Novi-conferentie 31 maart: Digitalisering en innovatie als instrumenten voor de NOVI

Dit gaat over de City Deal Een Slimme Stad, zo doe je dat

Op 31 maart vindt de NOVI-conferentie online plaats. Praat mee tijdens onze sessie ‘Zo transformeer je naar een slimme, duurzame en gezonde stad – Digitalisering en innovatie als instrumenten om de NOVI te realiseren’. In deze online talkshow nemen we u mee in hoe digitale innovatie en transformatie bijdragen aan de verduurzaming van de fysieke leefomgeving. Aan de hand van voorbeelden, zoomen we in en uit; van de sensor in de straat tot aan slimme duurzame oplossingen voor heel Nederland.

Meld u aan via www.noviconferentie.nl

Datum en tijd: 31 maart 2021, 12.45-13.30 uur
Locatie: Online
Doelgroep: Deze conferentie is bedoeld voor bestuurders, volksvertegenwoordigers, ambtenaren en experts die te maken hebben met de inrichting van de schaarse ruimte in Nederland.

We gaan in gesprek met

Jan-Bert Dijkstra– Ministerie van IenW – Directeur programma Mobiliteit en Gebieden
Robin Kroes – VodafoneZiggo – Executive Director Strategy, Insights & Integration
Anita Nijboer – Kennedy van der Laan – partner en advocaat
Shahid Talib – Heijmans – directeur smart cities
Marieke van Wallenburg – Ministerie van BZK – directeur-generaal Overheidsorganisatie (DG OO)
Wim Willems – G40 – Wethouder Apeldoorn; mede voorzitter G40 themagroep smart cities
Jan Willem Wesselink – Projectleider City Deal ‘Een slimme stad zo doe je dat’ en Future City Foundation

Programma
12.45u                Welkom– door Jan-Willem Wesselink
12.50u                Introductie – Wat bedoelen we met digitalisering?
13.00u                Wijkniveau –Wat zien we in de toekomst op ons afkomen in de fysieke leefomgeving, kunnen we daar op anticiperen? En wat levert het op?
13.10u                Stadsniveau – Hoe komen we van pilots en livinglabs naar schaalbare toepassingen
13.20u                NOVI – Wat zijn (ongekende) mogelijkheden én hoe kunnen overheden, bedrijfsleven en kennisinstituten daarmee, samen, duurzaam invulling geven aan de Nationale Omgevingsvisie?
13.30u                Afsluiting

Deelnemen is gratis. Meld u aan via www.noviconferentie.nl

City deal gaat Europees

Dit gaat over de City Deal Een Slimme Stad, zo doe je dat

We zijn heel blij en trots dat de Europese Commissie onze aanvraag in het kader van het ‘Technical Support Instrument (TSI)’ heeft goedgekeurd. Zo kunnen we onze burgermeetwerkgroepen versterken met een stevige Europese component.

Vanuit het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties hebben we het afgelopen jaar een aanvraag gedaan bij het TSI met de vraag om te komen tot tooling voor wat zij samenvatten als ‘Developing a methodology for a democratic smart cities approach’.

Binnen de aanvraag zijn het betrekken van burgers bij burgermeetinitiatieven benoemd; het mogelijk maken dat uitkomsten van deze initiatieven vergeleken kunnen worden en het voorkomen dat groepen worden uitgesloten.

Deze opdracht wordt uitgevoerd door Eurocities, waarmee de werkgroepen een Europees spiegelproject krijgen. Ook wordt een kenniscentrum opgezet waarmee deze en andere smart-city-tools op een actieve manier kunnen worden gedeeld met de rest van de wereld.

Voor meer informatie over de Europese goedkeuring zie: https://ec.europa.eu/commission/presscorner/detail/en/ip_21_747

Samen Circulair en Conceptueel Bouwen het Nieuwe Normaal maken

Dat een symposium ook online een levendig event kan zijn, bewees het Symposium Circulair en Conceptueel Bouwen. Op 10 februari spatte het enthousiasme van het scherm toen bevlogen bestuurders en experts kennis deelden en met elkaar in discussie gingen over hoe we over drie jaar zoveel mogelijk bouwprojecten zo circulair mogelijk uitvoeren. Meer dan 250 deelnemers deden mee via de chat. Het was werkelijk een vliegende start voor de 25e City Deal.

In 2030 moet circulair het ‘nieuwe normaal’ zijn in de bouwsector. Dat stelt projectleider Gertjan de Werk van de City Deal Circulair en Conceptueel Bouwen bij de aftrap van het symposium. Samen met programmamanager Agenda Stad Frank Reniers kijkt hij vooruit naar de komende drie jaar. Daarin staan met de City Deal drie thema’s centraal: biobased bouwen, conceptueel en industrieel bouwen en de financiering daaromheen.

Ben je nog niet beeldscherm-moe en kijk je liever het symposium terug? Dan vind je hier de integrale opname:

‘De teller loopt nog’

De City Deal lijkt nu al een succes. Er zijn al 62 partners die meedoen en de teller loopt nog steeds, aldus De Werk: vier ministeries, zeven provincies, zestien gemeenten, zeven kennisinstellingen, 19 bedrijven en vier koepels en netwerkorganisaties. “We werven nog hard om woningcorporaties mee te krijgen. Het wordt met de dag leuker”, aldus de enthousiaste projectleider. “Elk project van meer dan 50 woningen gaan we zo circulair mogelijk invullen. Circulair bouwen wordt een serieus gespreksonderwerp. Het biedt kansen om snel en milieuvriendelijk te bouwen. Samen leren we wat het inhoudt en wat kan. We gaan geen ambities stapelen maar integreren. Alleen dan kunnen we echt met hoge snelheid, lage milieu impact én betaalbaar dit doen.”

Projectleider Gertjan de Werk verwelkomt de deelnemers. Foto: Paul Tolenaar

‘Samen gaan we het doen’, lijkt dan ook het motto van de dag. De partijen moeten met elkaar de vraag stellen hoeveel woningen we willen en aan welke eisen ze voldoen, aldus De Werk. Dan kunnen we de industrie inrichten naar wat nodig is op basis van kwaliteit (biobased waar het kan, niet alleen met hout ook met hennep, riet en lisdoddes), kwantiteit (industrialiseren, modulair bouwen) en betaalbaarheid. Hoe regel je bijvoorbeeld een zo hoog mogelijke restwaarde? Premier Rutte gaf al aan voor de circulaire economie te zijn op de klimaatconferentie. Ook hij zei dat we het samen moeten gaan doen, anders halen we nooit de klimaatdoelstellingen.

Johan Osinga, directeur-generaal Natuur, Visserij en Landelijk gebied van het ministerie van LNV benadrukt in een video hoe belangrijk de City Deal is omdat het slim bouwen onderstreept, -onder meer ook natuurinclusief bouwen-, wijken helpt vergroenen en de gezondheid van mensen verbetert. “Groen ontstresst”. De komende 10 jaar gaat Nederland 70.000 ha aan bos planten. Het hout in deze bossenstrategie moet dan duurzaam worden gebruikt, benadrukt Osinga. Zoals in biobased bouwen, en niet eindigen in de houtkachel.

Duurzame ambities

Het gezamenlijke gevoel is ook sterk aanwezig in een tafelgesprek, waar De Werk als tafelheer een aantal gasten verwelkomt. Wethouder Fleur Spijker (Leiden) vertelt kort hoe haar stad duurzame verstedelijking hoog in het vaandel heeft staan en ook al een ambitieus akkoord heeft gesloten om de komende jaren 8500 woningen en 2700 studenteneenheden zo circulair mogelijk te bouwen. Leiden heeft daarvoor prestatieafspraken gemaakt met corporaties, waarin ook circulariteit is meegenomen, zoals met houtbouw. “Ik verwacht dat we echt meters kunnen gaan maken. Maar we moeten het samen doen”, aldus de wethouder.

Fleur Spijker over de circulaire ambities van Leiden. Foto: Paul Tolenaar

Over doen gesproken, Menso Oosting, directeur van Fijn Wonen, staat klaar om de mouwen op te stropen en ermee aan de slag gaan. “We willen toe naar afvalvrij bouwen. Dat kan als je met concepten gaat bouwen.” Fijn Wonen is daar in 2014 mee begonnen, en om de volumes van modules voor huizen op te schalen is het bedrijf een fabriek gestart waar jaarlijks 4000 woningen ui trollen. “Je moet acteren op de behoefte. Als we gaan wachten op wat een ander doet, schiet het niet op. We willen het gewoon doen!” Ook in Flevoland staat bij de provincie circulariteit al in het programma, vertelt gedeputeerde Cora Smelik. “Het gaat niet om stapelen van stenen, het gaat om echt de maatschappij met elkaar bouwen. Als provincie willen we aanjagen en versnellen.” Dat doet ze onder meer door onderwijs en gemeenten te verbinden en mensen uit te dagen in proeftuinen die opschaalbaar zijn. “We willen echt een kanteling van het systeem.” Zo is Flevoland onder meer ook aangesloten bij de Green Deal Biobased van de Metropoolregio Amsterdam.

“Circulariteit is geen geitenwollensokken ding. Het is hip en happening”, voegt Rutger Büch toe, medeoprichter van Cirkelstad. “Opschalen is dan ook goed mogelijk.” Hij wijst op het enthousiasme dat bestaat bij VNO-NCW en MKB-Nederland. Hij wil graag de City Deal als permanente beleidsdialoog zien over circulair bouwen en stelt voor elk jaar te kijken naar hoe de voortgang gaat.

Opschalen

Het is volgens directeur-generaal Bestuur, Ruimte en Wonen van BZK Chris Kuijpers nog te vroeg om alles al zo circulair mogelijk uit te vragen. “Er is op een gegeven moment wel opschaling nodig, gezien de 1 miljoen gewenste woningen in Nederland. Hier ligt een enorme kans en we hebben elkaar nodig, alleen dan kunnen we opschalen. Hierbij kunnen we dan meteen nieuwe inzichten opdoen. Het is een enorme kans voor het bedrijfsleven om dit te doen. We hebben in Nederland daarvoor vooraanstaande architecten en bouwbedrijven. Voor de sector is het goed. Ik ben voorstander om een Topsector Bouw op te zetten.”

Smelik wijst op de belemmeringen in de huidige wet en regelgeving. Kuipers: “Wet- en regelgeving loopt altijd achter. Daarom geloof ik in een benadering met koplopers om de boel aan de gang te krijgen en we dat wel in de gaten houden.” Het gaat ook om betaalbaarheid, stelt Oosting. “Wij ondernemers bedenken de producten, maar de overheid moet wel de omstandigheden bieden, zoals grond. Als iedereen zijn taak oppakt, zijn er weinig belemmeringen. Wij denken dat circulair en conceptueel bouwen veel goedkoper kan. Laten we vooral aan de slag gaan!”

Spijker denkt over het stapsgewijs toewerken om circulair bouwen een verplichting te maken. “Als maar niet over elk project een raadsvergadering moet worden georganiseerd”, vindt Oosting. Büch denkt dat het beter is om partijen- in ieder geval de komende drie jaar – te verleiden en niet te verplichten. Kuijpers: “Niet alleen de overheid moet iets doen, ook de sector is hierin cruciaal.” Dus eerst verleiden en dan de lat ophogen tot verplichting.

Oosting is bang dat circulair bouwen te veel in pilotsfeer blijft hangen, wat het opschalen tegenhoudt. Ook waarschuwt hij voor te veel hype en greenwashing. “Het moet vooral mooi zijn en betaalbaar zijn.” Circulair en conceptueel bouwen kan nieuwe werkgelegenheid opleveren, stelt Smelik. Hoe kunnen we onderwijs daarbij inpassen? “De komende drie jaar hebben we om uit te zoeken wat het nieuwe normaal is.”

‘Er is een flow nodig’

Wat is er de komende jaren het hardst nodig? Continuïteit, stelt Oosting, “Alleen dan bereik je betaalbaarheid en kun je kwaliteit borgen. Je hebt volumes nodig, een bepaalde flow. Wethouder Spijker denkt juist dat goede voorbeelden hard nodig zijn. “In Leiden zijn we al hard bezig. Dit is het momentum om een nieuwe economie aan te pakken.” Smelik nodigt iedereen daarom uit om in Flevoland te kijken in een van de proeftuinen en ‘goede ideeën te jatten’.

Rutger Büch overhandigt de speciale editie van de Stadskrant aan DG Chris Kuijpers. (Vlnr: Cora Smelik, Rutger Büch, Fleur Spijker, Gertjan de Werk, Chris Kuijpers en Menso Oosting. Foto: Paul Tolenaar

Büch presenteert namens Cirkelstad een special van het Stadsblad en overhandigt deze aan Kuijpers. In het blad is onder meer aandacht voor de circulaire bouwnorm Het Nieuwe Normaal. Dit concrete handvat moet circulair bouwen handen en voeten geven. Dit ‘Nieuwe normaal’ maakt ook integraal onderdeel uit van de City Deal. Jaarlijks zullen de deelnemers de voortgang hierop rapporteren, zodat ze de komende drie jaar circulaire projecten uitzetten in de markt, die goed monitoren en zo de lat voor circulair bouwen samen steeds een beetje hoger te leggen. Büch: “Zo creëren we een serieuze markt en kunnen we ervaren wat er gebeurt als je circulair bouwen standaard meeneemt in een uitvraag. Deze ervaringen bepalen mede de ontwikkeling van de norm.”

25e City Deal

Paul Depla, voorzitter van het G40-stedennetwerk, breekt in tijdens het overleg met een videoboodschap, waarin hij iedereen op het symposium feliciteert met deze 25e City Deal van Agenda Stad. “City Deals zijn belangrijk omdat we laten zien dat we als overheden mét elkaar op zoek zijn naar oplossingen voor maatschappelijke opgaven. Het is altijd spannend wat er uitkomt, hoe je er verder mee kunt en hoe je het laat borgen. De City Deals hebben gewerkt!”, stelt hij. En hij ziet uit naar de volgende 25 City Deals.

Burgemeester van Breda en G40-voorzitter Paul Depla verrast de aanwezigen met een onverwacht bezoekje waarin hij alle betrokkenen feliciteert met de 25ste City Deal. Foto: Paul Tolenaar.

Biobased bouwen

In het tweede deel van het symposium geeft hoogleraar Urban Futures Maarten Hajer (Universiteit Utrecht) een lezing over biobased bouwen als oplossing voor de milieu-impact van de bouw. “Het moet anders. Beton, staal en cement hebben een te hoge CO2-uitstoot. In het licht van de klimaatopgave moeten we zo snel mogelijk toe naar een cultuur van bouwen met biobased materialen.” Overstappen op meer bouwen met hout leidt ook tot een hele andere stad, stelt Hajer. Voorzitter van de Europese Commissie Ursula Von Leyen riep al op dat Europa een nieuwe Bauhaus nodig heeft, een nieuwe beweging van kunstenaars en architecten die zich buigen over betere huisvesting in de steden. We staan nu in de 21e eeuw weer voor een soortgelijke sprong in de geschiedenis. Biobased moet daarbij volgens Von der Leyen centraal staan. Er is een nieuwe esthetiek nodig voor nieuwe wijken. Maar ook een nieuwe ethiek, voegt Hajer eraan toe. De nieuwe stad moet het beste in mensen oproepen. In biobased huizen slaan we CO2 op in plaats van bijdragen aan uitstoot. “Het is dubbel dividend. We vermijden emissies en slaan CO2 op.”

Het is logisch om de nodige houtvoorziening in Europees perspectief te bekijken. We moeten hout zo hoogwaardig mogelijk gebruiken. Een goed voorbeeld, volgens Hajer, is kruislaaghout, dat heel goed is te gebruiken in de bouw. Ook kijkt de circulaire economie hoe beton te verduurzamen is voor hergebruik.  “De City Deal is een prachtige stap om dit positieve verhaal te schrijven voorbij de 20e eeuw. Naar een toekomst toe die leefbaarder en minder milieubelastend is. Dit is een fantastische kans”.

Biobased wijken met betaalbare woningen

Directeur Arie Koornneef van de ASN Bank vertelt over de duurzame ambities van de ASN Bank en hoe ze daar al 60 jaar met enthousiasme aan werken. “We delen onze kennis met andere financiële instellingen, zo zijn we deel van het Platform Klimaat en Biodiversiteit. Daar willen we ook biobased bouwen in meenemen.”

Arie Koorrnneef (ASN Bank) deelt zijn visie. Foto: Paul Tolenaar

De droom van Koornneef is om over tien jaar complete biobased wijken met betaalbare woningen te hebben gerealiseerd. Zodat duurzaam wonen voor iedereen toegankelijk wordt. Financiële instellingen spelen daarbij een rol door duurzame bosbouw te stimuleren, naast duurzaam ondernemerschap. Ook kunnen ze helpen producten op te schalen, financiën regelen en consumenten helpen, via duurzame hypotheken bijvoorbeeld. De Werk wil graag vanuit de City Deal helpen met deze droom. “Laten we over een jaar een consortium hebben georganiseerd en een plan hiervoor hebben liggen.”

Integraler

Samenwerking tussen verschillende sectoren staat ook centraal in het verhaal van toparchitect Ben van Berkel. Om het doel van de City deal te bereiken om elk groot nieuwbouw of transformatieproject zo circulair en conceptueel mogelijk te bouwen is dat essentieel, stelt hij. “Het moet integraler in de bouwsector. Het hele proces van ontwerp tot bouw is nu nog heel erg lineair ingericht. De maatschappij is al lang in de iPhone fase, maar de bouwsector loopt nog met een walkman.”

Met BIM (3D ontwerpen) kunnen ontwerpers al makkelijker lokaliseren. We moeten dus werken met materiaalpaspoorten om hergebruik mogelijk te maken. Hoe kunnen we dat zo flexibel, efficiënt en opschaalbaar mogelijk doen? We moeten ook bewoners meekrijgen, stelt Van Berkel. Die moeten immers ook hun leefstijl aanpassen. “Dit aspect moet nog worden toegevoegd aan het toekomstbeeld. Het gaat vooral over de kwaliteit van leven, werken en bouwen.

Innovatie Expo

Lid van de Adviesraad van de InnovatieExpo Carolien Gehrels, vertelt waarom de expo vooral ook kansen biedt voor betrokkenen bij circulair bouwen. Foto: Paul Tolenaar

Carolien Gehrels sluit het symposium af met een aankondiging van de online InnovatieExpo op 8 april vanaf het Hembrugterrein in Zaanstad. Hier zal een bijtekenmoment zijn voor de City Deal. Partijen die mee willen doen kunnen hier dan aanhaken. “Hier is dé kans om in gesprek te gaan met wethouders. We moeten het met elkaar doen. Als iedereen een stukje in de keten op zich neemt kunnen we daadwerkelijk voorlopen.” Op 8 april presenteert de City Deal ook haar plan van aanpak voor de komende jaren, kondigt Dealmaker Koen Haer (BZK) aan.

“Laten we met elkaar meters gaan maken”, voegt De Werk toe. “Vandaag hebben we laten zien dat de energie er is, en dat het kan!”

Wil je meer lezen? AgendaStad.nl interviewde o.a. spreker en toparchitect Ben van Berkel over zijn visie.

 

Aanpak complexe vraagstukken vraagt samenwerking, tegendraadsheid en experimenteerruimte

Festival van het Bestuur 2021

Met het online Festival van het Bestuur dat op donderdag 11 februari plaatsvond, werd de trendanalyse De Staat van het Bestuur die in januari verscheen, tot leven geroepen. Met een divers en uitgebreid programma sloegen onderzoekers, publicisten, bestuurders en volksvertegenwoordigers een brug tussen actuele maatschappelijke uitdagingen, de nieuwste onderzoeken en praktische oplossingsrichtingen. Op festivalvanhetbestuur.nl vind je meer informatie.

Een van de programma-onderdelen was de talkshow ‘To deal or not to deal; Op zoek naar effectiever bestuurlijk samenwerken’, waar o.a. City Deals en andere vormen van innovatief bestuur centraal stonden. Aan de talkshow, die geleid werd door Marceline Schopman, namen Eva Kunseler (wetenschappelijk medewerker Integrale Beleidsanalyse Leefomgeving bij PBL), Olga van Kalles (programmamanager IBP Vitaal Platteland), Annelies Kroeskamp (directeur Bestuur, Financiën en Regio’s bij het ministerie van BZK) en Bernard ter Haar (ABDTOPConsult) deel. ‘Talent van het Noorden’ en raadslid in Harlingen Bartele Boersma trad op als moderator en stelde vragen die in de deelnemers-chat voorbij kwamen.

Na de introductie van de gasten werd het gesprek geopend aan de hand van een foto die elk van de sprekers had meegebracht. ABDTOP-consultant Bernard ter Haar had een krantenkop uit het FD meegebracht: ‘Een goede beleidsambtenaar denkt tegendraads’. Ter Haar betoogde dat het belangrijk is dat de politiek wordt ondersteund door professionals. Onderdeel van die professionaliteit is om reflexief en tegendraads te zijn en soms tegen een minister te zeggen ‘ik begrijp wel wat je wil, maar op deze manier gaat dat niet werken’. Ambtenaren hebben volgens Ter Haarwel eens de neiging om meteen ‘te gaan rennen als politici iets roepen’.

Organiseer tegendraadsheid

Schopman vraagt of daar wel ruimte voor is, aangezien ambtenaren gehouden zijn aan beleidslijnen en politieke verantwoordelijkheid. Ter Haar geeft aan dat het ook in belang van de politici is als ambtenaren hen helpen voorkomen dat ze ‘in een valkuil lopen’ en niet klakkeloos opdrachten uitvoeren waarvan ze weten dat die niet goed uitvoerbaar zijn. Hij constateert dat er soms te weinig tegendraadsheid is en dat ministeries vaker mensen moeten aannemen die wellicht niet meteen ‘in hun straatje passen’. Volgens Ter Haar is ‘Den Haag’ nog teveel op zichzelf gericht en is er te weinig oog voor hoe de samenleving het doet en hoe andere overheidsorganisaties het doen. “Ik heb nog nooit zo vaak het woord ‘verkokering’ gehoord als de afgelopen jaren. Dat beseffen we ons bij het Rijk nog onvoldoende. Daarom hebben wij in een rapportage ook een hartstochtelijk betoog gehouden om die verkokering aan te pakken.”

Eva Kunseler van PBL herkent de signalen van Ter Haar uit het onderzoek Leren Institutionaliseren dat PBL en NSOB samen verrichten en waarover je elders op Agendastad.nl meer kunt lezen. “In ons onderzoek dat zich deels richtte op dealvormen, zagen we dat er in de breedte weinig kennis is over hoe je zo’n deal inricht. Er zijn eigenlijk twee patronen: het gaat om mensen, mensen die inzien dat je het samen moet doen. Maar die ervaren het toch vaak alsof ze een Gideonsbende zijn, een voorhoede die de organisatie moet meenemen. En dat is het tweede patroon; in hoeverre worden deze vormen van samenwerking gedragen door de organisatie? Vaak is het nog een ‘niche’.

Ter Haar noemt het voorbeeld van City Deals, waar hij als voormalig DG Sociale Zekerheid bij betrokken is geweest. Volgens hem zijn City Deals een goede manier om kennis op te doen en nieuwe samenwerkingen te verkennen. Om dat kansrijk te maken moet je volgens Ter Haar van begin af aan bedenken hoe je de opschaling organiseert. “Besef dat je de kennis uit deals nodig hebt om beleid goed vorm te geven.” Daarnaast is de gelijkwaardige samenwerking volgens Ter Haar belangrijk. En tegelijkertijd moeilijk voor het Rijk. “Als het Rijk zich ergens mee bemoeit, dan zijn ze vaak weer meteen de baas en in die deals zie je dat het eigenaarschap gedecentraliseerd is, met het Rijk als ‘meedenker’.”

Het samenspel

Van Kalles, van het IBP Vitaal Platteland geeft aan dat in haar programma het Rijk echt aan tafel zit om mee te denken, samen met drie andere overheden. Daarmee onderscheidt de aanpak zich volgens Van Kalles van de ‘klassieke dealaanpak’ waar het ‘competitieve element’ tussen regio’s vaak bepalend is. Ze benadrukt dat het gast om het ‘samenspel’: alle partijen moeten ook duidelijk maken wat ze vragen van het Rijk en gezamenlijk onderzoek je wanneer welke partij het best tot zijn recht komt.

Annelies Kroeskamp vertelt dat er vanuit het Rijk ook andere samenwerkingsvormen dan deals zijn gestart, zoals de nationale programma’s Rotterdam Zuid en Groningen en het programma rond de marinierskazerne in Zeeland. “Dat zijn voorbeelden van een meerjarige commitment vanuit het Rijk aan partners. City Deals ontstaan echt vanuit innovatie en kennis. Daar zit ook nauwelijks geld bij en dat is ook de kracht: er ontstaat dan een ‘coalition of the willing’. Bij Regiodeals is die zak geld er wel en je ziet dan ook soms ‘perverse prikkels’. Volgens Ter Haar zijn Regiodeals geen goed voorbeeld van gelijkwaardige samenwerking omdat het Rijk 900 miljoen euro beschikbaar stelde ‘en zelf bepaalt waar het geld naartoe gaat’.

Moderator Bartele Boersma breekt in en geeft aan dat in de chat de decentralisatie gezien wordt als een geïsoleerde opgave, waarbij het Rijk wel faciliteert maar niet echt interdisciplinair samenwerkt. En sommige deelnemers vragen zich hardop af of ‘dwarsdenken’ nou wel zo bevorderlijk is voor je carrière als rijksambtenaar….

Eva Kunseler geeft aan dat je echt ambtenaren moet werven met specifieke competenties voor dit type werk. Medewerkers die goed een link kunnen leggen met vakexperts bij departementen én met de buitenwacht. En die mensen moet je in teams bij elkaar brengen en zo wat meer afstand geven van de organisatiekokers.

Olga van Kalles vertelt over haar meegebrachte foto waarop ze met IBP-collega’s in een Fries weiland uitleg krijgt van een boer die kampt met bodemdaling. De foto symboliseert voor Van Kalles de verbinding. “Ik geloof dat vraagstukken juist in de ontmoeting met al die verschillende partijen gaan leven. En ik geloof erg in de kracht van mensen, ontmoeten verbinden. Het ging in deze ontmoeting niet om één perceel van een boer, maar om een heel gebied. Samen kijk je wat er nodig is in een groter perspectief, maar je houdt het samen ook klein. En dan kijk je wat je samen al hebt aan geld, regelruimte en kennis en dat is vaak heel wat.

Ruimte krijgen

“Maatwerk dus?”, parafraseert Schopman. “Ja”, bevestigt Van Kalles, die toevoegt dat dat vraagt om ruimte. Ruimte die je krijgt van je organisatie om terug te komen met ‘iets anders’ dan waar je voor op pad gestuurd bent, ruimte om lef te tonen. En: de legitimiteit hebben om iets te mógen doen.

Ter Haar herkent dit. “Als je iets wil aanpakken, zet er dan een interbestuurlijk team voor op. Trek mensen los uit hun organisatie en geef ze een mandaat. Het gebeurt gelukkig her en der al, maar nog te weinig”. Schopman vraagt hoe je democratische verantwoording beter een plek geeft bij onontkoombare maatschappelijke opgaven. Volgens Ter Haar kun je vrijwel elke opgave goed ‘bottom-up’oppakken. “De decentrale aanpak is een goede methode. We weten wat er moet gebeuren, het is alleen een kwestie van doen.” Daarbij is het borgen van het mandaat van de organisatie belangrijk zodat het niet vrijblijvend wordt.

Kroeskamp oppert dat dit wel het risico met zich meebrengt dat het een ‘bestuurlijk ding’ wordt. “De kunst is: heb je ook voldoende draagvlak bij bijvoorbeeld burgercollectieven, raadsleden et cetera.”

Kunseler benadrukt dat goed communiceren heel belangrijk is, en dat de afstemming goed georganiseerd is. En er moet ruimte zijn voor fouten. Dit wordt door de andere sprekers beaamd. Ter Haar: het leuke van kennisontwikkeling is dat het fout moet kunnen gaan. Zoals Annelies Kroeskamp al aangaf: het begint bij de burger en je moet goed uitleggen wat je doet en waarom. Doe je dat niet, dat zet je jezelf klem.

Iedereen bereiken

Vervolgens vertelt Annelies Kroeskamp over haar meegebrachte afbeelding, een plaatje van Fokke en Sukke die jargon als ‘win-win’ en ‘benchmark’ op de hak nemen. Kroeskamp: “Dat zie ik altijd als de uitdaging: hoe schrijven we het op zodat iedereen het begrijpt? Dat bureaucratische, hoog over en interessante, dat mag er wel een beetje vanaf. Daar is ook aandacht voor in de Staat van het Bestuur: hoe de samenleving zich ontwikkelt en hoe je groepen moet bereiken. Daar hebben we als Rijk nog veel stappen in te zetten.

De Fokke & Sukke-cartoon die Annelies Kroeskamp had meegebracht

Van Kalles beaamt dat taal heel belangrijk is. “Wij zochten in ons programma naar experimenteerruimte en dan ontdek je al gauw dat iedereen zijn eigen taal spreekt. Dat zie je in alle lagen.” Volgens Kroeskamp is het ook belangrijk dat je uitlegt wat je nodig hebt van een partner om resultaat te boeken. Ter Haar geeft aan dat je als ambtenaar erg wordt getraind in ‘verhullend communiceren’, zodat iedereen het zijne kan lezen in een plan. “Je moet aan de voorkant gewoon helder zijn in taal en dat kan heel goed zonder jargon.”

Kunseler schetst dat je ook in een kader, een gemeenschappelijke taal, spreekt als je samenwerkt. Dat is ook nodig om samen eenduidige doelen te formuleren. “Je creëert samen ook een nieuwe werkelijkheid dus die ene taal is nodig om er met elkaar in gezogen te worden.”

Vanuit de chat, zo meldt Bartele Boersma, wordt gesuggereerd om plannen meer op het taalniveau ‘B1’ op te schrijven.

Fucking goed

Kunseler heeft een fragment meegebracht uit het seminar over het onderzoek ‘Leren institutionaliseren‘ waarin programmamanager Agenda Stad Frank Reniers over het creëren van ruimte om te leren van City Deals zegt: “Iedereen is druk dus is het moeilijk om die ruimte te vinden. Daarom moet het leuk, lekker en inhoudelijk fucking goed zijn.” Een mooi voorbeeld van helder taalgebruik, vinden de tafelgasten en de deelnemers op de chat. Kunseler licht toe dat Reniers hiermee aangaf dat een deal moet aansluiten bij waar partijen behoefte aan hebben, zodat ze met zo’n aanpak mee willen doen. Ze vraagt daarnaast ook aandacht voor het organiseren van leerprocessen.

Festival van het Bestuur 2021

De deelnemers (Vlnr Kalles, Ter Haar, Schopman, Kunseler en Kroeskamp) bekijken het fragment met Frank Reniers.

Van Kalles sluit zich hierbij aan: “Leg bestuurlijk vast: we willen leren!” Sommige professionals hebben die bescherming nodig om te voelen dat ze de ruimte hebben om te leren. Kunseler geeft aan dat de juist instrumenten van belang zijn om te kunnenleren, zoals de Community of Practice van Agenda Stad of de LNV-Verbinders. Kroeskamp noemt het voorbeeld van twee Regio Deals waarin Grensoverschrijdende Samenwerking een rol speelt. “Partijen hebben elkaar nu door die Regio Deals gevonden en verwijzen ook naar elkaar. Die gezamenlijkheid was eranders niet geweest.”

Ter afronding vraagt Schopman alle sprekers nog om een laatste ‘gouden tip’ Kunselaar geeft aan: “Zoek die ander op, ga in gesprek!” en pleit daarnaast voor ‘leerdebatten’ naast verantwoordingsdebatten. Ter Haar zegt: “Zou fijn zijn als we met elkaar afspreken dat we alleen nog beleid maken dat werkt. Dat kan door kleinschalig te beginnen en het uit te bouwen. Nu modderen we vaak door omdat het interessant kan zijn om wat te roepen.” Van Kalles geeft aan dat het belangrijk is om een ander ook het podium te gunnen, zodat je ook ‘collectief kunt shinen’ omdat je het tenslotte ook samen doet. Kroeskamp bepleit ruimte: “Doe het samen en laat ruimte!” Het laatste woord is aan de deelnemers op de chat. Bartele Boersma: “Deelnemers geven aan: het is belangrijkom een heldere hulpvraag neer te leggen, niet alleen bij beleidsmakers, maar ook bij burgers.”

Deal maken wordt het ‘nieuwe normaal’, als we er systematisch van leren

Seminar Samen Leren

Eind vorig jaar verscheen het essay Leren Institutionaliseren: reflecties bij het leren door de Rijksoverheid in de deal-aanpak. Voor deze gezamenlijke productie interviewden onderzoekers van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en de Nederlandse School voor Openbaar Bestuur (NSOB) managers van verschillende ‘dealvormen’, opgavegerichte samenwerkingen tussen rijksoverheid, andere overheden en private partijen.

In het essay wordt deze ‘multilevel’, opgavegerichte aanpak benoemd als een innovatieve en noodzakelijke manier om de complexe maatschappelijke vraagstukken van vandaag en morgen het hoofd te bieden. Dealvormen zijn naar hun aard experimentele vormen van besturen. En daarmee dus altijd leerzaam. Maar vindt dat leren al voldoende systematisch plaats? Worden de opgedane lessen ook opgeschaald naar de gangbare bestuurlijke instituties?

Deze en andere vragen stonden centraal tijdens het online seminar Leren samen werken aan opgaven, dat PBL en NSOB op 15 januari organiseerden. Onder leiding van moderator Ruben Maes gingen drie programmamanagers die aan het onderzoek meewerkten, Olga van Kalles (IBP Vitaal Platteland), Marc Hameleers (Regio Portefeuille LNV) en Frank Reniers (Agenda Stad) met elkaar en met adjunct-directeur van het NSOB, hoogleraar Martijn van der Steen, in debat.

Leren hoeft niet altijd leuk te zijn

Het seminar begon echter met een gesprek met twee auteurs van het essay, Eva Kunseler (PBL) en Martin Schulz (NSOB), over de conclusies van hun onderzoek. Kunseler schetste dat het ‘leren door te doen’ centraal stond. “Daarbij kom je beren op de weg tegen en ook leuke dingen. Dat is het leren.” Schulz: “Dat is belangrijk: dat leren niet altijd leuk hoeft te zijn. Je kunt juist ook veel leren als het schuurt.” Kunseler geeft aan dat ‘deal maken’, of het nu een Woon, City, Health, Green of Regio Deal is, een vak is. En dat dit vraagt om organisatie en een bestuurlijke en politieke context die randvoorwaarden schept voor deze manier van werken. Daarom is het belangrijk dat instituties structureler experimenteerruimte bieden. Met andere woorden: ‘ruimte voor fouten’. Daarnaast is volgens Schulz tijd nodig: in een tijd waarin alles snel klaar moet zijn moet je, zeker met zo’n multilevel aanpak van complexe vraagstukken, durven om de tijd te geven.

Ruben Maes opent het panelgesprek met de vraag aan Van der Steen waarom we leren in deze context zo lastig vinden. Van der Steen geeft aan dat we als lerende wezens altijd leren, maar dat het institutionaliseren ervan het lastig maakt. “Als je van leren iets systematisch maakt, roept dat allerlei vragen op.” Wat ‘leren van deal maken’ onderscheidt van leren in reguliere beleidsprocessen is dat daar verantwoording leidend is en dat het leren daar vaak de vorm heeft van evalueren achteraf. Bij deal maken leer je terwijl je het aan het doen bent, waardoor je kunt bijsturen.

Leuk, lekker en inhoudelijk fucking goed

Maes schetst dat de focus in bijvoorbeeld City Deals vaak ligt op samenwerking tussen Rijk, gemeenten, kennisinstellingen en marktpartijen, maar dat er ook niet één Rijksoverheid is. Frank Reniers van Agenda Stad beaamt dit en geeft aan dat het feit dat departementen elk hun eigen cultuur en leermechanieken hebben, ook voor complexiteit zorgt. Op de vraag of er dan wel tijd is om te leren in dit proces, antwoordt Reniers dat dit een ontwerpvraag is en dat hij zijn mensen altijd meegeeft: “Zorg dat het leuk, lekker en inhoudelijk fucking goed is, zodat mensen de tijd willen vinden om een leertraject in te gaan.”

Frank Reniers

Frank Reniers

Martijn van der Steen vult aan dat we ook af moeten van het idee dat leren tijd kost. “Door te leren versnel je door in het begin te vertragen.” Marc Hameleers meent dat dealmakers van nature nieuwsgierige mensen zijn. Je verzamelt dus ook mensen die stimuleren dat je een ‘Pippi Langkous-methodiek’ toepast van ‘we hebben het nog nooit gedaan, dus we denken dat we het wel kunnen’. Vanuit de Regio-aanpak vroeg LNV het PBL om hen tijdens dit proces te voeden. Daarnaast noemt Hameleers het goed ‘organiseren van je umfeld‘ belangrijk bij het borgen van leren binnen deal maken. “Er moet dus ook interactie zijn.”

Van der Steen benadrukt dat er een verschil is tussen leren van een taak en leren van de samenwerking. Maes is benieuwd hoe Van Kalles dit binnen haar IBP-programma heeft gestimuleerd. Ze vertelt hoe 25 gebieden tijdens een bijeenkomst werden uitgenodigd om hun eerste plannen samen met planbureaus uit te werken en te presenteren. Andere gebieden zaten daar als in een arena omheen terwijl de gebieden feedback kregen. Zo ontstond al een open vorm waarin fouten gedeeld werden. Daarnaast werd een ‘roddelrondje’ ingelast waarin gevraagd werd wat mensen nou écht van een plan vonden. Dat leverde heel waardevolle, soms scherpe maar altijd opbouwende feedback op.

Meta-leren

Maes benoemt dat er altijd spanning is tussen verschillende domeinen: als je toegeeft dat je iets niet goed gedaan hebt, zet je je organisatie te kijk. Dat remt af. Reniers beaamt dat iedereen zijn eigen resultaten moet boeken en dat dat kan conflicteren, maar dat je in deals altijd probeert om mensen daar overheen te tillen. “’Als jij dít niet oppakt, kunnen wij allemaal niet verder met ons gemeenschappelijke doel’. Dat werkt mits je de setting voldoende veilig maakt voor mensen. En vooraf voldoende duidelijk bent. Inherent aan ons werk is dat we aangeven dat we niet zeker weten of we alle doelstellingen halen. Maar dat we ons wel inspannen om gezamenlijk condities te creëren waarin de kans zo groot mogelijk is. Dat maakt ons vak zo spannend.” Om het ‘meta-leren’ tussen City Deals te bevorderen, richtte Agenda Stad een Community of Practice op. Volgens Reniers kan het succes daarvan deels verklaard worden door een embedded aanpak waarbij ook instituties als de Urban Futures Studio, Platform31 én creatieve ondernemers meedoen en -denken met de dealmakers.

Martijn van der Steen

Martijn van der Steen

Van der Steen benadrukt dat de systeemkant belangrijk is. “Je moet bij deals leertijd en leerdoelen definiëren. Je moet systeemprikkels inbrengen die voorbij de welwillendheid gaan.” Leren is nu nog vaak vrijwillig en volgens Van der Steen moet het belangrijk gaan worden in de afrekening. Dat betekent dat leidinggevenden er om moeten vragen en dat ministers tolereren dat het resultaat vooraf niet altijd goed te voorspellen is. Van Kalles denkt dat veel mensen met hun hakken in het zand gaan staan als je van tevoren zegt dat er afrekenbare leerdoelen moeten zijn. “Terwijl je vaak merkt dat het gaandeweg steeds interessanter wordt om elkaar op een lerende manier aan te spreken wanneer je samen aan het werk bent, waardoor het leren steeds professioneler wordt. Dit heb ik althans achteraf bekijkend in mijn programma zien gebeuren.”

Deal maken als ‘het nieuwe normaal’

Hameleers benadrukt dat het essay niet over leren ‘op zich’ ging, maar over een nieuwe aanpak – de dealaanpak, een opgavegerichte manier van samenwerken tussen – in zijn geval – Rijk en regio. Wie werkt aan zo’n deal pioniert en leert, voor zichzelf en de samenleving. Het essay onderzoekt: hoe kunnen we die vorm van leren nu naar een ‘next level’ brengen – institutionaliseren dus – zodat die werkvorm ‘normaal’ wordt. Daarvoor is ook draagvlak binnen organisaties nodig. Frank Reniers geeft aan dat je met een City Deal eigenlijk al institutionaliseert. “Wij maken een hekje om transitievraagstukken heen. Partijen zetten hun handtekening onder een City Deal en trekken daarmee een vraagstuk uit de kelder. Met zo’n dealtekst waarmee je je voor vier jaar committeert – een tekst die óók in de Staatscourant gepubliceerd wordt – institutionaliseer je al.” Daarnaast, zo geeft Reniers aan, worden ervaringen en inzichten niet alleen in een Community of Practice gedeeld, maar ook geborgd in een Handboek City Deals waardoor nieuwe dealmakers niet opnieuw het wiel hoeven uit te vinden.

Marc Hameleers en Olga van Kalles

Marc Hameleers en Olga van Kalles

Ter afronding geven alle sprekers nog een inzicht mee. Van Kalles bepleit om de leervraag in een samenwerkingsverband meteen expliciet te maken: ‘Wat willen wij met elkaar leren?” Hameleers bepleit het inbouwen van een ‘lerende evaluatie. “Kijk constant of inhoud en samenwerkingsvorm nog werken. Maak continu loopjes.” Van der Steen geeft aan dat we ‘leren opnieuw moeten aanleren’ omdat het er een beetje ‘uitgeramd’ is. Het lezen van het essay helpt volgens hem omdat je dan denkt: ‘Nu weet ik wat ik al dacht’. Reniers wil meer gehoor geven van de oproep in het essay om het leren van dealvormen interdepartementaal te stimuleren. Betrokkenen bij verschillende dealvormen zijn inmiddels binnen BZK al in één afdeling bij elkaar gebracht. Zelf was hij ook bij andere dealvormen betrokken. Hij hoopt dat in het volgende kabinet ook de dealmakers van verschillende departementen elkaar beter vinden.

Benieuwd naar het volledige seminar? Bekijk dan de videoregistratie op Vimeo.

Dag van de Stad weet ook online te raken

Talkshow Dag van de Stad Online 2020. Foto: Martijn Beekman

16 workshops, twee talkshows, vijf ontwerpateliers, vier last lectures en tal van andere online sessies. Als de vierde editie van de Dag van de Stad één ding duidelijk maakte is dat dat corona ons er niet onder krijgt. In een wervelende digitale show, compleet met gastheren en -vrouwen, chefkoks en livemuziek deelden 900 stadmakers online kennis, visies en ideeën over stedelijke veerkracht.

Het leverde vooral positieve reacties op in de chats en op social media. “Jullie hebben van een beperking een kracht gemaakt, complimenten” is een van de reacties op social media. “Normaal zou ik een dag heen naar de Dag van de Stad gaan en oude en nieuwe bekenden ontmoeten, en dan vol inspiratie in de trein naar huis. Nu is het af en toe online ‘in tunen’. Met het interessante programma doe ik hopelijk ook in mijn thuisbubbel, nieuwe ideeën, inzichten en inspiratie op”, reageert iemand anders. Een reactie op LinkedIn: “Alléén maar interessante onderwerpen, boeiende gesprekken, krachtige bijdragen. En een klotsende hoeveelheid energie. En nog een paar van die dingen. Maar vooral: een enorme puntzak optimisme. Extra waardevol in deze tijden van gedeelde onrust en onzekerheid.”

‘Iedereen is nodig’

Op 16 november is het Honig-complex in Nijmegen omgebouwd tot een ware tv-studio. Stedelijke professionals, ambtenaren en andere stadmakers zijn ineens presentatoren of gasten in een echte talkshow. Het decor van oud-industrieel complex geeft deze vierde Dag van de Stad, ook al zijn de deelnemers er niet fysiek aanwezig. . Secretaris-Generaal Maarten Schurink van BZK heet iedereen welkom in een online boodschap. “We hebben iedereen nodig om na te denken over de toekomst van de stad. Ook voor de COVID19-crisis waren er al grote opgaven in de stad, zoals de woningbouwcrisis, duurzaamheid, het verwerken van duurzame energie-oplossingen in de ruimtelijke ontwikkelingen. Maar ook: hoe zorg je ervoor dat iedereen kan meedoen? Er is maar één oplossing om al deze opgaven op te pakken: in gesprek gaan met elkaar. En dat is wat we doen op de Dag van de Stad, van elkaar leren. Hoe komen we sterker uit deze COVID-19-crisis, een crisis die ons terugwerpt op onszelf, ons laat nadenken over de waarde van menselijk contact, verbinding tussen mensen meer centraal stelt. Ik hoop dat jullie de scherpte opzoeken, dat vraagt deze tijd. Scherp discussiëren met elkaar. Dat geeft glans.”

SG Maarten Schurink heet de deelnemers aan de Dag van de Stad welkom (schermopname)

Veerkracht

Marceline Schopman trapt de Dag van de Stad af met een welkomstwoord vanuit de lobby en programmamanager Frank Reniers van Agenda Stad en opdrachtgever van het event vertelt over het proces van veerkracht. “Hoe blijf je wendbaar? Stedelijke vraagstukken los je niet alleen op, daar heb je als stad ook het Rijk, bedrijfsleven en burgers voor nodig. Ik geloof dat steden en innovatie goed samengaan als we elkaar opzoeken en kansen benutten, bijvoorbeeld door partnerships op te zetten. Dat doen we al in City Deals, Woondeals en Regiodeals. Door verbindingen te maken, kom je tot nieuwe oplossingen. Door COVID-19 vinden mensen elkaar juist sneller en zijn ze meer geneigd naar elkaar te luisteren. Mijn grootste wens is dat mensen met nieuwe ideeën ook bij ons aankloppen. Als Agenda Stad zijn wij bereid mee te zoeken naar antwoorden.”

De 900 stadmakers zijn over het algemeen vrij positief over de veerkracht van hun steden. Een online poll onder de bezoekers laat zien dat 62 procent denkt dat we beter uit de crisis komen. Slechts 14 procent denkt het tegenovergestelde.

Het nieuwe presentatieduo van Op1? Marceline Schopman en Koen Haer hadden alles onder controle in de Lobby. Foto: Martijn Beekman.

Talkshows

Ruben Maes is net als bij eerdere edities  de dagvoorzitter en leidt twee talkshows, waarin hij in een speelse setting met muzikale omlijsting gesprekken voert met experts, waaronder onderzoeker Maurice Hermans en Floor Milikowski, crisisdeskundige Kenny Meesters, WRR-onderzoeker Marthe Hesselmans en chief resilience officer van de gemeente Den Haag Anne-Marie Hitipeuw. Deelnemers konden via de chat vragen inbrengen. Maurice Hermans praat over zijn stad Heerlen en hoe die stad is teruggekomen uit een diep dal “Is het jammer dat we ons industrieel erfgoed niet meer hebben? Ik heb er zelf geen nostalgie bij. Ik geloof in mensen boven vorm. Het begint allemaal bij mensen hoe we aan Heerlen werken. Ik zie een hele diverse stad ontstaan.” Oud-journalist Rob Jaspers uit Nijmegen, is het daarmee eens. “Anders durven te kijken, dat hoort bij crisis-aanpak. Ga écht het gesprek aan met bewoners. Blijf optimistisch, geloof in kansen, let op stapjes vooruit. Blijf niet steken in oude oplossingen.”

In de tweede talkshow, waarmee het programma wordt afgerond, doet Hubert Bruls, burgemeester van Nijmegen de oproep om toch vooral heel erg op elkaar te letten in deze moeilijke tijd. “Wat kun je nu wel doen? Dat is voor sommige mensen een lastige vraag en daar moeten we elkaar bij helpen. Zorg voor elkaar.” Floor Milikowski vertelt over de triomf van de stad, die volgens haar voorbij is. Er is onvoldoende ruimte, de woonlasten zijn te hoog en er is te weinig groen. De piek van het trekken naar de grote steden lijkt voorbij. In de grote steden is bovendien geen ruimte meer voor pioniers die zorgen voor innovatie. Die zoeken nu juist meer hun plek buiten die grote stad. “We moeten zorgen dat we de steden niet economisch uithollen en dat we ze leefbaar houden.” “De beweging de stad uit is een feit. Voor wie bouwen we? Waarom mogen jongeren niet meer bij elkaar wonen?”, wordt gevraagd via social media.

Ruben Maes, opnieuw de gastheer van de Dag van de Stad, in gesprek met Eva Rovers en burgemeester Bruls tijdens de afsluitende talkshow. Foto: Martijn Beekman

Frank Reniers vertelt dat er tot 2040 1 miljoen huizen bijkomen in de steden. Waar leidt corona toe met al het thuiswerken? Komen er meer kantoren vrij in de stad die we kunnen omzetten in woningen? Volgens hem kunnen City Deals zoals Een Slimme Stad en Ruimte voor Lopen een rol spelen. Wat is veerkracht precies? Volgens Milikowski is het dat “er vanuit een donkere periode iets moois komt. Je moet blijven geloven in een mooie toekomst.” Reniers noemt de Dag van de Stad zelf als goed voorbeeld. “Kijk buiten je koker, dan vind je antwoorden.”

Kenny Meesters denkt meer in termen van voorbereid zijn op een volgende crisis. Verder waarschuwt Marthe Hesselmans van WRR om goed te kijken naar de mensen. Het verschil in steden en wijken is groot. Bij wie het nu al overstroomt zal er geen tijd zijn voor herscholing om veerkrachtig te zijn.”

Last lectures

Een ander belangrijk vast onderdeel van de Dag van de Stad zijn de last lectures. Wat zou je de wereld meegeven als dit je laatste lezing was? Vandaag reflecteren vier experts op crises en veerkracht. Lotte Jensen deed in haar last lecture een oproep om in crisistijd vooral ook te blijven investeren in cultuur. Dat zorgt voor saamhorigheid. “Ons eerste instinct bij rampen is om anderen te helpen. Taal en cultuur doen ertoe, die bepalen hoe we een ramp verankeren in ons collectieve geheugen.” Als voorbeeld noemt ze het Huis van Verhalen in Enschede, dat de feniks koos als ontwerp voor een gedenkteken dat symbool staat voor de veerkracht van de wijk Roombeek na de vuurwerkramp. “Die wijk is letterlijk uit de as verrezen. Cultuur is geen randverschijnsel, maar het kloppend hart van de stad. Het biedt symbolen van hoop en veerkracht, een uitlaatklep voor emoties, helpt empathie te creëren en een herinneringscultuur.  Het geeft hoop en moed. Het geeft veerkracht, een plek voor gevoelens.” Niet toevallig is Fenix, ook de naam van de podcastreeks die rond deze Dag van de Stad gemaakt is.

Floor Milikowski doet in haar last lecture de oproep om te faciliteren in gezonde krimp om de leefbaarheid ook in kwetsbare regio’s op peil te houden, en Eva Rovers praat over de kracht van huiskameractivisten. “De leefomgeving is belangrijk. Verandering is soms lastig maar het begint bij je stem laten horen. En bij steden die de waarde van het geluid van burgers erkennen.”

Eva Rovers, auteur van het boek ‘Practivisme’, roept politici in haar last lecture op naar burgers te luisteren. Foto: Martijn Beekman.

Hoogleraar Ira Helsloot benadrukt hoe belangrijk het is dat overheden durven los te laten. Er is nu te weinig vertrouwen bij professionals om het over te laten aan burgers, stelt hij. “De overheid moet bereid zijn meer dilemma’s te delen. Burgers zijn verstandige mensen die heel veel begrijpen. Het is fijn als je uitlegt waarover je wikt en weegt.”

Volgens het net uitgebrachte SCP-rapport is de participatiesamenleving niet geslaagd, en moeten we meer richting centralisatie toe. Volgens Helsloot kan dat helemaal niet:  “Daar is geen geld voor. De komende jaren moeten we door onze coronamaatregelen 80 miljard euro bezuinigen, ook in het sociaal domein.” De komende jaren moeten professionals daarom wel meer loslaten. “Professionals willen nog te graag helpen door het vooral zelf te doen.” Een goed voorbeeld is in Gemert-Bakel, waar 1 fte is ingeruild voor 10 parttime fte’s voor burgers die samen een frontoffice vormen richting samenleving. Dat werkt goed, aldus Helsloot. Hij pleit voor meer van zulke initiatieven.

Nu in de tweede coronagolf is het goed te zien hoe de overheid lastig kan accepteren dat er een grens is aan wat ze kan doen. “Kijk naar rücksichtslose sluiting van de horeca en wat een werkloosheid dat oplevert in de keten. Daar is geen ratio bij. Rationeel beleid is een plicht voor kwetsbare mensen die de komende jaren kampen met tekorten. Kinderen in probleemgezinnen kampen nu al met achterstanden, hoe moet dat straks? Bij een crisis als deze is een bepaalde vorm van lenigheid vereist. Met alle bezuinigingen in zicht moeten we scherpe keuzes maken, ook voor deze kwetsbare mensen. We leven in een van de meest veilige samenlevingen ooit, toch zijn er kwetsbare mensen die niet meekomen. Waarom zouden we kleine risico’s opblazen? We hebben 3 miljard uitgegeven om asbest terug te dringen. Daar is eigenlijk maar heel weinig risico bij.”

Ontwerpateliers

Crisisdeskundige Kenny Meesters heeft gedurende de dag vier ontwerpateliers begeleid met vijf van zijn studenten. In deze ateliers werd elke keer belicht hoe een bepaalde stad in het verleden met een ramp is omgegaan.  Van de sluiting van de mijnen in Heerlen tot watersnood in Nijmegen. “Doel van de sessies is een startpunt om verder ideeën uit te blijven wisselen”, licht Meesters toe. Alle brainstorms en ideeën worden gebundeld in een rapportage. “Hopelijk leidt dat tot een handvest van inspiratie.”

Achter de schermen bij het Ontwerpatelier van crisisdeskundige Kenny Meesters. Foto: Martijn Beekman

Meesters geeft een mini-college over rampen. Die bevatten drie kernelementen. Ze zijn onvoorspelbaar, er is weinig tijd om na te denken of een plan te maken en er bestaat geen standaardaanpak. “Naarmate de tijd verstrijkt is er meer informatie en begrijpen we de omvang ervan beter. Uiteindelijk zijn we in control als de informatiestroom constant is. Dan kunnen we betere keuzes maken.” De coronapandemie is anders. We leven steeds van persconferentie naar persconferentie. Deze cyclus komt steeds terug en het is moeilijk om naar de lange termijn te gaan. We gaan niet vooruit en dat maakt mensen onrustig. Toch moeten we verder kijken, stelt Meesters. Een voorbeeld is de bouw. Studenten van ROC’s kunnen nu geen stages lopen, en dat kan leiden tot nog meer personeelstekorten in deze sector, terwijl die sector heel hard nodig is. Omarmen we het nieuwe normaal of willen we terug naar het oude?”

Verder kregen diverse City Deals en Partnerschappen van de Europese Agenda Stad aandacht in verschillende presentaties. Ook rond andere initiatieven zoals de Buddy-App of het programma Stedelijke Transformatie en rond wetenschappelijk onderzoek rond veerkracht werden presentaties georganiseerd.

Dutch Urban Envoy Karen van Dantzig tijdens haar presentatie over de Urban Agenda for the EU. Foto: Martijn Beekman

Online, maar energiek als altijd

De Dag van de Stad vond dit jaar noodgedwongen online plaats. Hoewel interactie tussen deelnemers daardoor helaas wat minder ruimte kreeg, is het vooral opvallend hoe dicht deze online variant de sfeer van de eerdere fysieke edities benaderde. Deelnemers roemden de energie, de professionaliteit, de sfeer en de inhoud van de bijeenkomst. De organisatie beloofde vooraf spektakel en gaf aan dat het ‘geen Zoom-meeting’ zou worden. Dat is ruimschoots gelukt. Kon je er niet bij zijn op 16 november en ben je nieuwsgierig naar de sfeer én de inhoud: vanaf volgende week vind je via dedagvandestad.nl videoregistraties van vrijwel alle programma-onderdelen!

Sfeer in beeld: de dames van Clean Peter sluiten met hun prachtige samenzang een gedenkwaardige editie van de Dag van de Stad af. Foto: Martijn Beekman.

Van zelfrijdende deelauto’s tot ‘curbside management’: verslag kennisdialoog VerDus

Deelauto bij oplaadpunt
Deelauto bij oplaadpunt

Kennisinitiatief VerDus (Verbinden van Duurzame Steden) organiseerde half juli – online – een kennisdialoog voor wetenschappers die onderzoek doen naar (deel)mobiliteit en beleidsmakers van de Green Deal Autodelen II en de City Deal Elektrische deelmobiliteit.

Betty de Boer, directeur van de regio Groningen-Assen en voorzitter van de Green Deal Autodelen II trapte af met de ambitieuze vraag: wat nu als we de doelstellingen voor deelautogebruik voor 2025 zouden verdubbelen naar 1,4 miljoen autodelers en 200.000 deelauto’s? Wat is daarvoor nodig?

In een korte pitch reflecteerden zeven wetenschappers op deze vraag en aanverwante vraagstukken. Vervolgens werd in drie subgroepen doorgepraat over verschillende clusters van onderwerpen. VerDus publiceerde een uitgebreid verslag met video’s van de pitches. Je leest het op de site van VerDus.

Community of Practice bespreekt ‘levend’ handboek en deelt ervaringen

Mozaïekbeeld van de webinar City Deals Explained van de CoP Agenda Stad

Op maandag 15 juni kwam de Community of Practice van Agenda Stad bijeen voor de derde themasessie: “City Deals explained”. In de online bijeenkomst werd het Handboek City Deals dat momenteel ontwikkeld wordt toegelicht. Daarnaast doken we in breakout sessies dieper onder de motorkap van City Deals.

Dealmaker en moderator van de CoP Henk Jan Bierling van Agenda Stad heette de vijfentwintig aanwezige leden van de CoP welkom en programmamanager Frank Reniers lichtte toe waarom er een handboek gemaakt wordt. Hij gaf aan dat sommige collega’s menen dat het sluiten van een City Deal een creatief proces is dat niet in woorden te vatten is, maar dat er volgens anderen wel wat richtlijnen op papier te zetten zijn. Nu er 20 City Deals gesloten zijn, ziet Frank ook dat er lessen te trekken zijn waar de City Deals die nu ontwikkeld worden van kunnen profiteren. Het levende document dat is ontstaan, is niet compleet zonder de input van de CoP’ers, de mensen die samen City Deals tot een succes maken. Met het handboek lopen we vooruit op het onderzoek van de NSOB en PBL, die kijken hoe de overheid kan leren van de dealaanpak.

Steven Kroesbergen bij de COP-sessie City Deals explained op 15 juni 2020

Steven Kroesbergen

Dealmakers Steven Kroesbergen en Koen Haer van Agenda Stad, samenstellers van het handboek, vertellen over hun drijfveren. Steven liep als nieuwe dealmaker tegen veel vragen op rond het proces en besloot samen met Koen, die vanuit de City Deal Aardgasvrije Wijken veel vragen over de aanpak kreeg, een handboek samen te stellen. Volgens Koen scheelt dit ook de dealmakers op termijn veel tijd. “Nu typ ik elke keer een korte uitleg als iemand vraagt naar City Deals, maar daar zitten toch nuanceverschillen in. City Deals zijn voor mij innovatie en vrij invulbaar, maar wie meer houvast wil, vindt dat in het handboek.”

Die mix van vrijheid en kaders zorgt voor een spanningsveld, zoals ook uit de discussies tijdens deze CoP-bijeenkomst zal blijken. Koen: “Dat was voor ons ook een lastige opgave bij het maken van het handboek: hoe maak je één tekst die rechtdoet aan alle verschillende manieren van werken in de City Deals? Hoe zet je richtlijnen op papier, zonder dat het heel dwingend wordt?

Frank geeft een voorbeeld van een belangrijke les: houdt iedereen met je gesprekken voert steeds op de hoogte van alle ontwikkelingen. Hoewel dat volgens sommigen kan leiden tot ‘irritante vragen over iets dat er nog niet is’, zegt Frank ‘beter irritant dan dat er mensen afhaken omdat ze zich niet betrokken voelen.”

Tijdens het intermezzo grapt Henk Jan dat het handboek op grote belangstelling van boekhandels kan rekenen en dat we daarom Jurian Strik van Studio Strik hebben ingeschakeld om een professionele cover te maken. Jurian legt ons een drietal fameuze covers voor en bespreekt of ze passen bij de inhoud van het handboek: de SAS Survival Guide, de populaire ‘…for Dummies’-reeks en de serie ‘The complete idiot’s guide to…’

Froukje merkt op dat ze het boek in plaats van in de boekhandel, liever in de vorm van stellingen op de deur van het Binnenhof getimmerd zou zien, naar voorbeeld van Luther. En ze vindt de term ‘handboek’ te statisch klinken. Ze spreekt liever van een ‘handreiking’

Nu alle deelnemers ‘opgewarmd’ zijn, is het tijd voor de breakout sessies. In twee rondes van 20 minuten gaan de deelnemers in groepjes in gesprek over de volgende onderwerpen:

  1. Hoe regel ik de financiën in mijn City Deal?
  2. Hoe smeed ik een coalitie voor mijn City Deal met veel diverse partijen?
  3. Hoe breng ik de resultaten uit mijn City Deal verder?
  4. Hoe kan ik ontwerpkracht en experimenteren inzetten in mijn City Deal?

Hoe regel ik de financiën in mijn City Deal?

In sessies over Financiën, begeleid door Koen Haer en Lotte Nijland, geven de deelnemers aan de sinds kort gehanteerde werkwijze met een basisbegroting en startkapitaal als verademing te zien. Dit ondervangt veel ‘opstartproblemen’ bij deals. Maar aanvullende informatie over het financiële proces en bijvoorbeeld de vraag wie penvoerder van een deal moet zijn, zou welkom zijn. Froukje Idema zou graag vanuit Agenda Stad standaarden willen zien. Dat zou veel tijd en maatwerk kunnen besparen. In haar City Deal verdeelt een programmateam het budget en dat levert een goede balans op tussen harde afspraken en flexibiliteit.

Er wordt geopperd om meer gebruik te maken van provinciale financiën, met name voor het fysieke domein. Marc Noordhoek (City Deal Zicht op Ondermijning) oppert om in het handboek wat nader in te gaan op het proces rond Voorjaarsnota/julibrief en najaarsnota en stil te staan bij de vaak ‘strenge’ deadlines wanneer er geld tússen departementen geregeld moet worden.

Hoe smeed ik een coalitie voor mijn City Deal met veel diverse partijen?

In de eerste ronde van deze breakout onder leiding van Frank Reniers komt o.a. het belang van vertrouwen aan bod. Frank geeft aan dat het goed werkt om koplopers te zoeken die er echt voor willen gaan. En een stevige ambassadeur die het belang van thema’s en de werkwijze uitdraagt, zoals Maarten Hajer van de Urban Futures Studio dat vaak voor City Deals is. Zo kan vanuit bevlogenheid van de koplopers een kantelpunt ontstaan waarop anderen mensen graag willen aanhaken. Het helpt altijd als je ‘grote namen’ een uitnodiging mede laat ondertekenen.

Martine de Vaan bij de COP-sessie City Deals explained op 15 juni 2020

Martine de Vaan

Martine de Vaan vindt dat burgers meer betrokken moeten worden en wil de volledie ‘penta helix’ laten samenwerken in deals. Dat zijn naast de traditionele dealpartners ook burgers en maatschappelijke organisaties. Het kan wel spanning opleveren als er partijen aanschuiven die geen geld inbrengen, maar de impact en slaagkans van je deal neemt toe. Irene Bronsvoort van UFS bevestigt dit beeld. Ze geeft aan dat je voor experimenteren een veilige omgeving en informaliteit nodig hebt. Tegelijkertijd is er veel dat we nog niet weten over het samenspel van partijen omdat we nog maar kort experimenterend besturen. Vaak zie je nog dat burgers of bewoners te laat betrokken raken waardoor ze slechts een reactieve rol hebben. “Het kan een enorme meerwaarde hebben om burgers aan het begin al te betrekken bij het definiëren van het probleem”, aldus Bronsvoort.

In de tweede ronde over dit thema ontstond een levendige discussie over een ander vraagstuk: hoe – en waarom – betrek je kennisinstellingen bij deals? Bart Stoffels van de City Deal Klimaatadaptatie geeft aan dat ze continuïteit en een extra dimensie kunnen toevoegen. Zelf werkt hij in de deal met Universiteit Utrecht. Anderen geven aan dat ze het vaak lastig vinden tot een goede samenwerking met hbo’s en universiteiten te komen omdat die door curricula en onderzoeksprogramma’s vrij star zijn en vaak zelf ook niet weten hoe ze aan hun opgave om meer regionaal samen te werken moeten voldoen. Volgens Maarten Riemersma van de City Deal Voedsel werkt het juist goed als je die instellingen op hun regionale verantwoordelijkheid wijst.  Frank Reniers geeft aan dat Rowinda Appelman van de City Deal Kennis Maken veel ervaring heeft met dit vraagstuk en bedacht wordt om haar te vragen hier in een themasessie bij stil te staan.

Hoe breng ik de resultaten uit mijn City Deal verder?

In de derde breakout, begeleid door Steven Kroesbergen en Louise van der Aart, vertelde Marc Noordhoek hoe de City Deal Zicht op Ondermijning nadenkt over een vorm waarin de samenwerking tussen de partners na afronding van de deal voortgezet kan worden. Hij probeert media-aandacht te genereren voor de City Deal. De kans dat het uitkomsten politiek worden opgepakt zijn volgens Marc afhankelijk van goed belegd eigenaarschap en uiteraard goede resultaten.

Wouter Kersten van Platform31 oppert dat je afhankelijk van hoe resultaten ‘bewegen’, op meerdere momenten tijdens de looptijd van een City Deal kunt nadenken over eigenaarschap. Bart Stoffels vindt het een goed idee resultaten breed openbaar uit te dragen en te kijken welke reuring dat veroorzaakt. Binnen de CD Klimaatadaptatie is hij ook bezig met het concreet toewijzen van eigenaarschap van verschillende deelthema’s of ‘estafettestokjes’ aan nieuwe organisaties. Dat had aan het begin van de looptijd volgens hem niet gekund.

Bart Stoffels bij de COP-sessie City Deals explained op 15 juni 2020

Bart Stoffels

Hoe hoog moet je de lat eigenlijk leggen met een City Deal? Volgens Marc is het vooral belangrijk, zeker bij een breed onderwerp als ondermijning, om goed af te bakenen en te prioriteren. “Door je scope te beperken, kun je succesvol zijn.”

In de tweede ronde vertelt Kees van der Reijden hoe de CD Elektrische deelmobiliteit aansluiting heeft gezocht bij de Greendeal Autodelen, waarin veel partijen participeren die ook aan de City Deal meedoen. Froukje Idema vraagt zich af wat eigenlijk de definitie van resultaat is. In de CD Voedsel is het op de stedelijke agenda krijgen van goede voeding het doel. Het is moeilijk om dat in percentages van gezonde kinderen uit te drukken. Het is belangrijk om in het beginstadium de beoogde resultaten vast te leggen. En: “Geen resultaat is ook een resultaat, als je het maar goed evalueert.” Vanuit de CD Voedsel is op verschillende manieren geprobeerd de resultaten te borgen, zo hebben ze in een gesprek Tweede Kamerleden bijgepraat over het onderwerp en een ingezonden brief in de krant geplaatst.

Tot slot wordt er verkend wat belangrijker is: breed draagvlak en begrip of snelheid / momentum. De meningen verschillen. Volgens Kees is het dit afhankelijk van de mate van ‘volwassenheid’ van het onderwerp van een City Deal. Jan-Willem Wesselink meldt dat hij borging belangrijk vindt en daarom nu al, in de verkenningsfase, een borgingsteam heeft opgezet dat zich buigt over de lange termijn,

Hoe kan ik ontwerpkracht en experimenteren inzetten in mijn City Deal?

In de vierde breakout sessie onder leiding van Charlotte Moolenaar van Agenda Stad en Jurian Strik zagen Rogier van der Wal en Jan-Willem Wesselink de meerwaarde van ontwerpers in City Deals. Jurian Strik adviseerde om de vraag ‘klein’ te houden aan ontwerpers waardoor ze op een bepaald gebied echt actief ‘mee kunnen lopen’ in het proces. “Denk altijd goed na hóe je ontwerpers wilt betrekken.” Volgens Rogier is de kracht van verbeelding erg belangrijk. Irene Bronsvoort benadrukt ook in deze context het belang van ‘soft spaces’: een neutrale, informele omgeving waardoor gesprekken, bijv met burgers, een andere context krijgen en beter en opener verlopen.

En Jurian zou de creatieve kant van de Community of Practice niet vertegenwoordigen als hij niet een interactieve mindmap had ontwikkeld waarin de inzichten van de breaukout-sessies zijn opgenomen: Henk-Jan meldt dat Agenda Stad het belang van creativiteit inziet en dat we nu verkennen hoe we per City Deal ontwerpkracht kunnen inzetten.

Na een terugkoppeling in het plenaire gedeelte, brengt Frank Rowinda’s oproep onder de aandacht. Zij zoekt naar een optimale manier om online samen te werken en verkent met een communicatiebureau hoe online bijeenkomsten ‘gelikt’ en effectief ingericht kunnen worden. Frank geeft aan dat Agenda Stad dit ook meeneemt in de nieuwe communicatiestrategie die met Tappan ontwikkeld wordt. Frank en Evan Schaafsma, communicatieadviseur van Agenda Stad, doen een oproep om hen eerder in te seinen bij aanstaande communicatiekansen. Als Evan tijdig weet van bijtekenmomenten, belangrijke bijeenkomsten of andere mijlpalen, is er tijd om verschillende communicatiemiddelen af te wegen en in te zetten. Uiteraard leent PleinBZK zich ook goed om kleine en grote successen aan te kondigen.

Froukje Idema bij de COP-sessie City Deals explained op 15 juni 2020

Froukje Idema

Tot slot gaan we in op de vraag hoe ‘dwingend’ dat handboek nou is. Er wordt een vergelijking met een kookboek gemaakt: ook als je het recept niet naar de letter volgt, kan het een heerlijk gerecht opleveren. Henk Jan verwoordt het treffend als hij zegt “Door in het handboek randvoorwaarden te schetsen, blijft er juist meer ruimte voor creativiteit over.” Froukje Idema oppert dat een ‘do’ en ‘don’t’ boven elk hoofdstuk mensen meer zal verleiden om door te lezen.

Na deze mooie tip bedankt Henk Jan de deelnemers en brengt hij de digitale themasessie op 9 september over communicatie en de volgende reguliere CoP op 24 november in Ede onder de aandacht. Ook kondigt hij de Dag van de Stad On Tour aan, waarover meer te lezen is op dedagvandestad.nl. Tot slot roept hij iedereen op elkaar op te zoeken op PleinBZK en wenst hij iedereen een goede zomer.

Walking Webinar Ruimte voor Lopen: groen als nutsvoorziening – ook voor een bedrijventerrein

De tuin van het Hof van Carthesius

Op vrijdag 19 juni vond een uniek webinar plaats. Het Platform Ruimte voor lopen koos als aftrap voor een webinarreeks over het belang van lopen en een goede loopomgeving voor een bijzondere vorm van samenkomen: een walking webinar. Zo’n 25 deelnemers wandelden – met headset – door hun eigen omgeving en luisterden naar gesprekken met wandelexperts.

Terwijl de deelnemers zich online verzamelden en de techniek voor deze virtuele weeting (walking meeting) werd voorbereid, vertelde Charlotte Ernst over haar initiatieven de Hof van Cartesius, een groene werkplek voor creatieve en duurzame ondernemers, en het Werkspoorpad, een wandelpad dat voor verbinding zorgt in het gebied. Ze geeft aan dat het Hof van Cartesius bezig is met een doorontwikkeling: boven de 1500 m2 werkruimte, komt nog eens 2500 m2, verdeeld over vijf nieuwe ruimtes met binnentuinen en een grote daktuin.

Martine de Vaan, kwartiermaker van de City Deal Ruimte voor Lopen die verkend wordt, heet vervolgens het gezelschap welkom en vertelt over het Platform Ruimte voor Lopen dat in het najaar is opgericht om aandacht te vragen voor beleid rondom lopen. Ze geeft aan dat er veel momentum is, sinds premier Rutte met zijn pleidooi voor het ‘blokje om’ ‘de frisse neus tot grondrecht heeft verklaard’.

Drie gastsprekers van het webinar vooraf ingesprek op de parkeerplaats van de Werkspoorcathedraal

Drie gastsprekers van het walking webinar vooraf in gesprek bij de Werkspoorcathedraal. Van links naar rechts: Taco Jansonius, Harry Boeschoten en Charlotte Ernst

Martine is met haar gasten Harry Boeschoten, Charlotte Ernst en Taco Jansonius aanwezig in de tuin van het Hof van Carthesius. Frank Reniers, programmamanager Agenda Stad, vertelt wandelend op de boulevard in Scheveningen over City Deals. “Steden kunnen bij ons komen met complexe transitiethema’s waarbij de rolverdeling tussen partijen vaak nog onduidelijk is. We helpen hen met het vinden van de juiste partners – andere steden, relevante departementen, marktpartijen en maatschappelijke organisaties – en het sluiten van City Deals waarin door experimenteren en kennis delen innovatie oplossingen verkend en versneld kunnen worden. Zo kom je sneller tot innovatie dan met een regulier wetgevingstraject voor vier jaar.” Dat City Deals tot innovatie leiden, daar getuigt volgens Reniers ook deze walking webinar van. “Eerder experimenteerde de City Deal Een Slimme Stad al met een succesvolle online borrel en nu maken we hier de eerste walking webinar mee, dat is toch geweldig!?”

Schermafbeelding met mozaïek van de deelnemers aan het walking webinar

Een aantal deelnemers aan het walking webinar. Een bekend mozaïekbeeld van een webinar, maar dan met opvallend veel groene accenten.

Taco Jansonius is Mobilteitsmakelaar van het Werkspoorkwartier. Hij trapt de columnreeks af, waarin tijdens elk webinar een andere expert vertelt wat hem of haar tot ‘walking being’ maakt. Jansonius vertelt dat hij houdt van wandelen langs het water, van avondwandelingen zoals de Nightwalk Werkspoor, waardoor hij een heel andere kant leerde kennen van zijn eigen omgeving. Maar ook van zijn zondagse ‘coronawandelingen’ met een vriend om 9 uur ’s ochtends. En van lopen door de stad, waar hij telkens iets nieuws ontdekt en verrassende ontmoetingen heeft. Daarmee schetst Jansonius op een aanstekelijke manier de veelzijdige vormen en functies van lopen.

Hier sluit Harry Boeschoten op aan. Wandelen door de stad en wandelen in het buitengebied worden vaak als twee verschillende dingen beschouwt. Als programmamanager Groene Metropool bij Staatsbosbeheer, maakt hij zich sterk voor het verknopen van groene netwerken. “Eigenlijk is de groenvoorziening een nutsvoorziening. Waarom zou je niet zorgen dat alle huizen daarop aangesloten zijn?”

In zijn streven merkt hij nog vaak, bij Staatsbosbeheer, maar ook bij ontwikkelaars en stedebouwkundigen, dat er vaak gedacht wordt tot aan de grenzen van het gebied waar men verantwoordelijk is. “Terwijl wandelaars en fietsers én de natuur zich niks van die gebiedsgrenzen aantrekken, die gaan gewoon door. Daarom proberen we nu groene netwerken te creëren door als vertrekpunt te nemen: wat is het grotere geheel en hoe past waar ik verantwoordelijk voor ben daar binnen?”

Charlotte Ernst vertelt over het Werkspoorpad. Dat ontstond door het inzicht dat in de omgeving niet alleen een groene werkplek gecreëerd moest worden, maar dat er tevens kansen waren om een gebied dat in het slop geraakt was te transformeren door de aanwezige bedrijven onderling te verbinden. En ook de verbinding met de stad is door het Werkspoorpad verbeterd. Daarbij was het cruciaal om de omwonenden te betrekken bij het ontwerp. Het pad verbindt nu bedrijven en een aantal publieke plekken en Ernst merkt de impact op de transformatie van het gebied: ineens komen mensen de omliggende bedrijven uit voor lunchwandelingen en de omwonenden vinden het gebied weer veilig en aantrekkelijk genoeg om in hun route op te nemen.

Detailfoto van het werkspoorpad, waar we de naam Werkspoorpad ook in een witte krijtstreep zien staan

Detailfoto van het Werkspoorpad

Harry Boeschoten is enthousiast. “Door groene hotspots met elkaar te verbinden, ontstaan groene netwerken. Het dichtstbijzijnde gebied van Staatsbosbeheer, het Gagelbos, is maar 3 km hier vandaan. De route ernaartoe bevat mooie stukken, maar zeker ook delen die niet aangenaam zijn en daardoor sluit het allemaal niet op elkaar aan. Daar kunnen we werk van maken.”

Mobiliteitsmakelaar Taco Jansonius is actief in het gebied en kijkt ook naar de relatie met vervoer. Zo is hij met een project begonnen waarin hij met bedrijven rond het Werkspoor in gesprek gaat. “Sommige bedrijven komen parkeerplekken te kort en andere bedrijven hebben juist veel ruimte over. Ik probeer vraag en aanbod bij elkaar te brengen. Soms is het huren van parkeerruimte een uitkomst, maar soms ook het gebruik van deelauto’s of –fietsen. Samen met bedrijven en de gemeente komen we zo tot oplossingen. Zo maak je letterlijk ruimte voor lopen.”

Martine stelt Filip van As van het platform Ruimte voor Lopen voor. Al wandelend vertelt hij dat hij niet alleen werkt aan de agenda voor het platform, maar ook programmanager Voetgangersbeleid is bij het ministerie van IenW. In het platform werken bijna 40 partners nu aan de agenda voor de komende 10 jaar en een plan van uitvoering voor de komende vier jaar. Dat wordt gepresenteerd op het landelijke Voetgangerscongres op 8 oktober en hij hoopt dat dan ook de beleidscontouren van zijn ministerie bekend zijn.

Dealmaker Steven Kroesbergen van Agenda Stad voegt toe dat bij de City Deal in oprichting naast het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat ook LNV en Volksgezondheid betrokken zijn. Harry Boeschoten geeft aan dat het gezondheidsaspect belangrijk is. “Het lijkt wel alsof we minder naar buiten gaan omdat er geen aangenaam alternatief is. We zien nu door Corona dat het benutten van de groene ruimte toeneemt, maar voor sommigen is de drempel hoog.” Taco vertelt over de samenwerking met het Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug. Samen proberen ze het groen ín de stad te verbinden met het Nationale Park – het groen rond de stad. London National Park City was inspiratie. “Omdat we nu werken met partijen die zich echt met plezier inzetten zie je dat een relatief klein initiatief toch vaart krijgt.”

“Mooi om het zo te bekijken: ligt het Nationaal Park buiten de stad of ligt de stad ‘in het Nationaal Park?”, haakt beleidsadviseur Fietsen en Wandelen Govert de With vanuit de gemeente Amsterdam aan. In Amsterdam wordt gewerkt aan zowel het voetgangersbeleid als het groenbeleid en wil met dat combineren door o.a. te kijken naar de ‘stepping stones’ die mensen vanuit de stad leiden naar de parken aan de rand. In het webinar van 30 juni vertelt Govert er meer over. Harry Boeschoten roemt de ontwikkelingen in Amsterdam: “Het begint met de visie van een stad. Als je weet waar het naartoe moet, kun je als stad ook mensen en initiatieven bij elkaar brengen en een belangrijke rol spelen wanneer er tegenstrijdige belangen lijken te zijn.” “Dat klinkt als mooie reclame voor een City Deal!” reageert Martine de Vaan.

Charlotte Ernst geeft aan dat verbinding en samenwerking belangrijk zijn, en noemt als voorbeeld twee nabijgelegen nieuwbouwprojecten, prachtige duurzame gebiedsontwikkelingen die zelf mooie wandelpaden ontwikkeld hebben maar nog niet hebben nagedacht over onderlinge verbinding en aansluiting op het Werkspoorpad. “De oplossing ligt op een hoger niveau. In netwerken van Staatsbosbeheer, de provincie, en de steden. Samenwerking is nodig voor grensoverstijgende beslissingen.

Met deze woorden die het belang van samenwerking onderstrepen, komt een einde aan het eerste webinar van de reeks. Het walking webinar kende wat technische hobbels maar leidde tot een welkome ‘groene oase’ in de online omgeving. Met de belangrijke voetnoot van Martine de Vaan dat zeker ook burgerinitiatieven een plek moeten krijgen in de City Deal Ruimte voor Lopen, eindigt de wandeling. Meld je nu aan voor de webinars op 30 juni en 7 juli.

Community of Practice City Deals: wendbare projectleiders zien vooral kansen in 1,5 meter- samenleving

Mozaiekweergave van deelnemers aan de online bijeenkomst van de community of practice op 14 mei

Op donderdag 14 mei kwam de City Deal-gemeenschap van Agenda Stad online bij elkaar voor de vierde bijeenkomst van de Community of Practice. Onderwerp van gesprek was: “City Deals in de anderhalve meter samenleving.”

Het is even wennen om elkaar nu noodgedwongen online te treffen, gaf ook de kersverse gastheer van de bijeenkomst Henk Jan Bierling aan. Henk Jan is onlangs als dealmaker begonnen bij Agenda Stad en heeft een jarenlange ervaring, bij de rijksoverheid en de afgelopen jaren bij Platform31. Hij werkt graag op het snijvlak van rijk en gemeenten en denkt graag mee met mensen die op een slimme manier werken aan gedeelde vraagstukken.

Henk Jan licht toe dat we ons vandaag gaan richten op de vraag wat de bredere impact is van Corona op bestaande en nieuwe City Deals. Een eerste observatie is dat Corona ook juist voor een toegenomen urgentie zorgt van sommige City Deals. Zo blijkt bijvoorbeeld de animo voor City Deals in ontwikkeling als Lopen en Smart Cities juist toegenomen door de relevantie van die thema’s in deze tijd.

Van mineur naar mogelijkheden

Vervolgens schetst programmamanager Agenda Stad Frank Reniers hoe hij de afgelopen maanden eerst vreesde dat door de Coronacrisis de energie die voortkwam uit recente successen als het Reuring!Café over opschaling en de in maart verstuurde voortgangsbrief over City Deals zou verdwijnen. Maar hij constateert trots dat City Deals en projectleiders zich niet uit het veld hebben laten slaan. Zo plaatste Rowinda Appelman in de online community van de CoP een inspirerende update over hoe de City Deal Kennis Maken zich aanpast aan de omstandigheden. En de City Deal in oprichting ‘Een slimme stad, zo doe je dat’ bloeide juist helemaal op door de drukbezochte webinars van Jan-Willem Wesseling. Zo bleek ook tijdens de succesvolle start van de officiële verkenning, met een webinar op 13 mei dat door maar liefst 70 partners bezocht werd. En dus, zegt Frank, blijkt deze tijd vooral kansen te bieden. Met online bijeenkomsten bereik je mensen die je normaal minder goed bereikt. En van stilstand bij Agenda Stad is sowieso geen sprake, want we hebben een ambitieus jaarplan opgesteld, werken aan een nieuwe communicatiestrategie en verkennen inmiddels maar liefst tien nieuwe City Deals!

Na deze inspirerende woorden maken we een voorstelrondje langs de 24 deelnemers aan de hand van het boek dat zij op dit moment lezen. Een leeslijst van de boeken wordt voor de zomervakantie naar de deelnemers opgestuurd.

Wat is een goede vraag?

Na dit literaire voorstelrondje is het de beurt aan Rogier van der Wal die in een column ingaat op: wat is nu eigenlijk een goede vraag? Een zeer relevant thema omdat de coronacrisis en de anderhalvemeter-samenleving veel vragen oproepen. Rogier verwijst naar de ultieme vragensteller Socrates, die zijn prikkelende vragen met de gifbeker moest  bekopen. Dat ongemakkelijke vragen nog steeds niet altijd op prijs gesteld worden, zien we in de wekelijkse persconferenties van president Trump. “Bij een filosoof als Socrates ga je niet langs voor antwoorden, maar land je op een vraag”, citeert Rogier Elke Wiss, auteur van het populaire Socrates op Sneakers, waarin ze de lezer vragen leert stellen op basis van de inzichten van Socrates. Een goede vraag, zo stelt Rogier, is een uitnodiging tot nadenken en uiteindelijk ook tot verbinden. Hij roept ons op onze ‘interne Socrates wakker te kussen’ en verwijst tot slot naar een blog van Wim Derksen die aan OCW-ambtenaren vroeg waartoe het ministerie op aarde was. “Goed onderwijs”, klonk het eensgezind. Maar toen Derksen doorvroeg wat ze daaronder verstonden, bleek iedereen een ander beeld – en dus ook een andere koers – voor ogen te hebben.

Kansen en bedreigingen voor City Deals in Coronatijd

Projectleiders Martine de Vaan (CD Lopen) en Marc Noordhoek (CD Zicht op Veiligheid en CD Lokale Weerbaarheid Cybercrime) geven aan welke impact de Coronacrisis op hun City Deals heeft. Martine ziet vooral kansen, zeven stuks, en daarnaast drie bedreigingen.

Schermafdruk van Martine de Vaan die aan het woord is tijdens de online bijeenkomst van de Community of Practice op 14 mei 2020

Martine de Vaan

In de eerste persconferentie van Rutte zag zij bijvoorbeeld de ‘politieke erkenning van de frisse neus’. En burgemeester Halsema toonde zich betrokken bij het belang van lopen en ruimte in een dichtbevolkte stad als Amsterdam waar velen klein behuisd zijn. Die erkenning voor het belang van ruimte en een goede leefomgeving in ieders nabijheid wordt nu überhaupt breder erkend, signaleert De Vaan. Als was het maar omdat men in groten getale de nabije omgeving ‘herontdekt’ in deze tijd waarin het ‘blokje om’ een dagelijks hoogtepunt vormt. Door de focus op dit thema wordt data ook beter benut, zoals het onderzoek waaruit blijkt dat Amsterdamse stoepen te smal zijn om 1,5 meter afstand te houden. Daarnaast ziet De Vaan een belangrijke gedragsverandering. Mensen gaan meer lopen en zien dat op een lange thuiswerkdag als een bevrijding. Die herwaardering zou weleens blijvend kunnen zijn. En tot slot constateert De Vaan dat beleidsacties rondom stedelijk ruimtegebruik steeds meer synchroon lopen. Als voorbeeld noemt ze het besluit van Tilburg om een snelheidslimiet van 30 km/u de norm voor de hele stad te maken, waardoor meer ruimte voor fietsers en wandelaars ontstaat.

De drie bedreigingen die ze constateert zijn: de toegenomen waarde die mensen ineens weer aan hun auto hechten, door de afstandsregels die alternatieve vervoersvormen momenteel ontmoedigen. Daarnaast: de ‘concurrentie op ruimte’. Zo kwamen op een oproep van de gemeente Amsterdam voor ideeën over ruimtegebruik 100 van de 150 inzendingen van ondernemers die de ruimte willen claimen voor terrassen. En tot slot: door de lockdown zijn we het hebben van een tuin weer als zegen gaan zien, waardoor er een kans is dat we weer ‘extensiever’ gaan bouwen met als gevolg toename van mobiliteit tussen stadscentra en doorzonwoningen in evt nieuwe buitenwijken.

Schermafdruk van Marc Noordhoek aan het woord tijdens de online community of practice bijeenkomst op 14 mei 2020

Marc Noordhoek

Vervolgens schetst Marc Noordhoek hoe hij de impact van Corona op de samenwerking in City Deals ervaren heeft. “Het is anders, maar niet slechter.” Hij moest wennen aan de overstap op digitale overleggen, maar is nu juist beter aangehaakt bij partners in City Deals. “Nu kan ik een overleg hebben met Friesland en onmiddellijk daarna met Brabant. Voorheen moest ik keuzes maken.” Marc’s motto als fervent zeiler is dan ook: “Als het niet kan zoals het moet, dan moet het maar zoals het kan.” Wat hij wel mist, zijn de toevallige en terloopse ontmoetingen en gesprekken, bijvoorbeeld op congressen. Zijn zorg dat het wellicht lastiger zou zijn om met nieuwe mensen in contact te komen, blijkt echter ongegrond.

Hierna is het tijd voor een kort intermezzo waarin Jurian Strik van Studio Strik het nieuwe digitale Smoelenboek van de CoP presenteert en ons een blik gunt in het nieuwe en laatste CoP Magazine dat binnenkort verschijnt. Beide zullen via de online community beschikbaar komen voor CoP-leden.

Schermafbeelding die de voorkant toont van het nieuwe CoP-magazine waarvan Jurian Strik tijdens de CoP-bijeenkomst van 14 mei 2020 een voorproefje geeft

Jurian Strik toont de deelnemers aan de CoP-bijeenkomst een preview van het nieuwe CoP-magazine

Creatief verbeelden en de lange termijn

Daarna gaan de deelnemers in kleinere break-out sessies aan de slag met vragen als “Wat betekent Corona voor jouw City Deal? Welke kansen biedt het?” Voor sommige City Deals onderstreept de crisis de urgentie, zoals bij de CD’s Ondermijning en Cybercrime, omdat digitale criminaliteit toeneemt. Toch zijn er ook vragen: is er in het geweld van alle ad hoc oplossingen van nu wel voldoende aandacht voor de lange termijn en daarmee voor strategische en duurzame oplossingen? Kunnen visualisaties van toekomstbeelden wellicht een waardevol instrument zijn om tot de juiste vragen te komen? Visualisaties maken immers andere gesprekken mogelijk. Daarnaast helpen andere creatieve technieken als ‘Design Thinking’ hier wellicht ook bij.

In een andere groep wordt geconstateerd dat het nu makkelijker is om beleidsmedewerkers aan de (virtuele) tafel te krijgen. Tegelijkertijd zijn de ‘formele een-tweetjes’ lastiger te organiseren. Ook wordt geconstateerd dat onzekerheden over de komende maanden, bijvoorbeeld rondom fysieke bijeenkomsten, voor vertraging zorgen. Een ander inzicht is dat we door deze crisis goed leren welke bijeenkomsten wél en welke niét goed online kunnen plaatsvinden. Praktische zaken kunnen heel goed online besproken worden. Voor inspiratie of spontaniteit werkt een fysieke bijeenkomst toch beter.

In andere inhoudelijke discussies worden de voor- en nadelen van ‘shared spaces’ besproken, vragen mensen zich af ‘wie is nu de grote concurrent van de loper?’ en blijkt financiering nu soms lastiger te borgen omdat het ‘informeel bij bestuurders binnen lopen’ node gemist wordt.

Na de inhoudelijke gesprekken keert iedereen terug in de gezamenlijke virtuele zaal. Onder het genot van een drankje wordt de opbrengst besproken waarna een aantal inzichten nog eens onderstreept wordt. Zo heeft Frank van de succesvolle webinars van de CD Een Slimme Stad geleerd dat je niet alleen méér mensen kunt bereiken, maar ook een grotere verscheidenheid aan partners. Dealmaker Koen Haer constateert dat hij door de Coronacrisis versnelde wetgevingstrajecten ziet. Hij hoopt dat dat zo blijft. Daarnaast is hij benieuwd wat de crisis met instituties doet.

Henk Jan dankt de aanwezigen voor hun inzet bij zijn vuurdoop als gespreksleider bij de CoP. Onder zijn leiding en door een goede voorbereiding is het een levendige en vlekkeloos verlopen sessie geworden en hij sluit af met een compliment aan de projectleiders van City Deals die door hun werk het karakter bezitter om flexibel met veranderingen en dus ook met deze crisis om te gaan en instinctief nieuwe wegen vinden die ontstaan in deze bijzondere tijden.