City Deal Kennis Maken. The way forward
In de vierde van de reeks City Deal Kennis Maken webinars op 4 juni 2020 praat projectmanager Rowinda Appelman het netwerk bij over de stand van zaken van de City Deal. Waarom doen we ook alweer deze City Deal? En wat komt er allemaal nog aan?
De City Deal is in 2017 gestart vanuit de ambities vanuit de toenmalige onderwijsminister Jet Bussemaker. Zij wilde vanuit het hoger onderwijs meer verbinding met de samenleving. Een goed voorbeeld van zo’n verbinding noemde ze de Academie van de Stad. Ze wilde zo’n verbinding structureel maken in alle universiteitssteden.
Rijke leeromgeving
Toen de City Deal dat jaar van start ging waren er drie doelen. Allereerst moest er vanuit de City Deal een rijke leeromgeving worden gecreëerd voor studenten in de stad. Zodat ze beter voorbereid op de opgaven van de toekomst, binding aan stad en regio. Ten tweede was het doel om de kennisverbinding in stad tussen gemeente en kennisinstellingen te versterken. Het hoofddoel van de City Deal was echt om een versnelling op gang te brengen in het oplossen van maatschappelijke opgaven van steden door onderzoekers, docenten en studenten hierbij grootschalig te betrekken, aldus Rowinda. “Wat de City Deal uniek maakt ten opzichte van eerdere samenwerkingsverbanden, is dat de student heel centraal staat.”
De partners die van start gingen in de City Deal waren de ministeries OCW en BZK. Vanuit dat laatste ministerie is het programma Agenda Stad opgezet, met als werkvorm de City Deals. OCW zag het idee om het hoger onderwijs te verbinden aan de samenleving ideaal om in een City Deal vorm te geven. Naast de ministeries haakten ook het Regieorgaan SIA, de Vereniging Hogescholen, de VSNU, het Netwerk Kennissteden en Kences aan. Er werd afgetrapt met 9 steden, waar al een driehoek van universiteit, hogeschool en gemeente bestond. Al gauw sloten ook Amsterdam en Utrecht aan, en besloten de partners ook steden met grote hogescholen aan te haken. Dit zijn steden die als knooppunten fungeren, waar veel gebeurt. Zo zijn er nu 19 steden verbonden aan de City Deal, waarbij Ede en Wageningen gezamenlijk optrekken in partnerschap binnen de City Deal.
Landelijk netwerk
Wat is de City Deal precies? In de praktijk is het een landelijk netwerk, waar evenementen en uitwisselingen plaatsvinden, en financiering voor de ontwikkeling van verdere samenwerking wordt verstrekt. Zonder dat er een element van competitie plaatsvindt. “We willen allemaal samen een verbeteringsslag maken”, licht Rowinda toe. Twee keer per jaar vindt er een landelijke conferentie plaats, de zogeheten Kennisdelingsdag, vier keer per jaar zijn er intervisiebijeenkomsten met de trekkers uit de verschillende steden. Daarnaast is er één keer per jaar een studiereis voor de leden van het CDKM netwerk, waar ze naast kennismaken met onderwijs in andere landen, elkaar in ongedwongen sfeer beter leert kennen. Om het jaar is er het Bestuurdersdiner, zoals dit najaar ook. Er wordt een stand van zaken gegeven aan bestuurders en gepraat over structurele inbedding van CDKM activiteiten in gemeentebeleid. “We wakkeren tijdens het diner het even aan en zetten de boel weer op scherp.” Verder zijn er nog maandelijkse expertmeetings, bezoeken van steden aan elkaar en nu door de coronatijd een serie Webinars.
Financiering
De financiën voor steden en hun projecten van de City Deal zijn in een aantal rondes georganiseerd. In 2018 was er de eerste Impulsregeling City Deal Kennis Maken dat financiering voor 2018 en 2019 als doel had zodat de steden hun strategische agenda binnen de City Deal Kennis Maken in de praktijk konden brengen. In 2019 vond de tweede ronde plaats, met financiering voor 2020-2021. Voor alle steden gelden dezelfde bedragen, opnieuw om het competitie-element weg te nemen en zo de samenwerking te vergroten. Dit jaar zijn er 15 onderzoeksvoorstellen goedgekeurd vanuit de Onderzoeksregeling City Deal Kennis Maken. Deze kleine compacte onderzoeken gaan van start in het najaar en duren niet langer dan een jaar. Ze hebben allemaal 20.000 euro gekregen en werken vanuit het thema “rijke leeromgevingen”. De resultaten van de projecten worden teruggekoppeld in het landelijke netwerk. Medio juni gaat City Deal Kennis Maken Impuls 2020 open voor 18 zogenaamde “Corona challenges” in de City Deal steden. Ondanks corona is er toch veel doorgegaan en zijn er nieuwe manieren van samenwerken ontstaan. De digitale aanpak bleek op sommige plekken erg goed te werken, ook met studenten. In de tweede helft van volgend jaar gaat een nieuwe grote Impulsregeling open voor het financieren van de samenwerken in de CDKM steden in 2022.
Tijdspad
De City Deal heeft dus al het nodige achter de rug, vertelt Appelman. Zo stond 2017 in het teken van de ondertekening van de samenwerking door het netwerk, de officiële aftrap, de eerste bijeenkomsten en community vorming per stad. In 2018 stonden de strategische samenwerkingsagenda’s per stad centraal en de financiering van de eerste pilot projecten. Elke stad stelde zijn CDKM trekkers aan vanuit de lokale partners. Van 2019 tot 2021 staat verdere verduurzaming van de samenwerking centraal in de steden, en in 2022 de inbedding van de City Deal Kennis Maken aanpak. “Dan zijn we een paar jaar samen onderweg en kunnen we echt verder kijken naar hoe ministerie, gemeenten en kennisinstelling het strategisch verder kunnen inbedden”, aldus Rowinda.
Succesvolle projecten
Hoe heeft die verbinding die de Strategische Agenda Hoger Onderwijs en Onderzoek van OCW voor ogen had stelselmatig vorm gekregen in City Deal projecten? Er is in de verschillende steden veel gebeurd, vertelt Rowinda.
Zoals het Enschede LAB, waarin studenten in multi- en interdisciplinaire teams samenwerken aan thema’s als meer groen in de stad. Dit wordt de komende jaren ingebed in het onderwijs. In Deventer hebben studenten de voordelen van 5G laten zien. In Delft hebben studenten meegedacht met de gemeente over de bouw van 10.000 nieuwe woningen in de stad. In de Delftse wijk Tanthof is onlangs het Stadslab Vergrijzing van start gegaan, waarin studenten, bewoners en organisaties samenwerken aan uitdagingen rond dit thema. Ook hebben studenten in Delft meegewerkt aan de city marketing, met doel om meer jongere toeristen naar de stad te lokken.
In Breda mochten studenten meedenken over de ondersteuning en communicatie rond de etappe van de Spaanse wielerwedstrijd Vuelta, die rond de stad zou plaatsvinden dit jaar. Helaas door corona is dat afgezegd. Ook werken de studenten in Breda in een Urban Living Lab. In Amsterdam hebben de City Deal partners in de wijk Nieuw-West een Stadslab opgezet en staat vooral de coördinatie van de vele studentenprojecten in de wijk centraal. In Leiden kunnen bewoners met vragen binnenlopen in Kenniswinkels en een Studio, zodat studenten aan de slag kunnen met deze vragen. Een dergelijk wijkpunt is ook in Groningen te vinden in het project WIJS, waar hogeschoolstudenten met problemen in de stad werken. Dit project wordt nu dankzij de City Deal uitgebreid met studenten van de RUG, bijvoorbeeld met projecten rond eenzaamheid.
In Arnhem zijn studenten in drie wijken aan de slag in een rijke leeromgeving. Nijmegen heeft een uitwisselingsprogramma met Gent over sociale opgaven in de stad en in de eigen stad een City Deal Headquarter geopend voor bewoners om binnen te lopen. Den Haag brengt alle stadslabs in kaart om uiteindelijke een eigen Haagse aanpak op te zetten en Utrecht werkt vanuit de Challenge Alliantie aan challenge-based onderwijs. Leeuwarden heeft een Living Lab agenda, waarbij drie labs als pilot zijn opgezet en de rest in kaart is gebracht op een website.
Tilburg breidt haar projecten over social venturing en dubbele duurzaamheid uit en wil daaruit een eigen social innovatie wijkaanpak vormen, de zogeheten Tilburgse Aanpak. In Maastricht zijn al meer dan 500 studenten betrokken bij CDKM-projecten in 2 wijken, waar ze vanuit verschillende disciplines aan de slag gaan met vraagstukken van bewoners.
Instellingsbrede visie
Verder vertelt Rowinda kort nog over het model ‘Instellingsbrede visie op de verbinding met de samenleving’. Dat biedt praktische handvatten bij de invulling van het instellingsbeleid gericht op de verbinding onderwijs en samenleving. Het model moet helpen om te realiseren dat steeds meer studenten, docenten en onderzoekers participeren in deze vormen van samenwerking. Aan de hand van een aantal radars zijn er controlevragen die je als betrokken partijen of individuen kunt beantwoorden. Het zijn allemaal elementen die evenveel aandacht, activiteiten en investeringen nodig hebben voor het instellingsbreed inbedden van de verbinding met de samenleving. De komende tijd zullen er in City Deal steden ‘kritische-vriend’ gesprekken plaatsvinden hierover. Het Ministerie van OCW coördineert deze gesprekken.
Inspiratie van andere steden
Steeds meer steden betrekken nu ook het mbo bij de CDKM-projecten. Ook inspireren ze elkaar. “Je ziet dat steden langzaam de goede voorbeelden uit andere steden overnemen”, licht Rowinda toe. “Zo helpt een van de oprichters van de wijkaanpak en wijkcentra’s vanuit BOOT vanuit de HvA nu de stad Leiden om haar Winkel en Studio op te zetten. Enschede heeft het EnschedeLAB grondig aangepast op basis van de Utrecht Challenge Alliantie aanpak die werd toegelicht tijdens de eerste webinar van Erik Mooij. Ede en Wageningen hebben een checklist/overzicht van criteria gemaakt om een CDKM project te kunnen classificeren en scoren aan de hand van input vanuit Breda en Den Bosch. Ook verkent de CHE (Christelijke Hogeschool Ede) nu de oprichting van een Onderwijsloket, precies zoals de Universiteit van Wageningen er een heeft. Tenslotte verkent Tilburg een wijkaanpak rond het inzetten van rolmodellen uit de wijk, zoals gezien en ervaren tijdens de CDKM studiereis naar Bristol in 2019.”
Open met elkaar delen
Het allertofste van wat tot nu is bereikt vindt Rowinda dat “we echt voor het eerst samenwerken en financiering aanvragen zonder onderlinge competitie. Het is heel gaaf om te zien dat steden open met elkaar delen. In het begin was de CDKM iets kleins en hadden we zoiets van we zien wel waar het eindigt. Nu hebben we structurele financiering en zien we echt hoe het van onderop werkt. Er zijn nu zo’n 200 directe contactpersonen bij betrokken, en daarnaast nog ongeveer 800 contactpersonen indirect. We doen het als netwerk goed. Ik kijk uit naar de verdere inbedding van deze manier van werken de komende jaren.”
Meer weten over wat er allemaal is bereikt en wat de steden de komende tijd gaan doen? Lees de publicatie De Kracht van Kennis of de korte projectplannen op Agenda Stad: https://agendastad.nl/even-voorstellen-city-deal-steden-presenteren-hun-projecten-en-ambities-voor-2020/
Laat een reactie achter