Landelijke CDKM Dag in Delft staat in het teken van verbinding: ‘Kansengelijkheid begint bij nabijheid’

Dit gaat over de City Deal City Deal Kennis Maken

‘Kansengelijkheid begint bij nabijheid’

Vrijdag de 13e? Voor de deelnemers aan de landelijke City Deal Kennis Maken (CDKM) kennisdelingsdag in Delft op13 juni blijkt het allesbehalve een ongeluksdag. Ondanks tropische temperaturen én landelijke treinstakingen, zit de theaterzaal in gebouw X op de TU Delft campus vol. De energie en betrokkenheid zijn voelbaar: professionals, bestuurders, onderzoekers, studenten én wijkbewoners zijn gekomen om kennis te delen, te leren en te inspireren.

Het thema van de dag wordt verwoord in een treffend citaat van de 12-jarige Meksie, inwoner van de naast de TU gelegen wijk Delft-West: ‘Slimme mensen snappen niet alles.’ Die boodschap vormt de rode draad door alle lezingen, excursies en werksessies heen. Het benadrukt hoe belangrijk échte verbinding is tussen theorie en praktijk, tussen stad en onderwijs, tussen beleid en bewoner.

Want op nog geen kilometer afstand van de TU, waar de knapste koppen werken aan onderwerpen als quantumtechnologie, robotica en biotechnologie, komen in de wijk Delft-West sommige mensen met moeite elke maand rond. De afstand is enorm tussen beide werelden, stellen Saskia Postema, projectmanager challenge based education, en Pieke Hoekstra, head of community engagement, aan de TU Delft, bij de opening van de dag: “De TU wil oplossingen bieden, maar het is soms goed om eerst goed te luisteren naar wat de uitdagingen zijn.”

Het thema van vandaag is dan ook verbinden, aldus Hoekstra. Zo werken de Delftse partners in Delft-West aan een wijkuniversiteit waar studenten helpen om jongeren en kinderen perspectief te geven. Hier kunnen zij profiteren van het netwerk van studenten en docenten en kunnen ze in aanraking komen met de nieuwste technologieën. Op deze plek gaan kennisinstellingen en bewoners elkaar ontmoeten, van elkaar leren en mogen bewoners vooral ook zelf bepalen wat voor activiteiten belangrijk zijn in de wijk. Hoekstra: “We hebben iedereen nodig in co-creatie om dromen waar te maken.”

Last lecture
Burgemeester Marja van Bijsterveldt geeft de openingsbijeenkomst verder invulling met een krachtige en persoonlijke ‘last lecture’ over de Verbonden Stad. Allereerst uit ze haar warme gevoel over de stad, waarvan zij binnenkort afscheid neemt als burgemeester. “Ik ben trots dat we zoveel innovaties hebben bereikt in deze stad. Delft is magie, het zit vol reuring en vooruitgang.” En dat komt niet alleen door de TU, benadrukt ze. Ze roemt ook de hogescholen en het ROC Mondriaan. “Zonder mbo hebben we geen schoon drinkwater, voedsel of infrastructuur.”

Ook al zijn de TU Delft en andere kennisinstellingen het kloppende hart van de innovatie met al die hoogstaande technologie waaraan wordt gewerkt, niet iedereen profiteert daar dus van, stelt ook de burgemeester. “Delft is een stad van twee snelheden. Waar voor de studenten op de TU geen zee te hoog is, weten gezinnen in Delft-West zich niet te redden. Ze vragen zich af of ze er nog wel bij horen in deze snel veranderende samenleving.”

Jongeren die in Delft-West opgroeien, hebben minder kansen dan de studenten hebben gehad, stelt ze. “Ze komen sneller in de criminaliteit. En dat op nog geen kilometer afstand van de campus. Voor hen is de TU net zo onbereikbaar als bijvoorbeeld Silicon Valley. Dit zie je overal in Nederland. We hebben 2,5 miljoen ongeletterden in Nederland. Daarom moeten we werken aan een meer gelijke samenleving.”

Kansenongelijkheid is geen beleid, het is iets wat je voelt in het klaslokaal, bij sollicitatiegesprekken of in wijken, gaat ze verder. In Delft -West zegt een derde van de ouders dat hun kinderen niet dezelfde kansen krijgen. “Afkomst bepaalt nog te veel je kansen. Daar moeten we echt wat aan doen. Dat vraagt ook iets van de onderwijsprofessionals. We moeten verder kijken dan papier, systemen en structuren, echt naar de mensen. Kansengelijkheid begint met nabijheid. We moeten ons verplaatsen in de ander en dan de barrières wegnemen. Want een stad of regio kan pas echt bloeien als iedereen kan meedoen. We hebben de kennisinstellingen nodig om daarvoor te zorgen, om die bruggen te slaan naar de wijken eromheen.”

Na de last lecture neemt vicerector Hans Hellendoorn nog even de afgelopen 9 jaar door met de burgemeester. Wat voor mooie beelden van verbinding heeft ze gezien in Delft? Ze noemt als voorbeeld een jaargesprek bij de stichting STUNT, waar ze met mensen van de TU en een islamitische vereniging uit de wijk heeft gekeken hoe deze beter in verbinding met een joodse buurtvereniging kon komen. Of dat studenten tijdens corona een daklozendiner wisten te organiseren. Als hoop geeft ze mee dat studenten van mbo, hbo en wo verder aan elkaar worden verbonden. “Innovatie kan alleen als je maker en bedenker aan elkaar verbindt.”

Inkijkje in samenwerking Delft

Hellendoorn gaat verder in een panel in gesprek met Mariëlle Stolp, Carmen Sjardijn en Jisca van Willigen over wat deze samenwerkingen in de praktijk betekenen. Dat zorgde voor een inspirerende meervoudige blik op hoe onderwijs en de stad Delft elkaar versterken, bijvoorbeeld in Delft-West, waar de wijk steeds vaker meebouwt aan oplossingen voor échte vragen. Net als in andere CDKM-steden, vinden hier onderwijs, fundamenteel én praktijkgericht onderzoek plaats in nauwe samenwerking met bewoners en partners uit de wijk. Dankzij deze co-creatie ontstaan oplossingen voor vraagstukken rond duurzaamheid, leefbaarheid, gezondheid, kansengelijkheid en vertrouwen.

Programmamanager Roselinde Wijnands geeft daarna een korte update van de stand van zaken rond de City Deal Kennis Maken, waaraan sinds 2017 twintig steden mee hebben gedaan, 13 universiteiten, 24 hogescholen, 17 mbo-instellingen, naast vele publieke partners en bedrijven. Ondertussen hebben meer dan 20.000 studenten aan een CDKM-project in hun eigen stad gewerkt. Het plenaire deel wordt afgesloten met een prachtige Spoken Word voordacht ‘Het rechte pad’ van Amara van der Elst: “Ik wist niet wat ik kon worden. Totdat ik de ruimte kreeg om te zijn.”

Deelsessies
Na de plenaire sessie verspreiden de deelnemers zich over verschillende deelsessies. Van der Elst geeft een Spoken Word Workshop, waarin ze ingaat op hoe taal werelden kan vormen, bruggen kan bouwen, maar ook muren kan optrekken, afhankelijk van hoe we haar gebruiken. Katja Rusinovic (Lectoraat Grootstedelijke Ontwikkelingen, Haagse Hogeschool) en Pieke Hoekstra (Initiatiefnemer Wijkuniversiteit, TU Delft) geven samen met Milou Andriessen een presentatie over het project Young Researchers. Na een succesvol project in de Haagse wijk Duindorp, gaan ook bij de Wijkuniversiteit in Delft-West, waarmee het Delfste CDKM-consortium dit jaar start, Young Researchers aan de slag. Belangrijke pijler van het Young Researchers Programma is het organiseren van de stem van kinderen en jongeren in de wijk. Het idee is dat iedereen een onderzoeker is. De Young Researchers zijn jongeren onder de achttien jaar. Zij krijgen compensatie om mee te doen in de vorm van VVV-bonnen. Logisch ook, want zij bepalen de thema’s en staan aan het roer. Momenteel wordt het programma opgebouwd tot en met 2028. Een van de randvoorwaarden is dat wat wordt opgehaald niet in een bureaulade eindigt, vertelt Rusinovic.

Fatima Polat, wijkbewoner en lid van de Alliantieraad Wij West, geeft een workshop over het ‘Manifest van de wijk’. In de sessie onderzoeken de deelnemers hoe de stem van bewoners écht meegenomen kan worden in de samenwerking tussen kennisinstellingen en wijken. In groepjes werken ze verschillende vragen uit. Wat is er nodig om aan de hand van het Wijkmanifest bewoners als gelijkwaardige partners te zien? In een mini-manifest verzamelen de deelnemers de belangrijkste principes voor rechtvaardige samenwerking in de stad.

In de workshop ‘Hoe Doe je co-design’ zitten de deelnemers ook in groepjes waar ze kennismaken met verschillende methodes voor ontwerpend denken, die kunnen worden ingezet voor het oplossen van complexe maatschappelijke vraagstukken. Liliya Terzieva, Guido Stompff en Heleen Geerts (Lectoraat Designing Value Networks, Haagse Hogeschool) nemen de deelnemers onder meer mee langs de methode MountainView, ontwikkeld door studenten van de Haagse Hogeschool, die nu al wordt ingezet in living labs en het Co-Design Canvas. Rond dit grote canvas op de grond kunnen verschillende partijen met elkaar in gesprek over de aanpak van een vraagstuk. Het wordt al toegepast in Rotterdamse wijken, waar studenten er met bewoners mee werken.

Op de fiets
Terwijl de zon de Delftse straten verder verhit, stappen de deelnemers op een fiets om op excursie te gaan en op locatie te gaan lunchen. Zo ontdekken ze vier bijzondere Delftse plekken en zien ze hoe de samenwerking er daar in de praktijk uitziet. Een eerste groep bezoekt het Buurthuis van de Toekomst, ook wel bekend als Buurthuis Voorhof, anderen bezoeken het Stationshuis, een deel fietst door Delft-West om het partnernetwerk van de wijk te bezoeken en een vierde groep gaat naar Stichting Stunt. Dit gebouw telt zeven leerwerkbedrijven voor mensen die re-integreren. Van een restaurant runnen, fietsen maken tot houtbewerken en T-shirts drukken. “Hier vind je waarde in mensen en materialen”, zegt een van de medewerkers. Hij noemt STUNT ook wel een circulair ambachtsnetwerk, want de stichting hergebruikt allerlei afgedankte materiaalstromen. Een speerpunt dit jaar is het maken van meubels van houtresten. De producten worden verkocht en de inkomsten gaan naar de stichting en het pand. Omdat het restaurant niet meteen veel bezoekers trok, heeft STUNT vijf studenten van Hogeschool Inholland ingezet om via communicatie en marketing meer bekendheid te krijgen. Sindsdien wordt het restaurant weer veel meer als ontmoetingsplek in de wijk gezien.

Na de excursies volgt een tweede ronde deelsessies, terug op de campus. Karim Amghar, auteur, MBO docent, televisiemaker, gaat in een Q&A in gesprek met deelnemers over de impact van kansenongelijkheid. Van welke vooroordelen moeten we af en hoe krijgt het MBO de status die het verdient? Het was een levendig gesprek, en een mooie voorproef voor zijn keynote aan het eind van de dag. Ook studenten draaiden mee in het programma. In een panel gingen TU-studenten Pepijn de Haan (Social Impact Hub), Charlise Francovich (Stadsverbinders) en Daan van Ginkel (ORAS), met moderator Myrthe Beerens (student en programmaleider Maatschappelijk Delft binnen de Social Impact Hub) in gesprek met deelnemers over hoe studenten omgaan met inwoners van Delft.

Frieda Franke (Erasmus Universiteit) en Linette Bossen (TU Delft) vertellen in hun sessie meer over regionale Learning Communities, thematische samenwerkingen die ontstaan tussen kennissteden in dezelfde regio. Saillant detail: Saskia Postema, zelf werkzaam in Delft, presenteert de Leren met de stad aanpak van Leiden. Een mooi voorbeeld van de verbondenheid van het CDKM-netwerk. In de workshop ‘Docentprofessionalisering’ staan mooie termen als trans- en interdisciplinair onderwijs, ecosysteemdenken en netwerken centraal. Maar wat zijn dat nou precies en hoe geef je hier als docent handen en voeten aan? Anouk Kerkhof (RU), Ilse Ouwens (HAN) Vincent Hazelhoff (RUG), Tabatha Ros (RUG) en Saskia Leenders-Pellis (WUR) geven voorbeelden uit Wageningen, Nijmegen en Groningen.

De kloof mbo en wo

Amghar mag de dag in een inmiddels tropisch aanvoelende zaal eindigen met zijn keynote, waarin hij pleit voor herwaardering van het mbo als het ‘Meest Belangrijk Onderwijs’. Een boodschap die extra kracht krijgt doordat hij wordt uitgesproken op een universitaire campus en ten overstaan van een netwerk dat dagelijks werkt aan het verbinden van alle vormen van vervolgonderwijs. Ondanks de hitte hangt de zaal aan zijn lippen bij deze persoonlijke en indrukwekkende lezing. Daarin legt een steeds meer op stoom rakende Amghar bloot wat écht nodig is voor gelijkheid en wederzijdse erkenning binnen het kennisecosysteem. Hij roept op tot structurele erkenning van het mbo, en herinnert het publiek eraan dat kansengelijkheid begint bij mensen zien en écht ontmoeten. ‘Maar dat begrijp jij toch niet’, kreeg Amghar als mbo-student steeds te horen. Want: hij was maar ‘lager’ opgeleid. Nu, als mbo-docent, ziet hij hoe zijn studenten nog steeds te maken hebben met onderwaardering. Ze krijgen minder kansen, minder waardering én minder salaris dan hun ‘hoger’ opgeleide studiegenoten. En dat terwijl ze onmisbaar zijn voor onze samenleving.

Een gedeelde missie

De les van deze dag? Gelijke kansen en gedeelde kennis zijn geen vanzelfsprekendheid, maar iets waar we samen dagelijks voor kunnen én moeten kiezen. De kennis zit niet alleen binnen de muren van mbo-instellingen, hogescholen en universiteiten. Juist in de wijken, op straat, en bij leerlingen zoals Meksie ontstaan de inzichten die we nodig hebben. Zoals haar tegeltjeswijsheid zegt: “Slimme mensen snappen niet alles.”

Maar wie samenwerkt, luistert en deelt, die snapt steeds een beetje meer.

 

Presentaties van de verschillende sessies en foto’s vind je hier.

© Floor Fortunati

Kennisdelen in een sportieve omgeving

Dit gaat over de City Deal City Deal Kennis Maken

Hoe werken Utrecht en de 19 andere City Deal-steden samen aan een betere toekomst, waarin kennis en lokaal bestuur elkaar versterken bij het tackelen van wicked problems? Op de City Deal Kennis Maken Dag op 15 november 2024 laten verschillende partijen uit de stad dat zien aan hun collega’s uit andere steden. In een wel heel sportieve en typisch Utrechtse omgeving: stadion Galgenwaard.

En die collega’s hebben toch de Domstad weten te bereiken, ondanks de staking van ProRail. In het Sport College Utrecht, onderdeel van ROC Midden Nederland en gevestigd in het stadion, heet Nicoline Meijer, directeur Marketing & Communicatie, iedereen welkom op deze bijzondere locatie. Het Sportcollege is een van de 12 colleges van ROC Midden-Nederland en heeft 765 studenten.  “We zijn volledig geworteld in de sport”, vertelt ze. “We zitten hier in een echte sportomgeving en zijn onder meer partner van FC Utrecht. Ook zijn we betrokken bij de ontwikkeling van de wijk Maarschalkerweerd tot echt gezonde omgeving. Het Sport College ademt sport, beweging en gezondheid.”

Gezond stedelijk leven
Het past dan ook helemaal bij de ambities van de gemeente Utrecht, vervolgt Ronald Venderbosch, concerndirecteur Gezond Stedelijk Leven van de gemeente Utrecht. Door de treinstaking is hij per videobeelden aanwezig in de zaal. “We willen hier in de stad een gezond stedelijk leven voor iedereen”, stelt hij. En het Utrechtse onderwijs is daar ook bij betrokken. “Ons College B&W heeft al twaalf jaar consistent gezondheid hoog op de agenda staan. Zowel fysiek als sociaal hebben we aandacht voor het verbeteren van het leven van de inwoners. Daarbij komen ook veel praktische onderwerpen aan de orde.”

Kennisdelen is dan ook onmisbaar om de Utrechtse ambities te bereiken. Dat mag niet te vrijblijvend zijn, stelt Venderbosch. “We moeten het beter inbedden om grote maatschappelijke problemen te voorkomen. Maar hoe doe je dat bijvoorbeeld met preventie? Het is dus zowel voor de gemeente Utrecht als voor het bredere gezondheidsstelsel belangrijk dat jullie hier zijn vandaag.”

Dagvoorzitter Noortje Braaksma was, voordat zij afstudeerde, betrokken bij de CDKM Utrecht.  Ze blikt met veel genoegen terug op die periode en op de vaardigheden die ze dankzij de CDKM-aanpak heeft kunnen aanscherpen. Daarna doet ze een kort rondje door de zaal om te horen welke uitdagingen de aanwezige professionals tegenkomen in de dagelijkse City Deal praktijk. De aanwezigen schieten meteen in de actiemodus. De eerste vraag die opkomt is hoe je innovaties inclusief kunt maken. Daarnaast wordt opgemerkt dat het afstemmen van de agenda’s qua tijdlijn tussen kennisinstellingen en gemeenten een grote uitdaging is, hierop volgt veel instemmend geknik. Ook beperkte flexibilisering van de curricula wordt als uitdaging genoemd. Binnen sommige opleidingen moet je meer dan een half jaar van tevoren laten weten aan welke vraagstukken je wilt werken. Dit strookt niet altijd met de wens van gemeenten om vraagstukken snel op te pakken.

Stadslabs
In een panelgesprek vertelt Tamara Rosenbach, innovatiemakelaar CDKM bij de gemeente Utrecht, over de Utrechtse Stadslabs. “Al jaren werken we hier aan in de regio. Studenten dragen hierin niet alleen bij aan de gezondheid van inwoners, op langere termijn gaat het ook om hun eigen gezondheid en welzijn. Ook groeien ze als mensen in de Stadslabs. Ze hebben het gevoel een positieve bijdrage te leveren en dat leidt tot meer verbondenheid met ‘hun’ stad.”
Tamara Madern, Directeur van het Instituut voor Recht en Lector schuldpreventie aan de Hogeschool Utrecht, vraagt zich af hoe de Stadslabs in Utrecht en elders in het land duurzamer kunnen worden ingericht, zodat ze langduriger met vragen uit de wijk aan de slag kunnen gaan. Een goed voorbeeld noemt ze de Papiercafés, waarin studenten meekijken met ingewikkelde brieven en formulieren van inwoners.

Jorg Huijding, hoogleraar Maatschappelijke betrokkenheid in het hoger onderwijs aan de Universiteit Utrecht, pleit voor meer samenwerking tussen hbo, mbo en wo. “We zitten nog te veel in gescheiden bubbels. We moeten elkaar leren waarderen, ook in elkaars kennis en kunde. Dat is het meest waardevol, daarbij past ook de ontmoeting met de inwoners.” Meijer valt hem bij en noemt het samenwerken tussen de verschillende disciplines een absolute meerwaarde. “We moeten systemen bij elkaar brengen. Dat is belangrijk voor de kansengelijkheid. Je ontmoet elkaar veel eerder, dan pas op de werkvloer later. Je leert al hoe je elkaars talenten kunt gebruiken en toegang kunt krijgen tot elkaars netwerken. Hbo’ers, wo’ers en mbo’ers zouden elkaar veel sneller en makkelijker moeten vinden. Ook buiten de Stadslabs.”

Huijding hoopt dat dit leidt tot betere borging en tot onderwijsprojecten die beter op elkaar aansluiten en op het beleid van de gemeente. “Maar hoe gaan we borgen? De City Deal subsidies houden op een gegeven moment op, hoe kunnen we hierop voortbouwen? Ik ben heel nieuwsgierig hoe andere steden hiermee omgaan.” Rosenbach hoopt dat we met elkaar kunnen vasthouden wat we de afgelopen zeven jaar hebben opgebouwd in het CDKM-netwerk.

Zeven jaar City Deal
Wat dat allemaal precies inhoudt, laat programmamanager van de City Deal Kennis Maken, Christiaan Seemann (Regieorgaan SIA) zien. Nadat in 2017 de eerste kennissteden de intentie uitspraken om dit te gaan doen, groeide de City Deal Kennis Maken in zeven jaar uit tot een enorm netwerk dat tegelijkertijd landelijk en lokaal is. “Onze adem is lang, we zijn nog lang niet klaar”, stelt Seemann. In zeven jaar tijd zijn twintig steden aangesloten, 24 hogescholen en alle universiteiten in ons land. Daarnaast groeit ook het aantal mbo-instellingen, waarvan er nu 17 onderdeel uitmaken van de City Deal. Er hebben meer dan 20.000 studenten meegedaan in de diverse projecten en initiatieven: van ateliers, stadslabs, buurtcampussen, challenges, studentenambtenaren, en learning communities tot wijkdocenten en studentensteunpunten.

Utrecht Leert Vernieuwend Opleiden: Samenwerken in de tussenruimte
Na de plenaire sessie verdeelt de groep professionals zich over vier deelsessies. Dit is misschien wel het belangrijkste deel van de kennisdelingsdag; hier vindt het uitwisselen van ervaringen en kennis plaats. In een van de sessies presenteren programmamanager Anton Boonen en Bart Selten, teamleider Welzijn College (ROC Midden Nederland) samen het programma Utrecht Leert Vernieuwend Opleiden. Dit programma stimuleert innovatieve manieren van opleiden en professionaliseren. De focus ligt op domeinoverstijgende samenwerking tussen het educatieve, sociale en pedagogische domein. Het programma creëert een “tussenruimte” waarbinnen professionals uit verschillende vakgebieden samenwerken om elkaar te versterken.

Een belangrijk voorbeeld is het project Bruggenbouwers & Grensverleggers, een driejarig experiment met 68 studenten en 7 opleiders. Hier wordt een interprofessionele leeromgeving ontwikkeld, waarin studenten al tijdens hun opleiding leren samenwerken met andere disciplines. Noëlle Mabesoone, student aan de universitaire Pabo, noemt het een eyeopener: “Tijdens je opleiding kom je niet zomaar in contact met sociaal werkers of pedagogen. Dit project liet mij zien hoe waardevol samenwerking is.”

Andere belangrijke thema’s in het programma zijn het aanpakken van het lerarentekort en ondersteuning van jongeren in kwetsbare wijken. Volgens Boonen is integraal samenwerken daarbij cruciaal: “De toekomst van onze samenleving hangt af van de bereidheid om samen de handen ineen te slaan.” Het programma zoekt naar manieren om studenten breder in te zetten en onderwijs efficiënter te organiseren, met als doel uitval van leraren te verminderen. Met steun van de Utrechtse Onderwijsagenda en de gemeente worden bruggen geslagen tussen opleidingen, beleid en praktijk, met als ambitie een toekomstbestendige samenwerking.

Samen de stad maken
De gemeente Utrecht wil jongeren actiever betrekken bij de ontwikkeling van de stad. Dit doet zij door hun ideeën op te halen en initiatieven te stimuleren. Frisse blikken van jongeren zijn cruciaal voor het vinden van nieuwe oplossingen, maar hoe zorg je voor een structurele samenwerking met impact voor zowel de stad als de studenten? Tijdens de deelsessie over dit thema deelden sprekers hun inzichten. Beleidsadviseur Jennifer Rack-Lekkerkerker, projectleider Jasper Stoorvogel en hoogleraar Jorg Huijding benadrukten het belang van commitment vanuit de gemeente en onderwijsinstellingen. Volgens Huijding is een sterke verbinding tussen onderwijs en de stad essentieel, bijvoorbeeld via de City Deal. Studenten van verschillende opleidingen en onderwijsinstellingen kunnen zo gestructureerd samenwerken aan stedelijke vraagstukken en zo direct impact hebben op zorg en bestaanszekerheid.

Belangrijke uitdagingen zijn onder andere de flexibiliteit van het onderwijs en het vinden van manieren om samenwerking duurzaam te maken, ook onafhankelijk van subsidielijnen. Bottom-up betrokkenheid is daarbij cruciaal: jongeren moeten zelf aangeven wat ze nodig hebben. Initiatieven zoals de Jongerenraad Utrecht en wekelijkse terugkoppeling laten al positieve resultaten zien. Een sterke relatie opbouwen, duidelijk eigenaarschap creëren en partners verbinden zijn daarbij sleutelfactoren. Door samen te werken en ervaringen te delen, kan Utrecht jongeren blijven betrekken en complexe stedelijke vraagstukken versneld oplossen.

Inner Development Goals
In een andere sessie staan de vaardigheden centraal die studenten nodig hebben om écht impact te maken in een snel veranderende wereld. Het raamwerk van de Inner Development Goals (IDG’s) kan een hulpmiddel zijn om deze niet-reguliere vaardigheden – zoals veerkracht, kritisch denken en zelfbewustzijn – zichtbaar en ontwikkelbaar te maken. CDKM-trajectleiders en deelnemers zijn in gesprek gegaan over de vraag hoe CDKM-projecten studenten helpen om deze unieke vaardigheden op te doen en aan te scherpen.

Gemeentelijke opgaven verbinden aan vervolgonderwijs
De vierde sessie in de eerste ronde ging over samenwerken aan maatschappelijke opgaven en hoe complex dat is, zeker in een grootstedelijke context. Want hoe verhouden gemeentelijke opgaven zich tot de vele wijkinitiatieven en -agenda’s? Hoe houd je daarin het overzicht en leg je relevante verbindingen? Maar ook een terugkerende vraag in CDKM-context aan de onderwijskant: hoe zorg je ervoor dat het werk aan maatschappelijke opgaven een vast onderdeel wordt van de curricula en hoe lijn je deze uit tussen de verschillende kennisinstellingen? Veel vragen, maar nog meer ideeën en antwoorden van de deelnemers uit de diverse steden.

De kracht van diversiteit in het onderwijs
Na de lunchpauze met een uniek zicht op het voetbalveld, gaat een tweede ronde met deelsessies van start. Tijdens de sessie “Samen leren in de volle breedte” staat de kracht van diversiteit centraal. Onder leiding van Esther Marskamp, programmamanager Gezond Stedelijk Leven bij ROC Midden Nederland, onderzochten deelnemers hoe verschillende talenten harmonieus kunnen samenwerken. Ideeën als ‘naar elkaar luisteren’ en ‘ruimte voor avontuur onder begeleiding’ werden symbolisch op een notenbalk geplaatst. Nicoline Meijer, directeur Marketing & Communicatie bij ROC Midden Nederland, benadrukte de stappen die zijn gezet binnen de Utrechtse Mbo Agenda, waaronder betere toegang voor mbo-studenten tot sportfaciliteiten en studentenverenigingen. De campagne Talentenmaatschappij streeft naar waardering van brede vaardigheden, weg van eenzijdige cognitieve selectie.

Hoe belangrijk dat is, laten praktijkgerichte initiatieven zoals het Stadslab in Overvecht zien. Daar pakken studenten vanuit verschillende opleidingen opgaven aan, zoals hoe je de zichtbaarheid van de Voedselbank kunt vergroten. Deze aanpak wordt ondersteund door een netwerk van docenten en wijkpartners.

Met een position paper en lobby richting Den Haag pleit Utrecht voor een systeem dat ongelijkheid doorbreekt en verbinding stimuleert. De oproep is helder: omarm de talentenmaatschappij. Door schotten weg te halen en breed te denken, wordt muziek gemaakt in het leren en werken van de toekomst.

Futures Thinking
In de sessie Futures thinking: een blik in de toekomst van de City Deal Kennis Maken geven Tanja de Bie, Dienstraad Life Long Learning & Education Policy Support en Marieke van Haaren, projectmanager ‘Leren met de stad’, -allebei bij de Universiteit Leiden-, de deelnemers geen kans om achterover te leunen op deze vrijdagmiddag. Ze moeten actief aan de slag om strategisch na te denken over de toekomst en over hoe we voorbereid kunnen zijn op wat nog moet komen. De deelnemers worden meegenomen in de wereld van Futures Thinking, een methodiek die helpt om vooruit te kijken en voorbereid te zijn op verschillende scenario’s. In groepjes worden toekomstscenario’s uitgewerkt via een future wheel. De scenario’s variëren van community labs in stadswijken, innovatieve duurzame microwijken, mentorschapsprogramma’s tussen jongeren en ouderen, tot AI gestuurde stadsplanning en de stevige verankering van onderdelen van de City Deal Kennis Maken. Na het uitdenken van de scenario’s, worden deze in veelkleurige legoblokjes vormgegeven.

Maatschappelijke Diensttijd
In de sessie Maatschappelijke Diensttijd worden de uitgangspunten en ambities van dit grote nationale programma toegelicht. Een daarvan is het verbinden van verschillend talent aan opgaven in de stad/regio. Wat daarvoor nodig is, is niet gering. Professionals gaan in gesprek over de vraag hoe  verschillende talenten met verschillenden achtergronden kunnen bijdragen aan maatschappelijke opgaven en tegelijk ook hun talent verder kunnen ontwikkelen. Hoe krijg je studenten uit hun bubbel en laat je ze betekenisvolle relaties aangaan met anderen? Via een breed scala aan MDT-projecten in Utrecht en elders in het land, wordt hier op bevlogen wijze invulling aan gegeven.

Op excursie! Vitaliteitslab

Na de deelsessies gaan de professionals in verschillende groepen op excursie. Een deel blijft in stadion Galgenwaard om meer te horen over het Vitaliteitslab van ROC Midden Nederland. Dit is een leeromgeving gericht op gezondheid, beweging en welzijn, waar studenten, docenten en professionals samenkomen om praktijkervaring op te doen en kennis te delen rond thema’s zoals sport, voeding, leefstijl en preventieve zorg. De hub biedt innovatieve faciliteiten waar studenten kunnen leren door middel van praktijkopdrachten en workshops, en het is een plek waar samenwerking met zorg- en welzijnsorganisaties centraal staat. Ook leren ze meer over de samenwerking met FC Utrecht.

NOA
Een andere groep gaat met een bus op pad naar de wijk Overvecht om de NOA te bezoeken. Op deze bijzondere locatie in de Utrechtse wijk Overvecht bundelen zes organisaties hun krachten: het Leger des Heils, ROC Midden Nederland, UW Bedrijven, Voedselbank Overvecht, Werkwinkel en WIJ 3.0. Samen bieden zij bewoners in Overvecht steun en perspectief op het gebied van noodhulp, zingeving en begeleiding naar werk en opleiding. Door onder één dak te werken, kunnen zij meer mensen bereiken en beter inspelen op individuele behoeften.

Fietshub

De laatste excursie gaat naar een van de Fietshubs, vlakbij het stadion. Die zijn onderdeel van het programma Heel Utrecht Fietst, waarin verschillende partijen in Utrecht, zoals Sport Utrecht en de Fietsersbond, onder begeleiding van Project O samenwerken aan een programma om fietsen te stimuleren en voor alle Utrechters mogelijk te maken. Ook studenten vanuit het mbo en hbo zijn hierin betrokken, onder meer via de Maatschappelijke Diensttijd (MDT) Utrecht.

Terug in het sportcollege wordt de opgedane kennis verder uitgewisseld tijdens de afsluitende netwerkborrel die menige enthousiaste nabeschouwing ontlokt.

Alle foto’s en presentaties van het evenement zijn hier te bekijken © Florencia Jadia Photography.

Klik hier voor de aftermovie!

 

 

Kennis maken en delen: CDKM in het Hart van Groningen

Dit gaat over de City Deal City Deal Kennis Maken

Op 7 juni vond de kennisdelingsdag van het City Deal Kennis Maken (CDKM) netwerk plaats in Forum Groningen, een bruisende plek waar bewoners van alle leeftijden, onderwijs, onderzoek, cultuur en meer samenkomen. Tegen dit toepasselijke decor trapt Carine Bloemhof, locoburgemeester en wethouder van de gemeente Groningen, de dag af. Terwijl de zon doorbreekt en buiten de laatste regendruppels doet verdampen, heet zij aanwezigen uit de 20 CDKM-steden van harte welkom in haar stad voor deze dag waarop kennis maken en kennis delen centraal staan. Als best practice licht zij toe hoe het Akkoord van Groningen verschillende lagen overheden, zorg, onderwijs en binnenkort ook het bedrijfsleven samenbrengt. In 2025 wordt het twintigjarig bestaan gevierd van dit inspirerende voorbeeld van sector overstijgende en meerlaagse kennisdeling. Als Groningse invulling van de City Deal Kennis Maken sluit WIJS hier naadloos op aan, net als het Masterplan Campussen dat de komende jaren als onderdeel van Nij Begun wordt uitgerold in de regio. De aanwezigen in de zaal verkennen na het warme welkomstwoord van de wethouder dit rijke kennisecosysteem aan de hand van dagvoorzitter Gijs Nillessen en drie panels.

 1e panel: Ateliers

Michèle Garnier (Dean SASS, Hanze Hogeschool)
Els Jansen (Projectleider en docent WIJS, Alfa College)
Marjon Veenstra (Projectleider en docent WIJS, Hanze Hogeschool)
Dilara Soeter (Student WIJS, student Social Work, Noorderpoort) atelier midden Groningen

Tijdens het eerste panelgesprek maken we kennis met de studentenateliers in de stad Groningen. Hier werken studenten onder begeleiding van studentcoaches aan diverse (collectieve) vraagstukken die in wijken spelen. “Worden vraagstukken dan meteen opgelost?” vraagt Gijs aan het panel. Ieder half jaar werkt een groep studenten aan diverse problemen en uitdagingen, waarna de volgende groep studenten voortbouwt op de resultaten van de vorige groep. De opgaven zijn van dien aard dat ze niet binnen een semester opgelost kunnen worden, maar dankzij het estafetteleren ontwikkelt de wijk zich verder en werken studenten doorlopend in een uitdagende leeromgeving aan echte opgaven. Zo leren zij samen te werken met bewoners, met studenten van andere opleidingen en onderwijsinstellingen en met maatschappelijke organisaties, gemeenten en het bedrijfsleven. Kortom, een win-win situatie waarbij verbinding het sleutelwoord is.

2e panel: Studentensteunpunten

Rik van Niejenhuis (Wethouder, Gemeente Groningen)
Mirjam Kuin (Bestuurder, Wij Groningen)
Caten Tat (Coördinator, Studentensteunpunt WIJS)
Marwa Refai (Student WIJS, Intercultureel begeleider, Alfa College)

Het tweede panelgesprek wordt geopend met de vraag: “Wat is WIJS eigenlijk?” WIJS is een initiatief van de partners van het Akkoord van Groningen en verbindt studenten met de samenleving. Studenten komen in aanraking met diverse culturen en omgevingen in hun stad. “Het is een laagdrempelige vorm om ontmoeting te faciliteren”, licht wethouder Rik van Niejenhuis toe. De studentensteunpunten van WIJS zijn toegankelijke plekken in de stad waar alle inwoners van Groningen naar toe kunnen als zij vragen hebben, ideeën hebben voor de wijk of ondersteuning nodig hebben. De studenten kunnen hun expertise hier inzetten. Zo doen ze werkervaring op, maar vooral ook levenservaring.

‘’Dit zijn mooie ontwikkelingen, maar hoe staat het er nu voor?’’ vraagt de dagvoorzitter aan de wethouder. ‘’Het gaat heel goed, maar het kan altijd nog beter’’ is zijn antwoord. “Wat er nu staat is al een hele mijlpaal, maar er is altijd ruimte voor verbetering en daar gaan we de komende tijd verder mee aan de slag.”

3e panel: Onderzoeksprojecten

Berni Thomassen (Bewoner van de Schildersbuurt)
Cato Bootsma (Student Communicatie en Informatiewetenschappen, RUG)
Vincent Hazelhoff (Projectleider City Deal Kennis Maken, Wetenschapswinkel)

Tijdens het laatste panel wordt een best practice gedeeld uit de Schildersbuurt in Groningen. In deze wijk woont Berni Thomassen. Hij en zijn medebuurtbewoners ervoeren veel overlast toen studenten in hun wijk kwamen wonen. Door middel van onderzoek, georganiseerd door de Wetenschapswinkel en uitgevoerd door studenten, zijn er leefregels opgesteld voor de wijk, onder de treffende titel Ssst. Berni geeft aan inmiddels een goede band te hebben opgebouwd met de meeste studenten. Velen daarvan spreekt hij wekelijks, dit heeft hem zelfs de eretitel ‘burgervader van de Schilderswijk’ opgeleverd. De dialoog is nu de basis voor communicatie tussen bewoners en studenten. Zodra er toch veel overlast wordt ervaren, worden andere eenheden ingeschakeld. “Maar dat komt bijna niet meer voor”, aldus Berni.

“Een mooi resultaat”, geeft Vincent Hazelhoff aan “en een voorbeeld van een bewonersvraagstuk dat bij de Wetenschapswinkel wordt neergelegd, waarna er (studenten)onderzoek wordt gedaan.” Goed voor de bewoners, goed voor de maatschappij en vooral ook waardevol voor studenten, vertelt Cato Bootsma. Zij geeft aan dat ze veel geleerd heeft van het onderzoek en dezelfde werkwijze heeft kunnen toepassen in haar eigen studie. Het opstellen van vragenlijsten en zorgvuldig bevragen van bewoners geeft ze als concreet voorbeeld. “Wederom een win-win situatie waarbij een vraagstuk vanuit de wijk is opgelost en studenten kunnen werken aan eigen ontwikkeling” concludeert de dagvoorzitter. “En het is ook belangrijk dat het studiepunten oplevert”, voegt Cato toe.

Na de opening is het tijd voor twee rondes van 4 deelsessies en workshops. Hieronder een greep uit het programma. Voor meer informatie over de overige sessies, zie alle slides hieronder en de omschrijvingen op deze pagina.

Deelsessie 1: Studentensteunpunten

Bewoners van de stad Groningen zitten soms met grote of kleine vragen waar ze zelf niet direct een antwoord op weten. Voor die vragen staat WIJS voor hen klaar. Op maandag tot en met donderdag kunnen ze terecht bij een van de steunpunten van WIJS. Dit zijn locaties waar studenten van verschillende opleidingen zich inzetten om bewoners ondersteuning te bieden bij uiteenlopende vraagstukken. Zo zetten meer dan 70 studenten (mbo, hbo en wo) zich wekelijks in om bewoners met o.a. financiële, juridische, digitale of ondernemersvragen uit de brand te helpen. Op deze steunpunten geeft WIJS studenten in Groningen de kans om van betekenis te zijn voor de stad en zich tegelijk te ontwikkelen als professional door het inzetten van hun kennis en expertise. De input van bewoners is daarbij onmisbaar! Hoe werkt dat precies? En waar lopen we tegenaan?

Tijdens deze lichten Guillaume Maat (Coördinator Steunpunten) en Karst Dekkema (Projectmedewerker WIJS) toe hoe de studentensteunpunten zijn ingericht en hoe samenleving en onderwijs samenkomen bij de inrichting van deze Steunpunten.

Deelsessie 2: Meet-o-Theek, de bibliotheek voor meetinstrumenten

Een bibliotheek vol meetinstrumenten en actieve bewoners die willen bijdragen aan wetenschap. In deze deelsessie staan Groningse voorbeelden van burgenwetenschap centraal. Duidelijk is dat een aantal deelnemers naar deze sessie is gekomen met een missie. Zo sluit een van hen aan namens Team handhaving omdat zij veel te maken heeft met overlast van jongeren en daar meer over wil weten en handvatten wil krijgen om daar mee om te kunnen gaan. De decibelmeter lijkt hier een handige eerste stap.

Niels Alberts is coördinator van de Bètawetenschapswinkel van de RUG. Hij noteert de associaties die deelnemers hebben bij het woord ‘burgerwetenschap’. Een tegenstelling die direct naar voren komt is data versus kennisdeling. Wat is het verschil tussen deze twee? En wanneer is iets burgerwetenschap en wanneer niet? De gedeelde boodschap is dat burgerwetenschap veel meer is dan alleen data verzamelen. Burgers kunnen op elk moment betrokken zijn en zo actief bijdragen aan het verbinden van wetenschap en samenleving.

In zijn presentatie licht Niels toe dat dit precies is wat CurioUs beoogt. Deze samenwerking tussen Science Linx van de RUG, de Aletta Jacobs School of Public Health en Forum Groningen betrekt nieuwsgierige noordelingen bij onderzoek en wetenschap. Bijvoorbeeld via de nationale wormentelling of een onderzoeksproject waarbij burgers hittestressmeters gebruiken. In de Meet-o-Theek zijn onder andere vleermuisdetectoren, fijnstofmeters en CO2-meters te vinden. Aan het eind van de sessie steken de deelnemers de handen uit de mouwen en bodemmeters in de grond om de grondkwaliteit van de aanwezige planten te analyseren.

Klik hier voor de presentatie.

Deelsessie 3: Strategische Kennisallianties

Het Akkoord van Groningen stimuleert onderwijs, onderzoek en innovatie als essentiële motoren van de kenniseconomie die bijdraagt aan het vinden van oplossingen maatschappelijke opgaven. De samenwerking tussen onderzoekers, beleidsmakers, studenten, docenten en bestuurders floreert, maar is niet altijd eenvoudig. Strategische afstemming tussen kennisinstellingen en lokaal bestuur is cruciaal om de aanwezige kennis optimaal en duurzaam te benutten. In Amsterdam is een vergelijkbare samenwerking gaande binnen het nationaal programma Samen Nieuw-West, een van de twintig wijkaanpakken die vallen onder het National Programma Leefbaarheid en Veiligheid. De Amsterdamse kennisinstellingen hebben kun krachten gebundeld in een kenniscoalitie die hier aan “Werkend Leren,” waarbij studenten, docenten en onderzoekers zich verbinden aan vijf maatschappelijke opgaven.

Bert Oosterkamp (Beleidsadviseur UMCG), Eva Dekker (Senior bestuurssecretaris Noorderpoort), Nadia Amraoui (Adviseur Akkoord van Groningen) en Rob Andeweg (Programmamanager HvA in de Stad) leiden de sessie in en gaan vervolgens met de zaal in gesprek. Daarbij komt onder andere naar voren dat bij deze complexe samenwerkingen klassieke rolopvattingen vaak verschuiven. Er wordt een pleidooi gehouden voor een bottom up aanpak, gestuurd vanuit de samenleving en niet vanuit bestuurlijke of ambtelijke ambities. Gemeente en kennisinstellingen kunnen derhalve soms beter anderen de leiding laten nemen om draagvlak en doelgerichtheid te bevorderen.

Klik hier voor de presentatie.

Deelsessie 4: Stadslabs & Hybride Leeromgevingen

In de twintig steden van het City Deal Kennis Maken netwerk zijn diverse leeromgevingen te vinden. Soms fysiek aanwezig in de wijk, zoals buurtcampussen en stadslabs, soms in gemengde vorm. Welke methodieken kunnen worden gebruikt bij het samenbrengen van maatschappij en kennisinstellingen, van bewoners en studenten? Diverse voorbeelden en werkwijzen worden in deze workshop gedeeld. Allereerst door Marcel Kesselring, programmamanager bij het bruisende Urban Living Lab Breda dat in de loop der jaren gegroeid is van experimenteren en leren samenwerken richting een duurzame strategische alliantie tussen onderwijsinstellingen, gemeente Breda en aanpalende stadsbrede programma’s. Bij het delen van zijn ervaringen, verwijst hij onder meer naar het belang van mensen werk. Zij zijn het die de meters maken en die directe communicatielijnen hebben richting bewoners, partners en bestuurders. Het hebben van een centrale en inspirerende ontmoetingsplek is daarmee van essentieel belang.

Voortbouwend op de Bredase voorbeelden vertelt Barbara Winkelhuyzen, Projectleider en Kennismakelaar CDKM bij Fontys, hoe in Eindhoven en Tilburg in meer dan 130 Hybride Leeromgevingen (HLO’s) onderwijs, onderzoek en leren in de praktijk samenkomen. Ook hier gaat het in de regel om fysieke ontmoetingsplekken buiten de onderwijsinstellingen en ook hier hangt de samenwerking vaak op het verbindingswerk van personen. Aan het eind van de sessie wordt de nadrukkelijke oproep gedaan elkaar als CDKM-netwerk te blijven vinden om samen de verdieping te zoeken en kennis te delen.

Klik hier voor de presentatie.

Deelsessie 5: Wederkerig leren in de Waaier

Wijkinzet Jongeren en Studenten (WIJS) draait sinds 2024 drie Ateliers, ‘multilevel’ onderwijsprogramma’s in wijkcentra in Groningen en Hoogezand. In deze Ateliers gaan studenten uit het mbo, hbo en wo gezamenlijk met een vraagstuk uit de wijk aan de slag. Vincent Hazelhoff,  Projectleider CDKM Groningen, deelt aan het begin van de sessie waaiers uit aan de aanwezige deelnemers voor een alternatieve versie van ‘petje op, petje af’. Na enkele vragen wordt bevestigd dat de onderwijspraktijk er nog vaak verticaler uitziet dan gewenst.

Vervolgens wordt toegelicht hoe WIJS concreet invulling geeft aan de ‘waaiergedachte’. Als kern van de samenwerking worden de waarden ‘wijkgericht, gelijkwaardig en wederkerig’ gebruikt. De aanpak is verankerd in het onderwijs van alle partnerinstellingen en studenten worden begeleid door docenten die een coachende rol hebben. Tabatha Ros vertelt hoe zij vanuit haar rol als studentassistent aan de RUG haar onderzoek naar Boundary Crossing theorieën koppelt aan deze aanpak. WIJS levert veel op voor de betrokken studenten, docenten, bewoners en partners.  Om écht het ei van Columbus te kunnen zijn, wordt doorlopend gewerkt aan het beter op elkaar laten aansluiten van roosters, het tijdsefficiënter maken van de docentbelgeleiding en het coherent samenbrengen van verschillende onderwijsvormen.

Klik hier voor de presentatie.

Deelsessie 6: De wetenschapswinkelmethode

Tijdens deze sessie wordt toegelicht wat een Wetenschapswinkel is en hoe je de wetenschapswinkelmethode kunt toepassen.

De aanwezigen nemen met Yorick Karseboom, voorzitter wetenschapeswinkels van de RUG, een duik in de geschiedenis en belanden in de jaren ’70 waarin de klassieke kerntaken van de universiteit als instelling voor onderwijs en onderzoek worden aangevuld met een maatschappelijke taak. De kennis die universiteiten produceren, kan nu ook rechtstreeks ingezet worden voor een beter Nederland en een betere wereld.

In deze context komen de wetenschapswinkels op. Deze bieden onafhankelijke en participatieve onderzoekssteun in reactie op vragen uit de samenleving, mits deze aan een aantal (wetenschappelijke en niet-commerciële) voorwaarden voldoen. Vragen worden niet alleen beantwoord, maar kunnen ook gekoppeld worden aan vervolgprojecten of aan vakken op faculteiten.

Klik hier voor de presentatie.

Deelsessie 7: Werken in netwerkorganisaties

WIJS bestaat daardoor uit meerdere partijen uit de samenleving en het onderwijs die hun krachten bundelen om zo domein overstijgend samen te werken. Dit wordt ook wel een netwerkorganisatie genoemd. Dit klinkt mooi, maar hoe doe je dat nu echt? Want deelname aan een netwerkorganisatie als WIJS betekent dat je automatisch werkt aan de doelen en belangen van andere betrokkenen. Deze vragen staan centraal in een interactieve sessie waarin deelnemers in spelvorm aan de slag gaan. Het doel daarbij is om tot een gezamenlijk besluit te komen over een specifiek vraagstuk. In ronde één deelt niemand zijn/haar rol met de groep en in ronde twee deelt iedereendeze juist wel met elkaar.

Tijdens het spel komt goed naar voren hoe belangrijk transparantie is. Er is een collectief belang, maar er zijn uiteraard ook individuele belangen en ambities. De verschillen in groepsdynamiek tussen ronde één en twee zijn frappant. Pas zodra ieder de eigen rol deelt, blijkt het mogelijk te zijn de gezamenlijke missie boven aan de agenda te plaatsen en tegelijkertijd tot een besluit te komen, rekening houdend met ieders rol. Sessieleiders Pascal de Jong, Projectmanager Gemeente Groningen en Anne Kraanen, Projectleider Wij Groningen, delen hoe dit vertaald kan worden naar je dagelijkse organisatie en samenwerking.

Klik hier voor de presentatie.

Deelsessie 8: Masterplan Campussen – Vitaliteitscampus

Onze leefomgeving wordt steeds sneller en ingewikkelder. Tegelijkertijd stijgt onze levensverwachting en hebben we andere, soms zelfs nieuwe vaardigheden en levenshoudingen nodig om actief te blijven meedoen. De Vitaliteitscampus draagt bij aan de kwaliteit van leven in onze samenleving en loopt voorop in de realisatie van een vitale regio. Binnen de Vitaliteitscampus werken overheden, bedrijfsleven en onderwijs samen met elkaar aan vitaliteitsvraagstukken in Groningen en Drenthe. Het is daarmee één van de aangewezen locaties voor ontwikkeling tijdens de pilotfase van het Masterplan Campussen, aldus Ineke Yska, Directeur Innovatie & Strategie Alfa-college en Jasper van Buiten, Programmamanager Vitaliteitscampus Alfa-college.

Het doel van de Vitaliteitscampus is het realiseren van wendbaar en toekomstbestendig mbo-onderwijs dat breed opgeleide professionals aflevert of bijschoolt. Dit om nóg beter aan te sluiten bij de vragen uit de praktijk en de behoefte en vraagstukken vanuit de samenleving. Tijdens deze sessie wordt ingegaan op de totstandkoming en ambities van de Vitaliteitscampus en op de bijzonder wijze waarop de partners daarbij samenwerken.

Klik hier voor de presentatie.

MDT

Gedurende de dag kunnen de bezoekers ook uitgebreid kennismaken met de bevlogen collega’s van Maatschappelijke Diensttijd (MDT) en MDT-Missie.

Afsluiting

Tijdens een vlotte plenaire terugblik op de deelsessies met de dagvoorzitter, noemen de aanwezigen diverse opbrengsten van de dag. Met gevulde adresboekjes en geïnspireerd door de voorbeelden uit Groningen en de andere CDKM-steden strekken zij de benen tijdens twee excursies. De eerste daarvan biedt een kijkje in de keuken bij CrossWise, een omvangrijk en langjarig samenwerkingsprogramma in Noord-Nederland tussen vier noordelijke onderwijsinstellingen (Alfa-college, Noorderpoort, NHL Stenden Hogeschool en Hanze Groningen), SPOT en de gemeente Groningen. De aansluiting van onderwijs op de praktijk staat centraal bij het opleiden van jonge talenten van uiteenlopende beroepsopleidingen tot professionals in de podium- en evenementenbranche. De tweede excursie is een stadswandeling waarbij die deelnemers hoogtepunten maar ook onverwachte kanten van dynamisch Groningen laat zien.

Terug in het Forum wordt de opgedane kennis verder uitgewisseld tijdens de afsluitende netwerkborrel die menige enthousiaste nabeschouwing ontlokt.

Alle foto’s en presentaties van het evenement zijn hier te bekijken © Florencia Jadia Photography.

Verkennend onderzoek: Neem gezonde voedselomgeving op in ruimtelijke visie en tenders

Dit gaat over de City Deal Gezonde en duurzame voedselomgeving

Begin 2024 heeft Joost Rijkhoff, student Bestuurskunde Universiteit Leiden, voor de City Deals Gezonde en duurzame voedselomgeving en Dynamische binnensteden een eerste beknopte verkenning gedaan naar juridische mogelijkheden om het aanbod van ongezond voedsel te kunnen weren. De scope van het onderzoek was beperkt. Echter, de bevindingen zijn zodanig dat ze kansrijke aangrijpingspunten opleveren voor nader onderzoek voor beide City Deals. De belangrijkste aanbeveling van zijn onderzoek is, dat gemeenten een gezonde voedselomgeving in tenders moeten opnemen, zodat aandacht voor dit onderwerp van ontwikkelaars vereist wordt. Hiervoor is het uiteraard van belang dat een gezonde voedselomgeving integraal onderdeel van de ruimtelijke visie uitmaakt.

In navolging van Joost Rijkhoff, werkt masterstudent Urban and Economic Geography aan de Universiteit Utrecht Lea Smeijsters aan haar afstudeerscriptie over dit onderwerp. Hierbij richt ze zich op het proces van gebiedsontwikkeling, en de kansen en uitdagingen binnen dit proces om een gezonde voedselomgeving te bevorderen. De resultaten van haar onderzoek worden in de tweede helft van 2024 op deze site gepubliceerd. Een verwijzing naar die publicatie zal dan ook aan deze pagina worden toegevoegd.

Lees hier de verkenning van Joost Rijkhoff.

 

Kennisdelen in de cultuurstad van het zuiden

Dit gaat over de City Deal City Deal Kennis Maken

Op 13 november streek het City Deal Kennis Maken netwerk neer in ’s-Hertogenbosch voor de tweede landelijke kennisdelingsdag van 2023. Een bijzondere editie in aanwezigheid van demissionair minister Dijkgraaf. Aan de HAS Green Academy trapte Liz Chermin, lid van het College van Bestuur, het programma af met lovende woorden over de intensieve samenwerking binnen en buiten de CDKM aan de Onderwijsboulevard.

“Hier gebeurt heel veel”, zegt Chermin in haar welkomstwoord. “Dat doen we samen met veel partners van de City Deal Kennis Maken, waaronder met onze buren, de andere kennisinstellingen hier op de Onderwijsboulevard. We wisselen makkelijk kennis en studenten uit. Onder de vlag van de City Deal hebben we dan ook een mooie samenwerking neergezet, bijvoorbeeld rond groene gezondheid, waarbij we onder meer samenwerken met mbo-studenten aan een gezonde leefomgeving en met Avans-studenten onderzoek doen naar gedragsverandering voor gezonder leven. Van de City Deal hebben we geleerd dat we dezelfde passie en drive hebben om te werken aan deze gezonde leef- en voedselomgeving voor de stad Den Bosch en regio, of we nu HAS, Avans, JADS, Koning Willem 1 College of Yuverta heten.”

Samenwerking zit in de genen van de HAS Green Academy, volgens Chermin. Afgelopen week ondertekende de hogeschool een convenant over inclusie. Onderwijsinstellingen in Nederland moeten een plek zijn waar elke student op voet van gelijkheid met andere studenten aan het onderwijs deelneemt. Waar elke student ongeacht achtergrond of visie zich welkom en geaccepteerd voelt. Chermin: “We hebben de stad nodig om dit verder te brengen, om inclusie en een weerbare samenleving te creëren.”

Onderwijsstelsel

Ze geeft het woord door aan demissionair minister van OCW Robbert Dijkgraaf, die geflankeerd wordt door vier studenten met wie hij in gesprek gaat. “Het is fijn om hier te zijn. Ik ben een enorme fan van de City Deal Kennis Maken en van wat er onder dat vaandel op innovatief vlak gebeurt aan onderwijs en onderzoek. Als minister behoud ik het vogelperspectief vanuit de Hoftoren en ik zie dat er veel mooie dingen gebeuren. Maar er kan nog meer. Hoe kunnen we ons onderwijsstelsel aanpassen aan de problemen in onze maatschappij? Als we kijken naar de architectuur van ons kennishuis, dan is die wat verouderd en verkaveld. De buitenmuur is belangrijk voor de veilige omgeving voor onze studenten, maar met de binnenmuren kunnen we wat soepeler omgaan. Ik spreek daarom van een waaier van onderwijs en wil niet over ‘hoger’ of ‘lager’ onderwijs praten.”

Er zijn twee fundamentele ideeën waar we wat mee moeten, volgens de minister. “We gaan toe naar een wereld waarin er meer banen zijn dan talenten. Iedere vorm van onderwijs moeten we maximaal ondersteunen en diversiteit moeten we vieren, dat hebben we nodig. Hbo, wo en mbo moeten de eigen kwaliteiten blijven benadrukken. Dan kunnen ze sneller aansluiten bij de noden van onze samenleving. Onderwijs en onderzoek worden steeds belangrijker. Iedereen moet iets nieuws kunnen leren en anderen kunnen helpen. We moeten deze positieve kracht aanwenden om de samenleving beter te maken.”

Het tweede punt waar de minister aandacht voor vraagt is dat we te veel denken vanuit het individu. “De maatschappij is teamwork. Hoe kunnen we afzonderlijke kwaliteiten beter bij elkaar brengen? Onderwijs is als een minisamenleving. We moeten heel veel werk verrichten om de maatschappij toekomstbestendig te krijgen. We kunnen hieraan beginnen met jonge mensen.”

“We zijn immers wereldkampioen samenwerken in Nederland”, stelt de minister. “Het is een zero sum game. Het is win-win om de puzzelstukjes van verschillende vormen van onderwijs te verbinden met andere stakeholders als gemeenten en regionale overheden. We moeten veel meer van die verbindingen maken. Ik ben erg enthousiast over wat hier gebeurt. Laten we dat enthousiasme vasthouden, er is genoeg werk te doen.”

In gesprek met studenten

De minister is erg blij om met studenten voor de zaal te staan. “Ik wil niet in een old male panel. We praten te vaak over en niet met studenten. Ik wil dan ook de opdracht meegeven aan iedereen die in het onderwijs werkt: ga in gesprek met studenten. Ze hebben een enorme schat aan kennis en kunnen ons veel leren. Zij hebben de antennes voor wat er nodig is om te leven in 2023, wat er nu speelt en welke moderne manieren nodig zijn om problemen aan te pakken. Betrek de studenten ook als kennisbron in het geheel.”

Colin (Koning Willem 1 College), Emily (HAS), Ramon (KW1C) en Bram (Avans) gingen in gesprek met de minister, onder meer over multidisciplinair samenwerken. “Het is altijd mijn droom geweest om talkshow host te zijn”, grapt Dijkgraaf. Colin denkt dat je in elke context studenten van iedere discipline wel kunt verbinden. Ramon is enthousiast over multidisciplinair samenwerken. “Alle vaardigheden komen dan bij elkaar. Je leert niet alleen je vak, maar ook persoonlijk veel van elkaar. Het mooie is dat je erop uitgaat. Normaal zit ik vier tot vijf uur per dag achter mijn laptop.”

Concreet heeft Emily veel geleerd van het samenwerken met andere opleidingen en studenten. “Ik ben heel wetenschappelijk opgeleid, anderen meer vanuit creativiteit. Ik heb geleerd wat creatiever te werken en niet meer uitsluitend af te gaan op feitjes. Andersom leer ik anderen om wat minder gek te werken.” Bram vult aan: “Er zijn dingen die ik niet kan als bedrijfskundige. Daar heb je anderen voor nodig, er zijn veel aanvullingen op elkaar.

Er mag meer aandacht zijn voor transferable skills, vinden de studenten. We moeten daarbij wel kritisch blijven nadenken. Zij benadrukken daarbij het grote belang van vakkennis en het vinden van een juiste balans tussen multidisciplinair en vakkennis: “Idealiter fifty-fifty.” Er is voorlichting nodig om de meerwaarde van multidisciplinair samenwerken te laten zien, denkt Ramon. “In de buitenwereld leer je in ieder geval werken met andere opdrachtgevers”, stelt Emily. “Je leert dat je informatie anders moet overbrengen.”

Na het gesprek bezoekt de minister een hackathon over het Westerpark, een stadspark gelegen aan de Onderwijsboulevard en 12 hectare natuur. Een dertigtal studenten van alle Bossche kennisinstellingen buigt zich over een door de gemeente aangeleverde vraag: hoe kan het park onderdeel gemaakt worden van de Onderwijsboulevard voor studenten en medebewoners? Het bezoek wordt vervolgd in de HAS Kas, waar de minister kennismaakt met studenten Bart, Floris en Francisco. Zij brengen hem de fijne kneepjes bij van het kweken van groente en fruit. Sterker nog: de oogst wordt rechtstreeks gebruikt voor de groene en gezonde lunch die in het opleidingsrestaurant van het KW1C klaarstaat voor alle deelnemers. Aan de lunchtafel gaat de minister in gesprek met CDKM-trajectleiders over de activiteiten in het landelijk netwerk.

Voor en na de lunch staan diverse deelsessies en excursies op het programma. Hieronder een overzicht.

SPRONG

In de sessie over SPRONG vertellen lector Groene Gezondheid, Herman Peppelenbos (HAS), strateeg Stadsontwikkeling, Jeroen van de Ven (Gemeente ’s-Hertogenbosch) en projectmedewerker onderzoek aan het Centre of Expertise Perspectief in Gezondheid, Laila Konijn (Avans) over de samenwerking binnen hun achtjarige SPRONG-onderzoekstraject. Hoe werken hogescholen, mbo-partners en gemeente? Hierbij wordt dankbaar gebruikgemaakt van ervaringen uit de CDKM. Ook sluit de voorgestelde SPRONG programmastructuur aan bij ontwikkelingen binnen de gemeente. Er is gestart met het delen van contacten en in de programmalijnen wordt de intentie opgezet om de gemeente duurzaam te verbinden. Deze opgave wordt herkend door veel van de deelnemers, die in een geanimeerde discussie hun ervaringen delen.

Impact zichtbaar maken

Een populaire andere sessie is Impact zichtbaar maken, die zowel in eerste als tweede sessieronde te volgen is. Willem van de Plas en Imke van Gaal van Activatie Bureau IMPAKT laten zien wat je kunt doen om de maatschappelijk impact van projecten aan te tonen en vervolgens zichtbaar te maken. Daarbij maken zij onder meer gebruik van het IMPAKTwiel. Meer informatie over deze aanpak bij veranderopgaven is te vinden in hun whitepaper.

Verduurzaming voedselketen

Het programma Beet! (Brabant Eet) is een van de vier grote transities waaraan vanuit het kennispact MBO Brabant wordt gewerkt. Het programma heeft als doel de voedselketen te verduurzamen door samenwerking van onderwijs en bedrijfsleven. Programmamanager Dimphy Kees vertelt hoe het kennispact als doel heeft om het mbo mee te nemen in grote transities waar Brabant mee te maken heeft. “In de agrofood sector heeft 70 procent van de mensen een mbo-achtergrond. Vaak is het mbo echter nog helemaal niet betrokken. Daarom is het zo belangrijk om het mbo meer te betrekken bij de samenwerking tussen bedrijfsleven en onderwijsinstellingen.” Het Kennispact is nu twee jaar bezig, en heeft vier programma’s lopen, waarvan er twee vandaag worden toegelicht. Naast Beet! is er ook het MBO Innovatie en Expertise Centrum (MIEC) DATA. Beide richten zich op toekomstgerichte opleidingen in rijke leeromgevingen. Beet! werkt veel met serious games. Kees laat daarvan een praktisch voorbeeld zien met de reis van het welbekende Brabantse worstenbroodje. Welke duurzame keuzes zijn er te maken? Ze laat bijvoorbeeld zien hoe weinig promotie er wordt gemaakt voor biologische producten, en dat biologische producten tot wel 89% duurder zijn dan reguliere producten. Het resultaat smaakt ook nog eens uitstekend, constateren de proevende aanwezigen ter plekke.

Maatschappelijke diensttijd

In een andere sessie vertellen onderwijsexperts Wendy Koopmans en Remco Janssen meer over Maatschappelijke diensttijd (MDT). Hun doel is jongeren voor te bereiden op de toekomst en te verbinden met de wereld om hen heen. Dat past goed bij de missie als school of gemeente. MDT biedt jongeren naast boeiende lessen ook inspirerende praktijkervaringen. Hierdoor werken zij aan het ontwikkelen van hun talenten, doen ze iets voor de maatschappij én ontmoeten ze mensen buiten hun eigen bubbel. MDT is in 2016 gestart. Sinds een jaar is onderwijs voor het eerst aangehaakt. Er doen al 250 gemeenten mee, en er zijn tot nu toe 100.000 deelnemers. Toch is MDT nog steeds een onbekend begrip in het onderwijs, en nog erg afhankelijk van een persoon die het draagt binnen een onderwijsinstelling. “Je hebt echt iemand nodig die het aanjaagt.” MDT kan echt een verlichting zijn voor onderwijs en past goed bij burgerschapsonderwijs.

Interessant voor het CDKM-netwerk”: op 21 december vindt in Nijmegen voor het eerst een MDT City Takeover plaats. Maar liefst duizend jongeren nemen de stad over, zetten zich in voor maatschappelijke activiteiten en genieten daarnaast van allerlei evenementen voor hen georganiseerd, zoals optredens van bekende muzikanten. Er is ook een programma speciaal voor het landelijke CDKM-netwerk. Schrijf je snel in!

De studentambtenaar

In een andere sessie staat de verbindende rol centraal van studentambtenaren die contact leggen tussen de gemeente, studentenorganisaties én studenten in het mbo, hbo en wo. Een aantal studentenambtenaren zijn aan het woord, en beantwoorden vragen vanuit de deelnemers. “Je staat met één been in het studentenleven, en met één been in de gemeente”, licht een van hen toe op aangeven van sessieleider Thijs de Jongh. Dit vanuit het Netwerk Kennissteden Nederland uitgerolde initiatief krijgt meer en meer aanhang, met als aandachtspunt een goede vertegenwoordiging van mbo, hbo en wo-studenten. Enschede heeft als pilot een mbo-studentenambtenaar in dienst genomen. In Nijmegen denken ze erover om een stage voor mbo-studenten hiervan te maken. In Deventer helpen studentenambtenaren de stad meer een studentenstad te maken, om zo onder andere het studentenwelzijn te bevorderen.

Actieve burgers

Margaret Gold, coördinator van het Citizen Science Lab van de Universiteit Leiden gaat in deze sessie in op burgerwetenschap. Aan bod komt niet alleen deze overkoepelende term voor participatieve onderzoekspraktijken, maar ook de synergie met open science en publieke betrokkenheid bij wetenschap en ‘community engaged learning’. Samen met Pieke Hoekstra, Head of Community Engagement & Outreach aan de TU Delft, worden diverse lokale en landelijke voorbeelden gegeven, waaronder projecten waarin buurtbewoners lichtvervuiling en luchtvervuiling onderzoeken. Geïnteresseerd? Doe zelf ook mee via deze link.

Het Talent Atelier

De enige sessie die in het Willem 1 College plaatsvindt is die van het Talent Atelier.  Dit is een dynamische plek waar studenten van verschillende mbo-opleidingen met elkaar in contact komen en met partners uit het werkveld. Projectleider Bert Verhoeven vertelt hoe studenten in projectgroepen multidisciplinair samenwerken aan vragen van echte opdrachtgevers die bovendien altijd gekoppeld zijn aan de Global Goals.

Na de sessies zijn er nog twee excursies te volgen. Sandra Das, coördinator onderwijs, neemt deelnemers mee op excursie naar het T-Huiz een bijzondere locatie waar zorg en technologie samenkomen. Dit initiatief van BrabantWonen, BrabantZorg en Koning Willem 1 College toont in wat er allemaal mogelijk is met zorgtechnologie in een thuissituatie. Dit doen ze door bewoners, mantelzorgers en professionals uit te nodigen om zelf hulpmiddelen te komen bekijken en ervaren.

Projectleider en kwartiermaker van het Innovatie Kwartier, Bertus Rosier verzorgt een rondleiding in het Innovatie Kwartier waarmee de gemeente Den Bosch haar ambities als datastad van Nederland én als cultuurstad van het Zuiden kracht bij zet. Dit binnenstedelijke gebied wordt komende jaren de spil van het Bossche data-ecosysteem waarin innovatie centraal staat.

Opgedane kennis wordt verder gedeeld tijdens de afsluitende netwerkborrel. Daar pitchen de hackathondeelnemers ook hun plannen voor een nieuw Westerpark.

Alle foto’s van het evenement zijn hier te bekijken © Florencia Jadia Photography.

Kennis maken in het centrum van nieuwsgierigheid

Dit gaat over de City Deal City Deal Kennis Maken
Deelnemers aan de kennisdelingsdag in Amsterdam op 2 juni.
Deelnemers aan de kennisdelingsdag in Amsterdam op 2 juni.

Op 2 juni kwamen de onderzoek- en onderwijsvernieuwers van de City Deal Kennis Maken weer bij elkaar voor de landelijke kennisdelingsdag. Op deze dag stonden veel concrete projecten uit de praktijk centraal in een inspirerende omgeving, de Openbare Bibliotheek Amsterdam aan het Oosterdok, snijpunt van kennis en samenleving.

Met trots opent Christiaan Seemann, programmamanager van de City Deal, de dag met een korte film, waarin een aantal projecten uit de stad Amsterdam voorbijkomen die lopen onder de vlag van de City Deal. Zo vertellen studenten over hun werk in de Amsterdam Law Hub, een broedplaats voor innovatie op het gebied van maatschappelijke juridische dienstverlening. Hierin werken studenten en medewerkers van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de Universiteit van Amsterdam (UvA) samen met maatschappelijke partners, juridische maatschappelijke ondernemers en gevestigde partners. In de wijk Nieuw-West zetten studenten van de Vrije Universiteit zich in tegen eenzaamheid in de Kennisalliantie Eenzaamheid, en in het project Living Sports werken studenten eraan om mede-Amsterdammers meer aan het bewegen te krijgen.

Amsterdam

Na de film neemt wethouder Hester van Buren het stokje over om iedereen in ‘haar’ stad te verwelkomen. Ze heeft veel affiniteit met het onderwerp van de City Deal en neemt de zaal even terug de historie in, toen calvinisten zich zorgen maakten in 1630 dat er een universiteit in zo’n losbandige stad als Amsterdam moest worden opgezet. “Als ik nu de zaal inkijk vierhonderd jaar later, is het met het hoger onderwijs in de stad wel goed gekomen”, verzekert ze. “Het samen optrekken binnen de City Deal Kennis Maken komt de stad dan ook alleen maar ten goede.” Als voorbeeld van zo’n samenwerking noemt ze Energie Lab Zuidoost, waar onderzoekers, ambtenaren en studenten samen met bewoners werken aan de verduurzaming van de buurt.

Amsterdam is al eeuwen een centrum van nieuwsgierigheid, stelt de wethouder. Uit die nieuwsgierigheid is Aletta Jacobs gaan studeren, zijn studenten met de collectebus gaan lopen voor het voortbestaan van de VU. “Het is dan ook mooi om vandaag hier collega’s van andere steden te leren kennen en kennis uit te wisselen. Alleen wanneer steden en kennisinstellingen de handen ineenslaan kunnen we de complexe problemen aanpakken waar steden mee te kampen hebben en werken aan de gedeelde levensvatbare toekomst van Nederland. Nieuwe generaties verlangen van ons dat we onze nieuwsgierigheid bundelen.”

In gesprek met studenten

Van Buren gaat verder in gesprek met Sadiq el Kahal, masterstudent Wetenschap voor duurzaamheid en energie aan de VU, die onderzoek doet naar rechtvaardigheid en inclusie in de energietransitie. Zijn focus ligt vooral op mensen met een multiculturele achtergrond. “Niemand mag achterblijven.” Hij werkt samen met studenten van de Hogeschool van Amsterdam en ROC Amsterdam in het project Wetenschap met de Wijk. Hij wil weten van de wethouder hoe het interdiscipinair samenwerken beter kan worden gefaciliteerd. Van Buren hamert op het belang van meer integraal kijken naar de stad in plaats van verkokerd te werken. “Leef je in de ander in. Probeer elkaar niet te overtuigen met argumenten. Ga op bezoek bij elkaar. Begrijp wat anderen doen en welke belangen bij hen leven.”

Ramla Yusuf en Leonoor De Neeling studeren allebei rechten aan de UvA en werken in de Vrouwenrechtswinkel in Amsterdam Zuidoost. Daar geven ze met een team rechtenstudenten gratis juridisch advies op maat voor vrouwen. “Het is mooi om onze kennis in te zetten voor een goed doel”, zegt Yusuf. “We hebben spreekuren waar de vrouwen langskomen. Het is een mooi team van advocaten, juristen en lokale ondernemingen. We willen iedereen een kans bieden.” Het is belangrijk om een goed netwerk te hebben. Van de wethouder wil ze weten hoe zo’n netwerk versterkt kan worden. Van Buren pleit voor meer fysieke verzamelplaatsen in de stad, zoals de vrouwenrechtswinkels, waar mensen kunnen binnenlopen zonder dat ze een stigma hebben dat ze hulp nodig hebben.

De Neeling is het opgevallen hoe weinig vertrouwen de inwoners van Zuidoost hebben in de overheid. “Ze durven niet meer te komen, omdat ze bang zijn dat ieder verkeerd zinnetje of document resulteert in dat ze geen hulp meer krijgen. Er is wantrouwen richting burgers. Hoe gaat u dat oplossen?”

“Dat vertrouwen terugwinnen staat hoog op de agenda samen met burgemeester Halsema”, reageert Van Buren. “Maar het is niet makkelijk. Er werken 18.000 mensen bij de gemeente Amsterdam. Die heb je niet gelijk om dat ze meer vertrouwen krijgen in de burger. Het is een enorm aandachtspunt. We willen een cultuuromslag maken, we hebben allemaal geleerd van de Toeslagenaffaire. We hebben jullie ook nodig om ons alert te houden, advies te geven”, geeft ze de studenten mee.

Chaymae Benmeseoud, werkt als student Social Work van de HvA in de Buurtcampus Nieuw-West, waar ze mee helpt om sociale ongelijkheid tegen te gaan en sociale cohesie te verbeteren in de wijk. Ze wil onderzoek gaan doen in het feministisch veld en vraagt de wethouder wat er wordt gedaan om de rechten van jonge vrouwen te behartigen. Van Buren reageert dat ze vrouwenrechten heel belangrijk vindt. De burgemeester is al betrokken bij meiden in Nieuw-West en Zuidoost die moeilijk meekomen. “Meld je vooral bij de gemeente en we kijken of we de connectie kunnen maken. We zijn blij met vrouwen die initiatieven nemen. Ik word er blij van dat de jeugd zo betrokken is bij de maatschappij, de toekomst, verduurzaming en kansengelijkheid. Dat geeft zoveel optimisme. Kijk ook vooral ook in de toekomst bij de vacatures gemeente, we hebben echt mensen zoals jullie nodig”, zegt ze met een knipoog.

Een plek om samen te komen

Kansengelijkheid staat hoog op de agenda bij de OBA, de stichting Openbare Bibliotheken Amsterdam. De OBA zet zich in voor een Amsterdam waar iedereen gelijke kansen heeft. De OBA biedt kansen om kennis en vaardigheden te verwerven, om actief deel te nemen aan het maatschappelijk leven, talenten te ontplooien. De OBA wil bovendien de plek van de stad zijn om elkaar te ontmoeten, niet alleen in het centrum, maar ook in de wijken. Naast de hoofdvestiging aan het Oosterdok, heeft OBA nog 26 andere vestigingen in de stad. Directeur Martin Berendse vertelt kort meer over de stichting en hoe belangrijk het is om in de wijken te zitten, zeker in de twintig gebieden die voorheen krachtwijken of Vogelaarwijken heetten. “Als bibliotheek trekken we veel op met G4 steden, maar ook breder in bijvoorbeeld het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid. Zou dit overlappen met de CDKM-steden? En hoe verbinden we ze met elkaar? We zijn inmiddels in gesprek met die steden hoe we kunnen aansluiten. Van Heerlen tot Zaanstad.”

De OBA is rechtstreeks verbonden met maatschappelijke partners in Amsterdam. “We zijn opgericht voor de andere helft van de stad, de mensen die niet meekwamen. Mensen moeten vertrouwen dat er een plek is waar je kunt samenkomen zonder dat je iets hoeft of moet. Dat willen wij.” Het past volgens Berendse bij de thema’s kennismaken en kennis delen. Daar wil hij graag ook twee woorden bijvoegen: ervaring en inspiratie. “Oftewel, wijsheid maken. Hoe kunnen wij plek zijn waar mensen elkaar een beetje optillen, een plek van hoop, waar je vertrouwen kunt hebben. Daarom vind ik mooi dat al die initiatieven vandaag hier weer kennis uitwisselen op deze vloer want die vloer is van jullie allemaal. ”

Stand van zaken

Roselinde Wijnands en Christiaan Seemann, programmamanagers en aanjagers van de City Deal, nemen de zaal aan het eind van het plenaire deel mee in de stand van zaken rond de City Deal Kennis Maken. De drie doelen staan nog steeds: het versterken van de kennisverbinding tussen stadsbestuur en kennisinstellingen, het aanbieden van de stad als rijke leeromgeving en het uiteindelijk versnelld komen tot oplossingen voor wicked problems. De verhalen van de studenten illustreren dit. “Dit is precies waarom we het doen”, aldus Seemann. Er zijn 20 steden verbonden aan de City Deal en de afgelopen vijf jaar hebben een enorme diversiteit aan stadslabs, challenges, urban living labs en thematische wijkaanpakken opgeleverd. “We zijn sinds 2017 heel ver gekomen.” Na verduurzaming van de samenwerking de afgelopen drie jaar, is nu met de CDKM 2023 regeling de fase van inbedding en opschaling gestart.

Het netwerk van de City Deal gaat één keer per jaar op studiereis, het afgelopen jaar was dat naar Leuven (zie hier voor het reisverslag). Twee keer per jaar komt het netwerk samen op kennisdelingsdagen en daarnaast zijn er intervisiebijeenkomsten en een monitoringstraject. Eens in de twee jaar worden bestuurders bijgepraat tijdens een diner pensant. Dit jaar start een nieuw leertraject, waarbij de 20 steden bij elkaar op bezoek gaan om kennis te delen en onder begeleiding van experts gezamenlijk de volgende stap voorwaarts te zetten. Zie hier voor het reisverslag.

Onderwijs- en onderzoeksactiviteiten in de wijk

Na het plenaire deel stonden in verschillende sessies concrete projecten uit de 20 steden centraal. Zo delen deelnemers in de sessie Stadslabs hun ervaringen met het opzetten en programmeren van onderwijs- en onderzoeksactiviteiten in en vanuit fysieke plekken en leeromgevingen in een wijk of buurt. De HvA werkt bijvoorbeeld samen met de Openbare Bibliotheek Amsterdam met het concept de Buurtcampus. Mieke de Ruijter vertelt over initiatieven als De Groene Kans, een project tegen voedselverspilling waarbij studenten samenwerken met vrijwilligers en buurtbewoners. In De Buurtklas begeleiden studenten kinderen in de naschoolse opvang en helpen hen bijvoorbeeld met lezen. Buurtbewoners in Geuzenveld kunnen terecht bij Het Spreekuur waar studenten hen helpen met praktische zaken. “Door onderzoek en onderwijs te verplaatsen naar de wijk kunnen we mensen een extra steuntje in de rug bieden.”

De Buurtcampus loopt al vijftien jaar inmiddels, met name in een aantal wijken. Met steun van de gemeente is er een enorm netwerk opgebouwd. “Omdat je fulltime in de wijk bent heb je als student continu mensen uit de wijk om je heen. Je hebt zo echt voelsprieten van wat er speelt in de wijk.”

Is er samenwerking met andere stadslabs in Amsterdam? Nee, concludeert de zaal gezamenlijk. Zelfs niet projecten die ook van de HvA zijn. “Vanuit onderzoek komen er labs oppoppen, hoe kunnen we de samenwerking versterken? Dat is een volgende stap.” Er is wel een kaart ontwikkeld HvA in de stad, waarop veel initiatieven te vinden zijn.

In andere steden, zoals Leiden, Den Haag, Rotterdam en Groningen (WIJS), zijn andere vormen van (stads)labs ontwikkeld. Wat kunnen we van elkaar leren van deze schat aan ervaringen? Hoe is het mbo betrokken? Hoe verduurzaam je de samenwerking? Hoe krijg je partners mee? Genoeg stof voor gesprek zo blijkt tijdens de sessie.

Energie Lab Zuidoost

Een concreet project met studenten en hoe je kennisontwikkeling kan inzetten bij grootstedelijke vraagstukken is het Energie Lab Zuidoost in Amsterdam. Dit is dé plek waar onderzoekers, studenten, bewoners, bedrijven en de overheid samenwerken aan een energieneutraal Amsterdam Zuidoost in 2040. Het lab benadert deze transitie als een technische en sociaal-rechtvaardige opgave, door ook kennis op te doen over uiteenlopende en diverse huishoudelijke praktijken in de (kwetsbare) wijken. Hoe pakt het Lab dit aan? Mark Kauw, programmacoördinator van het Energie Lab Zuidoost vertelde hoe dit project hét praktijkvoorbeeld wil worden voor andere stadsdelen van Amsterdam en daarbuiten, op weg naar een CO2-uitstoot reductie van 95% in 2050. Het realiseren hiervan vraagt om samenwerking tussen veel verschillende partijen. Zowel van de overheid en de bewoners, als van bedrijven en onderzoekers. Energie Lab Zuidoost brengt deze partijen samen. Het doel is om met wetenschappelijke expertise direct bij te dragen aan de vraagstukken en projecten in Amsterdam Zuidoost. In verschillende ‘Living Labs’ wordt geëxperimenteerd en worden innovaties getest. In deze labs werken bedrijfsleven, bewoners, overheid en onderzoekers samen.

Het Energie Lab Zuidoost is in 2020 opgericht door AMS Institute, TU Delft, de Hogeschool van Amsterdam en Universiteit van Amsterdam om zich te concentreren op de rechtvaardige energietransitie. Alle deelnemers moeten zich houden aan een manifest, zodat ze echt een maatschappelijke bijdrage leveren. Ook is met bewoners van de wijk een document opgesteld dat duidelijk maakt dat het gaat om sociale energietransitie. Zo is onder meer een moskee met 120.000 leden aardgasvrij gemaakt. Ook worden nu kerken geholpen om te verduurzamen.

Onderwijsvernieuwingen

In een andere sessie stond Community Service Learning centraal. Frederique Demeijer van de VU, Roos van Lin, Jorg Huijding van de UU, Anke Zwanenberg en Hanna Eppink van de WUR gingen in gesprek over de verschillende manieren waarop dit type onderwijs kan worden vormgegeven met maatschappelijke partners, docenten en studenten.

In een vervolgsessie werd ingezoomd op het perspectief van de docent. Frederique Demeijer, Geertje Tijsma van de VU, Hanneke Goosen van de HvA en Julie Kurris van het Comeniusnetwerk  gingen met elkaar en met de deelnemers in gesprek met vragen als: Wat vraagt het geven van maatschappelijk betrokken onderwijs van hen? Welke competenties hebben zij nodig? En hoe kun je deze competenties trainen? Maar ook: wat zijn de verschillen tussen docenten aan diverse kennisinstellingen? In verschillende kennisinstellingen worden immers weer verschillende eisen aan docenten gesteld.

Leertraject brede vaardigheden

In een andere sessie kwamen landelijke innovaties op het gebied van onderzoek en onderwijs aan bod, waar het CDKM-netwerk inspiratie uit kan putten. Zo deelden Erik Mooi van de UU en Miriam de Jager van de HAN hun expertise op het gebied van het Leertraject Brede Vaardigheden. In een landelijk leernetwerk werken zij samen met andere kennisinstellingen aan het beter laten aansluiten van hun onderwijs op een voortdurend veranderende samenleving en arbeidsmarkt. .

Partnerschappen

In de tweede ronde vertelde Rob Andeweg van de HvA over Amsterdamse partnerschappen tussen kennisinstellingen en gemeente. Daarbij kwam naar voren dat kennisinstellingen in toenemende mate een gewilde samenwerkingspartner zijn voor gemeenten. Het grote reservoir aan talentvolle studenten en de kwaliteit en onafhankelijkheid van het verrichte onderzoek zorgen ervoor dat uiteenlopende organisaties en bedrijven structurele vormen van samenwerking zoeken. Naast praktische, financiële en organisatorische aandachtspunten spelen ook inhoudelijke en ethische vragen een rol bij de keuze om voor duurzame samenwerking te gaan.

Pakkende verhalen over migratie

Een mooi partnerschap kwam naar voren in de sessie Pakkende verhalen over migratie. Kunstenaar & documentairemaker Ahmed Emin Batman en Boudewijn Koopmans van de UvA vonden een bijzondere samenwerking. Koopmans werkt sinds 2017 via de Amsterdam Time Machine, een onderzoeksproject van de Universiteit van Amsterdam, aan het digitaal tot leven brengen van de Amsterdamse geschiedenis. Emin Batman was met zijn project Tussen Tompouce en Baklava gestart met het vastleggen van pakkende verhalen van Turkse gastarbeiders in de Amsterdamse haven. Zijn vader verbleef als ongedocumenteerde gastarbeider in de flat die werd getroffen bij de Bijlmer-ramp. Daarna mocht hij officieel blijven. Daar raakte Emin Batman door geïntegreerd, die later werd geboren in Amsterdam. “Hoe zou mijn leven er anders hebben uitgezien? Wat zijn al die andere migrantenverhalen?” In zijn project sprak hij met 43 gastarbeiders. Hoe kun je die verhalen verbinden met informatie uit archieven, andere (museale) collecties zodat deze verhalen hun verdiende plek krijgen in de geschiedenis van de stad en kunnen bijdragen aan een beter begrip voor migranten in de stad? Daar hebben de Amsterdam Time Machine en studenten van de UvA bij geholpen.”

Werkplaatsen

Amsterdam kent 20 werkplaatsen, die vormen een belangrijke schakel in de lokale kennisinfrastructuur tussen onderzoek en beleid. Het is de ultieme samenwerking tussen stad en kennistelling. Welke impact wordt daarmee beoogd en gerealiseerd in de stad? Daarop gingen Caroline Nevejan, Chief Science Officer van gemeente Amsterdam en Marco Bik, Kennis- en onderzoek coördinator van gemeente Rotterdam dieper in tijdens een sessie waarin verschillende Amsterdamse én Rotterdamse voorbeelden voorbijkwamen.

Na de lunch konden de deelnemers kiezen uit drie excursies, een rondleiding door OBA Oosterdok, een rondleiding op het Marineterrein, -wat de afgelopen jaren is uitgegroeid van een technologisch innovatiedistrict met vooral startups tot een divers collectief van bedrijven en onderwijsinstellingen-, of een rondvaart langs de Roeterseilandcampus, Amstelcampus en Sluisbuurt van inHolland, UvA en HvA.

Nagenieten kan via de aftermovie die hier te vinden is.

In De Krant: “City Deal Slim Maatwerk maakt de samenleving prettiger”

Dit gaat over de City Deal Slim Maatwerk

‘Stapje voor stapje de Nederlandse samenleving nog beter maken.’ Dat doen we in de City Deal ‘Slim Maatwerk’. De Krant (een uitgave van het ministerie van Binnenlandse Zaken en en Koninkrijksrelaties) sprak met projectleider Annefleur Siebinga en dealmaker Farida Polsbroek hoe ze dat doen.

Klik hier om het hele artikel te lezen.

‘Verschilmakers’ City Deal maken Nederland stapje beter

Dit gaat over de City Deal City Deal Kennis Maken

In gezelschap van minister Robbert Dijkgraaf (OCW) luiden op 30 november tijdens een diner pensant bij het ROC Mondriaan 78 bestuurders van mbo, hbo en wo-instellingen in Den Haag de nieuwe fase van de City Deal Kennis Maken in. Met de nieuwe regeling van 5 miljoen euro is de City Deal verlengd tot 2025. Tot groot enthousiasme van de minister: “We willen de band tussen de kennisinstellingen en maatschappij versterken. Waar het land op slot zit, zien we dat kennis het kan openbreken.”

Dagvoorzitter Ruben Maes start de avond door het woord te geven aan een van de docenten van het ROC Mondriaan. Het diner is deze avond geheel verzorgd door studenten van ROC Mondriaan. In het gebouw zijn normaal meerdere restaurants gevestigd, en een hotel met vijf kamers, zodat studenten de kneepjes van het vak meteen in de praktijk leren.

Na een inleidende video, waarin de zaal wordt meegenomen op reis door de afgelopen vijf jaar City Deal Kennis Maken en een vooruitblik op de periode tot 2025, geeft Maes het woord aan Marja van Bijsterveldt, voorzitter van Netwerk Kennissteden Nederland (NKN) en voorzitter Huib de Jong van Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek SIA. Zij benoemen allebei het belang van de samenwerking tussen gemeenten en kennisinstellingen als motor voor het oplossen van grote maatschappelijke vraagstukken. “Je hebt vraagstukken waar alle kennisinstellingen mee rondlopen, hoe kunnen we de verbinding zoeken en de krachten bundelen?”

Energie om kennis bij elkaar te brengen

Van Bijsterveldt is verder heel erg enthousiast om iedereen weer te zien. “Vanuit alle delen van het land zijn we hier gekomen. Dat is echt eigen aan het CDKM. Al die energie uit hogescholen en universiteiten, en nu ook steeds meer vanuit het mbo, om de kennis bij elkaar te brengen en elkaar te versterken. Voorheen was er in veel steden een grote kloof tussen gemeenten en kennisinstellingen. Dat is echt verbeterd dankzij deze City Deal.”

Huib de Jong is heel blij dat steeds meer ROC’s bij de City Deal betrokken zijn. Hij ziet veel goede voorbeelden uit het land, zoals kennismakelaars en ambities, bijvoorbeeld bij de Universiteit van Twente. “Je mag ontspannen zijn in je studentencocon, maar kunt niet de universiteit verlaten zonder actief kennis te hebben gemaakt met de stad in je opleiding.”

SIA gaat zich hier komende jaren verder voor inzetten, stelt De Jong. Er zijn gesprekken met VNG en Platform 31 om structuren van samenwerkingsverbanden te verduurzamen. “Opschalen en verder brengen, dat is nu de fase waarin we zitten. Wat in de ene stad werkt, wil je ook overbrengen naar een andere stad.”

Leertraject

Joshua Cohen en Suzanne Potjer, begeleiders van het CDKM Leertraject voor alle deelnemende steden, delen de opbrengsten van dit traject over opschalen van het afgelopen jaar met de aanwezige bestuurders. Met een inspirerende keynote stimuleren ze de aanwezige bestuurders om deze opschaling voort te zetten in hun respectieve steden. Potjer vertelt hoe ze in de City Deal zowel een krachtige beweging van onderop tegenkwamen -met talloze projecten en vakken in de wijken- maar ook van bovenaf: “er is veel commitment in de besturen om het verder te brengen en dit samen te doen.”

De City Deal is volgens Potjer geen eenzame boom in het bos, maar een florerend ecosysteem. “U heeft met elkaar echt iets heel bijzonders in handen, met de gedeelde missie om maatschappelijke vraagstukken te verbinden aan het onderwijs en onderzoek.”

De 20 betroken steden vormen een landelijk netwerk waarin veel projecten en pilots te vinden zijn, maar hoe nu verder? De stap van opschalen is notoir moeilijk, stelt Potjer. “Pilots never fail, but also never scale. Er is dan systeemverandering nodig. Het vraagt om een heel ander soort werken.” Ze waarschuwt verder voor de pilot paradox: wat in een pilot succesvol is, worden juist faalfactoren in de opschaling. Kun je in de pilot bijvoorbeeld regels ontwijken, die komen wel weer terug als je opschaalt. Veel mensen denken bij opschaling aan groei, bijvoorbeeld meer studenten in de wijken. Maar dat is te beperkt, stelt Potjer. Opschalen kan bijvoorbeeld ook meer verspreiden of verdiepen zijn. Verder geeft ze nog twee tips: “groot denken, klein doen, is de basis voor opschalen.” En: “vier de successen van kleine stappen voorwaarts. Achteraf blijkt de impact daarvan vaak veel groter te zijn dan gedacht.”

Cohen vertelt over waar de City Deal verder op wil inzetten, namelijk het opschalen en  institutionaliseren van de aanpak, het grenswerken, en het netwerken met energie. Denise Leidelmeijer van project WIJS ziet dat we nu op een golf zitten. “Dat zie je terug in het netwerk met alle convenanten, samenwerkingen die er overal zijn. We hebben rugdekking en ruimte van bestuurders nodig.” “Hoe kunnen we van een samengesteld geheel een team maken?”, vraagt Piet-Hein van der Ploeg zich af.

Daarom is aandacht voor grenswerkers ook zo belangrijk zegt Cohen, zoals bijvoorbeeld kennismakelaars. “Je moet elkaar laten inburgeren, ambtenaren en docenten kennis laten maken met elkaar. Alleen gaan we het niet kunnen.” Zoals een van de aangehaalde projectleiders opmerkt: “zonder samen ben je ook niks.”

In ieder geval zit er genoeg energie in de City Deal, vindt Cohen. Zowel in de stad, bij studenten, docenten als bij ambtenaren. Er komt ook in het landelijke netwerk veel energie vrij en ook op bestuurlijk niveau. “De volgende uitdaging is om al die energie vast te houden en te kanaliseren.” Het brede gedeelde eigenaarschap is de ultieme kracht van het netwerk, voegt Potjer toe. “Een gemeenschappelijke taal daarbij is belangrijk.”

Diner pensant

Tijdens het hoofdgerecht krijgen de bestuurders de opdracht om met elkaar in gesprek te gaan hierover. Een glansrol is hier weggelegd voor de CDKM-studenten en projectleiders. Als dynamische tafelhoofdduo’s leiden zij de discussies aan de hand van concrete praktijkvoorbeelden en fragmenten uit vijf CDKM-podcasts over opschaling. Na het hoofdgerecht maakt Maes een rondje per tafel om te kijken of er inzichten zijn opgedaan. Rob Andeweg (Hogeschool van Amsterdam) vertelt over hoe zijn tafel heeft gepraat over het geven van ruimte aan studenten, aan hun verlangens en ambities. “Dan kun je tijdens de studie al het verschil maken op het gebied van duurzaamheid bijvoorbeeld. Die ruimte kun je geven in het curriculum om ontmoeting met collega’s vorm te geven.”

De bestuurders aan tafel bij studente Maartje van den Bosch (WUR), waaronder de minister, praten over de mogelijkheden en verschillen tussen hbo, universiteit en mbo. “We zijn hier echt om van elkaar te leren. We hebben bijvoorbeeld gekeken naar microcredentials als Edubadges.” Anka Mulder (Saxion) geeft toe dat het bij haar aan tafel wat uit de hand liep. “De City Deal betekent iets anders voor alle verschillende mensen. We hebben het gehad over het maatschappelijk domein.” Bestuursvoorzitter Laurent de Vries (Summa College) vraagt zich af hoe we ook het deel van de bevolking erbij kunnen betrekken dat zich afkeert? Hij ziet dat gebeuren in Eindhoven en Helmond. “Segregatie is hier een groot probleem. De City Deal kan een bindweefsel zijn om alle partijen aan elkaar te verbinden. We moeten de handen ineenslaan voor deze grote maatschappelijke opdracht. De ambitie is er om meer dan alleen kennisinstellingen te zijn.”

Wereldkampioen samenwerken

Minister Robbert Dijkgraaf (OCW) sluit de avond af met een reflectie, waarin hij de grote waarde van multilevel en multidisciplinair leren prijst. Hij noemt de bijzondere kracht van de ‘verschilmakers’ in het CDKM-netwerk die zo “Nederland iedere dag een stapje beter maken”. “Ik ben ontroerd en trots door wat ik hier vanavond zie. Onderwijs en kennis zijn een grote bron van optimisme. Ik heb de afgelopen tien jaar met afstand naar Nederland kunnen kijken. We zijn wereldkampioen samenwerken, dat zie ik hier vanavond ook weer. Ik heb veel concrete initiatieven gehoord, en het is mooi om de gesprekken over de volgende stap te horen. Ik vond het mooi om met alle aanwezigen – bestuurders, maar zeker ook studenten – te praten over de opschaling van City Deal Kennis Maken. Het is belangrijk het gesprek aan te gaan over het oplossen van maatschappelijke opgaven in de steden.

We moeten veel breder gaan kijken, stelt hij. Het is dan ook niet vrijblijvend, om er ruimte voor te maken in het curriculum. “Het vraagt wat van de studenten, maar ook van de steden. Als de kennis komt, moet je er ook iets mee doen.”

Ook moeten we oppassen dat we als onderwijs ons niet verbinden met verre plekken en dan niet dichtbij huis kijken, gaat de minister verder. “Je kan niet een kennisinstelling zijn en je niet verbinden met de plek en land waar je bent gevestigd. Je helpt regio en stad, maar ook je eigen instelling ermee. Studenten, docenten en instellingen leren ervan. Het is een win-win.”

Aan het eind van de avond gaan de bestuurders en projectleiders van de CDKM zo geanimeerd in gesprek, en geven zij de minister zoveel spraakmakende en concrete voorbeelden, dat hij maar moeilijk afscheid kon nemen. Het bewijst maar weer hoe vol energie de City Deal zit en dat ze klaar is voor de volgende drie jaar.

De podcasts die de tafelgasten beluisterden tijdens het diner pensant zijn hier terug te luisteren.

In Stadswerk: Toepassen en opschalen in de slimme stad

Dit gaat over de City Deal Een Slimme Stad, zo doe je dat

In de september-editie weidde vakblad Stadswerk een themanummer aan de slimme stad. Ook de City Deal ‘Een slimme stad, zo doe je dat’ mocht daarin een artikel publiceren over de volgende stap. Lees hier het hele artikel.

Over deze editie van Stadswerk
Voor het vakgebied de openbare ruimte, is de smart city – wij spreken overigens liever over slimme steden en dorpen – uiterst relevant. De alsmaar groter wordende technische mogelijkheden stellen ons in staat ons werk beter en efficiënter te doen. Vooral de gigantisch toegenomen datastroom en het vermogen die te verwerken biedt kansen. Maar het zou onverstandig en onwenselijk zijn om deze mogelijkheden klakkeloos in te zetten. Want het kan ook ongewenste situaties met zich meebrengen en onze individuele vrijheid bedreigen. Onder meer Amnesty International wijst ons daarop bij een analyse van het Stratumseind in Eindhoven, ook wel bekend als het ‘sensor-Walhalla’ van Nederland. In deze uitgaansstraat worden onder meer cameratoezicht en WIFI-tracking toegepast. Hoe voorkom je een ontwikkeling als in China, waar dergelijke technieken worden ingezet om burgers te knechten en te straffen?

Klik hier om het hele nummer te bekijken.

Jaarverslag 2022 – Zo werken we samen aan de slimme stad

Dit gaat over de City Deal Een Slimme Stad, zo doe je dat

Lees hier het jaarverslag van de City Deal ‘Een slimme stad, zo doe je dat’ en ‘Slim Maatwerk.

Alle verandering is moeilijk

Ik hou zelf niet zo van oud en nieuw. Oud en nieuw vraagt om goede voornemens en ik ben oud genoeg om te weten hoe lastig het is om op commando te veranderen. Ook als je je dat zelf voorneemt. ‘Ik heb het nog nooit gedaan, dus ik denk dat ik het wel kan’, zei Pipi Langkous. Mooi tegeltje, maar ik word er onzeker van als ik iets nog nooit heb gedaan. En opstandig, want het ging toch goed? Natuurlijk, ik innoveer graag dus iedereen denkt dat ik van het nieuwe houd. Ik hou van het nieuwe, maar niet van verandering Telkens wat nieuws doen, is ook steeds hetzelfde en dus comfortabel.

De afgelopen twee jaar hebben we in de City Deal ‘Een slimme stad, zo doe je dat’, geprobeerd de wereld te veranderen. Of om in ieder geval grip te krijgen op de veranderende wereld. Eerst in de ruimtelijke ordening, gebiedsontwikkeling, stedenbouw. Na een jaar ook in het sociaal domein. Want de stad is een verzameling mensen, geen verzameling sensoren of bakstenen. En we leerden dat het helemaal niet gaat over techniek, stedenbouw of het sociaal domein, maar over bestuurskunde, bedrijfskunde, politicologie, en vooral over transitiemanagement.

We leven midden in een industriële revolutie en die verandert onze wereld in hoog tempo. En als we kijken naar de vorige vier industriële revoluties, dan kunnen we er in ieder geval uit leren dat alles verandert. Mijn werk, uw werk en het werk van uw collega’s. De vraag is niet of het gebeurt, maar wanneer en hoe. Maar alle verandering is moeilijk. Zeker de verandering waar wij aan werken die lang niet door iedereen begrepen worden.

Maar toch, als ik terugkijk zie ik veel mooie en soms onverwachte resultaten van onze City Deals. Tools in een eigen toolbox, maar ook veel waardevolle relaties, werk, personeel, bewustwording. Dat laat dit jaarverslag zien. Daarmee zijn we er natuurlijk niet. We zijn net begonnen. Daarom ben ik blij dat we de City Deal ‘Een slimme stad, zo doen we dat’ kunnen verlengen en nog intensiever samenwerken met de City Deal ‘Slim Maatwerk’. En vanuit dat tandem met andere smartcityinitiatieven. Ik ben dankbaar voor alle partners die ons daarin steunen en heel blij dat ik hier elke dag met een fantastisch team aan mag werken.

Wij wensen u, namens het hele Slimme stad en Slim Maatwerk Team een prachtig 2023,

Jan-Willem Wesselink, Annefleur Siebinga, Zoë Spaaij en Wendolijn Beukers

Bekijk hier het jaarverslag van de City Deal ‘Een slimme stad, zo doe je dat’ en ‘Slim Maatwerk.

Wilt u het jaarverslag liever op papier? We drukken het eenmalig af, als er genoeg vraag naar is.

Bestel hier u gedrukt exemplaar.