Corona Challenge Den Bosch- Project Co.View

Dit gaat over de City Deal City Deal Kennis Maken

Co.view is de naam van ons project, het staat voor corona + view. We hebben mensen bij elkaar gezocht met een verschillend beroep of levensfase. Lara heeft voor die mensen vragen gemaakt wat relevant is tot dat beroep of levenfase. De mensen gaan samen in gesprek met behulp van die vragen. Jorrit heeft de interview gefilmd en geëdit en Julian heeft de gezorgd voor de mooie setting en portretten. Emily heeft dit samengevoegd tot een interactieve poster.

Hoe is dit idee tot stand gekomen?

We wilden graag mensen interviewen en hun ervaringen aan horen die ze hebben beleefd in deze ”corona tijd”. We zochten mensen uit diverse doelgroepen. Toen we eenmaal het beeld hadden van de mensen die we wilden interviewen kwam het idee naar boven om ze met elkaar in gesprek te laten gaan in plaats van wij die hun gingen ondervragen. Een docent heeft namelijk zijn eigen perspectief maar het is ook interessant om het dan van een leerling te horen hoe die het allemaal ervaart. En een medewerker uit de zorg kijkt ook anders tegen de situatie aan dan een horeca ondernemer.

Zo is Co.view beetje tot stand gekomen. Co zit hem namelijk in Corona/Covid maar ook in ”coorporating” (samenwerken). Door mensen samen in gesprek te laten gaan krijgen mensen een beter inzicht op elkaar en wat er speelt op dit moment.

 

Corona Diaries

Dit gaat over de City Deal City Deal Kennis Maken

Op onze website Corona Diaries kun je negatieve en positieve verhalen van mensen lezen. Misschien kan men inspiratie vinden in de positieve verhalen van anderen. maar om een goed beeld te schetsen van de realiteit. wisselen wij dit af met negatieve verhalen. Niet alleen dat, maar veel mensen voelen zich alleen in wat ze doorgaan en kunnen troost vinden in het feit dat anderen hetzelfde meemaken. Ook willen wij mensen een stem geven om hun verhaal te delen. ‘Als we allemaal zorgen, dan hoeven we ons geen zorgen te maken.’

Makers:
Jamila, Lonneke, Seyda, Brenda, Ashley

Corona Challenge Den Bosch- project Co-Stories

Dit gaat over de City Deal City Deal Kennis Maken

Wat is ons idee? Wij willen de positieve kant van Corona laten zien, dus bijvoorbeeld wat men er van heeft geleerd of wat men er door ontdekt heeft.
Dit doen wij door middel van (korte) video’s of quotes. Deze video’s willen wij op een Instagram account plaatsen én dus ook laten zien op de coronaherdenkingsdag.

Instagram

De reden dat we ook voor Instagram hebben gekozen is zodat deze filmpjes voor iedereen die het account volgt zichtbaar zal zijn én wanneer mogelijk meer video’s maken of ontvangen en deze ook te plaatsen. Zodat we dit kunnen blijven doorzetten. (als dit natuurlijk goed opgepakt wordt).  Wij willen mensen van alle leeftijden interviewen, zodat we voor iedereen een video hebben en iedereen toch iets van herkenning heeft. En mensen zullen dan ook dingen kunnen doen die hun leeftijdsgenoten hebben gedaan.

Wie gaan we interviewen?
Mensen van alle leeftijden, dus denk aan: kinderen, jongeren, ouders met en zonder kinderen, volwassenen, 60+’ers, etc.

Welke vragen gaan we stellen?

  1. Heb je een nieuwe hobby of talent ontdekt tijdens de coronacrisis?
  2. Heb je meer tijd voor dingen gehad, waar je eerder geen tijd voor had? (denk aan yoga, wandelen, lezen/schrijven, etc)
  3. Is je visie op de toekomst veranderd? (In welk positief opzicht)
  4. Wat is een positieve verandering geweest?
  5. Heb je op andere manieren contact gehouden met familie/vrienden?
  6. Heb je dingen op een andere manier gedaan die veel beter werken door bijv. thuis te werken?
  7. Heeft deze situatie iets over jezelf geleerd?
  8. Ben je in quarantaine geweest? Zo ja, heb je er iets positiefs van gemaakt en hoe?
  9. Hoe ben je creatief bezig geweest met je gezondheid, aangezien sportscholen niet open zijn.

De Makers/Bedenkers zijn:
Larisse Braat, Cas Martens en Jasmijn Kowsoleea

Veel gedeelde vragen tijdens virtuele koffieleut CoP

Schermafdruk themasessie CoP 9 maart 2021

Op dinsdag 9 maart 2021 vond de vijfde themasessie plaats van de Community of Practice. Informeel – al weten we sinds de presentatie van Suzanne Potjer in de COP-bijeenkomst van 18 december dat alles rond City Deals een mix is van formeel en informeel. Zo ook nu, want hoewel de sessie geen strakke agenda kende en was aangekondigd als ‘leuten rond de koffieautomaat’, duurde het niet lang voor de aanwezige CoP’ers de inhoud indoken. Moderator Henk Jan Bierling kondigde dan ook aan dat het ‘tamelijk ongestructureerde programma strak was voorbereid’.

Als inspirator voor deze bijeenkomst, die vooral bedoeld was om betrokkenen bij City Deals de kans te geven open hun ervaringen te delen en vragen te stellen, beet Jan-Willem Wesselink van de City Deal Een Slimme Stad het spits af. Jan-Willem vertelt dat deze City Deal zich vooral richt op digitalisering en technologisering en dat hij is benieuwd of andere projectleiders en dealmakers raakvlakken met dit thema zien vanuit hun City Deal. Martine de Vaan van de City Deal Ruimte voor Lopen laat meteen weten dat er in haar deal veel speelt rond het verzamelen van data over lopen. Die data zijn erg belangrijk voor de deal, maar tegelijkertijd is er hier binnen de deal weinig expertie over. Als voorbeeld noemt Martine het bedrijf E-routes dat routes voor je maakt op basis van het startpunt waar jij je op dat moment bevindt. De voorgestelde routes zijn echter vaak nog niet erg goed en Martine denkt dat dat beter moet kunnen.

Blij blijven

Het woord is vervolgens aan Regien van Adrichem, die we van harte welkom heten als kersvers projectleider na de ondertekening van de City Deal Energieke Wijken op 4 maart. Frank is benieuwd of de City Deal slaagt in de transitie van de zoektocht naar de juiste partners en samenwerking naar het ‘productief maken’ van de deal. Regien schetst dat partijen staan te trappelen en haar nu al benaderen met vragen als ‘hoe gaan we dit aanpakken’ en ‘wanneer gaan we aan de slag’. Jan-Willem herkent dit enthousiasme van partners. Hij denkt dat het belangrijk is om te blijven luisteren als je veel partners hebt. En om blij te blijven. “Want als je zelf blij blijft, blijft de rest ook blij.”

Henk Jan vraagt aan Annefleur Siebenga hoe de City Deal Eenvoudig Maatwerk operationeel geworden is. Deze City Deal zit echter uiteraard in een heel andere fase. De City Deal nadert na een jaar verlenging de voltooiing en de vragen die daar spelen zijn meer ‘hoe zorg je dat er straks nog dingen doorgaan zonder begeleiding’ en ‘hoe laat je een mooie constructie achter’. Annefleur denkt dat nieuwe ideeën vanuit de gemeente moeten worden opgepakt. “Want als zij het niet dragen, dan werkte het niet.” Maar om gemeenten in de actiestand te krijgen, moet je goed weten wat er speelt in die gemeenten en dat verbinden.

Jan-Willem schetst dat de City Deal Een Slimme Stad in gesprek is met het NEN en het CROW. Deze partijen borgen normen en maken afspraak over het beheer van de openbare ruimte. Dit kunnen interessante partijen zijn om de inzichten uit een City Deal te borgen. Maar voor het borgen van het opgebouwde netwerk, denkt hij bijvoorbeeld aan het oprichten van een stichting. Voor Annefleur is het in ieder geval belangrijk dat er nu over deze vraagstukken wordt nagedacht, voor het te laat is. Frank Reniers vindt het interessant wat er over normen gezegd wordt Kijk bijvoorbeeld naar de woningbouwopgave. Als je niet slim nadenkt over de normen en een miljoen huizen bouwt, heb je een gebied ter grootte van België nodig voor parkeerruimte.

Annefleur en Marc Noordhoek van de City Deals Lokale Weerbaarheid Cybercrime en Zicht op Ondermijning, denken na over modelverordeningen van de VNG. Die worden namelijk door zo’n 90 procent van de gemeenten overgenomen.

Eend

Martine de Vaan, die hard haar best moet doen om zich verstaanbaar te maken door de enthousiaste eenden die zij tegenkomt terwijl ze al wandelend vergadert, zegt dat Ruimte voor Lopen ook is aangehaakt bij CROW. Ze schetst echter dat het CROW andere processen heeft en zich meer richt op draagvlak, op consensus. Dat is niet het doel van de City Deal, want daar hoeft geen oplossing bedacht te worden die door alle gemeenten in Nederland wordt overgenomen. Dus daar zit wat spanning op.

Henk Jan vraagt hoe Suzanne Potjer dit alles beluistert. Zij bepleitte de vorige keer de dynamische kwaliteit van City Deals. Dit gepraat over normen, is dat niet meer een statische kwaliteit? Zeker, vindt Suzanne, maar het gaat immers om de mix – van het formele en het informele!

Marc Noordhoek vertelt dat een aflevering van Zondag met Lubach waarin quotes van kamerleden het gebrek aan ICT-kennis in de politiek aangaven, de City Deal Lokale Weerbaarheid Cybercrime helpt. Zo zijn er nav de uitzending verschillende initiatieven gestart om de ICT-kennis in de Kamer bij te spijkeren. Marc moet zich verontschuldigen: hij is druk bezig met de COVID19-testprotocollen voor de stembureauleden van de Tweede Kamerverkiezingen.

Meervoudige waarde

Henk Jan geeft het woord aan Willemien Vreugdenhil, die een spannende week heeft: over twee dagen, op donderdag 11 maart, wordt de City Deal Impact Ondernemen ondertekend! Willemien legt uit dat de City Deal gaat over het creëren van meervoudige waarde. “Al sinds de Club van Rome wordt er gesproken over het creëren van maatschappelijke waarde in het ondernemen, maar de marketing heeft toch vaak de overhand.” Impact ondernemers zijn nu veelal ‘profeten’ die die maatschappelijke waarde erkennen, maar gelukkig is brede welvaart nu als belangrijk politiek speerpunt benoemd.

Henk Jan is benieuwd naar de partners in de City Deal. Waar te beginnen? Willemien vertelt dat en recordaantal van maar liefst 80 partners de City Deal ondertekenen! Daaronder EZK, de Rabobank, het UWV, RVO, de Universiteit Utrecht en veel impact ondernemers. En, voegt Farida toe: de volledige G4! We wensen Farida en Willemien succes met de ondertekening donderdag. We gaan door naar de breakout-sessie, maar niet voordat Henk Jan eerst de nieuwe Agenda Stad-collega, trainee Anne Kurstjens heeft voorgesteld. Zij zal onder andere helpen met de ondersteuning van de City Deal Impact Ondernemen. Ook Annefleur Siebenga heeft leuk nieuws: ze is sinds vorige week coördinator van het Netwerk Kennissteden Nederland dat nauwe banden heeft met de City Deal Kennis Maken! Dus wellicht zullen we ook vanuit die hoedanigheid de komende tijd meer van haar horen.

Break-out

In de breakout-sessies wordt in kleinere groepen verkend waar dwarsverbanden en koppelkansen liggen tussen City Deals, in de inhoud of de werkwijze. In een van de breakout-sessies stelt Geert Robroek zich voor, hij loopt een maand mee bij Agenda Stad in het kader van zijn opleiding bij de NSOB. Hij doet onderzoek naar leren tussen dealvormen en bouwt voort op het onderzoek Leren Institutionaliseren. Ook Irene Bronsvoort van de Urban Futures Studio stelt zich even voor, omdat zij voor Geert een nieuw gezicht is. Irene vertelt over haar onderzoek naar burgerbetrokkenheid bij de energietransitie en bij nieuwe bestuursvormen. Ze vertelt over de Nederlandse Hogeronderwijspremie van 800.000 euro die de ‘Mixed Classroom’ over Futuring van UFS onlangs gewonnen heeft! Daarmee gaat UFS kijken of futuring ook op andere plekken georganiseerd kan worden.

Schermafdruk break-outsessie

Farida vertelt als alumnus van de Mixed Classroom dat het samenwerken met verschillende partijen dat je daarin doet, ook terugkomt in haar dagelijks werk. De Mixed Classroom helpt je daarin. En het confronteert dat je ook weer eens met het feit dat je vanuit beleid vaak op een andere manier naar de werkelijkheid kijkt dan vanuit de wetenschap gebeurt. Farida gaat ook nog wat dieper in op de City Deal Impact Ondernemen. De uitdaging is om met maar liefst 80 partners wendbaar te blijven. Daarom is de deal langs drie sporen ingedeeld en elk spoor heeft een trekker die met de projectleider zorgt dat de acties uit het Plan van Aanpak goed worden opgepakt. Ze merkt in de breedte ook dat in nieuwe deals de partners er doorgaans van begin af aan de schouders onder willen zetten. Frank Reniers geeft aan dat dat ook het belangrijkste is: niet zozeer de hoeveelheid partners, maar de drive van de partners om te participeren. Rogier van der Wal van Platform31 herkent dit van de City Deal Circulair en Conceptueel Bouwen: men is gedreven, maar er is ook steeds meer ondersteuning nodig om al het werk gedaan te krijgen. Wat betekent dit voor de doorontwikkeling? Farida geeft aan dat dit één van de redenen is voor de werkwijze in drie sporen die de City Deal Impact Ondernemen hanteert.

Irene vraagt zich af waarom de City Deal Impact Ondernemen nu zo succesvol van start gaat, terwijl de totstandkoming vorig jaar nog moeizamer ging. Farida denkt dat het door de politieke wind komt: de huidige staatssecretaris is meer begaan met maatschappelijk ondernemen.

De breakout-sessie wordt afgerond en er wordt centraal verder gesproken over de City Deal Impact ondernemen. Willemien Vreugdenhil wil sociaal ondernemers uitdagen om ‘influencer’ te zijn en geen slachtoffer. Belangrijk is ook de brug naar ondernemers voor wie maatschappelijke waarde een secundair belang is. “Iedereen mag aanhaken, ook als je een grote corporatie of vervuiler bent. Iedereen denkt vanuit zijn eigen vertrekpunt mee over impact.”

Op tenen staan

Ron Sint Nicolaas, projectleider van de naar eigen zeggen ‘redelijk onzichtbare’ City Deal Woningabonnement, vindt zichzelf geen held in het organiseren van netwerken. Dat verhoudt zich soms ook lastig tot het tegen de stroom in roeien – wat soms ook moet gebeuren om iets voor elkaar te krijgen. Hij constateert dat er nu veel mensen zijn die geen lening kunnen afsluiten – ondanks mooie beloftes. “Dan moet je soms op tenen gaan staan.” Ron haalt veel inspiratie uit jonge mensen. Een leidinggevende noemde hem ooit ‘naïef’. Misschien is dat zo, denkt Ron, maar daardoor ziet hij wel mooie dingen die een ander niet ziet. Gevraagd naar de looptijd van de deal antwoord Ron ‘geen idee, zodra het geregeld is en de wetgeving is aangepast’. Hierop start Evan Schaafsma, de communicatieadviseur van Agenda Stad, spontaan een fanclub voor Ron. Tot slot zegt Ron nog: ‘als het niet meer formeel een City Deal is, gaan we informeel verder. Op een gegeven moment moet je vergeten dat het een City Deal is; het moet ‘business as usual’ worden.”

Jan-Willem Wesselink koppelt terug dat hij een leuk gesprek in de breakout had met Annefleur, over kansen om elkaar te versterken in het thema ‘Smart en sociaal’. Frank gooit nog eens in de groep hoe anderen denken over een effectieve aansturing van grote City Deals, als het moeilijk wordt om iedereen bij de voornaam te kennen. Jan-Willem Wesselink herkent uit Een Slimme Stad: het is een zoektocht. Op het thema van deze City Deal kun je met meer partners nu eenmaal meer impact hebben. Door alle partners een financiële bijdrage te laten betalen, filter je al op motivatie. Iedere werkgroep in de deal heeft een werkgroepsecretaris. Dat zijn vaak jongere mensen, want daarvan wordt meer ‘gepikt’. Ook is er voor elke werkgoep een online werkomgeving. “We hebben dus heel erg over proces en structuur nagedacht, maar je moet ook accepteren dat je nooit helemaal grip hebt.” Zijn collega Wendolijn Beukers vult nog aan dat het belangrijk is om de persoonlijke component erin te houden.

Regien van Adrichem zou graag ‘de wondere wereld van de Rijksoverheid’ eens agenderen voor een themasessie van de CoP. In gesprek met Willemien en Wendolijn bleek dat het nog grotendeels ongrijpbaar voor hen is hoe het bij departementen werkt.

Ideeën vervolgsessies

Dat is voor Henk Jan een mooi bruggetje naar Jurian Strik, die met Suzanne Potjer heeft meegeschreven en ideeën voor vervolgsessies heeft verzameld. Themasessies zoals

  • ‘Werksessie ‘van pilots tot structurele borging’
  • ‘City Deals zonder zijwieltjes’: Mede nav opmerkingen Ron: hoe kom je tot een City Deal die eigenlijk geen City Deal meer hoeft te zijn. Hoe kun je na de looptijd door zonder de ‘zijwieltjes’ van het label City Deal?
  • ‘Masterclass: benutten van formele structuren’: Sluit aan op de vraag van Regien en ook eerder met Jan-Willem besproken: meer aandacht voor leren begrijpen hóe een ministerie werkt om zo sneller en beter tot City Deals te kunnen komen
  • ‘Projectleider buddy-meeting’: Het koppelen van ‘senior’ projectleiders aan beginnende projectleiders van City Deals
  • ‘City Deals bij de koffieautomaat, part II’: Omdat deze sessie nu al door iedereen als zeer nuttig beleefd wordt!

Regien is van het doorpakken: ze vindt het buddy-systeem interessant, maar ‘dat kunnen we ook gewoon dóen in plaats van er een themasessie over houden!’ Geert vraagt zich af of het ook zou kunnen helpen om de verschillende deal-aanpakken (dus ook die van bijv. Regio- en Woondeals) aan elkaar te linken. Want Geert herkent veel vraagstukken uit de andere dealaanpakken. Dus niet alleen binnen deze CoP maar ook mét de andere dealsoorten leren. Misschien zijn er zo toch kansen om samen voldoende massa te creëren om de werkwijze van de overheid meer te kantelen. Jan-Willem vindt dat interessant omdat dat ook inzichten kan opleveren in grotere samenwerking. Zo moet hij in het kader van een Europese TSI-subsidie ineens gaan uitvogelen hoe ‘Europa’ werkt!

Henk Jan grijpt in, als ‘opper-barista’: de tijd is op! Hij ziet blije gezichten en concludeert dat deze opzet voor een sessie goed bevallen is. Celestine, Jurian en Suzanne worden bedankt voor het ‘op hun handen’ zitten bij het maken van het programma, waardoor deze ruimte ontstond. De volgende CoP-bijeenkomst is op 15 april en staat in het teken van Verbeelding. Mochten er al mooie beelden bij je opkomen, deel die dan gerust met toelichting in de PleinBZK-groep!

Novi-conferentie 31 maart: Digitalisering en innovatie als instrumenten voor de NOVI

Dit gaat over de City Deal Een Slimme Stad, zo doe je dat

Op 31 maart vindt de NOVI-conferentie online plaats. Praat mee tijdens onze sessie ‘Zo transformeer je naar een slimme, duurzame en gezonde stad – Digitalisering en innovatie als instrumenten om de NOVI te realiseren’. In deze online talkshow nemen we u mee in hoe digitale innovatie en transformatie bijdragen aan de verduurzaming van de fysieke leefomgeving. Aan de hand van voorbeelden, zoomen we in en uit; van de sensor in de straat tot aan slimme duurzame oplossingen voor heel Nederland.

Meld u aan via www.noviconferentie.nl

Datum en tijd: 31 maart 2021, 12.45-13.30 uur
Locatie: Online
Doelgroep: Deze conferentie is bedoeld voor bestuurders, volksvertegenwoordigers, ambtenaren en experts die te maken hebben met de inrichting van de schaarse ruimte in Nederland.

We gaan in gesprek met

Jan-Bert Dijkstra– Ministerie van IenW – Directeur programma Mobiliteit en Gebieden
Robin Kroes – VodafoneZiggo – Executive Director Strategy, Insights & Integration
Anita Nijboer – Kennedy van der Laan – partner en advocaat
Shahid Talib – Heijmans – directeur smart cities
Marieke van Wallenburg – Ministerie van BZK – directeur-generaal Overheidsorganisatie (DG OO)
Wim Willems – G40 – Wethouder Apeldoorn; mede voorzitter G40 themagroep smart cities
Jan Willem Wesselink – Projectleider City Deal ‘Een slimme stad zo doe je dat’ en Future City Foundation

Programma
12.45u                Welkom– door Jan-Willem Wesselink
12.50u                Introductie – Wat bedoelen we met digitalisering?
13.00u                Wijkniveau –Wat zien we in de toekomst op ons afkomen in de fysieke leefomgeving, kunnen we daar op anticiperen? En wat levert het op?
13.10u                Stadsniveau – Hoe komen we van pilots en livinglabs naar schaalbare toepassingen
13.20u                NOVI – Wat zijn (ongekende) mogelijkheden én hoe kunnen overheden, bedrijfsleven en kennisinstituten daarmee, samen, duurzaam invulling geven aan de Nationale Omgevingsvisie?
13.30u                Afsluiting

Deelnemen is gratis. Meld u aan via www.noviconferentie.nl

City deal gaat Europees

Dit gaat over de City Deal Een Slimme Stad, zo doe je dat

We zijn heel blij en trots dat de Europese Commissie onze aanvraag in het kader van het ‘Technical Support Instrument (TSI)’ heeft goedgekeurd. Zo kunnen we onze burgermeetwerkgroepen versterken met een stevige Europese component.

Vanuit het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties hebben we het afgelopen jaar een aanvraag gedaan bij het TSI met de vraag om te komen tot tooling voor wat zij samenvatten als ‘Developing a methodology for a democratic smart cities approach’.

Binnen de aanvraag zijn het betrekken van burgers bij burgermeetinitiatieven benoemd; het mogelijk maken dat uitkomsten van deze initiatieven vergeleken kunnen worden en het voorkomen dat groepen worden uitgesloten.

Deze opdracht wordt uitgevoerd door Eurocities, waarmee de werkgroepen een Europees spiegelproject krijgen. Ook wordt een kenniscentrum opgezet waarmee deze en andere smart-city-tools op een actieve manier kunnen worden gedeeld met de rest van de wereld.

Voor meer informatie over de Europese goedkeuring zie: https://ec.europa.eu/commission/presscorner/detail/en/ip_21_747

Samen Circulair en Conceptueel Bouwen het Nieuwe Normaal maken

Dat een symposium ook online een levendig event kan zijn, bewees het Symposium Circulair en Conceptueel Bouwen. Op 10 februari spatte het enthousiasme van het scherm toen bevlogen bestuurders en experts kennis deelden en met elkaar in discussie gingen over hoe we over drie jaar zoveel mogelijk bouwprojecten zo circulair mogelijk uitvoeren. Meer dan 250 deelnemers deden mee via de chat. Het was werkelijk een vliegende start voor de 25e City Deal.

In 2030 moet circulair het ‘nieuwe normaal’ zijn in de bouwsector. Dat stelt projectleider Gertjan de Werk van de City Deal Circulair en Conceptueel Bouwen bij de aftrap van het symposium. Samen met programmamanager Agenda Stad Frank Reniers kijkt hij vooruit naar de komende drie jaar. Daarin staan met de City Deal drie thema’s centraal: biobased bouwen, conceptueel en industrieel bouwen en de financiering daaromheen.

Ben je nog niet beeldscherm-moe en kijk je liever het symposium terug? Dan vind je hier de integrale opname:

‘De teller loopt nog’

De City Deal lijkt nu al een succes. Er zijn al 62 partners die meedoen en de teller loopt nog steeds, aldus De Werk: vier ministeries, zeven provincies, zestien gemeenten, zeven kennisinstellingen, 19 bedrijven en vier koepels en netwerkorganisaties. “We werven nog hard om woningcorporaties mee te krijgen. Het wordt met de dag leuker”, aldus de enthousiaste projectleider. “Elk project van meer dan 50 woningen gaan we zo circulair mogelijk invullen. Circulair bouwen wordt een serieus gespreksonderwerp. Het biedt kansen om snel en milieuvriendelijk te bouwen. Samen leren we wat het inhoudt en wat kan. We gaan geen ambities stapelen maar integreren. Alleen dan kunnen we echt met hoge snelheid, lage milieu impact én betaalbaar dit doen.”

Projectleider Gertjan de Werk verwelkomt de deelnemers. Foto: Paul Tolenaar

‘Samen gaan we het doen’, lijkt dan ook het motto van de dag. De partijen moeten met elkaar de vraag stellen hoeveel woningen we willen en aan welke eisen ze voldoen, aldus De Werk. Dan kunnen we de industrie inrichten naar wat nodig is op basis van kwaliteit (biobased waar het kan, niet alleen met hout ook met hennep, riet en lisdoddes), kwantiteit (industrialiseren, modulair bouwen) en betaalbaarheid. Hoe regel je bijvoorbeeld een zo hoog mogelijke restwaarde? Premier Rutte gaf al aan voor de circulaire economie te zijn op de klimaatconferentie. Ook hij zei dat we het samen moeten gaan doen, anders halen we nooit de klimaatdoelstellingen.

Johan Osinga, directeur-generaal Natuur, Visserij en Landelijk gebied van het ministerie van LNV benadrukt in een video hoe belangrijk de City Deal is omdat het slim bouwen onderstreept, -onder meer ook natuurinclusief bouwen-, wijken helpt vergroenen en de gezondheid van mensen verbetert. “Groen ontstresst”. De komende 10 jaar gaat Nederland 70.000 ha aan bos planten. Het hout in deze bossenstrategie moet dan duurzaam worden gebruikt, benadrukt Osinga. Zoals in biobased bouwen, en niet eindigen in de houtkachel.

Duurzame ambities

Het gezamenlijke gevoel is ook sterk aanwezig in een tafelgesprek, waar De Werk als tafelheer een aantal gasten verwelkomt. Wethouder Fleur Spijker (Leiden) vertelt kort hoe haar stad duurzame verstedelijking hoog in het vaandel heeft staan en ook al een ambitieus akkoord heeft gesloten om de komende jaren 8500 woningen en 2700 studenteneenheden zo circulair mogelijk te bouwen. Leiden heeft daarvoor prestatieafspraken gemaakt met corporaties, waarin ook circulariteit is meegenomen, zoals met houtbouw. “Ik verwacht dat we echt meters kunnen gaan maken. Maar we moeten het samen doen”, aldus de wethouder.

Fleur Spijker over de circulaire ambities van Leiden. Foto: Paul Tolenaar

Over doen gesproken, Menso Oosting, directeur van Fijn Wonen, staat klaar om de mouwen op te stropen en ermee aan de slag gaan. “We willen toe naar afvalvrij bouwen. Dat kan als je met concepten gaat bouwen.” Fijn Wonen is daar in 2014 mee begonnen, en om de volumes van modules voor huizen op te schalen is het bedrijf een fabriek gestart waar jaarlijks 4000 woningen ui trollen. “Je moet acteren op de behoefte. Als we gaan wachten op wat een ander doet, schiet het niet op. We willen het gewoon doen!” Ook in Flevoland staat bij de provincie circulariteit al in het programma, vertelt gedeputeerde Cora Smelik. “Het gaat niet om stapelen van stenen, het gaat om echt de maatschappij met elkaar bouwen. Als provincie willen we aanjagen en versnellen.” Dat doet ze onder meer door onderwijs en gemeenten te verbinden en mensen uit te dagen in proeftuinen die opschaalbaar zijn. “We willen echt een kanteling van het systeem.” Zo is Flevoland onder meer ook aangesloten bij de Green Deal Biobased van de Metropoolregio Amsterdam.

“Circulariteit is geen geitenwollensokken ding. Het is hip en happening”, voegt Rutger Büch toe, medeoprichter van Cirkelstad. “Opschalen is dan ook goed mogelijk.” Hij wijst op het enthousiasme dat bestaat bij VNO-NCW en MKB-Nederland. Hij wil graag de City Deal als permanente beleidsdialoog zien over circulair bouwen en stelt voor elk jaar te kijken naar hoe de voortgang gaat.

Opschalen

Het is volgens directeur-generaal Bestuur, Ruimte en Wonen van BZK Chris Kuijpers nog te vroeg om alles al zo circulair mogelijk uit te vragen. “Er is op een gegeven moment wel opschaling nodig, gezien de 1 miljoen gewenste woningen in Nederland. Hier ligt een enorme kans en we hebben elkaar nodig, alleen dan kunnen we opschalen. Hierbij kunnen we dan meteen nieuwe inzichten opdoen. Het is een enorme kans voor het bedrijfsleven om dit te doen. We hebben in Nederland daarvoor vooraanstaande architecten en bouwbedrijven. Voor de sector is het goed. Ik ben voorstander om een Topsector Bouw op te zetten.”

Smelik wijst op de belemmeringen in de huidige wet en regelgeving. Kuipers: “Wet- en regelgeving loopt altijd achter. Daarom geloof ik in een benadering met koplopers om de boel aan de gang te krijgen en we dat wel in de gaten houden.” Het gaat ook om betaalbaarheid, stelt Oosting. “Wij ondernemers bedenken de producten, maar de overheid moet wel de omstandigheden bieden, zoals grond. Als iedereen zijn taak oppakt, zijn er weinig belemmeringen. Wij denken dat circulair en conceptueel bouwen veel goedkoper kan. Laten we vooral aan de slag gaan!”

Spijker denkt over het stapsgewijs toewerken om circulair bouwen een verplichting te maken. “Als maar niet over elk project een raadsvergadering moet worden georganiseerd”, vindt Oosting. Büch denkt dat het beter is om partijen- in ieder geval de komende drie jaar – te verleiden en niet te verplichten. Kuijpers: “Niet alleen de overheid moet iets doen, ook de sector is hierin cruciaal.” Dus eerst verleiden en dan de lat ophogen tot verplichting.

Oosting is bang dat circulair bouwen te veel in pilotsfeer blijft hangen, wat het opschalen tegenhoudt. Ook waarschuwt hij voor te veel hype en greenwashing. “Het moet vooral mooi zijn en betaalbaar zijn.” Circulair en conceptueel bouwen kan nieuwe werkgelegenheid opleveren, stelt Smelik. Hoe kunnen we onderwijs daarbij inpassen? “De komende drie jaar hebben we om uit te zoeken wat het nieuwe normaal is.”

‘Er is een flow nodig’

Wat is er de komende jaren het hardst nodig? Continuïteit, stelt Oosting, “Alleen dan bereik je betaalbaarheid en kun je kwaliteit borgen. Je hebt volumes nodig, een bepaalde flow. Wethouder Spijker denkt juist dat goede voorbeelden hard nodig zijn. “In Leiden zijn we al hard bezig. Dit is het momentum om een nieuwe economie aan te pakken.” Smelik nodigt iedereen daarom uit om in Flevoland te kijken in een van de proeftuinen en ‘goede ideeën te jatten’.

Rutger Büch overhandigt de speciale editie van de Stadskrant aan DG Chris Kuijpers. (Vlnr: Cora Smelik, Rutger Büch, Fleur Spijker, Gertjan de Werk, Chris Kuijpers en Menso Oosting. Foto: Paul Tolenaar

Büch presenteert namens Cirkelstad een special van het Stadsblad en overhandigt deze aan Kuijpers. In het blad is onder meer aandacht voor de circulaire bouwnorm Het Nieuwe Normaal. Dit concrete handvat moet circulair bouwen handen en voeten geven. Dit ‘Nieuwe normaal’ maakt ook integraal onderdeel uit van de City Deal. Jaarlijks zullen de deelnemers de voortgang hierop rapporteren, zodat ze de komende drie jaar circulaire projecten uitzetten in de markt, die goed monitoren en zo de lat voor circulair bouwen samen steeds een beetje hoger te leggen. Büch: “Zo creëren we een serieuze markt en kunnen we ervaren wat er gebeurt als je circulair bouwen standaard meeneemt in een uitvraag. Deze ervaringen bepalen mede de ontwikkeling van de norm.”

25e City Deal

Paul Depla, voorzitter van het G40-stedennetwerk, breekt in tijdens het overleg met een videoboodschap, waarin hij iedereen op het symposium feliciteert met deze 25e City Deal van Agenda Stad. “City Deals zijn belangrijk omdat we laten zien dat we als overheden mét elkaar op zoek zijn naar oplossingen voor maatschappelijke opgaven. Het is altijd spannend wat er uitkomt, hoe je er verder mee kunt en hoe je het laat borgen. De City Deals hebben gewerkt!”, stelt hij. En hij ziet uit naar de volgende 25 City Deals.

Burgemeester van Breda en G40-voorzitter Paul Depla verrast de aanwezigen met een onverwacht bezoekje waarin hij alle betrokkenen feliciteert met de 25ste City Deal. Foto: Paul Tolenaar.

Biobased bouwen

In het tweede deel van het symposium geeft hoogleraar Urban Futures Maarten Hajer (Universiteit Utrecht) een lezing over biobased bouwen als oplossing voor de milieu-impact van de bouw. “Het moet anders. Beton, staal en cement hebben een te hoge CO2-uitstoot. In het licht van de klimaatopgave moeten we zo snel mogelijk toe naar een cultuur van bouwen met biobased materialen.” Overstappen op meer bouwen met hout leidt ook tot een hele andere stad, stelt Hajer. Voorzitter van de Europese Commissie Ursula Von Leyen riep al op dat Europa een nieuwe Bauhaus nodig heeft, een nieuwe beweging van kunstenaars en architecten die zich buigen over betere huisvesting in de steden. We staan nu in de 21e eeuw weer voor een soortgelijke sprong in de geschiedenis. Biobased moet daarbij volgens Von der Leyen centraal staan. Er is een nieuwe esthetiek nodig voor nieuwe wijken. Maar ook een nieuwe ethiek, voegt Hajer eraan toe. De nieuwe stad moet het beste in mensen oproepen. In biobased huizen slaan we CO2 op in plaats van bijdragen aan uitstoot. “Het is dubbel dividend. We vermijden emissies en slaan CO2 op.”

Het is logisch om de nodige houtvoorziening in Europees perspectief te bekijken. We moeten hout zo hoogwaardig mogelijk gebruiken. Een goed voorbeeld, volgens Hajer, is kruislaaghout, dat heel goed is te gebruiken in de bouw. Ook kijkt de circulaire economie hoe beton te verduurzamen is voor hergebruik.  “De City Deal is een prachtige stap om dit positieve verhaal te schrijven voorbij de 20e eeuw. Naar een toekomst toe die leefbaarder en minder milieubelastend is. Dit is een fantastische kans”.

Biobased wijken met betaalbare woningen

Directeur Arie Koornneef van de ASN Bank vertelt over de duurzame ambities van de ASN Bank en hoe ze daar al 60 jaar met enthousiasme aan werken. “We delen onze kennis met andere financiële instellingen, zo zijn we deel van het Platform Klimaat en Biodiversiteit. Daar willen we ook biobased bouwen in meenemen.”

Arie Koorrnneef (ASN Bank) deelt zijn visie. Foto: Paul Tolenaar

De droom van Koornneef is om over tien jaar complete biobased wijken met betaalbare woningen te hebben gerealiseerd. Zodat duurzaam wonen voor iedereen toegankelijk wordt. Financiële instellingen spelen daarbij een rol door duurzame bosbouw te stimuleren, naast duurzaam ondernemerschap. Ook kunnen ze helpen producten op te schalen, financiën regelen en consumenten helpen, via duurzame hypotheken bijvoorbeeld. De Werk wil graag vanuit de City Deal helpen met deze droom. “Laten we over een jaar een consortium hebben georganiseerd en een plan hiervoor hebben liggen.”

Integraler

Samenwerking tussen verschillende sectoren staat ook centraal in het verhaal van toparchitect Ben van Berkel. Om het doel van de City deal te bereiken om elk groot nieuwbouw of transformatieproject zo circulair en conceptueel mogelijk te bouwen is dat essentieel, stelt hij. “Het moet integraler in de bouwsector. Het hele proces van ontwerp tot bouw is nu nog heel erg lineair ingericht. De maatschappij is al lang in de iPhone fase, maar de bouwsector loopt nog met een walkman.”

Met BIM (3D ontwerpen) kunnen ontwerpers al makkelijker lokaliseren. We moeten dus werken met materiaalpaspoorten om hergebruik mogelijk te maken. Hoe kunnen we dat zo flexibel, efficiënt en opschaalbaar mogelijk doen? We moeten ook bewoners meekrijgen, stelt Van Berkel. Die moeten immers ook hun leefstijl aanpassen. “Dit aspect moet nog worden toegevoegd aan het toekomstbeeld. Het gaat vooral over de kwaliteit van leven, werken en bouwen.

Innovatie Expo

Lid van de Adviesraad van de InnovatieExpo Carolien Gehrels, vertelt waarom de expo vooral ook kansen biedt voor betrokkenen bij circulair bouwen. Foto: Paul Tolenaar

Carolien Gehrels sluit het symposium af met een aankondiging van de online InnovatieExpo op 8 april vanaf het Hembrugterrein in Zaanstad. Hier zal een bijtekenmoment zijn voor de City Deal. Partijen die mee willen doen kunnen hier dan aanhaken. “Hier is dé kans om in gesprek te gaan met wethouders. We moeten het met elkaar doen. Als iedereen een stukje in de keten op zich neemt kunnen we daadwerkelijk voorlopen.” Op 8 april presenteert de City Deal ook haar plan van aanpak voor de komende jaren, kondigt Dealmaker Koen Haer (BZK) aan.

“Laten we met elkaar meters gaan maken”, voegt De Werk toe. “Vandaag hebben we laten zien dat de energie er is, en dat het kan!”

Wil je meer lezen? AgendaStad.nl interviewde o.a. spreker en toparchitect Ben van Berkel over zijn visie.

 

Aanpak complexe vraagstukken vraagt samenwerking, tegendraadsheid en experimenteerruimte

Festival van het Bestuur 2021

Met het online Festival van het Bestuur dat op donderdag 11 februari plaatsvond, werd de trendanalyse De Staat van het Bestuur die in januari verscheen, tot leven geroepen. Met een divers en uitgebreid programma sloegen onderzoekers, publicisten, bestuurders en volksvertegenwoordigers een brug tussen actuele maatschappelijke uitdagingen, de nieuwste onderzoeken en praktische oplossingsrichtingen. Op festivalvanhetbestuur.nl vind je meer informatie.

Een van de programma-onderdelen was de talkshow ‘To deal or not to deal; Op zoek naar effectiever bestuurlijk samenwerken’, waar o.a. City Deals en andere vormen van innovatief bestuur centraal stonden. Aan de talkshow, die geleid werd door Marceline Schopman, namen Eva Kunseler (wetenschappelijk medewerker Integrale Beleidsanalyse Leefomgeving bij PBL), Olga van Kalles (programmamanager IBP Vitaal Platteland), Annelies Kroeskamp (directeur Bestuur, Financiën en Regio’s bij het ministerie van BZK) en Bernard ter Haar (ABDTOPConsult) deel. ‘Talent van het Noorden’ en raadslid in Harlingen Bartele Boersma trad op als moderator en stelde vragen die in de deelnemers-chat voorbij kwamen.

Na de introductie van de gasten werd het gesprek geopend aan de hand van een foto die elk van de sprekers had meegebracht. ABDTOP-consultant Bernard ter Haar had een krantenkop uit het FD meegebracht: ‘Een goede beleidsambtenaar denkt tegendraads’. Ter Haar betoogde dat het belangrijk is dat de politiek wordt ondersteund door professionals. Onderdeel van die professionaliteit is om reflexief en tegendraads te zijn en soms tegen een minister te zeggen ‘ik begrijp wel wat je wil, maar op deze manier gaat dat niet werken’. Ambtenaren hebben volgens Ter Haarwel eens de neiging om meteen ‘te gaan rennen als politici iets roepen’.

Organiseer tegendraadsheid

Schopman vraagt of daar wel ruimte voor is, aangezien ambtenaren gehouden zijn aan beleidslijnen en politieke verantwoordelijkheid. Ter Haar geeft aan dat het ook in belang van de politici is als ambtenaren hen helpen voorkomen dat ze ‘in een valkuil lopen’ en niet klakkeloos opdrachten uitvoeren waarvan ze weten dat die niet goed uitvoerbaar zijn. Hij constateert dat er soms te weinig tegendraadsheid is en dat ministeries vaker mensen moeten aannemen die wellicht niet meteen ‘in hun straatje passen’. Volgens Ter Haar is ‘Den Haag’ nog teveel op zichzelf gericht en is er te weinig oog voor hoe de samenleving het doet en hoe andere overheidsorganisaties het doen. “Ik heb nog nooit zo vaak het woord ‘verkokering’ gehoord als de afgelopen jaren. Dat beseffen we ons bij het Rijk nog onvoldoende. Daarom hebben wij in een rapportage ook een hartstochtelijk betoog gehouden om die verkokering aan te pakken.”

Eva Kunseler van PBL herkent de signalen van Ter Haar uit het onderzoek Leren Institutionaliseren dat PBL en NSOB samen verrichten en waarover je elders op Agendastad.nl meer kunt lezen. “In ons onderzoek dat zich deels richtte op dealvormen, zagen we dat er in de breedte weinig kennis is over hoe je zo’n deal inricht. Er zijn eigenlijk twee patronen: het gaat om mensen, mensen die inzien dat je het samen moet doen. Maar die ervaren het toch vaak alsof ze een Gideonsbende zijn, een voorhoede die de organisatie moet meenemen. En dat is het tweede patroon; in hoeverre worden deze vormen van samenwerking gedragen door de organisatie? Vaak is het nog een ‘niche’.

Ter Haar noemt het voorbeeld van City Deals, waar hij als voormalig DG Sociale Zekerheid bij betrokken is geweest. Volgens hem zijn City Deals een goede manier om kennis op te doen en nieuwe samenwerkingen te verkennen. Om dat kansrijk te maken moet je volgens Ter Haar van begin af aan bedenken hoe je de opschaling organiseert. “Besef dat je de kennis uit deals nodig hebt om beleid goed vorm te geven.” Daarnaast is de gelijkwaardige samenwerking volgens Ter Haar belangrijk. En tegelijkertijd moeilijk voor het Rijk. “Als het Rijk zich ergens mee bemoeit, dan zijn ze vaak weer meteen de baas en in die deals zie je dat het eigenaarschap gedecentraliseerd is, met het Rijk als ‘meedenker’.”

Het samenspel

Van Kalles, van het IBP Vitaal Platteland geeft aan dat in haar programma het Rijk echt aan tafel zit om mee te denken, samen met drie andere overheden. Daarmee onderscheidt de aanpak zich volgens Van Kalles van de ‘klassieke dealaanpak’ waar het ‘competitieve element’ tussen regio’s vaak bepalend is. Ze benadrukt dat het gast om het ‘samenspel’: alle partijen moeten ook duidelijk maken wat ze vragen van het Rijk en gezamenlijk onderzoek je wanneer welke partij het best tot zijn recht komt.

Annelies Kroeskamp vertelt dat er vanuit het Rijk ook andere samenwerkingsvormen dan deals zijn gestart, zoals de nationale programma’s Rotterdam Zuid en Groningen en het programma rond de marinierskazerne in Zeeland. “Dat zijn voorbeelden van een meerjarige commitment vanuit het Rijk aan partners. City Deals ontstaan echt vanuit innovatie en kennis. Daar zit ook nauwelijks geld bij en dat is ook de kracht: er ontstaat dan een ‘coalition of the willing’. Bij Regiodeals is die zak geld er wel en je ziet dan ook soms ‘perverse prikkels’. Volgens Ter Haar zijn Regiodeals geen goed voorbeeld van gelijkwaardige samenwerking omdat het Rijk 900 miljoen euro beschikbaar stelde ‘en zelf bepaalt waar het geld naartoe gaat’.

Moderator Bartele Boersma breekt in en geeft aan dat in de chat de decentralisatie gezien wordt als een geïsoleerde opgave, waarbij het Rijk wel faciliteert maar niet echt interdisciplinair samenwerkt. En sommige deelnemers vragen zich hardop af of ‘dwarsdenken’ nou wel zo bevorderlijk is voor je carrière als rijksambtenaar….

Eva Kunseler geeft aan dat je echt ambtenaren moet werven met specifieke competenties voor dit type werk. Medewerkers die goed een link kunnen leggen met vakexperts bij departementen én met de buitenwacht. En die mensen moet je in teams bij elkaar brengen en zo wat meer afstand geven van de organisatiekokers.

Olga van Kalles vertelt over haar meegebrachte foto waarop ze met IBP-collega’s in een Fries weiland uitleg krijgt van een boer die kampt met bodemdaling. De foto symboliseert voor Van Kalles de verbinding. “Ik geloof dat vraagstukken juist in de ontmoeting met al die verschillende partijen gaan leven. En ik geloof erg in de kracht van mensen, ontmoeten verbinden. Het ging in deze ontmoeting niet om één perceel van een boer, maar om een heel gebied. Samen kijk je wat er nodig is in een groter perspectief, maar je houdt het samen ook klein. En dan kijk je wat je samen al hebt aan geld, regelruimte en kennis en dat is vaak heel wat.

Ruimte krijgen

“Maatwerk dus?”, parafraseert Schopman. “Ja”, bevestigt Van Kalles, die toevoegt dat dat vraagt om ruimte. Ruimte die je krijgt van je organisatie om terug te komen met ‘iets anders’ dan waar je voor op pad gestuurd bent, ruimte om lef te tonen. En: de legitimiteit hebben om iets te mógen doen.

Ter Haar herkent dit. “Als je iets wil aanpakken, zet er dan een interbestuurlijk team voor op. Trek mensen los uit hun organisatie en geef ze een mandaat. Het gebeurt gelukkig her en der al, maar nog te weinig”. Schopman vraagt hoe je democratische verantwoording beter een plek geeft bij onontkoombare maatschappelijke opgaven. Volgens Ter Haar kun je vrijwel elke opgave goed ‘bottom-up’oppakken. “De decentrale aanpak is een goede methode. We weten wat er moet gebeuren, het is alleen een kwestie van doen.” Daarbij is het borgen van het mandaat van de organisatie belangrijk zodat het niet vrijblijvend wordt.

Kroeskamp oppert dat dit wel het risico met zich meebrengt dat het een ‘bestuurlijk ding’ wordt. “De kunst is: heb je ook voldoende draagvlak bij bijvoorbeeld burgercollectieven, raadsleden et cetera.”

Kunseler benadrukt dat goed communiceren heel belangrijk is, en dat de afstemming goed georganiseerd is. En er moet ruimte zijn voor fouten. Dit wordt door de andere sprekers beaamd. Ter Haar: het leuke van kennisontwikkeling is dat het fout moet kunnen gaan. Zoals Annelies Kroeskamp al aangaf: het begint bij de burger en je moet goed uitleggen wat je doet en waarom. Doe je dat niet, dat zet je jezelf klem.

Iedereen bereiken

Vervolgens vertelt Annelies Kroeskamp over haar meegebrachte afbeelding, een plaatje van Fokke en Sukke die jargon als ‘win-win’ en ‘benchmark’ op de hak nemen. Kroeskamp: “Dat zie ik altijd als de uitdaging: hoe schrijven we het op zodat iedereen het begrijpt? Dat bureaucratische, hoog over en interessante, dat mag er wel een beetje vanaf. Daar is ook aandacht voor in de Staat van het Bestuur: hoe de samenleving zich ontwikkelt en hoe je groepen moet bereiken. Daar hebben we als Rijk nog veel stappen in te zetten.

De Fokke & Sukke-cartoon die Annelies Kroeskamp had meegebracht

Van Kalles beaamt dat taal heel belangrijk is. “Wij zochten in ons programma naar experimenteerruimte en dan ontdek je al gauw dat iedereen zijn eigen taal spreekt. Dat zie je in alle lagen.” Volgens Kroeskamp is het ook belangrijk dat je uitlegt wat je nodig hebt van een partner om resultaat te boeken. Ter Haar geeft aan dat je als ambtenaar erg wordt getraind in ‘verhullend communiceren’, zodat iedereen het zijne kan lezen in een plan. “Je moet aan de voorkant gewoon helder zijn in taal en dat kan heel goed zonder jargon.”

Kunseler schetst dat je ook in een kader, een gemeenschappelijke taal, spreekt als je samenwerkt. Dat is ook nodig om samen eenduidige doelen te formuleren. “Je creëert samen ook een nieuwe werkelijkheid dus die ene taal is nodig om er met elkaar in gezogen te worden.”

Vanuit de chat, zo meldt Bartele Boersma, wordt gesuggereerd om plannen meer op het taalniveau ‘B1’ op te schrijven.

Fucking goed

Kunseler heeft een fragment meegebracht uit het seminar over het onderzoek ‘Leren institutionaliseren‘ waarin programmamanager Agenda Stad Frank Reniers over het creëren van ruimte om te leren van City Deals zegt: “Iedereen is druk dus is het moeilijk om die ruimte te vinden. Daarom moet het leuk, lekker en inhoudelijk fucking goed zijn.” Een mooi voorbeeld van helder taalgebruik, vinden de tafelgasten en de deelnemers op de chat. Kunseler licht toe dat Reniers hiermee aangaf dat een deal moet aansluiten bij waar partijen behoefte aan hebben, zodat ze met zo’n aanpak mee willen doen. Ze vraagt daarnaast ook aandacht voor het organiseren van leerprocessen.

Festival van het Bestuur 2021

De deelnemers (Vlnr Kalles, Ter Haar, Schopman, Kunseler en Kroeskamp) bekijken het fragment met Frank Reniers.

Van Kalles sluit zich hierbij aan: “Leg bestuurlijk vast: we willen leren!” Sommige professionals hebben die bescherming nodig om te voelen dat ze de ruimte hebben om te leren. Kunseler geeft aan dat de juist instrumenten van belang zijn om te kunnenleren, zoals de Community of Practice van Agenda Stad of de LNV-Verbinders. Kroeskamp noemt het voorbeeld van twee Regio Deals waarin Grensoverschrijdende Samenwerking een rol speelt. “Partijen hebben elkaar nu door die Regio Deals gevonden en verwijzen ook naar elkaar. Die gezamenlijkheid was eranders niet geweest.”

Ter afronding vraagt Schopman alle sprekers nog om een laatste ‘gouden tip’ Kunselaar geeft aan: “Zoek die ander op, ga in gesprek!” en pleit daarnaast voor ‘leerdebatten’ naast verantwoordingsdebatten. Ter Haar zegt: “Zou fijn zijn als we met elkaar afspreken dat we alleen nog beleid maken dat werkt. Dat kan door kleinschalig te beginnen en het uit te bouwen. Nu modderen we vaak door omdat het interessant kan zijn om wat te roepen.” Van Kalles geeft aan dat het belangrijk is om een ander ook het podium te gunnen, zodat je ook ‘collectief kunt shinen’ omdat je het tenslotte ook samen doet. Kroeskamp bepleit ruimte: “Doe het samen en laat ruimte!” Het laatste woord is aan de deelnemers op de chat. Bartele Boersma: “Deelnemers geven aan: het is belangrijkom een heldere hulpvraag neer te leggen, niet alleen bij beleidsmakers, maar ook bij burgers.”

Deal maken wordt het ‘nieuwe normaal’, als we er systematisch van leren

Seminar Samen Leren

Eind vorig jaar verscheen het essay Leren Institutionaliseren: reflecties bij het leren door de Rijksoverheid in de deal-aanpak. Voor deze gezamenlijke productie interviewden onderzoekers van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en de Nederlandse School voor Openbaar Bestuur (NSOB) managers van verschillende ‘dealvormen’, opgavegerichte samenwerkingen tussen rijksoverheid, andere overheden en private partijen.

In het essay wordt deze ‘multilevel’, opgavegerichte aanpak benoemd als een innovatieve en noodzakelijke manier om de complexe maatschappelijke vraagstukken van vandaag en morgen het hoofd te bieden. Dealvormen zijn naar hun aard experimentele vormen van besturen. En daarmee dus altijd leerzaam. Maar vindt dat leren al voldoende systematisch plaats? Worden de opgedane lessen ook opgeschaald naar de gangbare bestuurlijke instituties?

Deze en andere vragen stonden centraal tijdens het online seminar Leren samen werken aan opgaven, dat PBL en NSOB op 15 januari organiseerden. Onder leiding van moderator Ruben Maes gingen drie programmamanagers die aan het onderzoek meewerkten, Olga van Kalles (IBP Vitaal Platteland), Marc Hameleers (Regio Portefeuille LNV) en Frank Reniers (Agenda Stad) met elkaar en met adjunct-directeur van het NSOB, hoogleraar Martijn van der Steen, in debat.

Leren hoeft niet altijd leuk te zijn

Het seminar begon echter met een gesprek met twee auteurs van het essay, Eva Kunseler (PBL) en Martin Schulz (NSOB), over de conclusies van hun onderzoek. Kunseler schetste dat het ‘leren door te doen’ centraal stond. “Daarbij kom je beren op de weg tegen en ook leuke dingen. Dat is het leren.” Schulz: “Dat is belangrijk: dat leren niet altijd leuk hoeft te zijn. Je kunt juist ook veel leren als het schuurt.” Kunseler geeft aan dat ‘deal maken’, of het nu een Woon, City, Health, Green of Regio Deal is, een vak is. En dat dit vraagt om organisatie en een bestuurlijke en politieke context die randvoorwaarden schept voor deze manier van werken. Daarom is het belangrijk dat instituties structureler experimenteerruimte bieden. Met andere woorden: ‘ruimte voor fouten’. Daarnaast is volgens Schulz tijd nodig: in een tijd waarin alles snel klaar moet zijn moet je, zeker met zo’n multilevel aanpak van complexe vraagstukken, durven om de tijd te geven.

Ruben Maes opent het panelgesprek met de vraag aan Van der Steen waarom we leren in deze context zo lastig vinden. Van der Steen geeft aan dat we als lerende wezens altijd leren, maar dat het institutionaliseren ervan het lastig maakt. “Als je van leren iets systematisch maakt, roept dat allerlei vragen op.” Wat ‘leren van deal maken’ onderscheidt van leren in reguliere beleidsprocessen is dat daar verantwoording leidend is en dat het leren daar vaak de vorm heeft van evalueren achteraf. Bij deal maken leer je terwijl je het aan het doen bent, waardoor je kunt bijsturen.

Leuk, lekker en inhoudelijk fucking goed

Maes schetst dat de focus in bijvoorbeeld City Deals vaak ligt op samenwerking tussen Rijk, gemeenten, kennisinstellingen en marktpartijen, maar dat er ook niet één Rijksoverheid is. Frank Reniers van Agenda Stad beaamt dit en geeft aan dat het feit dat departementen elk hun eigen cultuur en leermechanieken hebben, ook voor complexiteit zorgt. Op de vraag of er dan wel tijd is om te leren in dit proces, antwoordt Reniers dat dit een ontwerpvraag is en dat hij zijn mensen altijd meegeeft: “Zorg dat het leuk, lekker en inhoudelijk fucking goed is, zodat mensen de tijd willen vinden om een leertraject in te gaan.”

Frank Reniers

Frank Reniers

Martijn van der Steen vult aan dat we ook af moeten van het idee dat leren tijd kost. “Door te leren versnel je door in het begin te vertragen.” Marc Hameleers meent dat dealmakers van nature nieuwsgierige mensen zijn. Je verzamelt dus ook mensen die stimuleren dat je een ‘Pippi Langkous-methodiek’ toepast van ‘we hebben het nog nooit gedaan, dus we denken dat we het wel kunnen’. Vanuit de Regio-aanpak vroeg LNV het PBL om hen tijdens dit proces te voeden. Daarnaast noemt Hameleers het goed ‘organiseren van je umfeld‘ belangrijk bij het borgen van leren binnen deal maken. “Er moet dus ook interactie zijn.”

Van der Steen benadrukt dat er een verschil is tussen leren van een taak en leren van de samenwerking. Maes is benieuwd hoe Van Kalles dit binnen haar IBP-programma heeft gestimuleerd. Ze vertelt hoe 25 gebieden tijdens een bijeenkomst werden uitgenodigd om hun eerste plannen samen met planbureaus uit te werken en te presenteren. Andere gebieden zaten daar als in een arena omheen terwijl de gebieden feedback kregen. Zo ontstond al een open vorm waarin fouten gedeeld werden. Daarnaast werd een ‘roddelrondje’ ingelast waarin gevraagd werd wat mensen nou écht van een plan vonden. Dat leverde heel waardevolle, soms scherpe maar altijd opbouwende feedback op.

Meta-leren

Maes benoemt dat er altijd spanning is tussen verschillende domeinen: als je toegeeft dat je iets niet goed gedaan hebt, zet je je organisatie te kijk. Dat remt af. Reniers beaamt dat iedereen zijn eigen resultaten moet boeken en dat dat kan conflicteren, maar dat je in deals altijd probeert om mensen daar overheen te tillen. “’Als jij dít niet oppakt, kunnen wij allemaal niet verder met ons gemeenschappelijke doel’. Dat werkt mits je de setting voldoende veilig maakt voor mensen. En vooraf voldoende duidelijk bent. Inherent aan ons werk is dat we aangeven dat we niet zeker weten of we alle doelstellingen halen. Maar dat we ons wel inspannen om gezamenlijk condities te creëren waarin de kans zo groot mogelijk is. Dat maakt ons vak zo spannend.” Om het ‘meta-leren’ tussen City Deals te bevorderen, richtte Agenda Stad een Community of Practice op. Volgens Reniers kan het succes daarvan deels verklaard worden door een embedded aanpak waarbij ook instituties als de Urban Futures Studio, Platform31 én creatieve ondernemers meedoen en -denken met de dealmakers.

Martijn van der Steen

Martijn van der Steen

Van der Steen benadrukt dat de systeemkant belangrijk is. “Je moet bij deals leertijd en leerdoelen definiëren. Je moet systeemprikkels inbrengen die voorbij de welwillendheid gaan.” Leren is nu nog vaak vrijwillig en volgens Van der Steen moet het belangrijk gaan worden in de afrekening. Dat betekent dat leidinggevenden er om moeten vragen en dat ministers tolereren dat het resultaat vooraf niet altijd goed te voorspellen is. Van Kalles denkt dat veel mensen met hun hakken in het zand gaan staan als je van tevoren zegt dat er afrekenbare leerdoelen moeten zijn. “Terwijl je vaak merkt dat het gaandeweg steeds interessanter wordt om elkaar op een lerende manier aan te spreken wanneer je samen aan het werk bent, waardoor het leren steeds professioneler wordt. Dit heb ik althans achteraf bekijkend in mijn programma zien gebeuren.”

Deal maken als ‘het nieuwe normaal’

Hameleers benadrukt dat het essay niet over leren ‘op zich’ ging, maar over een nieuwe aanpak – de dealaanpak, een opgavegerichte manier van samenwerken tussen – in zijn geval – Rijk en regio. Wie werkt aan zo’n deal pioniert en leert, voor zichzelf en de samenleving. Het essay onderzoekt: hoe kunnen we die vorm van leren nu naar een ‘next level’ brengen – institutionaliseren dus – zodat die werkvorm ‘normaal’ wordt. Daarvoor is ook draagvlak binnen organisaties nodig. Frank Reniers geeft aan dat je met een City Deal eigenlijk al institutionaliseert. “Wij maken een hekje om transitievraagstukken heen. Partijen zetten hun handtekening onder een City Deal en trekken daarmee een vraagstuk uit de kelder. Met zo’n dealtekst waarmee je je voor vier jaar committeert – een tekst die óók in de Staatscourant gepubliceerd wordt – institutionaliseer je al.” Daarnaast, zo geeft Reniers aan, worden ervaringen en inzichten niet alleen in een Community of Practice gedeeld, maar ook geborgd in een Handboek City Deals waardoor nieuwe dealmakers niet opnieuw het wiel hoeven uit te vinden.

Marc Hameleers en Olga van Kalles

Marc Hameleers en Olga van Kalles

Ter afronding geven alle sprekers nog een inzicht mee. Van Kalles bepleit om de leervraag in een samenwerkingsverband meteen expliciet te maken: ‘Wat willen wij met elkaar leren?” Hameleers bepleit het inbouwen van een ‘lerende evaluatie. “Kijk constant of inhoud en samenwerkingsvorm nog werken. Maak continu loopjes.” Van der Steen geeft aan dat we ‘leren opnieuw moeten aanleren’ omdat het er een beetje ‘uitgeramd’ is. Het lezen van het essay helpt volgens hem omdat je dan denkt: ‘Nu weet ik wat ik al dacht’. Reniers wil meer gehoor geven van de oproep in het essay om het leren van dealvormen interdepartementaal te stimuleren. Betrokkenen bij verschillende dealvormen zijn inmiddels binnen BZK al in één afdeling bij elkaar gebracht. Zelf was hij ook bij andere dealvormen betrokken. Hij hoopt dat in het volgende kabinet ook de dealmakers van verschillende departementen elkaar beter vinden.

Benieuwd naar het volledige seminar? Bekijk dan de videoregistratie op Vimeo.

Dag van de Stad weet ook online te raken

Talkshow Dag van de Stad Online 2020. Foto: Martijn Beekman

16 workshops, twee talkshows, vijf ontwerpateliers, vier last lectures en tal van andere online sessies. Als de vierde editie van de Dag van de Stad één ding duidelijk maakte is dat dat corona ons er niet onder krijgt. In een wervelende digitale show, compleet met gastheren en -vrouwen, chefkoks en livemuziek deelden 900 stadmakers online kennis, visies en ideeën over stedelijke veerkracht.

Het leverde vooral positieve reacties op in de chats en op social media. “Jullie hebben van een beperking een kracht gemaakt, complimenten” is een van de reacties op social media. “Normaal zou ik een dag heen naar de Dag van de Stad gaan en oude en nieuwe bekenden ontmoeten, en dan vol inspiratie in de trein naar huis. Nu is het af en toe online ‘in tunen’. Met het interessante programma doe ik hopelijk ook in mijn thuisbubbel, nieuwe ideeën, inzichten en inspiratie op”, reageert iemand anders. Een reactie op LinkedIn: “Alléén maar interessante onderwerpen, boeiende gesprekken, krachtige bijdragen. En een klotsende hoeveelheid energie. En nog een paar van die dingen. Maar vooral: een enorme puntzak optimisme. Extra waardevol in deze tijden van gedeelde onrust en onzekerheid.”

‘Iedereen is nodig’

Op 16 november is het Honig-complex in Nijmegen omgebouwd tot een ware tv-studio. Stedelijke professionals, ambtenaren en andere stadmakers zijn ineens presentatoren of gasten in een echte talkshow. Het decor van oud-industrieel complex geeft deze vierde Dag van de Stad, ook al zijn de deelnemers er niet fysiek aanwezig. . Secretaris-Generaal Maarten Schurink van BZK heet iedereen welkom in een online boodschap. “We hebben iedereen nodig om na te denken over de toekomst van de stad. Ook voor de COVID19-crisis waren er al grote opgaven in de stad, zoals de woningbouwcrisis, duurzaamheid, het verwerken van duurzame energie-oplossingen in de ruimtelijke ontwikkelingen. Maar ook: hoe zorg je ervoor dat iedereen kan meedoen? Er is maar één oplossing om al deze opgaven op te pakken: in gesprek gaan met elkaar. En dat is wat we doen op de Dag van de Stad, van elkaar leren. Hoe komen we sterker uit deze COVID-19-crisis, een crisis die ons terugwerpt op onszelf, ons laat nadenken over de waarde van menselijk contact, verbinding tussen mensen meer centraal stelt. Ik hoop dat jullie de scherpte opzoeken, dat vraagt deze tijd. Scherp discussiëren met elkaar. Dat geeft glans.”

SG Maarten Schurink heet de deelnemers aan de Dag van de Stad welkom (schermopname)

Veerkracht

Marceline Schopman trapt de Dag van de Stad af met een welkomstwoord vanuit de lobby en programmamanager Frank Reniers van Agenda Stad en opdrachtgever van het event vertelt over het proces van veerkracht. “Hoe blijf je wendbaar? Stedelijke vraagstukken los je niet alleen op, daar heb je als stad ook het Rijk, bedrijfsleven en burgers voor nodig. Ik geloof dat steden en innovatie goed samengaan als we elkaar opzoeken en kansen benutten, bijvoorbeeld door partnerships op te zetten. Dat doen we al in City Deals, Woondeals en Regiodeals. Door verbindingen te maken, kom je tot nieuwe oplossingen. Door COVID-19 vinden mensen elkaar juist sneller en zijn ze meer geneigd naar elkaar te luisteren. Mijn grootste wens is dat mensen met nieuwe ideeën ook bij ons aankloppen. Als Agenda Stad zijn wij bereid mee te zoeken naar antwoorden.”

De 900 stadmakers zijn over het algemeen vrij positief over de veerkracht van hun steden. Een online poll onder de bezoekers laat zien dat 62 procent denkt dat we beter uit de crisis komen. Slechts 14 procent denkt het tegenovergestelde.

Het nieuwe presentatieduo van Op1? Marceline Schopman en Koen Haer hadden alles onder controle in de Lobby. Foto: Martijn Beekman.

Talkshows

Ruben Maes is net als bij eerdere edities  de dagvoorzitter en leidt twee talkshows, waarin hij in een speelse setting met muzikale omlijsting gesprekken voert met experts, waaronder onderzoeker Maurice Hermans en Floor Milikowski, crisisdeskundige Kenny Meesters, WRR-onderzoeker Marthe Hesselmans en chief resilience officer van de gemeente Den Haag Anne-Marie Hitipeuw. Deelnemers konden via de chat vragen inbrengen. Maurice Hermans praat over zijn stad Heerlen en hoe die stad is teruggekomen uit een diep dal “Is het jammer dat we ons industrieel erfgoed niet meer hebben? Ik heb er zelf geen nostalgie bij. Ik geloof in mensen boven vorm. Het begint allemaal bij mensen hoe we aan Heerlen werken. Ik zie een hele diverse stad ontstaan.” Oud-journalist Rob Jaspers uit Nijmegen, is het daarmee eens. “Anders durven te kijken, dat hoort bij crisis-aanpak. Ga écht het gesprek aan met bewoners. Blijf optimistisch, geloof in kansen, let op stapjes vooruit. Blijf niet steken in oude oplossingen.”

In de tweede talkshow, waarmee het programma wordt afgerond, doet Hubert Bruls, burgemeester van Nijmegen de oproep om toch vooral heel erg op elkaar te letten in deze moeilijke tijd. “Wat kun je nu wel doen? Dat is voor sommige mensen een lastige vraag en daar moeten we elkaar bij helpen. Zorg voor elkaar.” Floor Milikowski vertelt over de triomf van de stad, die volgens haar voorbij is. Er is onvoldoende ruimte, de woonlasten zijn te hoog en er is te weinig groen. De piek van het trekken naar de grote steden lijkt voorbij. In de grote steden is bovendien geen ruimte meer voor pioniers die zorgen voor innovatie. Die zoeken nu juist meer hun plek buiten die grote stad. “We moeten zorgen dat we de steden niet economisch uithollen en dat we ze leefbaar houden.” “De beweging de stad uit is een feit. Voor wie bouwen we? Waarom mogen jongeren niet meer bij elkaar wonen?”, wordt gevraagd via social media.

Ruben Maes, opnieuw de gastheer van de Dag van de Stad, in gesprek met Eva Rovers en burgemeester Bruls tijdens de afsluitende talkshow. Foto: Martijn Beekman

Frank Reniers vertelt dat er tot 2040 1 miljoen huizen bijkomen in de steden. Waar leidt corona toe met al het thuiswerken? Komen er meer kantoren vrij in de stad die we kunnen omzetten in woningen? Volgens hem kunnen City Deals zoals Een Slimme Stad en Ruimte voor Lopen een rol spelen. Wat is veerkracht precies? Volgens Milikowski is het dat “er vanuit een donkere periode iets moois komt. Je moet blijven geloven in een mooie toekomst.” Reniers noemt de Dag van de Stad zelf als goed voorbeeld. “Kijk buiten je koker, dan vind je antwoorden.”

Kenny Meesters denkt meer in termen van voorbereid zijn op een volgende crisis. Verder waarschuwt Marthe Hesselmans van WRR om goed te kijken naar de mensen. Het verschil in steden en wijken is groot. Bij wie het nu al overstroomt zal er geen tijd zijn voor herscholing om veerkrachtig te zijn.”

Last lectures

Een ander belangrijk vast onderdeel van de Dag van de Stad zijn de last lectures. Wat zou je de wereld meegeven als dit je laatste lezing was? Vandaag reflecteren vier experts op crises en veerkracht. Lotte Jensen deed in haar last lecture een oproep om in crisistijd vooral ook te blijven investeren in cultuur. Dat zorgt voor saamhorigheid. “Ons eerste instinct bij rampen is om anderen te helpen. Taal en cultuur doen ertoe, die bepalen hoe we een ramp verankeren in ons collectieve geheugen.” Als voorbeeld noemt ze het Huis van Verhalen in Enschede, dat de feniks koos als ontwerp voor een gedenkteken dat symbool staat voor de veerkracht van de wijk Roombeek na de vuurwerkramp. “Die wijk is letterlijk uit de as verrezen. Cultuur is geen randverschijnsel, maar het kloppend hart van de stad. Het biedt symbolen van hoop en veerkracht, een uitlaatklep voor emoties, helpt empathie te creëren en een herinneringscultuur.  Het geeft hoop en moed. Het geeft veerkracht, een plek voor gevoelens.” Niet toevallig is Fenix, ook de naam van de podcastreeks die rond deze Dag van de Stad gemaakt is.

Floor Milikowski doet in haar last lecture de oproep om te faciliteren in gezonde krimp om de leefbaarheid ook in kwetsbare regio’s op peil te houden, en Eva Rovers praat over de kracht van huiskameractivisten. “De leefomgeving is belangrijk. Verandering is soms lastig maar het begint bij je stem laten horen. En bij steden die de waarde van het geluid van burgers erkennen.”

Eva Rovers, auteur van het boek ‘Practivisme’, roept politici in haar last lecture op naar burgers te luisteren. Foto: Martijn Beekman.

Hoogleraar Ira Helsloot benadrukt hoe belangrijk het is dat overheden durven los te laten. Er is nu te weinig vertrouwen bij professionals om het over te laten aan burgers, stelt hij. “De overheid moet bereid zijn meer dilemma’s te delen. Burgers zijn verstandige mensen die heel veel begrijpen. Het is fijn als je uitlegt waarover je wikt en weegt.”

Volgens het net uitgebrachte SCP-rapport is de participatiesamenleving niet geslaagd, en moeten we meer richting centralisatie toe. Volgens Helsloot kan dat helemaal niet:  “Daar is geen geld voor. De komende jaren moeten we door onze coronamaatregelen 80 miljard euro bezuinigen, ook in het sociaal domein.” De komende jaren moeten professionals daarom wel meer loslaten. “Professionals willen nog te graag helpen door het vooral zelf te doen.” Een goed voorbeeld is in Gemert-Bakel, waar 1 fte is ingeruild voor 10 parttime fte’s voor burgers die samen een frontoffice vormen richting samenleving. Dat werkt goed, aldus Helsloot. Hij pleit voor meer van zulke initiatieven.

Nu in de tweede coronagolf is het goed te zien hoe de overheid lastig kan accepteren dat er een grens is aan wat ze kan doen. “Kijk naar rücksichtslose sluiting van de horeca en wat een werkloosheid dat oplevert in de keten. Daar is geen ratio bij. Rationeel beleid is een plicht voor kwetsbare mensen die de komende jaren kampen met tekorten. Kinderen in probleemgezinnen kampen nu al met achterstanden, hoe moet dat straks? Bij een crisis als deze is een bepaalde vorm van lenigheid vereist. Met alle bezuinigingen in zicht moeten we scherpe keuzes maken, ook voor deze kwetsbare mensen. We leven in een van de meest veilige samenlevingen ooit, toch zijn er kwetsbare mensen die niet meekomen. Waarom zouden we kleine risico’s opblazen? We hebben 3 miljard uitgegeven om asbest terug te dringen. Daar is eigenlijk maar heel weinig risico bij.”

Ontwerpateliers

Crisisdeskundige Kenny Meesters heeft gedurende de dag vier ontwerpateliers begeleid met vijf van zijn studenten. In deze ateliers werd elke keer belicht hoe een bepaalde stad in het verleden met een ramp is omgegaan.  Van de sluiting van de mijnen in Heerlen tot watersnood in Nijmegen. “Doel van de sessies is een startpunt om verder ideeën uit te blijven wisselen”, licht Meesters toe. Alle brainstorms en ideeën worden gebundeld in een rapportage. “Hopelijk leidt dat tot een handvest van inspiratie.”

Achter de schermen bij het Ontwerpatelier van crisisdeskundige Kenny Meesters. Foto: Martijn Beekman

Meesters geeft een mini-college over rampen. Die bevatten drie kernelementen. Ze zijn onvoorspelbaar, er is weinig tijd om na te denken of een plan te maken en er bestaat geen standaardaanpak. “Naarmate de tijd verstrijkt is er meer informatie en begrijpen we de omvang ervan beter. Uiteindelijk zijn we in control als de informatiestroom constant is. Dan kunnen we betere keuzes maken.” De coronapandemie is anders. We leven steeds van persconferentie naar persconferentie. Deze cyclus komt steeds terug en het is moeilijk om naar de lange termijn te gaan. We gaan niet vooruit en dat maakt mensen onrustig. Toch moeten we verder kijken, stelt Meesters. Een voorbeeld is de bouw. Studenten van ROC’s kunnen nu geen stages lopen, en dat kan leiden tot nog meer personeelstekorten in deze sector, terwijl die sector heel hard nodig is. Omarmen we het nieuwe normaal of willen we terug naar het oude?”

Verder kregen diverse City Deals en Partnerschappen van de Europese Agenda Stad aandacht in verschillende presentaties. Ook rond andere initiatieven zoals de Buddy-App of het programma Stedelijke Transformatie en rond wetenschappelijk onderzoek rond veerkracht werden presentaties georganiseerd.

Dutch Urban Envoy Karen van Dantzig tijdens haar presentatie over de Urban Agenda for the EU. Foto: Martijn Beekman

Online, maar energiek als altijd

De Dag van de Stad vond dit jaar noodgedwongen online plaats. Hoewel interactie tussen deelnemers daardoor helaas wat minder ruimte kreeg, is het vooral opvallend hoe dicht deze online variant de sfeer van de eerdere fysieke edities benaderde. Deelnemers roemden de energie, de professionaliteit, de sfeer en de inhoud van de bijeenkomst. De organisatie beloofde vooraf spektakel en gaf aan dat het ‘geen Zoom-meeting’ zou worden. Dat is ruimschoots gelukt. Kon je er niet bij zijn op 16 november en ben je nieuwsgierig naar de sfeer én de inhoud: vanaf volgende week vind je via dedagvandestad.nl videoregistraties van vrijwel alle programma-onderdelen!

Sfeer in beeld: de dames van Clean Peter sluiten met hun prachtige samenzang een gedenkwaardige editie van de Dag van de Stad af. Foto: Martijn Beekman.