en World Urban Parks uitgedaagd om een manifest op het congres in Utrecht door de deelnemers te laten ondertekenen. “Dat zou dan een soort van tienpuntenlijstje moeten zijn, wat straks iedereen wereldwijd op het beeldscherm heeft staan, of op de werkplek heeft hangen. Tien punten van hoe we nu in een betere samenwerking aan de slag gaan met die Future Green City.”

Het congres kent een uitgebreid programma met 170 activiteiten. Er zijn WorkshopsXL, waar experts met elkaar de diepte in gaan. Er zijn fieldtrips voor buitenlandse deelnemers naar andere steden en er zijn urban trails, werkbezoeken in en rond de stad Utrecht, en

De National Park City beweging is ook aanwezig, waar onder meer Rotterdam en Breda aan mee doen. Ook is er een bestuurlijk programma en legt het congres een speciaal accent op jonge professionals. Zo zijn vanuit de Future Green City Student Challenge het afgelopen jaar studenten van vijf hogescholen bezig geweest met de ontwikkeling van plannen voor de Utrechtse wijk Overvecht. De finale vindt op het congres plaats. In de stad vindt ook een tijdelijk vergroeningsproject plaats in de stad met de toepassing van stadspergola’s.

Loeffen: “We hebben een openbare ruimte waar we echt ongelooflijk trots op kunnen zijn. We kunnen mooie dingen laten zien, maar we moeten er wel aan blijven werken om ze toekomstbestendig te houden.”

City Deal Tijdloze Grachten

Daar past de ondertekening van de City Deal Tijdloze Grachten helemaal bij. Op 25 september ondertekenen zeven steden, drie ministeries, uitvoeringsorganisaties en andere instellingen de City Deal in het Future Green City Theater tijdens de vakbeurs Openbare Ruimte die samenvalt met het congres.

“Vanuit de City Deal willen we graag dat de historische waarde van grachten, kades en bruggen, die ouder zijn dan 1940, wordt meegenomen in de manier waarop we renoveren”, legt kwartiermaker van de City Deal Annemarij Kooistra uit. “De grachtengordels zijn van belangrijke waarde voor de identiteit van de steden en stadjes waarin ze liggen. Ook zijn ze een belangrijk element in de lokale economie. Ze hebben echt een intrinsieke waarde. We moeten ze niet slopen en vervangen door stalen en betonnen constructies. We willen de charmes behouden. Het zijn tijdloze grachten.”

Annemarij Kooistra

Landelijke samenwerking

Maar de renovatie en onderhoud van grachten en bruggen gaat de komende jaren veel middelen, en menskracht, kosten. Dat dit een groot vraagstuk is voor veel gemeenten wil de City Deal ook agenderen. “Gemeenten zullen wellicht onderbemensd zijn om dit goed aan te pakken. Of het wordt niet in de begroting opgenomen. Kunnen we hier geen landelijke samenwerking van maken? Kunnen we er geen landelijk team op zetten, zoals een expertteam? Dat willen we uitzoeken in de City Deal, en de behoeftes bij de verschillende gemeenten onderzoeken.”

De City Deal wil verder werken aan een nieuwe landelijke beoordelingssystematiek, gaat Kooistra verder. “We willen veel kennis bij elkaar brengen in een landelijke standaard die we dan gebruiken bij renovatie. Ook willen we inzetten dat er bij renovatie van bruggen, kades en grachten synergie is met andere vraagstukken, zoals de vergroening van de stad. Dat sluit aan bij de Future Green City. Er lopen immers verschillende opgaven door elkaar in de stad. Die willen we integraal aanpakken. Bij renovatie willen we ook aan de slag met energietransitie, ruimtelijke ordening ondergronds, hittebestendigheid en vaarwegen. Dat brengen we graag bij elkaar in een methodiek, zodat alles goed geborgd en ontsloten wordt. Daarvoor werken we samen met kennisplatform CROW aan een landelijke richtlijn.”

Na vier jaar hoopt Kooistra dat dankzij de City Deal steden daarvoor een vorm hebben gevonden, en dat ze verder structurele samenwerking met elkaar hebben gevonden en ontwikkelen. Een klankbordgroep van zeven kleinere steden gaat toetsen of de opgeleverde producten uit de City Deal ook voor iedereen bruikbaar zijn, dus niet alleen voor grote steden. Gemeenten kunnen zich blijven aanmelden voor de City Deal, ook na de ondertekening. Neem bij interesse contact op Agenda Stad, via het contactformulier.

Meer weten over het Future Green City Congres? Kijk op: https://fgc2024.com/nl/

Lees meer over de City Deal Tijdloze Grachten: https://agendastad.nl/over-agenda-stad/city-deals-in-voorbereiding/#kades

Zomerspecial: leestips 2024

Het is zomer, althans, volgens de kalender. En dat betekent dat ook de professionals in het netwerk van Agenda Stad zich opmaken voor wat vrije tijd in binnen- of buitenland. Het is goed gebruik dat we vanuit Agenda Stad onze mede-workaholics in stedelijke opgaven en overheidsvernieuwing, wat leestips meegeven voor in de hangmat of bij het zwembad. Daarbij bieden we voor elk wat wils: zakelijk leesvoer voor wie zijn of haar honger naar kennis en kunde wil stillen in de werkluwe weken, máár ook verstrooiing in de vorm van literatuur of `boeken en artikelen die eens héél ergens anders overgaan. Veel plezier met de leestips van Agenda Stad voor de zomer van 2024.

Jeroen Maters, Maters & Hermsen, conceptontwikkelaar/programmeur Dag van de Stad, en Bart Stoffels, projectleider van de City Deals Klimaatadaptatie en Openbare Rumte, tippen Rotterdam, een ode aan de inefficiency.

Maters:  “Dit boek van Arjen van Veelen won de Brusseprijs voor beste journalistieke boek van het jaar 2023. Na twintig jaar keert Van Veelen terug naar Rotterdam.  Aanvankelijk is hij enthousiast over hoe mooi Rotterdam is wederopgebouwd. Maar dan rijst bij hem langzaam de vraag: waar is de mens gebleven? Het boek leest als een warm pleidooi voor het terugbrengen van de menselijke maat in steden. Arjen van Veelen is één van de hoofdsprekers op de achtste editie van de Dag van de Stad op maandag 4 november in Apeldoorn.”

Dealmaker van Agenda Stad Henk Jan Bierling is van alle markten thuis. Hij raadt ons zowel zakelijk leesvoer als literatuur aan voor in de koffer:

“Als dealmaker van de City Deal Energieke Wijken, Duurzaam en Sociaal, ben ik trots op de bijdrage die we met de pilot in Arnhem vanuit de City Deal hebben kunnen leveren aan de Investeringsregeling duurzame energie en energiebesparing, de ISDE-regeling. Ik denk dat het mooie artikel daarover, inspirerend is voor iedereen die werkt aan doorbraken, in City Deals of daarbuiten.” Deze City Deal is sowieso niet vies van het creëren van inspirerend leesvoer: onlangs verscheen nav een City Deal-tweedaagse in Groningen een minimagazine met portretten van ‘verschilmakers’ Marianne de Koning, Anke van Hal, Hans van den Broek en René Schellekens. En als klap op de vuurpijl bracht de City Deal een éigen zomerspecial uit, boordevol artikele en podcasts over de energietransitie in kwetsbare wijken.

Voor wie na dit alles toch behoefte aan verstrooiing heeft, raadt Henk Jan Luister! aan, de bejubelde roman van Sacha Bronwasser die hij met veel plezier las.

Voor projectleider en kennismakelaar Angélique Boel wordt het een lange zomer. Zij gaat per 1 juli met pensioen. Alle tijd om te lezen dus, al blijkt uit haar leestips dat ze daar, tussen het organiseren van de kennis- en inspiratiemiddag over Diversiteit, Inclusie en Innovatie door, tot nu toe ook al tijd voor wist te vinden. Vier titels maar liefst, die niet alleen leerzaam, maar ook leuk geschreven zijn:

  • Mag niet bestaat niet. Doorbreek defensieve routinies, help mensen beter. Instituut voor Publieke waarden.
  • De beleidsbubbel. En hoe we die liefdevol leeg laten lopen. Marije van den Berg
  • Een wereld van gemeenschappen. Floor Ziegler en Teun Gautier.
  • Voor de leut: Beslisbos, de 150 beste beslisbomen en nieuw materiaal. Katinka Polderman.

Marijke Bergh, dealmaker bij Agenda Stad tipt het boek De filosofie van de heuvel, met een mooie persoonlijke motivatie. Bergh: “Op mijn lijstje voor de zomer staat De filosofie van de heuvel van Ilja Leonard Pfeijffer. Ik hou enorm van Pfeijffer en zijn boeken en dit boek staat al een tijdje ongelezen in mijn kast. Ik wil zelf ook graag naar Rome fietsen en hoop de tocht te gaan plannen als ik Ilja’s boek heb gelezen. Het verhaal spreekt me aan: Ilja die op een gewone fiets op de bonnefooi naar Italië gaat en in Genua aangekomen zijn roman La Superba schrijft. Wat ik vermoed is dat het boek me zal leren dat ik niet hoef te trainen om over de Alpen naar Rome te fietsen, omdat de glooiende weg ernaartoe de training ís. Een mooie extra motivatie voor mij is dat mijn oudste vriendin in Luxemburg woont, aan de oude weg naar Rome! Ik beveel het boek ook van harte aan aan ons City Deal-netwerk, wellicht in het bijzonder de collega’s van de City Deal Fietsen voor Iedereen!”

Jos Sentel, programmacoördinator van de City Deal Dynamische Binnensteden, raad ons De Stad van Marcel van Engelen aan. Sentel: “In de jaren tachtig gaf niemand om Amsterdam en de binnenstad was een plek waar je liever niet kwam. Hoe anders is dat de laatste jaren! Journalist Marcel van Engelen beschrijft vanuit verschillende perspectieven hoe de stad weer tot leven is gekomen.”

(En, bescheiden als hij is, zou hij het nooit zelf noemen, maar wíj vinden dat het dubbelinterview met Jos Sentel en kwartiermaker van de City Deal Arno Ruigrok ook beslist het lezen waard is als je meer wilt weten over de doelen en projecten van de City Deal Dynamische Binnensteden)

Wie werkt aan de toekomst – en wie van ons doet dat nu niet? – en daarbij nog een goede soundtrack kan gebruiken, is misschien geholpen met de tip van Jan Bockma, tekstschrijver en adviseur van de City Deal Impact Ondernemen. Bockma: “Futuromania, een collectie artikelen van gerenommeerd muziekjournalist Simon Reynolds. In zijn eerdere werk Retromania liet hij zien hoe popmuziek continu de eigen geschiedenis herkauwt. Deze hoognodige tegenhanger belicht juist de artiesten die, door experiment en innovatie, het geluid van de toekomst maken – een soundtrack voor Agenda Stad?”

Voor wie zoekt naar nieuwe inspiratie in de aanpak van complexe opgaven, is er natuurlijk ook nog onze Special Ontwerpkracht. Verplicht leesvoer voor iedereen die ontwerpkracht wil inzetten – en voor iedereen die nog niet weet dat ‘ie dat zou moeten willen.

Tot slot wijzen we je graag op de Zomerspecial 2024 van Platform31. De Zomerspecials van Platform31 zijn een begrip. Elk jaar bundelt de kennis- en netwerkorganisatie een selectie van actuele publicaties, praktijkvoorbeelden, webinars en podcasts om je op vlieghoogte te brengen rond verschillende maatschappelijke opgaven.

Agenda Stad wenst je een fijne en inspirerende zomer!

Van afscheid naar een nieuw begin: een inclusieve toekomst

Kennis- en inspiratiesessie Diversiteit en Inclusie, 27 juni 2024 tgv afscheid Farida en Angélique. Foto's: Kick Smeets

Agenda Stad-collega’s Farida Polsbroek en Angélique Boel namen op donderdag 27 juni afscheid, van Agenda Stad en van het ambtenarenleven. Passend bij hun bescheidenheid en decennialange bevlogen inzet voor de publieke zaak, wilden ze niet zelf in de schijnwerpers staan maar juist de spotlights richten op een onderwerp dat hen erg aan het hart gaat: het belang van diversiteit en inclusie bij de Rijksoverheid. Niet alleen voor beter, eerlijker en meer representatief beleid, maar ook voor méér innovatie, door de veelkleurigheid van mensen en persoonlijkheden beter te benutten.

Daarom organiseerden Farida en Angélique een kennis- en inspiratiemiddag over dit thema in Podium Mozaïek in Amsterdam. Ruim vijftig aanwezigen, zakelijke partners uit het Rijksnetwerk van Farida en Angélique, en anderen die dit thema een warm hard toedragen, werden welkom geheten door dagvoorzitter en Agenda Stad-collega Charlotte Moolenaar. Farida en Angélique vertelden zelf ook over waarom ze deze dag hebben georganiseerd. Zelfs bij Agenda Stad waar iedereen eigenlijk een ‘veranderambtenaar’ is, is er namelijk nog steeds te weinig aandacht voor diversiteit en inclusie. In organisaties worden diversiteit en inclusie helaas vaak nog als een probleem gezien. Met de kennis- en inspiratiemiddag hopen Farida en Angélique diversiteit en inclusie positiever te framen. En zo te stimuleren dat diversiteit en inclusie onderdeel worden van ieders werkwijze.

Lekker ongemakkelijk

Kennis- en inspiratiesessie Diversiteit en Inclusie, 27 juni 2024 tgv afscheid Farida en Angélique. Foto's: Kick Smeets

Plaatsvervangend secretaris-generaal Mark de Boer roept ambtenaren op vaker ‘naar buiten’ te gaan en in contact te komen met doelgroepen waar ze wel óver praten, maar niet méé. Foto: Kick Smeets

Plaatsvervangend Secretaris-Generaal van BZK Mark de Boer sprak vervolgens over diversiteit en inclusie bij de overheid. Volgens hem is de overheid een plek waar je jezelf mag zijn, maar zijn er nog grote stappen die we moeten zetten om het voor iedereen zo te laten zijn. Ook voor hem hadden Farida en Angélique een afscheidscadeau. Een veelkleurige pennenbak met kleurpotloden met een welkomsttekst voor alle soorten mensen. En een peper- en zoutvaatje dat zowel verwijst naar het ongemak dat er mag zijn als we het hebben over diversiteit en inclusie en daarmee ook verbinding symboliseert.

De Boer zegde toe de geschenken later die dag aan de beoogd minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties te overhandigen, om zo te onderstrepen dat de organisatie veel belang hecht aan diversiteit en inclusie. En natuurlijk hield hij woord, zo bleek uit de foto die De Boer na de bijeenkomst deelde.

pSG Mark de Boer overhandigt de potlodenset aan, dan nog beoogd, minister van BZK Judith Uitermark.

pSG Mark de Boer overhandigt de potlodenset aan, dan nog ‘beoogd’, minister van BZK Judith Uitermark.

Van éénrichtingsverkeer naar collectieve verantwoordelijkheid

Journalist Sheila Sitalsing vertelde daarna in een persoonlijke column over de ontwikkeling van diversiteit en inclusie in de 38 jaar dat ze in Nederland woont. Met alle goede bedoelingen uit ongemakkelijke momenten die ze meemaakte als minderheid leerde ze drie dingen:

  1. Nederlanders leren niets over het koninkrijk voorbij de Noordzee, terwijl ‘buitenlanders’ alles over de Nederlandse geschiedenis en staatskundige structuur leren.
  2. Nederlanders konden zich die luxe veroorloven.
  3. En Nederlanders meenden dat ze nog nooit een vrouwelijke premier in het Koninkrijk gehad hadden, zich kennelijk niet bewust van Maria Liberia-Peters die van 1984 tot 1986 en van 1988 tot 1994 premier van de Nederlandse Antillen was. En Lucina Elena da Costa Gomez-Matheeuws, die in 1977 deze functie als eerste vrouw bekleedde.
Kennis- en inspiratiesessie Diversiteit en Inclusie, 27 juni 2024 tgv afscheid Farida en Angélique. Foto's: Kick Smeets

Venijnig, raak en met humor. Sheila Sitalsing houdt de aanwezigen een spiegel voor over diversiteit en inclusie. Foto: Kick Smeets.

Met haar persoonlijke verhaal illustreerde Sitalsing dat inclusie in de praktijk vaak éénrichtingsverkeer is: de ander moet zich aanpassen aan de Nederlandse normen en daarin integreren. Divers en inclusief zijn, zou een collectieve verantwoordelijkheid moeten zijn waarbij alle achtergronden op waarde geschat worden. Het echte gesprek over wie gehoord wordt en wie mag meedoen, staat nog in de kinderschoenen, aldus Sitalsing.

Eigen drempel over

Dat gesprek aangaan, daar weten Boudewijn Bugter en Mirjam Suiker alles vanaf. Als respectievelijk directeur/adviseur en social service designer bij advies- en ontwerpbureau theRevolution, helpen ze publieke organisaties om anders te kijken, te denken en te werken. In de praktijk betekent dat o.a. nadenken over de vraag wie er aan tafel zitten, wie er nog missen en wie er bepaalt wie aan tafel zitten.

Kennis- en inspiratiesessie Diversiteit en Inclusie, 27 juni 2024 tgv afscheid Farida en Angélique. Foto's: Kick Smeets

Spanning, ook bij Bugter en Suiker. Hoe heeft de zaal gestemd op hun stellingen over het contact aangaan met doelgroepen die verder van hen afstaan? Foto: Kick Smeets.

Met vragen aan het publiek peilden Bugter en Suiker waar de moeilijkheden zitten in het bereiken van stemmen die niet gehoord worden. Hoe doe je dat namelijk als je niet weet waar je de ander kan tegenkomen? En hoe begin je zo’n gesprek? Met praktische voorbeelden uit projecten lieten Bugter en Suiker zien dat het niet altijd heel moeilijk hoeft te zijn. Een vragenspel, wachten en praten combineren met het maken van tosti’s en het geven van complimenten zijn simpele manieren om het gesprek aan te gaan. Je eigen drempel over en de andere deur openen: zo simpel kan het zijn.

Inclusie is ook uitproberen

In het panelgesprek daarna bespraken Marijn Wilbrink (programmamanager diversiteit & inclusie bij het ministerie van BZK), Helen Kardan (directeur wetenschap & technologie bij TNO), Shervin Nekuee (organisatiesocioloog en adviseur diversiteit & inclusie, o.a. bij het ministerie van SZW) en Suzanne Potjer (Chief Exploration Officer bij Agenda Stad) hoe we samen verder komen. Innovatief samenwerken betekent elkaar opzoeken en elkaar versterken; beginnend bij de coalition of the willing zoals Potjer het noemt.

Kennis- en inspiratiesessie Diversiteit en Inclusie, 27 juni 2024 tgv afscheid Farida en Angélique. Foto's: Kick Smeets

In het geanimeerde panelgesprek vertelt Nekuee onder andere dat een thema als diversiteit en inclusie alleen tussen de oren kan komen bij organisaties door een mix van zachte verleiding en soms met je vuist of tafel slaan. Foto: Kick Smeets

Nekuee bepleit dat het eigenaarschap om diversiteit en inclusie mee te nemen bij iedereen hoort te liggen. En dat begint aan de bovenkant. De leiders van de toekomst zijn inclusieve leiders. Als het aan Kardan ligt, is daar vooral veel vooruitgang te boeken. Diversiteit is er. Maar ervoor zorgen dat iedereen gehoord wordt, is de stap naar inclusie die vaak ontbreekt.

Inclusie gaat dus niet alleen over de ander maar ook over onszelf. Wie zijn we en wat kan iedereen bijdragen aan wie we zijn? Potjer benadrukte nog maar dat het meestal niet in één keer goed gaat – of hoeft te gaan. Uitproberen is goed. De veranderopgave die de overheid heeft, heeft ook te maken met de manier waarop we kijken naar het maken van fouten. Uitproberen en leren hoe het onderweg beter kan. En als je het niet weet, kun je het ook leren, voegt Nekuee daaraan toe.

Kennis- en inspiratiesessie Diversiteit en Inclusie, 27 juni 2024 tgv afscheid Farida en Angélique. Foto's: Kick Smeets

Afdelingshoofd Dirk Spannenburg bepleit in zijn dankwoord dat we juist in de komende decennia ambtenaren nodig hebben zoals Angélique en Farida: geëngageerd en bevlogen. Foto: Kick Smeets

Drempels en kansen

In hun reflectie op de middag gaven Farida en Angélique aan dat ze hopen dat het enthousiasme niet hier eindigt. Diversiteit en inclusie bieden kansen voor innovatie in beleid en uitvoering. Vanuit verschillende perspectieven kijken, leidt tot innovatie. Maar anders kijken schuurt soms wel. Durf je namelijk om iemand aan te nemen die niet helemaal in het plaatje past? Maak je ook een praatje met iemand die niet in je eigen bubbel zit? De uitdagingen en drempels zijn er, maar we moeten ook oog hebben voor de kansen die we kunnen pakken. Tot slot verraste afdelingshoofd Regio en Leefbaarheid van het ministerie van BZK Dirk Spannenburg Farida en Angélique met een dankwoord en bloemen, waarna er gelegenheid was om met elkaar na te praten over dit thema en te proosten op diversiteit, inclusie én op een mooie nieuwe levensfase voor Farida en Angélique.

Kennis- en inspiratiesessie Diversiteit en Inclusie, 27 juni 2024 tgv afscheid Farida en Angélique. Foto's: Kick Smeets

Diversiteit en Inclusie is geen éénrichtingsverkeer, net als een goed gesprek. Daarom het goede voorbeeld geven door na te praten en beelden uit te wisselen. Foto: Kick Smeets

 

Community of Practice: leren, reflecteren, samenwerken en roddelen

CoP-sessie Scheltema Leiden 6 juni 2024. Foto's Paul Tolenaar

Ruim twintig deelnemers verzamelen zich op deze frisse donderdagochtend 6 juni in Scheltema Leiden. Het is in dit ‘jaar van de evaluatie’ de tweede Community of Practice (CoP) voor City Deals. De bijeenkomst van vandaag staat in het teken van meten, monitoren, samenwerken en… roddelen?

Dagvoorzitter Vera Beuzenberg heet alle aanwezigen welkom in de ‘Zagerij’ van Scheltema Leiden, een voormalige lakenfabriek die is omgebouwd tot evenementenlocatie.

Na het welkomstwoord praat Koen Haer de aanwezigen bij over de ontwikkelingen binnen Agenda Stad. Met de kabinetsformatie in het vooruitzicht, is er politiek gezien veel aan de hand. Gelukkig biedt het hoofdlijnenakkoord genoeg aanknopingspunten die het bestaansrecht van het programma onderstrepen, zoals meer regionale samenwerking en het verkleinen van de ongelijkheid tussen de Randstad en de randgemeenten.

In september, tijdens het Future Green City World Congress in Utrecht, vindt de lancering van de City Deal Tijdloze Grachten plaats. En de tweede Town Deal, Krachtige Kernen, is volop in verkenning. Naast deze en enkele andere nieuwtjes, is het ook het moment om twee nieuwe Dealmakers voor te stellen: Charlot Stensen en Christopher Baan.

Maak- en Meettool

Het themaprogramma gaat van start met de Maak- en Meettool voor City Deals die Platform31 momenteel ontwikkelt. Junior projectleider en onderzoeker Eva Vermeulen vertelt dat het gereedschap bedoeld is om zowel te reflecteren als om te leren – op structurele basis, want dit gebeurt nu nog vaak ad hoc. Het is ook de bedoeling dat City Deals meer van elkaar gaan leren en het geleerde binnen Agenda Stad een plek krijgt.

CoP-sessie Scheltema Leiden 6 juni 2024. Foto's Paul Tolenaar

Eva Vermeulen van Platform31 licht de Maak- en Meettool toe. Foto’s Paul Tolenaar.

Vermeulen en Platform31 borduren voort op de vorig jaar gepubliceerde midterm review van onderzoeksbureau Andersson Elffers Felix (AEF). Met de Maak- en Meettool wordt gekozen voor een iets andere vorm, die ruimte biedt aan de eigenheid en het experimentele karakter van de City Deals.

Het is belangrijk dat de tool voor de gebruikers toegankelijk is; geen ‘moetje’, maar juist een manier om de City Deal-teams werk uit handen te nemen. Dealmakers en projectleiders worden bij de ontwikkeling betrokken, met zo min mogelijk belasting van hun al schaarse tijd.

Wat precies gemeten en gemaakt wordt, zal afhankelijk zijn van de fase waarin de City Deal zich bevindt. De resultaten die de tool oplevert, zijn deels harde data en deels kwalitatief: een combinatie van tellen en vertellen. Dit zal inzicht bieden in wat met een City Deal nou eigenlijk wordt beoogd en bereikt. Daarbij gaat het niet zozeer over het volledig claimen van een succes (attributie), maar over de bijdrage die aan dat succes geleverd is (contributie).

Indicatoren

De Maak- en Meettool bestaat uit acht indicatoren die zijn gebaseerd op een mix van wetenschappelijke literatuur, eerdere evaluaties en concrete behoeftes uit de praktijk. Bij elk van deze ‘puzzelstukjes’ hoort een set vragen die afhankelijk is van de fase van de City Deal. Naast ‘Meerwaarde’, ‘Innovatie’, ‘Proces’, ‘Samenwerking’, ‘Kennisontwikkeling’, ‘Borging’ en ‘Adaptiviteit’, is er een ‘Unieke indicator’: omdat iedere City Deal in thematiek en werkwijze anders is, biedt die laatste de ruimte om een eigen element toe te voegen.

De tool zit nog in de ontwikkelfase, dus de CoP is een mooi moment om bij de aanwezigen informatie op te halen. Het onderwerp zorgt dan ook meteen al voor een levendige discussie. Hoe zorg je bijvoorbeeld voor vergelijkbare waarden? Als de Dealtekst je uitgangspunt is, kun je die ook meetbaar maken? Of is de tool zelfs bruikbaar bij het opstellen van die tekst?

Het gesprek krijgt nog verder vorm als de deelnemers praktisch aan de slag gaan. Op verschillende tafels liggen grote vellen papier, elk met een andere indicator. Onderverdeeld in groepjes, krijgen de deelnemers voor iedere indicator zo’n tien minuten om twee dingen in te vullen: wat ze vooraf hadden willen weten en welke reflectie-, check en evaluatievragen daarbij zouden passen.

De tool voorziet duidelijk in een behoefte. Jan-Willem Wesselink, projectleider van de City Deal Slimme Stad én de City Deal Slim Maatwerk, is enthousiast: “Ik wil al langer met zo’n methode aan de slag. Maar je moet goed onderzoeken hoe je dat doet. Ik kom daar zelf niet aan toe, dus dit is heel waardevol.”

Vrienden van het Singelpark

De lunch vindt plaats in het Ketelhuis dat met het grote glazen dak zorgt voor een bijzonder contrast en een ruimte lichtinval. Jeroen van Loon, voorzitter van de stichting Vrienden van het Singelpark, verzorgt een lunchcollege over het park. Dit initiatief is in 2012 het startschot geweest voor de ontwikkeling van een 6,5 kilometer lang stadspark rondom het centrum van Leiden.

CoP-sessie Scheltema Leiden 6 juni 2024. Foto's Paul Tolenaar

Jeroen van Loon vertelt over het Singelpark in Leiden. Foto’s Paul Tolenaar.

De vergroening van een van de meest versteende binnensteden van Nederland, is een mooi voorbeeld van de samenwerking tussen stadsbewoners en de gemeente. Later vandaag zullen de CoP’ers uitgebreider met het park kennismaken.

Samenwerking binnen City Deals

Het volgende programmaonderdeel is in handen van Bart Stoffels. Als projectcoördinator van maar liefst twee afgeronde City Deals – eerst Klimaatadaptatie en later Openbare Ruimte – is hij een echte veteraan: dé aangewezen persoon om iets te vertellen over samenwerking binnen City Deals.

Er zijn veel verschillen tussen zijn eerste en tweede City Deal. Was er bij de start van Klimaatadaptatie nog geen structuur of geld, bij Openbare Ruimte kon gebruikgemaakt worden van gezamenlijke tools en de denkkracht van Platform31. Daarnaast was er al een budget. Stoffels: ”Dan hoef je daar niet meer tijdens de Deal zelf voor te lobbyen.”

CoP-sessie Scheltema Leiden 6 juni 2024. Foto's Paul Tolenaar

City Deal-veteraan Bart Stoffels deelt zijn inzichten over samenwerking. Foto’s Paul Tolenaar.

Al ziet hij bij dat laatste ook een valkuil: een City Deal zonder uitvoeringsgeld is niet aantrekkelijk, maar mét geld krijg je al snel te maken met het ‘verantwoordingssyndroom’. Terwijl je dat niet snel goed doet: “Je hoort vaak dat een City Deal ‘geen praatclub’ mag worden, maar volgens mij moet je juist wél een omgeving zijn waarin mensen tot uitwisseling komen. Als je een ‘maakclub’ wordt die vooral producten oplevert, krijg je weer de vraag wie die producten nou eigenlijk gebruikt.”

Borging

Wat een City Deal in ieder geval níét moet worden, is een “hobbyclubje van een paar mensen in de gemeente”. Om te zorgen voor borging, is Stoffels in de loop der tijd meer gaan sturen op bevlogen leiders binnen de partnergemeenten. “Waar zijn ze sterk in? Nemen ze ook de rest van de organisatie mee? Of zijn ze alleen leiders als ze bij jou aan tafel zitten?”

Het is ook belangrijk dat de ministeries de fundamentele waarde van de City Deal herkennen. Om ze betrokken te houden, is het nodig dat hun verantwoordelijkheid op directieniveau belegd wordt. Ga daarnaast met ze in gesprek over hoe de City Deal past in hun beleidsontwikkeling.

CoP-sessie Scheltema Leiden 6 juni 2024. Foto's Paul Tolenaar

Deelnemers aan de CoP-sessie reflecteren op de sessie. Foto’s Paul Tolenaar.

Je partners hebben namelijk vaak al dingen in gang gezet: dan zitten ze niet te wachten op een radicaal andere insteek. Het helpt dus om niet een heel laboratorium en projecten te bedenken, maar je vooral te richten op de kracht van je partners: kijk naar wat ze al goed doen en breng dat bij elkaar.

Sturen op eigenaarschap en doorwerking binnen de partnerorganisaties is ook een onmisbaar fundament voor opschaling van de Deal-resultaten – en je kunt eigenlijk niet vroeg genoeg beginnen met daarover nadenken. Verder is het volgens Stoffels goed om intern te zorgen voor een dreamteam: een ‘regelhart’ met mensen die elkaars vaardigheden aanvullen. En ook van elkaar leren, bijvoorbeeld tijdens een CoP als vandaag, is essentieel voor het succes van de City Deals.

Wandelende intervisie

Na de uitgebreide presentatie van Stoffels zullen veel CoP’ers toe zijn aan een frisse neus. Gelukkig is het volgende programmaonderdeel een heuse weeting: een wandelende meeting. Iris Visser, projectsecretaris van de – hoe kan het ook anders? – City Deal Ruimte voor Lopen, licht het belang hiervan toe. Beweging en groen helpen om stress te verlagen en daarmee je immuunsysteem te verbeteren. Maar wandelend met je collega’s praten helpt ook bij het gesprek dat je voert: je bent met meer aandacht bij het gesprek en de andere persoon.

Wandelen zou dus ook de effectiviteit van een intervisie kunnen bevorderen. In twee groepen gaan de CoP’ers het eerder besproken Singelpark in, om met een vooraf ingezonden vraagstuk van een van hen aan de slag te gaan.

CoP-sessie Scheltema Leiden 6 juni 2024. Foto's Paul Tolenaar

Iris Visser (rechts) neemt de deelnemers mee op een weeting, een walking meeting, door Leiden. Foto’s Paul Tolenaar.

Een van die vragen komt van Visser zelf. Na haar introductie van het probleem, stelt haar gezelschap haar al wandelend en opgesplitst in duo’s aanvullende vragen. Het voorzichtige zomerzonnetje en de stadse, groene omgeving zorgen voor een ontspannen start van de wandeling.

Toch kan het voor de vraagsteller nog wel even spannend worden, namelijk tijdens de ‘roddelfase’. Terwijl de andere deelnemers met elkaar de kern van het vraagstuk analyseren – waarbij niet wordt uitgesloten dat er misschien een dieperliggend probleem is – mag de vraagsteller alleen maar luisteren en zich er niet mee bemoeien.

Gelukkig vindt Visser het roddelen vooral heel constructief: “Normaal heb ik de neiging om te reageren op een advies, bijvoorbeeld door te zeggen: dat heb ik al geprobeerd. Maar dan kap je onbedoeld het gesprek af en ben je zelf de barrière voor een oplossing. Nu mocht ik niks zeggen, waardoor ook andere ideeën de ruimte kregen.”

Na de roddelfase schrijft ieder groepslid zijn of haar advies op. Op de weg terug sluit Visser al wandelend weer aan bij de verschillende duo’s om hun goede raad te horen. Daar zit veel bruikbaars tussen, zo vertelt ze in haar terugkoppeling aan de hele groep.

Ook voor de andere deelnemers was de oefening interessant, zegt Mariyana Aksu, projectleider van de nog te lanceren City Deal Tijdloze Grachten: “Eerst dacht ik: heb ik de wijsheid in pacht dat ik hier wat van moet vinden? Maar er komt toch iets uit waaraan je niet eerder had gedacht. Daarnaast leer je mensen kennen, want samen tussen de bomen lopen maakt het contact persoonlijker.”

Een snufje meenemen

Met de intervisie komt een einde aan het inhoudelijke programma. Onder het genot van een drankje, praten de deelnemers nog even gezellig na in de inmiddels zonovergoten binnentuin van Scheltema. Roos Marinissen, projectsecretaris van de City Deal Impact Ondernemen, blikt terug op de dag: “Het was leuk om te horen hoe andere City Deals innovatie en experimenten een plek geven, want we zitten allemaal heel anders in elkaar. Maar ik heb wel een paar voorbeelden gehoord waarvan ik denk: kunnen we daar niet een snufje van meenemen? Daar moeten we het in ons volgende kernteamoverleg over hebben.”

Wat dat op gaat leveren, komt ongetwijfeld ter sprake tijdens de volgende CoP op dinsdag 10 september: in het kader van ‘City Deal in de Spotlight’, staat die dag namelijk volledig in het teken van het reilen en zeilen van de City Deal Impact Ondernemen. Wordt vervolgd!

Kennis maken en delen: CDKM in het Hart van Groningen

Dit gaat over de City Deal City Deal Kennis Maken

Op 7 juni vond de kennisdelingsdag van het City Deal Kennis Maken (CDKM) netwerk plaats in Forum Groningen, een bruisende plek waar bewoners van alle leeftijden, onderwijs, onderzoek, cultuur en meer samenkomen. Tegen dit toepasselijke decor trapt Carine Bloemhof, locoburgemeester en wethouder van de gemeente Groningen, de dag af. Terwijl de zon doorbreekt en buiten de laatste regendruppels doet verdampen, heet zij aanwezigen uit de 20 CDKM-steden van harte welkom in haar stad voor deze dag waarop kennis maken en kennis delen centraal staan. Als best practice licht zij toe hoe het Akkoord van Groningen verschillende lagen overheden, zorg, onderwijs en binnenkort ook het bedrijfsleven samenbrengt. In 2025 wordt het twintigjarig bestaan gevierd van dit inspirerende voorbeeld van sector overstijgende en meerlaagse kennisdeling. Als Groningse invulling van de City Deal Kennis Maken sluit WIJS hier naadloos op aan, net als het Masterplan Campussen dat de komende jaren als onderdeel van Nij Begun wordt uitgerold in de regio. De aanwezigen in de zaal verkennen na het warme welkomstwoord van de wethouder dit rijke kennisecosysteem aan de hand van dagvoorzitter Gijs Nillessen en drie panels.

 1e panel: Ateliers

Michèle Garnier (Dean SASS, Hanze Hogeschool)
Els Jansen (Projectleider en docent WIJS, Alfa College)
Marjon Veenstra (Projectleider en docent WIJS, Hanze Hogeschool)
Dilara Soeter (Student WIJS, student Social Work, Noorderpoort) atelier midden Groningen

Tijdens het eerste panelgesprek maken we kennis met de studentenateliers in de stad Groningen. Hier werken studenten onder begeleiding van studentcoaches aan diverse (collectieve) vraagstukken die in wijken spelen. “Worden vraagstukken dan meteen opgelost?” vraagt Gijs aan het panel. Ieder half jaar werkt een groep studenten aan diverse problemen en uitdagingen, waarna de volgende groep studenten voortbouwt op de resultaten van de vorige groep. De opgaven zijn van dien aard dat ze niet binnen een semester opgelost kunnen worden, maar dankzij het estafetteleren ontwikkelt de wijk zich verder en werken studenten doorlopend in een uitdagende leeromgeving aan echte opgaven. Zo leren zij samen te werken met bewoners, met studenten van andere opleidingen en onderwijsinstellingen en met maatschappelijke organisaties, gemeenten en het bedrijfsleven. Kortom, een win-win situatie waarbij verbinding het sleutelwoord is.

2e panel: Studentensteunpunten

Rik van Niejenhuis (Wethouder, Gemeente Groningen)
Mirjam Kuin (Bestuurder, Wij Groningen)
Caten Tat (Coördinator, Studentensteunpunt WIJS)
Marwa Refai (Student WIJS, Intercultureel begeleider, Alfa College)

Het tweede panelgesprek wordt geopend met de vraag: “Wat is WIJS eigenlijk?” WIJS is een initiatief van de partners van het Akkoord van Groningen en verbindt studenten met de samenleving. Studenten komen in aanraking met diverse culturen en omgevingen in hun stad. “Het is een laagdrempelige vorm om ontmoeting te faciliteren”, licht wethouder Rik van Niejenhuis toe. De studentensteunpunten van WIJS zijn toegankelijke plekken in de stad waar alle inwoners van Groningen naar toe kunnen als zij vragen hebben, ideeën hebben voor de wijk of ondersteuning nodig hebben. De studenten kunnen hun expertise hier inzetten. Zo doen ze werkervaring op, maar vooral ook levenservaring.

‘’Dit zijn mooie ontwikkelingen, maar hoe staat het er nu voor?’’ vraagt de dagvoorzitter aan de wethouder. ‘’Het gaat heel goed, maar het kan altijd nog beter’’ is zijn antwoord. “Wat er nu staat is al een hele mijlpaal, maar er is altijd ruimte voor verbetering en daar gaan we de komende tijd verder mee aan de slag.”

3e panel: Onderzoeksprojecten

Berni Thomassen (Bewoner van de Schildersbuurt)
Cato Bootsma (Student Communicatie en Informatiewetenschappen, RUG)
Vincent Hazelhoff (Projectleider City Deal Kennis Maken, Wetenschapswinkel)

Tijdens het laatste panel wordt een best practice gedeeld uit de Schildersbuurt in Groningen. In deze wijk woont Berni Thomassen. Hij en zijn medebuurtbewoners ervoeren veel overlast toen studenten in hun wijk kwamen wonen. Door middel van onderzoek, georganiseerd door de Wetenschapswinkel en uitgevoerd door studenten, zijn er leefregels opgesteld voor de wijk, onder de treffende titel Ssst. Berni geeft aan inmiddels een goede band te hebben opgebouwd met de meeste studenten. Velen daarvan spreekt hij wekelijks, dit heeft hem zelfs de eretitel ‘burgervader van de Schilderswijk’ opgeleverd. De dialoog is nu de basis voor communicatie tussen bewoners en studenten. Zodra er toch veel overlast wordt ervaren, worden andere eenheden ingeschakeld. “Maar dat komt bijna niet meer voor”, aldus Berni.

“Een mooi resultaat”, geeft Vincent Hazelhoff aan “en een voorbeeld van een bewonersvraagstuk dat bij de Wetenschapswinkel wordt neergelegd, waarna er (studenten)onderzoek wordt gedaan.” Goed voor de bewoners, goed voor de maatschappij en vooral ook waardevol voor studenten, vertelt Cato Bootsma. Zij geeft aan dat ze veel geleerd heeft van het onderzoek en dezelfde werkwijze heeft kunnen toepassen in haar eigen studie. Het opstellen van vragenlijsten en zorgvuldig bevragen van bewoners geeft ze als concreet voorbeeld. “Wederom een win-win situatie waarbij een vraagstuk vanuit de wijk is opgelost en studenten kunnen werken aan eigen ontwikkeling” concludeert de dagvoorzitter. “En het is ook belangrijk dat het studiepunten oplevert”, voegt Cato toe.

Na de opening is het tijd voor twee rondes van 4 deelsessies en workshops. Hieronder een greep uit het programma. Voor meer informatie over de overige sessies, zie alle slides hieronder en de omschrijvingen op deze pagina.

Deelsessie 1: Studentensteunpunten

Bewoners van de stad Groningen zitten soms met grote of kleine vragen waar ze zelf niet direct een antwoord op weten. Voor die vragen staat WIJS voor hen klaar. Op maandag tot en met donderdag kunnen ze terecht bij een van de steunpunten van WIJS. Dit zijn locaties waar studenten van verschillende opleidingen zich inzetten om bewoners ondersteuning te bieden bij uiteenlopende vraagstukken. Zo zetten meer dan 70 studenten (mbo, hbo en wo) zich wekelijks in om bewoners met o.a. financiële, juridische, digitale of ondernemersvragen uit de brand te helpen. Op deze steunpunten geeft WIJS studenten in Groningen de kans om van betekenis te zijn voor de stad en zich tegelijk te ontwikkelen als professional door het inzetten van hun kennis en expertise. De input van bewoners is daarbij onmisbaar! Hoe werkt dat precies? En waar lopen we tegenaan?

Tijdens deze lichten Guillaume Maat (Coördinator Steunpunten) en Karst Dekkema (Projectmedewerker WIJS) toe hoe de studentensteunpunten zijn ingericht en hoe samenleving en onderwijs samenkomen bij de inrichting van deze Steunpunten.

Deelsessie 2: Meet-o-Theek, de bibliotheek voor meetinstrumenten

Een bibliotheek vol meetinstrumenten en actieve bewoners die willen bijdragen aan wetenschap. In deze deelsessie staan Groningse voorbeelden van burgenwetenschap centraal. Duidelijk is dat een aantal deelnemers naar deze sessie is gekomen met een missie. Zo sluit een van hen aan namens Team handhaving omdat zij veel te maken heeft met overlast van jongeren en daar meer over wil weten en handvatten wil krijgen om daar mee om te kunnen gaan. De decibelmeter lijkt hier een handige eerste stap.

Niels Alberts is coördinator van de Bètawetenschapswinkel van de RUG. Hij noteert de associaties die deelnemers hebben bij het woord ‘burgerwetenschap’. Een tegenstelling die direct naar voren komt is data versus kennisdeling. Wat is het verschil tussen deze twee? En wanneer is iets burgerwetenschap en wanneer niet? De gedeelde boodschap is dat burgerwetenschap veel meer is dan alleen data verzamelen. Burgers kunnen op elk moment betrokken zijn en zo actief bijdragen aan het verbinden van wetenschap en samenleving.

In zijn presentatie licht Niels toe dat dit precies is wat CurioUs beoogt. Deze samenwerking tussen Science Linx van de RUG, de Aletta Jacobs School of Public Health en Forum Groningen betrekt nieuwsgierige noordelingen bij onderzoek en wetenschap. Bijvoorbeeld via de nationale wormentelling of een onderzoeksproject waarbij burgers hittestressmeters gebruiken. In de Meet-o-Theek zijn onder andere vleermuisdetectoren, fijnstofmeters en CO2-meters te vinden. Aan het eind van de sessie steken de deelnemers de handen uit de mouwen en bodemmeters in de grond om de grondkwaliteit van de aanwezige planten te analyseren.

Klik hier voor de presentatie.

Deelsessie 3: Strategische Kennisallianties

Het Akkoord van Groningen stimuleert onderwijs, onderzoek en innovatie als essentiële motoren van de kenniseconomie die bijdraagt aan het vinden van oplossingen maatschappelijke opgaven. De samenwerking tussen onderzoekers, beleidsmakers, studenten, docenten en bestuurders floreert, maar is niet altijd eenvoudig. Strategische afstemming tussen kennisinstellingen en lokaal bestuur is cruciaal om de aanwezige kennis optimaal en duurzaam te benutten. In Amsterdam is een vergelijkbare samenwerking gaande binnen het nationaal programma Samen Nieuw-West, een van de twintig wijkaanpakken die vallen onder het National Programma Leefbaarheid en Veiligheid. De Amsterdamse kennisinstellingen hebben kun krachten gebundeld in een kenniscoalitie die hier aan “Werkend Leren,” waarbij studenten, docenten en onderzoekers zich verbinden aan vijf maatschappelijke opgaven.

Bert Oosterkamp (Beleidsadviseur UMCG), Eva Dekker (Senior bestuurssecretaris Noorderpoort), Nadia Amraoui (Adviseur Akkoord van Groningen) en Rob Andeweg (Programmamanager HvA in de Stad) leiden de sessie in en gaan vervolgens met de zaal in gesprek. Daarbij komt onder andere naar voren dat bij deze complexe samenwerkingen klassieke rolopvattingen vaak verschuiven. Er wordt een pleidooi gehouden voor een bottom up aanpak, gestuurd vanuit de samenleving en niet vanuit bestuurlijke of ambtelijke ambities. Gemeente en kennisinstellingen kunnen derhalve soms beter anderen de leiding laten nemen om draagvlak en doelgerichtheid te bevorderen.

Klik hier voor de presentatie.

Deelsessie 4: Stadslabs & Hybride Leeromgevingen

In de twintig steden van het City Deal Kennis Maken netwerk zijn diverse leeromgevingen te vinden. Soms fysiek aanwezig in de wijk, zoals buurtcampussen en stadslabs, soms in gemengde vorm. Welke methodieken kunnen worden gebruikt bij het samenbrengen van maatschappij en kennisinstellingen, van bewoners en studenten? Diverse voorbeelden en werkwijzen worden in deze workshop gedeeld. Allereerst door Marcel Kesselring, programmamanager bij het bruisende Urban Living Lab Breda dat in de loop der jaren gegroeid is van experimenteren en leren samenwerken richting een duurzame strategische alliantie tussen onderwijsinstellingen, gemeente Breda en aanpalende stadsbrede programma’s. Bij het delen van zijn ervaringen, verwijst hij onder meer naar het belang van mensen werk. Zij zijn het die de meters maken en die directe communicatielijnen hebben richting bewoners, partners en bestuurders. Het hebben van een centrale en inspirerende ontmoetingsplek is daarmee van essentieel belang.

Voortbouwend op de Bredase voorbeelden vertelt Barbara Winkelhuyzen, Projectleider en Kennismakelaar CDKM bij Fontys, hoe in Eindhoven en Tilburg in meer dan 130 Hybride Leeromgevingen (HLO’s) onderwijs, onderzoek en leren in de praktijk samenkomen. Ook hier gaat het in de regel om fysieke ontmoetingsplekken buiten de onderwijsinstellingen en ook hier hangt de samenwerking vaak op het verbindingswerk van personen. Aan het eind van de sessie wordt de nadrukkelijke oproep gedaan elkaar als CDKM-netwerk te blijven vinden om samen de verdieping te zoeken en kennis te delen.

Klik hier voor de presentatie.

Deelsessie 5: Wederkerig leren in de Waaier

Wijkinzet Jongeren en Studenten (WIJS) draait sinds 2024 drie Ateliers, ‘multilevel’ onderwijsprogramma’s in wijkcentra in Groningen en Hoogezand. In deze Ateliers gaan studenten uit het mbo, hbo en wo gezamenlijk met een vraagstuk uit de wijk aan de slag. Vincent Hazelhoff,  Projectleider CDKM Groningen, deelt aan het begin van de sessie waaiers uit aan de aanwezige deelnemers voor een alternatieve versie van ‘petje op, petje af’. Na enkele vragen wordt bevestigd dat de onderwijspraktijk er nog vaak verticaler uitziet dan gewenst.

Vervolgens wordt toegelicht hoe WIJS concreet invulling geeft aan de ‘waaiergedachte’. Als kern van de samenwerking worden de waarden ‘wijkgericht, gelijkwaardig en wederkerig’ gebruikt. De aanpak is verankerd in het onderwijs van alle partnerinstellingen en studenten worden begeleid door docenten die een coachende rol hebben. Tabatha Ros vertelt hoe zij vanuit haar rol als studentassistent aan de RUG haar onderzoek naar Boundary Crossing theorieën koppelt aan deze aanpak. WIJS levert veel op voor de betrokken studenten, docenten, bewoners en partners.  Om écht het ei van Columbus te kunnen zijn, wordt doorlopend gewerkt aan het beter op elkaar laten aansluiten van roosters, het tijdsefficiënter maken van de docentbelgeleiding en het coherent samenbrengen van verschillende onderwijsvormen.

Klik hier voor de presentatie.

Deelsessie 6: De wetenschapswinkelmethode

Tijdens deze sessie wordt toegelicht wat een Wetenschapswinkel is en hoe je de wetenschapswinkelmethode kunt toepassen.

De aanwezigen nemen met Yorick Karseboom, voorzitter wetenschapeswinkels van de RUG, een duik in de geschiedenis en belanden in de jaren ’70 waarin de klassieke kerntaken van de universiteit als instelling voor onderwijs en onderzoek worden aangevuld met een maatschappelijke taak. De kennis die universiteiten produceren, kan nu ook rechtstreeks ingezet worden voor een beter Nederland en een betere wereld.

In deze context komen de wetenschapswinkels op. Deze bieden onafhankelijke en participatieve onderzoekssteun in reactie op vragen uit de samenleving, mits deze aan een aantal (wetenschappelijke en niet-commerciële) voorwaarden voldoen. Vragen worden niet alleen beantwoord, maar kunnen ook gekoppeld worden aan vervolgprojecten of aan vakken op faculteiten.

Klik hier voor de presentatie.

Deelsessie 7: Werken in netwerkorganisaties

WIJS bestaat daardoor uit meerdere partijen uit de samenleving en het onderwijs die hun krachten bundelen om zo domein overstijgend samen te werken. Dit wordt ook wel een netwerkorganisatie genoemd. Dit klinkt mooi, maar hoe doe je dat nu echt? Want deelname aan een netwerkorganisatie als WIJS betekent dat je automatisch werkt aan de doelen en belangen van andere betrokkenen. Deze vragen staan centraal in een interactieve sessie waarin deelnemers in spelvorm aan de slag gaan. Het doel daarbij is om tot een gezamenlijk besluit te komen over een specifiek vraagstuk. In ronde één deelt niemand zijn/haar rol met de groep en in ronde twee deelt iedereendeze juist wel met elkaar.

Tijdens het spel komt goed naar voren hoe belangrijk transparantie is. Er is een collectief belang, maar er zijn uiteraard ook individuele belangen en ambities. De verschillen in groepsdynamiek tussen ronde één en twee zijn frappant. Pas zodra ieder de eigen rol deelt, blijkt het mogelijk te zijn de gezamenlijke missie boven aan de agenda te plaatsen en tegelijkertijd tot een besluit te komen, rekening houdend met ieders rol. Sessieleiders Pascal de Jong, Projectmanager Gemeente Groningen en Anne Kraanen, Projectleider Wij Groningen, delen hoe dit vertaald kan worden naar je dagelijkse organisatie en samenwerking.

Klik hier voor de presentatie.

Deelsessie 8: Masterplan Campussen – Vitaliteitscampus

Onze leefomgeving wordt steeds sneller en ingewikkelder. Tegelijkertijd stijgt onze levensverwachting en hebben we andere, soms zelfs nieuwe vaardigheden en levenshoudingen nodig om actief te blijven meedoen. De Vitaliteitscampus draagt bij aan de kwaliteit van leven in onze samenleving en loopt voorop in de realisatie van een vitale regio. Binnen de Vitaliteitscampus werken overheden, bedrijfsleven en onderwijs samen met elkaar aan vitaliteitsvraagstukken in Groningen en Drenthe. Het is daarmee één van de aangewezen locaties voor ontwikkeling tijdens de pilotfase van het Masterplan Campussen, aldus Ineke Yska, Directeur Innovatie & Strategie Alfa-college en Jasper van Buiten, Programmamanager Vitaliteitscampus Alfa-college.

Het doel van de Vitaliteitscampus is het realiseren van wendbaar en toekomstbestendig mbo-onderwijs dat breed opgeleide professionals aflevert of bijschoolt. Dit om nóg beter aan te sluiten bij de vragen uit de praktijk en de behoefte en vraagstukken vanuit de samenleving. Tijdens deze sessie wordt ingegaan op de totstandkoming en ambities van de Vitaliteitscampus en op de bijzonder wijze waarop de partners daarbij samenwerken.

Klik hier voor de presentatie.

MDT

Gedurende de dag kunnen de bezoekers ook uitgebreid kennismaken met de bevlogen collega’s van Maatschappelijke Diensttijd (MDT) en MDT-Missie.

Afsluiting

Tijdens een vlotte plenaire terugblik op de deelsessies met de dagvoorzitter, noemen de aanwezigen diverse opbrengsten van de dag. Met gevulde adresboekjes en geïnspireerd door de voorbeelden uit Groningen en de andere CDKM-steden strekken zij de benen tijdens twee excursies. De eerste daarvan biedt een kijkje in de keuken bij CrossWise, een omvangrijk en langjarig samenwerkingsprogramma in Noord-Nederland tussen vier noordelijke onderwijsinstellingen (Alfa-college, Noorderpoort, NHL Stenden Hogeschool en Hanze Groningen), SPOT en de gemeente Groningen. De aansluiting van onderwijs op de praktijk staat centraal bij het opleiden van jonge talenten van uiteenlopende beroepsopleidingen tot professionals in de podium- en evenementenbranche. De tweede excursie is een stadswandeling waarbij die deelnemers hoogtepunten maar ook onverwachte kanten van dynamisch Groningen laat zien.

Terug in het Forum wordt de opgedane kennis verder uitgewisseld tijdens de afsluitende netwerkborrel die menige enthousiaste nabeschouwing ontlokt.

Alle foto’s en presentaties van het evenement zijn hier te bekijken © Florencia Jadia Photography.

Arnhem schiet verduurzamingssubsidie eigen woning in kwetsbare straten voor

Bewoner Ad van Vliet. Foto: (c) Nadine van den Berg. Artikel ISDE-regeling CD Energieke Wijken.
Bewoner Ad van Vliet. Foto: (c) Nadine van den Berg.

Dit artikel verscheen eerder op Volkshuisvestingnederland.nl. Lees meer over de City Deal op Citydealenergiekewijken.nl.

Na een geslaagde pilot in Arnhem-Oost kunnen gemeenten de Investeringssubsidie duurzame energie en energiebesparing (ISDE) namens woningeigenaren aanvragen en ontvangen. Woningeigenaar Ad van Vliet uit de wijk Malburgen in Arnhem-Oost is een van de eersten die hiervan gebruikmaakt. Zonder het voorschieten van de ISDE-subsidie door de gemeente had hij niet alle verduurzamingsmaatregelen van in totaal zo’n 29 duizend euro laten uitvoeren. Daarvan betaalde hij 2.500 euro zelf.

Bewoner Ad van Vliet. Foto: (c) Nadine van den Berg.

Bewoner Ad van Vliet. Foto: (c) Nadine van den Berg.

De ISDE is een subsidieregeling van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Met de ISDE kunnen woningeigenaren subsidie voor energiebesparende en duurzame maatregelen voor hun woning aanvragen zoals dak- en gevelisolatie en het plaatsen van een warmtepomp. Woningeigenaren kunnen de investeringssubsidie aanvragen nádat de werkzaamheden zijn uitgevoerd en betaald. Naderhand krijgen zij de subsidie op hun rekening gestort.

“Prachtig natuurlijk de subsidies voor woningeigenaren”, vertelt Regien van Adrichem, projectleider City Deal Energieke Wijken. “Alleen werkt de ISDE niet voor woningeigenaren die niet de mogelijkheid hebben deze kosten voor te financieren. Daardoor komt de subsidie vooral terecht bij mensen die meer financiële armslag hebben.”

“Als de gemeente mijn ISDE-subsidie niet had voorgeschoten, had ik mijn huis niet laten verduurzamen.”

Sommigen zijn bovendien terughoudend met de voorfinanciering omdat ze er niet zonder meer op vertrouwen dat ze het bedrag terugontvangen. “Vooral in kwetsbare wijken is het vertrouwen in de overheid laag”, aldus Van Adrichem. “Juist in kwetsbare wijken staan relatief veel slecht geïsoleerde woningen waar sprake is van tocht en schimmel. Deze mensen niet de juiste impuls geven om mee te doen met de verduurzaming is een aanslag op hun bestaanszekerheid.”

De gemeente vraagt aan namens woningeigenaar

Woning Ad van Vliet. Foto: (c) Nadine van den Berg.

Woning Ad van Vliet. Foto: (c) Nadine van den Berg.

Verschillende gemeenten en ook de City Deal Energieke Wijken agendeerden deze problematiek bij onder andere de ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Economische Zaken en Klimaat. Na een geslaagde pilot in Arnhem-Oost is het nu dus voor alle gemeenten mogelijk om de ISDE, voor te schieten voor inwoners en deze hierna aan te vragen en te ontvangen.

Een van de knelpunten die eerst moest worden opgelost, was het regelen aan wie de subsidie wordt uitgekeerd. “Wanneer gemeenten de verduurzamingsmaatregelen voorschieten en de woningeigenaren het geld ontvangen, loop je het risico dat het mogelijk aan andere, ook noodzakelijke dingen, wordt uitgegeven”, vertelt Van Adrichem. Ook kan het in sommige gevallen gebeuren dat schuldeisers er beslag op leggen.

Bij de pilot in Arnhem-Oost, een van de gebieden van het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid, is hiervoor een juridisch kloppende en werkbare overeenkomst opgesteld tussen gemeente en bewoners. Sinds februari 2024 kunnen alle gemeenten dit namens woningeigenaren doen. “Op die manier hoeven deze woningeigenaren zich bij de verduurzaming van hun woning geen zorgen te maken over de betaling”, schreef minister De Jonge de zomer daarvoor al in een Kamerbrief.

Welke woningen komen in aanmerking?

Arnhem-Oost zet er vaart achter. “Vanuit het Volkshuisvestingsfonds ontving de gemeente voor 3.500 particuliere woningen subsidie om te verduurzamen”, vertelt Karel Stolk, projectmanager bij de gemeente Arnhem. “Het gemiddelde budget per woning bedraagt 23 duizend euro. Het budget bestaat uit een subsidie uit de gemeentelijke Subsidieregeling Eigen Woning Aanpak (SEWA), een eigen bijdrage van de woningeigenaren en ISDE. Bij de collectieve verduurzamingsaanpak per straat schieten wij de ISDE-subsidie voor waardoor de eigen bijdrage beperkt blijft.”

Hoe wordt bepaald welke woningen in aanmerking komen voor SEWA-subsidie? “We hebben op blokniveau gekeken naar de staat van de woningen, het gemiddelde inkomen in een straat  en de kwetsbaarheid van de bewoners”, legt Stolk uit. “Verder mag de woning een WOZ-waarde hebben van maximaal 390 duizend euro en zijn woningeigenaren verplicht om minimaal twee relevante maatregelen te laten uitvoeren.” Doel is dat de woningen door de verduurzamingsmaatregelen gemiddeld drie energielabelstappen maken of naar energielabel B gaan. Stolk: “Dit zorgt niet alleen voor een lagere energierekening. Ook wordt je woning comfortabeler en gezonder om in te leven.”

“Dit gaat de versnelling van de energietransitie in kwetsbare wijken een impuls geven. Dat is hard nodig met deze onzekerheid over de energieprijzen.”

Van energielabel D naar energielabel B

Bewoner Ad van Vliet. Foto: (c) Nadine van den Berg.

Bewoner Ad van Vliet. Foto: (c) Nadine van den Berg.

Ad van Vliet uit de wijk Malburgen is een van de eerste bewoners in Arnhem-Oost die deelneemt aan de aangepaste ISDE-regeling. Zo is zijn dak geïsoleerd, is HR++ glas geplaatst en is er een ventilatiesysteem geïnstalleerd in zijn woning. Hierdoor ging zijn woning van energielabel D naar B. Van de totale kosten van de verduurzaming heeft hij zelf 2.500 euro betaald. “Sommige buren met een Gelrepas en een inkomen rond het bestaansminimum hebben geen eigen bijdrage hoeven te betalen”, weet hij.

Of ik mijn huis ook had laten verduurzamen zonder dat de gemeente de ISDE voorschiet? “Zeker weten van niet”, reageert Van Vliet. “De investeringen zijn hoog en ik moet nog afwachten hoeveel het gaat opleveren; de werkzaamheden zijn onlangs afgerond.”

Bovendien komt hij net uit een scheiding en is hij op zoek naar werk, waardoor hij zijn uitgaven zorgvuldiger afweegt. Na zijn scheiding is hij blij als hij anderhalf jaar geleden na lang zoeken een mooie woning vindt in Malburgen, die hij koopt voor ruim 250 duizend euro. Deze woning ligt vlak bij het huis van de moeder van zijn twee kinderen met wie hij co-ouderschap heeft. Om voor een hypotheek in aanmerking te komen, geeft hij zijn bestaan als zelfstandige op en gaat hij in loondienst. “Mijn inkomen als zelfstandig websitebouwer was niet hoog genoeg om een hypotheek te krijgen”, vertelt hij.

Bewonersavonden

Hij en zijn kinderen voelen zich lekker in de nieuwe woning met veel lichtinval en een grote tuin. “Dit deel van de naoorlogse wijk Malburgen was tot voor kort een achterstandswijk,” vertelt Van Vliet. Nu wordt er op verschillende gebieden flink geïnvesteerd in de wijk met hulp van het Nationaal Programma Arnhem Oost. De verduurzamingswerkzaamheden in Malburgen zijn nog in volle gang. Op straat liggen de dakisolatiematerialen opgestapeld. Het stratenblok waar Van Vliet woont, bestaat deels uit corporatiewoningen en deels uit koopwoningen die enkele jaren geleden door de woningcorporatie zijn verkocht. Aan de overkant van de straat zijn nieuwbouwwoningen gebouwd.

Opvallend is dat bij sommige woningen de authentieke doorzonraampartijen met witte houten kozijnen en dito betimmering zijn behouden, zoals bij Van Vliets woning. Terwijl bij andere woningen de raampartijen zijn geslonken en de buitengevel is ingepakt met grijze isolatiematerialen. “Dat zijn meestal de corporatiewoningen”, legt Van Vliet uit. Het levert een on-Nederlands divers straatbeeld op. “Ik kon kiezen, maar vind de grote raampartijen juist de charme van deze woning. Hoewel het minder energiezuinig is.”

Hoe hij werd geattendeerd op de subsidiemogelijkheden? “Ik kreeg een flyer van de gemeente en hun adviesbureau Endule en bezocht een van de bewonersavonden. Daarna volgde een keukentafelgesprek op basis waarvan Endule een woonplan opstelde. Daarin stonden de mogelijkheden en impact van verschillende verduurzamingswerkzaamheden overzichtelijk op een rij. “Uit het woonplan bleek dat dakisolatie de meeste zoden aan de dijk zou zetten”, vertelt Van Vliet.

Advies en begeleiding

Woning Ad van Vliet. Foto: (c) Nadine van den Berg.

Woning Ad van Vliet. Foto: (c) Nadine van den Berg.

Karel Stolk herkent de complexiteit van de verduurzamingsprocedure. “Woningeigenaren weten vaak niet waar ze moeten beginnen. Daarom bieden we woningeigenaren die in aanmerking komen voor de SEWA-subsidie advies en begeleiding door adviesbureaus. Welke isolerende maatregelen kunnen het beste worden uitgevoerd? Ook bieden we hulp bij het aanvragen en beoordelen van offertes, de aanvraag van de SEWA-subsidie, een eventuele lening bij het Nationaal Warmtefonds en de aanvraag van de ISDE.”

Het hele proces van verduurzamen en isoleren duurde zes maanden, mede door enkele ‘afstemmingsfoutjes’. “Zo hebben we een paar weken zonder wc-raam gezeten doordat de ramen waren opgemeten door een andere partij dan de leverancier”, vertelt Van Vliet. Die heb ik met ducktape dichtgeplakt.” Hij haalt zijn schouders op. “Dat kan gebeuren. Die weken heb ik de verwarming wat lager gezet en hebben we een extra trui aangetrokken. Want ik ben een cheapskate”, zegt hij lachend.

Van Vliet zou het andere woningeigenaren zonder meer aanraden om gebruik te maken van de combinatie tussen de gemeentelijke SEWA-regeling en de ISDE regeling vanuit het Rijk, zo mogelijk. “Het is een gemiste kans als je het niet doet. De verduurzaming zorgt ook voor een hogere waarde van mijn huis.”

Vertrouwen in (lokale) politiek

Regien van Adrichem is blij dat de nieuwe mogelijkheid binnen de ISDE er is. “Dit gaat de versnelling van de energietransitie in kwetsbare wijken echt een impuls geven, en dat is met de onzekerheid over de ontwikkeling van energieprijzen hard nodig.” Ook de Arnhemse wethouder Cathelijne Bouwkamp is positief: “Door onze pilot kunnen we de drempel verlagen voor Arnhemmers in de armste postcodegebieden om mee te doen. Daarmee verduurzamen we meer huizen en verhogen we ook het vertrouwen in de lokale overheid.”

Voor Karel Stolk en zijn team zit het werk er allerminst op. “We houden nauwgezet bij welke adressen in welke wijken zich daadwerkelijk aanmelden voor de SEWA-regeling. En vooral: welke straten en wijken achterblijven. Zijn de huizen daar al verduurzaamd? Of zien eigenaren het ondanks de aangeboden hulp nog niet zitten mee te doen en wat weerhoudt hun dan?”

Volgens Stolk is het een uitdaging om de meest kwetsbare woningeigenaren te bereiken. “We zijn steeds weer blij wanneer we iemand die deze regeling het hardst nodig heeft kunnen helpen. Mensen die met 15 graden met hun jas aan in hun woning zitten omdat ze hun energierekening niet kunnen betalen – voor hen kunnen we zo’n enorm verschil maken.”

Gemeente Noardeast-Fryslân: samenwerken aan bestrijden energiearmoede

De gemeente Noardeast-Fryslân heeft een flinke verduurzamingsopgave. 40% van de totale woningvoorraad heeft een label E,F of G. Het eigen woningbezit in de gemeente is 75%. Bij veel inwoners ontbreekt de investeringscapaciteit om te verduurzamen waardoor er een nieuwe categorie energiearmoede (aanstaande) is. De gemeente heeft de ambitie om voor 2030 6000 woningen te verduurzamen. Vanuit de Town Deal Sterke Streken krijgt zij hierbij brede ondersteuning. Zo worden contacten tot stand gebracht met andere ministeries. Jacob Klaas Star, projectleider energietransitie, en Sander Elverdink, projectleider energie-armoede en warmtetransitie, vertellen over de stand van zaken en de uitdagingen waarmee ze te maken hebben.

De gemeente Noardeast-Fryslân bestaat uit 52 dorpen en een stad, Dokkum. De gemeente telt een groot aantal innovatieve bedrijven in onder andere de bouw en installatietechniek. Het arbeidspotentieel bevindt zich met name in het mbo-segment. De werkgelegenheid in de regio is echter dusdanig, dat veel jongeren vertrekken. Daarnaast voeren veel bedrijven hun opdrachten buiten de regio uit. Samen met ondernemers en mbo-instellingen werkt de gemeente aan een businesscase om te komen tot een gezamenlijke aanpak van de energiearmoede in de gemeente. Dit met als uitgangspunt dat er ook economisch perspectief geboden wordt aan de ondernemers in de regio, zodat zij bijdragen aan de verduurzaming van de bestaande woningvoorraad.

Samenwerken in de ketenaanpak

Town Deal Sterke Streken, gemeente Noardeast-Fryslan

Jacob Klaas Star, gemeente Noardeast-Fryslan

‘Het begon met het platform wonen, een initiatief van wethouder Bert Koonstra,’ zo begint Star zijn terugblik. ‘Hij bracht hiervoor verschillende partijen bij elkaar. Tijdens een bijeenkomst met als thema energietransitie, werd de vraag gesteld hoe we de bestaande omgeving willen gaan aanpakken. Uit een analyse bleek namelijk dat 6000 woningen in onze gemeente voor 2030 verduurzaamd moeten worden. Dat betekent veel werk voor de bouwkolom in de regio. Maar ook voor ons als gemeente. Want hoe ga je dat vormgeven? Zo kwamen we bij de ketenaanpak, waarin we als gemeente en ondernemers samenwerken om inwoners goed te adviseren en te helpen bij het verduurzamen van hun huizen.’

De gemeente is al langer bekend met het adviseren van inwoners op het gebied van verduurzaming, zo vertelt Star: ‘Toen na het uitbreken van de oorlog in Oekraïne de energieprijzen stegen, hebben vrijwillige energiecoaches inwoners geadviseerd over het verbeteren van hun woning. We zagen dat na zo’n advies, een ondernemer die het werk moest gaan uitvoeren, het advies nog een keer overdeed. De inwoner worstelde ondertussen met de complexe financiële regelingen die er zijn. Wij hebben daarom de werkzaamheden van de energiecoaches gecoördineerd en er voor gezorgd dat inwoners eenvoudiger afspraken konden maken. Wij hebben middelen beschikbaar gesteld voor kleine maatregelen, zoals radiatorfolie, tochtstrips en ledlampen. Echter, alleen daarmee verduurzaam je een woning niet. De woningen in onze gemeente zijn groot en complex. Dat vraagt gedegen advies. Na enig zoeken vonden we bedrijven die dat advies kunnen geven. Daarnaast zijn we ook gestart met de zogenaamde formulierenbrigade. Zij kennen de weg in het woud van regels en regelingen en helpen de inwoners bij het aanvragen van subsidies en financieringen.’

Star benoemt ook de rol van de raad en het college: ‘Wat meehelpt in het hele proces is dat het college en de raad van aanpakken houden. Als er een probleem is, dan willen ze dat oplossen. Er zijn inmiddels ook middelen vrijgemaakt om aan de energietransitie vorm en inhoud te geven. Hierbij kijkt het college vooral naar mogelijkheden en niet naar onmogelijkheden. Het uiteindelijke doel is namelijk het helpen van de inwoners van de gemeente. Inmiddels zijn er twee kwartiermakers aangesteld die inwoners en ondernemers bijstaan en adviseren. Hiervoor is door het college budget toegewezen.’

De rol van de gemeente: proactief stimuleren

Dat het allemaal nogal veel tijd en aandacht vraagt, komt volgens Star omdat drie partijen een rol spelen bij de realisatie van de ambitie, namelijk de driehoek overheid – woningbezitters – ondernemers. ‘Wij zien als overheid de noodzaak van het verduurzamen van de woningen. De eigenaren van de woningen moeten daarvoor een opdracht verstrekken aan de ondernemers. Die voeren de werkzaamheden uit. Onze rol in dit geheel is zo klein mogelijk. Wij gaan niet op de stoel van de inwoner of ondernemer zitten. Echter, met name de inwoner met een laag inkomen is moeilijker in beweging te krijgen. Daar wordt van ons als gemeente bijna een meer ondernemende rol verwacht. En dat staat op gespannen voet met de rol die we willen bieden: de ondersteunende rol.’

Elverdink vult aan: ‘We hebben het nu over 6000 woningen tot 2030, maar in totaal gaat het tot 2050 over zo’n 15.000 woningen. Dan betekent dat we als gemeente proactief moeten zijn en inwoners erop blijven wijzen dat ze de verduurzaming van hun woning niet uitstellen tot de gasprijzen weer stijgen. Gelukkig groeit het bewustzijn bij veel mensen. We moeten met elkaar echter wel voorkomen dat er op enig moment zoveel vraag is, dat de bouwkolom onvoldoende capaciteit heeft om hieraan te voldoen. Dus zorgen voor spreiding. In dat licht bezien is 25 jaar vanaf nu tot 2050 niet zo heel lang.’

Town Deal Sterke Streken, gemeente Noardeast-Fryslan

Sander Elverdink, gemeente Noardeast-Fryslan

Op de vraag of de gemeente organisatorisch klaar was voor de meer ondernemende rol, antwoordt Elverdink: ‘Ik weet niet of we er echt klaar voor waren. Het is wel zo dat wij Jacob Klaas en ik, vanuit de thema’s waaraan wij werken, al een vrijere rol hebben. Dat is nodig om in te kunnen spelen op de dynamiek waarmee we te maken hebben. Het vraagt van ons vaardigheden om collega’s mee te nemen in de ondernemende rol. We zien ook wel dat niet iedereen daaraan gewend is.’ Star vult aan: ‘Het was en is soms pionieren, maar wel binnen de kaders die we daarvoor gekregen hebben. Wat hierbij een extra dimensie is: onze inspanningen zijn gericht op woningeigenaren. We worden daarbij met belangstelling gevolgd door de raad. Op het moment dat iets niet goed gaat in het proces, weten onze inwoners de raadsleden snel te vinden. Het is voor ons dus zaak ervoor te zorgen dat we onze contacten goed stroomlijnen: van gemeente naar de inwoner en van de inwoner naar de ondernemer. En dat vraagt voor een gemeente andere manier van werken.’ Gemiddeld besteden beide heren vier tot acht uur per week aan dit project.

Tussen droom en daad…

De gemeente zou de verduurzaming van de woningen graag via een coöperatie vorm willen geven. Maar, om Willem Elschot te citeren: “Tussen droom en daad staan wetten in de weg; wetten en praktische bezwaren”. In hoeverre zitten wetten de plannen in de weg? ‘Star: ‘De toegevoegde waarde van de ketenaanpak zoals wij die voorstaan, die ziet iedereen wel. Alleen, zoals juristen ons hebben geschetst: de coöperatie die wij daarvoor in gedachten hebben, is niet toegestaan. Onder andere gelet op Europese afspraken met betrekking tot staatssteun en aanbestedingsprocedures. Er staan dus inderdaad nogal wat wetten tussen droom en daad. Maar in tegenstelling tot de hoofdpersoon uit het gedicht van Elschot, blijven wij niet als een oude man in de hoek zitten, wij zoeken mogelijkheden om wel stappen te zetten. Hoe dat uiteindelijk vorm gaat krijgen, is nu nog moeilijk te zeggen.’

De ketenaanpak in de praktijk

In Ingwierum is de gemeente Noardeast-Fryslân gestart met een pilot. Elverdink: ‘Inwoners uit het dorp hebben meegedaan aan de ketenaanpak. We starten hier met zo’n 35 woningen, waarvoor de verduurzamingsmaatregelen per woning worden samengevoegd tot een gecombineerde opdracht. Die wordt aan de deelnemende ondernemers aangeboden. Het voordeel van dit collectief vertaalt zich door in de prijs die men moet betalen voor de maatregelen, het voordeel voor de ondernemers in de efficiency die zij kunnen realiseren.’ Star benoemt nog andere voordelen: ‘De inwoner heeft de zekerheid dat de werkzaamheden goed worden uitgevoerd. De ondernemers hebben de zekerheid dat er betaald wordt. Dit omdat aan de voorkant de financiering goed geregeld is. Die financieringsstructuur bestaat uit subsidies en leningen. Dat zijn dan bijvoorbeeld startersleningen, verzilverleningen voor 70-plussers, leningen van het Nationaal Warmtefonds en voor bedrijven ook nog verduurzamingsleningen. De leningen zijn deels consumptief en deels hypothecair. Ze worden binnen de bestaande hypotheek verwerkt, waarbij een deel van de overwaarde wordt gebruikt. Er vindt dan geen toename van de aflossing plaats, waardoor het maandelijks besteedbaar inkomen toeneemt, omdat door de genomen maatregelen de energielasten omlaaggaan. Als je dit zo uitlegt, dan kun je je afvragen waarom hier niet meer gebruikt van gemaakt wordt.’ Volgens Star heeft dat deels te maken met de regionale mentaliteit dat je niet met geleend geld werkt. Je investeert pas in je huis als je daarvoor gespaard hebt.

Wantrouwen bij de inwoners

En er speelt nog een andere factor een rol. Het wantrouwen van inwoners richting de overheid als het gaat om subsidies. Star illustreert dit aan de hand van een praktijkvoorbeeld: ‘Een van onze kernen is aangewezen als proeftuin voor een aardgasvrije wijk. De woningeigenaren hier kunnen een voucher krijgen, met de middelen van het rijk, ter waarde van € 2000. Deze is bedoeld om een deel van de kosten van het verduurzamen van de woning mee te betalen. Niet iedereen wil hier gebruik van maken, omdat men denkt dat er ergens een addertje onder het gras zit. Een ander voorbeeld: we hebben zo’n 1500 gezinnen hulp aangeboden bij de bestrijding van energie-armoede. Op deze brief hebben we 25 reacties gehad. Dat vraagt dus om nog meer maatwerk en een andere aanpak.’

Town Deal biedt meerwaarde

‘We hebben te maken met een complex traject,’ aldus Star, ‘waarin we in het begin echt moesten pionieren. Bij de start van de Town Deal was het even zoeken naar de samenwerkingsvorm. Maar we hebben elkaar op projectleiders- en bestuurlijk vlak goed gevonden. Via de Town Deal krijgen we relaties en netwerken aangeboden en dat werkt echt beter als dat gebeurt vanuit een warme aanbeveling. We wisselen ervaringen uit met de projectleiders in de andere Town Deal gemeenten. Dat geeft veel verdieping en meerwaarde. Daar hebben we baat bij. Zonder Town Deal waren we waarschijnlijk minder ver geweest dan nu het geval is.’

Het instrument Town Deal Sterke Streken is een initiatief van Agenda Stad en Regio’s aan de grens. Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties werkt hierbij samen met Platform31 en vijf gemeenten.

Over de geïnterviewden:

Jacob Klaas Star werkt 4,5 jaar bij de gemeente Noardeast-Fryslân. Daarvoor werkte hij onder andere voor de gemeenten Steenwijkerland, Westerkwartier, Het Hogeland en De Marne en voor de provincie Drenthe. Van 2015 tot 2019 was hij lid van de Provinciale Staten van Groningen.

Sander Elverdink studeerde van 2014 tot 2019 aan de Rijksuniversiteit Groningen, waar hij de Master Environmental and Infrastructure Planning behaalde. Sinds september 2022 werkt hij bij de gemeente Noardeast-Fryslân, waar hij eerder ook trainee was.

Uniek wereldcongres over leefbare groene stad mét toekomst strijkt neer in Utrecht

Future Green Cities

De stad met toekomst is groen en duurzaam! Daarom vindt van 23 tot en met 26 september 2024 het Future Green City World Congress in het Beatrix Theater in Utrecht plaats. Tijdens dit unieke congres delen ruim 3.000 experts uit de hele wereld vier dagen lang hun passie, kennis en expertise over de leefbare groene stad met toekomst.

Hoe gaan we om met klimaatinvloeden en bevolkingsgroei in stedelijke regio’s?

Dat is nodig, want stedelijke regio’s staan wereldwijd voor grote uitdagingen. Steeds meer mensen komen naar de stad om te wonen en te werken. Dit legt een toenemende druk op de stedelijke infrastructuur. Over de hele wereld wordt gezocht naar een nieuwe balans tussen duurzaamheid, natuur en leefbaarheid in stedelijke gebieden: de Future Green City.

Het congres verbindt de werelden van bouw, groen, infrastructuur en water met elkaar. Hoe kunnen steden meer circulair en klimaatneutraal worden? Welke civieltechnische oplossingen zijn nodig om een versteende omgeving groener te maken? En hoe blijven steden bereikbaar?

Maarten Loeffen, directeur Stadswerk, zegt hierover: ‘Het is belangrijk om gezamenlijk onze kennis te verdiepen en te verbreden. Op het Future Green City World Congress worden civiele en culturele technologie met elkaar verbonden om een duurzame openbare ruimte voor de toekomst te bouwen. Vier dagen lang brengen we denkers en doeners samen.’

Marc van Rosmalen, directeur Koninklijke VHG: “In september komen mensen vanuit de hele wereld naar Utrecht om samen te werken aan de toekomst van groene, gezonde, leefbare en klimaatbestendige steden. Laat je inspireren door de uitdagingen en oplossingen op het gebied van klimaat, water, energietransitie en meer.”

Het Future Green City World Congress is een initiatief van Koninklijke Vereniging Stadswerk Nederland en Koninklijke Vereniging van Hoveniers en Groenvoorzieners (VHG). Zij brengen in Utrecht de werelden van groen en civiele techniek bij elkaar, in samenwerking met World Urban Parks (WUP),de International Federation of Municipal Engineering (IFME) en AIPH en uiteraard de gemeente Utrecht, de gaststad voor het congres. Als inhoudelijke partners hebben ook de ministeries van BZK, LNV, VWS en EZK zich aangesloten. Evenals de VNG en de provincie Utrecht. Een coalitie die het belang van de Future Green City onderschrijft.

170 sessies uit 32 landen

De meest inspirerende voorbeelden van groene transformaties van steden uit de hele wereld komen aan bod. Er zijn ruim 170 sessies geselecteerd uit meer dan 250 ingediende voorstellen, waaronder: lezingen, masterclasses, serious games, debatten en science labs. Hiermee is een programma samengesteld van vertegenwoordigers uit 32 verschillende landen van over de hele wereld. Van Argentinië tot Canada en van Kameroen tot Taiwan.

Een aantal highlights uit het programma:
● Vooraanstaande keynote sprekers: Kongjian Yu over zijn baanbrekende werk aan sponssteden, Adriaan Geuze over verhalende iconische openbare ruimtes en Carine Saloff-Coste over de indrukwekkende verandering die Parijs doormaakte naar een hotspot met een hoge biodiversiteit.
● Field Trips XL: deelnemers kunnen fascinerende projecten in Nederland bezoeken. Er zijn excursies naar Deventer voor Aqua Thermal Energy aan de IJssel, Arnhem per fiets en naar andere interessante steden, zoals het stationsgebied en Triodos Park in Zeist, Zeven Steden Project in Rotterdam en de uitdagingen van de ‘zinkende stad’ Gouda.
● Urban Trail Utrecht: hoe transformeer je een twaalfbaanssnelweg midden door de stad in een groene waterweg? Waar blijven de auto’s? En wat komt er bij zo’n herinrichting allemaal kijken? De Singel is een project van 20 jaar in het drukste deel van de stad en een instant succes sinds de oplevering. Met een boottocht laten vrijwilligers van Stichting Vergroening Singel zien hoe van stadswater een gezond ecosysteem is gemaakt.
● Workshops XL: vier uur durende sessies waarbij deelnemers samen met experts werken aan concrete vraagstukken en oplossingen. Thema’s die voorbij komen zijn ‘De zero-emissie stad: de burgerdialoog’, ‘Technische uitdagingen: Park Making op een hoger niveau’ en ‘Daglicht uw rivieren en kreken’.

Voor de deelnemers wordt het een verfrissende congreservaring. Niet alleen maar zitten en luisteren, want door het levendige en diverse programma heeft het congres veel weg van een festival. Dankzij de vele verschillende werkvormen waaronder, games, theater, cinema en debat, maar ook door de randprogrammering door de hele stad. Van Rosmalen: ‘Een congres in festivalstijl dat je niet mag missen.’

Lees meer en schrijf je in op FGC2024.com

Logo Future Green City