Landelijke CDKM Dag in Delft staat in het teken van verbinding: ‘Kansengelijkheid begint bij nabijheid’

‘Kansengelijkheid begint bij nabijheid’
Vrijdag de 13e? Voor de deelnemers aan de landelijke City Deal Kennis Maken (CDKM) kennisdelingsdag in Delft op13 juni blijkt het allesbehalve een ongeluksdag. Ondanks tropische temperaturen én landelijke treinstakingen, zit de theaterzaal in gebouw X op de TU Delft campus vol. De energie en betrokkenheid zijn voelbaar: professionals, bestuurders, onderzoekers, studenten én wijkbewoners zijn gekomen om kennis te delen, te leren en te inspireren.
Het thema van de dag wordt verwoord in een treffend citaat van de 12-jarige Meksie, inwoner van de naast de TU gelegen wijk Delft-West: ‘Slimme mensen snappen niet alles.’ Die boodschap vormt de rode draad door alle lezingen, excursies en werksessies heen. Het benadrukt hoe belangrijk échte verbinding is tussen theorie en praktijk, tussen stad en onderwijs, tussen beleid en bewoner.
Want op nog geen kilometer afstand van de TU, waar de knapste koppen werken aan onderwerpen als quantumtechnologie, robotica en biotechnologie, komen in de wijk Delft-West sommige mensen met moeite elke maand rond. De afstand is enorm tussen beide werelden, stellen Saskia Postema, projectmanager challenge based education, en Pieke Hoekstra, head of community engagement, aan de TU Delft, bij de opening van de dag: “De TU wil oplossingen bieden, maar het is soms goed om eerst goed te luisteren naar wat de uitdagingen zijn.”
Het thema van vandaag is dan ook verbinden, aldus Hoekstra. Zo werken de Delftse partners in Delft-West aan een wijkuniversiteit waar studenten helpen om jongeren en kinderen perspectief te geven. Hier kunnen zij profiteren van het netwerk van studenten en docenten en kunnen ze in aanraking komen met de nieuwste technologieën. Op deze plek gaan kennisinstellingen en bewoners elkaar ontmoeten, van elkaar leren en mogen bewoners vooral ook zelf bepalen wat voor activiteiten belangrijk zijn in de wijk. Hoekstra: “We hebben iedereen nodig in co-creatie om dromen waar te maken.”
Last lecture
Burgemeester Marja van Bijsterveldt geeft de openingsbijeenkomst verder invulling met een krachtige en persoonlijke ‘last lecture’ over de Verbonden Stad. Allereerst uit ze haar warme gevoel over de stad, waarvan zij binnenkort afscheid neemt als burgemeester. “Ik ben trots dat we zoveel innovaties hebben bereikt in deze stad. Delft is magie, het zit vol reuring en vooruitgang.” En dat komt niet alleen door de TU, benadrukt ze. Ze roemt ook de hogescholen en het ROC Mondriaan. “Zonder mbo hebben we geen schoon drinkwater, voedsel of infrastructuur.”
Ook al zijn de TU Delft en andere kennisinstellingen het kloppende hart van de innovatie met al die hoogstaande technologie waaraan wordt gewerkt, niet iedereen profiteert daar dus van, stelt ook de burgemeester. “Delft is een stad van twee snelheden. Waar voor de studenten op de TU geen zee te hoog is, weten gezinnen in Delft-West zich niet te redden. Ze vragen zich af of ze er nog wel bij horen in deze snel veranderende samenleving.”
Jongeren die in Delft-West opgroeien, hebben minder kansen dan de studenten hebben gehad, stelt ze. “Ze komen sneller in de criminaliteit. En dat op nog geen kilometer afstand van de campus. Voor hen is de TU net zo onbereikbaar als bijvoorbeeld Silicon Valley. Dit zie je overal in Nederland. We hebben 2,5 miljoen ongeletterden in Nederland. Daarom moeten we werken aan een meer gelijke samenleving.”
Kansenongelijkheid is geen beleid, het is iets wat je voelt in het klaslokaal, bij sollicitatiegesprekken of in wijken, gaat ze verder. In Delft -West zegt een derde van de ouders dat hun kinderen niet dezelfde kansen krijgen. “Afkomst bepaalt nog te veel je kansen. Daar moeten we echt wat aan doen. Dat vraagt ook iets van de onderwijsprofessionals. We moeten verder kijken dan papier, systemen en structuren, echt naar de mensen. Kansengelijkheid begint met nabijheid. We moeten ons verplaatsen in de ander en dan de barrières wegnemen. Want een stad of regio kan pas echt bloeien als iedereen kan meedoen. We hebben de kennisinstellingen nodig om daarvoor te zorgen, om die bruggen te slaan naar de wijken eromheen.”
Na de last lecture neemt vicerector Hans Hellendoorn nog even de afgelopen 9 jaar door met de burgemeester. Wat voor mooie beelden van verbinding heeft ze gezien in Delft? Ze noemt als voorbeeld een jaargesprek bij de stichting STUNT, waar ze met mensen van de TU en een islamitische vereniging uit de wijk heeft gekeken hoe deze beter in verbinding met een joodse buurtvereniging kon komen. Of dat studenten tijdens corona een daklozendiner wisten te organiseren. Als hoop geeft ze mee dat studenten van mbo, hbo en wo verder aan elkaar worden verbonden. “Innovatie kan alleen als je maker en bedenker aan elkaar verbindt.”
Inkijkje in samenwerking Delft
Hellendoorn gaat verder in een panel in gesprek met Mariëlle Stolp, Carmen Sjardijn en Jisca van Willigen over wat deze samenwerkingen in de praktijk betekenen. Dat zorgde voor een inspirerende meervoudige blik op hoe onderwijs en de stad Delft elkaar versterken, bijvoorbeeld in Delft-West, waar de wijk steeds vaker meebouwt aan oplossingen voor échte vragen. Net als in andere CDKM-steden, vinden hier onderwijs, fundamenteel én praktijkgericht onderzoek plaats in nauwe samenwerking met bewoners en partners uit de wijk. Dankzij deze co-creatie ontstaan oplossingen voor vraagstukken rond duurzaamheid, leefbaarheid, gezondheid, kansengelijkheid en vertrouwen.
Programmamanager Roselinde Wijnands geeft daarna een korte update van de stand van zaken rond de City Deal Kennis Maken, waaraan sinds 2017 twintig steden mee hebben gedaan, 13 universiteiten, 24 hogescholen, 17 mbo-instellingen, naast vele publieke partners en bedrijven. Ondertussen hebben meer dan 20.000 studenten aan een CDKM-project in hun eigen stad gewerkt. Het plenaire deel wordt afgesloten met een prachtige Spoken Word voordacht ‘Het rechte pad’ van Amara van der Elst: “Ik wist niet wat ik kon worden. Totdat ik de ruimte kreeg om te zijn.”
Deelsessies
Na de plenaire sessie verspreiden de deelnemers zich over verschillende deelsessies. Van der Elst geeft een Spoken Word Workshop, waarin ze ingaat op hoe taal werelden kan vormen, bruggen kan bouwen, maar ook muren kan optrekken, afhankelijk van hoe we haar gebruiken. Katja Rusinovic (Lectoraat Grootstedelijke Ontwikkelingen, Haagse Hogeschool) en Pieke Hoekstra (Initiatiefnemer Wijkuniversiteit, TU Delft) geven samen met Milou Andriessen een presentatie over het project Young Researchers. Na een succesvol project in de Haagse wijk Duindorp, gaan ook bij de Wijkuniversiteit in Delft-West, waarmee het Delfste CDKM-consortium dit jaar start, Young Researchers aan de slag. Belangrijke pijler van het Young Researchers Programma is het organiseren van de stem van kinderen en jongeren in de wijk. Het idee is dat iedereen een onderzoeker is. De Young Researchers zijn jongeren onder de achttien jaar. Zij krijgen compensatie om mee te doen in de vorm van VVV-bonnen. Logisch ook, want zij bepalen de thema’s en staan aan het roer. Momenteel wordt het programma opgebouwd tot en met 2028. Een van de randvoorwaarden is dat wat wordt opgehaald niet in een bureaulade eindigt, vertelt Rusinovic.
Fatima Polat, wijkbewoner en lid van de Alliantieraad Wij West, geeft een workshop over het ‘Manifest van de wijk’. In de sessie onderzoeken de deelnemers hoe de stem van bewoners écht meegenomen kan worden in de samenwerking tussen kennisinstellingen en wijken. In groepjes werken ze verschillende vragen uit. Wat is er nodig om aan de hand van het Wijkmanifest bewoners als gelijkwaardige partners te zien? In een mini-manifest verzamelen de deelnemers de belangrijkste principes voor rechtvaardige samenwerking in de stad.
In de workshop ‘Hoe Doe je co-design’ zitten de deelnemers ook in groepjes waar ze kennismaken met verschillende methodes voor ontwerpend denken, die kunnen worden ingezet voor het oplossen van complexe maatschappelijke vraagstukken. Liliya Terzieva, Guido Stompff en Heleen Geerts (Lectoraat Designing Value Networks, Haagse Hogeschool) nemen de deelnemers onder meer mee langs de methode MountainView, ontwikkeld door studenten van de Haagse Hogeschool, die nu al wordt ingezet in living labs en het Co-Design Canvas. Rond dit grote canvas op de grond kunnen verschillende partijen met elkaar in gesprek over de aanpak van een vraagstuk. Het wordt al toegepast in Rotterdamse wijken, waar studenten er met bewoners mee werken.
Op de fiets
Terwijl de zon de Delftse straten verder verhit, stappen de deelnemers op een fiets om op excursie te gaan en op locatie te gaan lunchen. Zo ontdekken ze vier bijzondere Delftse plekken en zien ze hoe de samenwerking er daar in de praktijk uitziet. Een eerste groep bezoekt het Buurthuis van de Toekomst, ook wel bekend als Buurthuis Voorhof, anderen bezoeken het Stationshuis, een deel fietst door Delft-West om het partnernetwerk van de wijk te bezoeken en een vierde groep gaat naar Stichting Stunt. Dit gebouw telt zeven leerwerkbedrijven voor mensen die re-integreren. Van een restaurant runnen, fietsen maken tot houtbewerken en T-shirts drukken. “Hier vind je waarde in mensen en materialen”, zegt een van de medewerkers. Hij noemt STUNT ook wel een circulair ambachtsnetwerk, want de stichting hergebruikt allerlei afgedankte materiaalstromen. Een speerpunt dit jaar is het maken van meubels van houtresten. De producten worden verkocht en de inkomsten gaan naar de stichting en het pand. Omdat het restaurant niet meteen veel bezoekers trok, heeft STUNT vijf studenten van Hogeschool Inholland ingezet om via communicatie en marketing meer bekendheid te krijgen. Sindsdien wordt het restaurant weer veel meer als ontmoetingsplek in de wijk gezien.
Na de excursies volgt een tweede ronde deelsessies, terug op de campus. Karim Amghar, auteur, MBO docent, televisiemaker, gaat in een Q&A in gesprek met deelnemers over de impact van kansenongelijkheid. Van welke vooroordelen moeten we af en hoe krijgt het MBO de status die het verdient? Het was een levendig gesprek, en een mooie voorproef voor zijn keynote aan het eind van de dag. Ook studenten draaiden mee in het programma. In een panel gingen TU-studenten Pepijn de Haan (Social Impact Hub), Charlise Francovich (Stadsverbinders) en Daan van Ginkel (ORAS), met moderator Myrthe Beerens (student en programmaleider Maatschappelijk Delft binnen de Social Impact Hub) in gesprek met deelnemers over hoe studenten omgaan met inwoners van Delft.
Frieda Franke (Erasmus Universiteit) en Linette Bossen (TU Delft) vertellen in hun sessie meer over regionale Learning Communities, thematische samenwerkingen die ontstaan tussen kennissteden in dezelfde regio. Saillant detail: Saskia Postema, zelf werkzaam in Delft, presenteert de Leren met de stad aanpak van Leiden. Een mooi voorbeeld van de verbondenheid van het CDKM-netwerk. In de workshop ‘Docentprofessionalisering’ staan mooie termen als trans- en interdisciplinair onderwijs, ecosysteemdenken en netwerken centraal. Maar wat zijn dat nou precies en hoe geef je hier als docent handen en voeten aan? Anouk Kerkhof (RU), Ilse Ouwens (HAN) Vincent Hazelhoff (RUG), Tabatha Ros (RUG) en Saskia Leenders-Pellis (WUR) geven voorbeelden uit Wageningen, Nijmegen en Groningen.
De kloof mbo en wo
Amghar mag de dag in een inmiddels tropisch aanvoelende zaal eindigen met zijn keynote, waarin hij pleit voor herwaardering van het mbo als het ‘Meest Belangrijk Onderwijs’. Een boodschap die extra kracht krijgt doordat hij wordt uitgesproken op een universitaire campus en ten overstaan van een netwerk dat dagelijks werkt aan het verbinden van alle vormen van vervolgonderwijs. Ondanks de hitte hangt de zaal aan zijn lippen bij deze persoonlijke en indrukwekkende lezing. Daarin legt een steeds meer op stoom rakende Amghar bloot wat écht nodig is voor gelijkheid en wederzijdse erkenning binnen het kennisecosysteem. Hij roept op tot structurele erkenning van het mbo, en herinnert het publiek eraan dat kansengelijkheid begint bij mensen zien en écht ontmoeten. ‘Maar dat begrijp jij toch niet’, kreeg Amghar als mbo-student steeds te horen. Want: hij was maar ‘lager’ opgeleid. Nu, als mbo-docent, ziet hij hoe zijn studenten nog steeds te maken hebben met onderwaardering. Ze krijgen minder kansen, minder waardering én minder salaris dan hun ‘hoger’ opgeleide studiegenoten. En dat terwijl ze onmisbaar zijn voor onze samenleving.
Een gedeelde missie
De les van deze dag? Gelijke kansen en gedeelde kennis zijn geen vanzelfsprekendheid, maar iets waar we samen dagelijks voor kunnen én moeten kiezen. De kennis zit niet alleen binnen de muren van mbo-instellingen, hogescholen en universiteiten. Juist in de wijken, op straat, en bij leerlingen zoals Meksie ontstaan de inzichten die we nodig hebben. Zoals haar tegeltjeswijsheid zegt: “Slimme mensen snappen niet alles.”
Maar wie samenwerkt, luistert en deelt, die snapt steeds een beetje meer.
Presentaties van de verschillende sessies en foto’s vind je hier.
© Floor Fortunati