Ontwerpkracht in de praktijk

Charlotte Moolenaar en Dirk Spannenburg lanceren de special Ontwerpkracht

Het is geen verrassing dat de huidige maatschappelijke vraagstukken vragen om nieuwe benaderingen, andere werkwijzen en verrassende ideeën. Op verschillende plekken binnen en buiten de overheid, zijn al initiatieven die aantonen dat er meer en meer sprake is van samenwerking tussen de overheid en de ontwerpsector. Een mooi voorbeeld waaruit blijkt dat nieuwe manieren van denken en doen actueel zijn, is de officiële lancering van het programma De Publieke Ontwerppraktijk tijdens de afgelopen Dutch Design Week. Dat gebeurde in aanwezigheid van ruim 400 betrokken ontwerpers én collega’s uit de publieke sector. Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) is hiervan initiator en investeert de komende jaren negen miljoen euro in dit programma. Het doel van het programma is een brug slaan tussen de creatieve sector en het publieke domein. Bij Agenda Stad zijn we al overtuigd van deze belangrijke combinatie. Niet voor niets zag het initiatief Loket Ontwerpkracht enkele jaren geleden het licht. Met de e-zine Special Ontwerpkracht zetten we enkele mooie praktijkvoorbeelden in de schijnwerpers. Laat je ook inspireren en lees hier de visie van Francesco Veenstra, Rijksbouwmeester.

Fietsend langs Haagse voedselinitiatieven

Dit gaat over de City Deal Gezonde en duurzame voedselomgeving

Wie meer wilde weten over lokaal voedsel, kon vorige week in Den Haag deelnemen aan een van de vier fietstochten langs voedselinitiatieven van Haagse Bodem. Bijna honderd deelnemers fietsten langs plekken in en rond de stad waar eten wordt verbouwd, verhandeld of bewerkt. En ook langs bewust ondernemende Haagse horeca, producenten in en rond de stad, buurttuinen en locaties met een interessante geschiedenis. En natuurlijk kon er tijdens de tocht ook het een en ander worden geproefd.

Het doel is bewustwording te stimuleren over de onderwerpen gezondheid, duurzaamheid en sociaal verantwoord binnen het thema voedsel. Door inzichten te bieden kunnen inwoners bewustere keuzes maken als het gaat om hun voedsel.

De tochten worden georganiseerd door Stadslandbouw Den Haag en het Haags voedselplatform ‘Ons Eten’. Wegens grote belangstelling worden er in het najaar weer fietstochten georganiseerd. Houd daarvoor de website in de gaten!

Digitale proef met ‘Crowd Safety Manager’ om beter te anticiperen op drukte in Scheveningen

Dit gaat over de City Deal Een Slimme Stad, zo doe je dat

Vrijdag 3 juni 2022 gaven de politie en gemeente Den Haag het startschot voor een proef met een digitale druktemanager op Scheveningen. Met deze ‘Crowd Safety Manager’ gaan zij deze zomer onderzoeken hoe digitale technologie en data kunnen helpen de drukte in de badplaats in goede banen te leiden. De Crowd Safety Manager is ontwikkeld binnen de City Deal ‘Een slimme stad, zo doe je dat’ in samenwerking met Argaleo, Gemeente Den Haag, Politie Nederland, en ook Gemeente Breda en Gemeente ‘s-Hertogenbosch.

Het startschot van de Crowd Safety Manager werd gegeven tijdens het Smart@Sea festival op Scheveningen, waar bewoners en bezoekers konden kennismaken met verschillende innovaties die plaatsvinden in het Living Lab Scheveningen. De digitale proeftuin op de boulevard waar nieuwe technieken getest worden. Wethouder Saskia Bruines: “De Crowd Safety Manager is een mooi voorbeeld van hoe we als gemeente data inzetten voor de veiligheid en leefbaarheid van onze stad. Met deze proef testen we, in samenwerking met de politie, inwoners en ondernemers, of deze tool helpt in het verminderen van de overlast gedurende de zomer. Zodat iedereen kan genieten van een fijne dag aan het strand. ”

Digitale 3D-kaart
De Crowd Safety Manager is een digitale kaart waarop de drukte zichtbaar is. Ook analyseert en voorspelt het systeem waar drukte kan gaan ontstaan. Met als doel dat de gemeente, hulpdiensten, politie evenementenorganisaties beter kunnen anticiperen. Dat doet het dashboard door een aantal anonieme databronnen met elkaar te combineren. Zo telt het systeem het aantal mensen op de boulevard en kijkt het naar informatie van het openbaar vervoer, parkeerdata, weersvoorspellingen en verkeerstellingen. Doordat alle partijen naar hetzelfde druktebeeld kijken, kunnen er makkelijk afspraken worden gemaakt over bijsturen bij drukte. Dit helpt de politie en gemeente met het sneller kunnen anticiperen op overlast. “Met dit dashboard kunnen wij beter anticiperen op drukte en daardoor samen met de gemeente, ondernemers en bewoners ervoor zorgen dat veiligheid, leefbaarheid en toerisme hand in hand gaan. Het is echt een hulpmiddel om gezamenlijk te onderzoeken hoe we het beste de stad veilig houden.”, aldus Martine Dijkstra, portefeuillehouder innovatie bij de Politie Den Haag.

Gemeenten delen resultaten
Veel andere Nederlandse steden hebben ook te maken met toenemende drukte in populaire stadsdelen. Daarom deelt de gemeente Den Haag de bevindingen van de proef met de Crowd Safety Manager. Dit gebeurt in een landelijke samenwerking voor het delen en opschalen van geslaagde innovaties op het gebied van stedelijke veiligheid, de Impact Coalitie Safety & Security en binnen de City Deal ‘Een slimme stad, zo doe je dat’.

Zie voor meer info: https://crowdsafetymanager.nl/

Workshop op 22 april: Slimme initiatieventoets

Dit gaat over de City Deal Een Slimme Stad, zo doe je dat

Stel je wilt een evenement organiseren of een dakkapel bouwen – hoe vind je dan de informatie om te kijken of je daarvoor een vergunning kunt krijgen en aan welke voorwaarden je moet voldoen? Daarvoor ontwikkelen we binnen de City Deal ‘Een slimme stad, zo doe je dat’ de Slimme Initiatieventoets. We willen dat het instrument voldoet aan de eisen van het werkveld en voor burgers en professionals te gebruiken is. Om te bepalen welke informatie naar boven moet komen in het instrument, hebben we jouw input nodig. Graag nodigen we je uit om daarover mee te denken tijdens een ontwerpworkshop op vrijdag 22 april in Amersfoort en samen een ‘proof of concept’ te ontwikkelen onder leiding van creatief strateeg Jurian Strik (Studio-Strik).

Wanneer: vrijdag 22 april 2022 van 9.00 – 12.30 uur

Waar: Paulus Borstraat 41, 3812 TA Amersfoort

Deelname is kosteloos.

Op basis van de aanmeldingen maakt de organisatie een inhoudelijke selectie. We zoeken daarbij naar een interessante inhoudelijk mix van deelnemers. Over de selectie kan niet worden gecorrespondeerd. Je hoort een week van te voren of je bent geselecteerd. Reserveer het tijdstip vast in je agenda.

Wat gaan we doen?

  • Proof of concept
  • Met een groep professionals een nieuwe tool ontwikkelen
  • Werken met reframing, een ontwerpmethode

Waarom meedoen? 

  • Je denkt mee over een concrete tool van de toekomst, waarbij alle informatie op één plek beschikbaar, volledig en begrijpelijk is.
  • Je leert werken met de Reframing-ontwerpmethode en speculatief ontwerpen. Die methodes kun je inzetten in je werk om anders te leren kijken naar ingewikkelde vraagstukken.
  • Je ontmoet een interessant netwerk van professionals die allemaal bezig zijn met de fysieke leefomgeving en interesse hebben in hoe je daar slim mee om kunt gaan.

Wie zoeken we?

  • Je bent in je dagelijkse werk bezig in de fysieke leefomgeving, bijvoorbeeld als ontwerper, bouwer, of door het organiseren van evenementen, of iets anders interessants.
  • Je hoeft geen kennis van slimme steden, digitalisering of technologisering te hebben, maar je bent wel nieuwsgierig naar hoe onze leefomgeving door deze ontwikkelingen gaat veranderen.
  • Je wordt enthousiast van creatieve sessies en deelt graag jouw ideeën.

AANMELDEN

Het idee achter de Slimme Initiatieventoets

Het zou mooi zijn wanneer je, bij elke ingrijpende actie in de leefomgeving ‘als vanzelf’ allerlei aanwijzingen en informatie krijgt aangereikt die je moet weten om jouw plan zo goed mogelijk uit te kunnen voeren. Dat alle benodigde informatie – zoals het realiteitsgehalte van je plan, een aanwijzing welke partijen betrokken zijn, etc. – zichtbaar worden in een digitaal informatiesysteem. Bijvoorbeeld via een interactieve kaart, of wordt het een hologram waar je door de leefomgeving kunt lopen, of een sociaal platform waarbij data per locatie naar voren komt? Er is al een digitaal middel in de maak, het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO). Dit stelsel gaat ons informatie leveren over de relevante regelgeving, maar er is veel meer informatie beschikbaar en nodig voor de uitvoering van een initiatief. Daarom willen we vanuit de City Deal ‘Een slimme stad, zo doe je dat’ een tool ontwikkelen  die ook rekening houdt met historische en toekomstige scenario’s in de leefomgeving, én kijkt welke informatie belangrijk is voor een initiatief. Zo zorgt de tool ervoor dat initiatiefnemers efficiënter, sneller een aanvraag kunnen doen, zonder voor verassingen te komen staan.

Voorbeeld: Gemeente Breda werkt bijvoorbeeld al met een systeem wat je kunt gebruiken wanneer je ‘iets wil doen in de buitenruimte’. Stel er moet een straat worden afgesloten voor werkzaamheden of voor een evenement. Je selecteert dit gebied in de digitale kaart en je krijgt meteen te zien dat buslijn 121 hier doorheen rijd (en je dus met de betreffende vervoersmaatschappij contact moet leggen). Mogelijk had je helemaal niet had bedacht dat in dit geval OV-informatie relevant is voor het beantwoorden van jouw vraag. Bij de tool die wij voor ogen hebben komt alle relevante data, specifiek voor de tijd en context van jouw initiatief naar voren. Maar welke informatie moet getoond worden bij verschillende scenario’s? En welke data is er beschikbaar? En hoe kunnen we de data visualiseren? Om antwoord te geven op deze vragen hebben we de ervaring en expertise nodig van mensen uit het veld. Daarvoor organiseren we een ontwerpworkshop op 22 april, waarin we een eerste ‘proof of concept’ van de Slimme initiatieventoets.

Meer informatie en aanmelden Wil je meer weten over de workshop of over de tool die we ontwikkelen? Neem dan contact op met Zoë Spaaij ([email protected]). Wil je meedoen, meld je dan direct aan. Deelname is kosteloos.

AANMELDEN

Lancering campagne “Ik ben niet de uitzondering!”

Dit gaat over de City Deal City Deal Impact Ondernemen

Nadat ik jaren gewerkt had, kwam ik met een ongebruikelijk CV en een lage belastbaarheid in de bijstand terecht. Hoe er gesproken wordt over mensen in de bijstand valt je extra op wanneer je zelf ineens tot die groep behoort. Ik kreeg te maken met negatieve vooroordelen die mij raakten. Ik leerde er afstand van nemen, maar het liet me nooit helemaal los. Hoe kunnen we denken dat deze negatieve benadering de beste manier is om mensen te stimuleren?

Zelf ben ik behoorlijk gedreven en actief. Ik onderneem inmiddels parttime met behoud van uitkering. Dit geeft mij de vrijheid om mijn dagritme aan te passen aan mijn belastbaarheid, maar ook bij te kunnen dragen aan de samenleving en zelf geld te verdienen. Mijn omgeving leek te denken dat ik daarin de uitzondering ben. Dat het gros van de mensen in de bijstand echt niet zo actief is als ik. Ze denken dat de meeste mensen in de bijstand inderdaad geen zin hebben om te werken en het allemaal wel best vinden. Hoe komen we toch aan dat beeld dat bijstand een feestje is? Veel mensen schamen zich juist voor de bijstand!

Wanneer mensen mijn verhaal horen, reageert eigenlijk niemand negatief. Het opent positief hun ogen: “goh! Zo kan het dus ook”. Ik ben er van overtuigd dat er veel meer verhalen zijn zoals die van mij! Uit die gedachte is een campagne voortgekomen. Ik ben niet de uitzondering! Hoe mooi zou het zijn als we het stigma en taboe rondom bijstand kunnen doorbreken met meer van deze verhalen? We hebben wellicht geen cijfers van de grote van de groep mensen die zich, met behoud van uitkering, actief inzetten voor de samenleving. Maar we kunnen wel met elkaar opstaan en laten zien dat er ook een andere kant aan dat verhaal is. Doe jij mee? Vertel en deel ook jouw verhaal!

Op dinsdag 15 februari ging de campagne ‘ik ben niet de uitzondering!’ van start op de conferentie ‘Het kan wel! van Stichting De Omslag! In het filmpje hieronder vertelt Esther Moelands waarom zij niet de uitzondering is. Deze filmpjes kun je terug vinden in de online bibliotheek van de City Deal Impact ondernemen. En we verzamelen nog meer verhalen! Samen zorgen we voor positieve beeldvorming.

Ken jij ook iemand die zijn/haar verhaal wil delen? Mail naar [email protected].

 

Van oude patronen naar nieuwe inzichten met Ontwerpateliers

Dag van de Stad, afgelopen 1 november: meer dan 150 deelnemers schoven ‘s middags aan bij een van de vijftien ontwerpateliers verdeeld over twee gespreksrondes. De naam roept een associatie op met creativiteit, maar wat viel er eigenlijk te ontwerpen?

Loket Ontwerpkracht nam dit jaar de conceptontwikkeling en productie voor haar rekening van dit nagenoeg vaste programmaonderdeel van de Dag van de Stad. Jurian Strik, ontwerper en creatief strateeg, bedacht dat de ontwerpmethode van ‘reframing’ goed zou passen bij het centrale thema ‘Terug naar de toekomst’ en tevens geschikt was om in de relatief korte tijd van anderhalf uur met een groep van zo’n tien tot vijftien deelnemers tot een resultaat te komen.

Reframing ontwerpt ruimte

Strik: “De methode is gericht op het ontwikkelen van een diepere kijk op een vraagstuk, een nieuw perspectief of frame zogezegd. We zijn vaak geneigd heel snel te denken in oplossingen voor problemen. Maar de complexe vraagstukken waar gemeenten mee te maken hebben, zijn vaak taai en niet zo eenvoudig op te lossen.”

“Ontwerpers zijn gewend om vraagstukken goed te analyseren”, licht Jurian toe. “Ze doen dat door eerst meer afstand te nemen van de vraag en te onderzoeken wat er nog meer omheen speelt dat van belang en van invloed is. Bijvoorbeeld hoe situaties in het verleden zijn ontstaan. De ontwerper zet de eindgebruiker en zijn/ haar waardes en belangen centraal in plaats van het vraagstuk. Die waardes en belangen zijn de basis voor een nieuw frame. Vaak zijn deze universeel en spelen ze ook een rol in andere problemen. Juist door de belangen te bekijken buiten het domein waarop de vraag speelt, kun je tot vernieuwende inzichten en ideeën komen.”

Kansen door kruisbestuiving

Onder deskundige begeleiding van de acht ontwerpers/moderatoren van de Reframing Studio en Bureau Buitengewone Zaken werden er geanimeerde gesprekken gevoerd aan de hand van uiteenlopende vraagstukken ingebracht door diverse steden en gemeenten.

Zo wilde de gemeente Arnhem aan de slag met het vraagstuk van de energietransitie en hoe zij een meer gemeenschappelijke taal kunnen ontwikkelen die aansluit bij huishoudens in kwetsbare wijken. De projectleider Veiligheid en Leefbaarheid van Heerlen Noord bracht de vraag in wanneer veilig, veilig genoeg is en wie dat bepaalt. En dook de gemeente Dordrecht met de deelnemers in de vraag of digitalisering de toekomst voor maatwerk in het sociaal domein is.

Bovendien waren aan elke tafel experts uit andere disciplines toegevoegd, zoals wetenschappers van de Open Universiteit Heerlen, experts van de Rijksdienst Cultureel Erfgoed en historici van de Stichting Jonge Historici. Projectleider Charlotte Moolenaar bracht alle vraagstukken bij elkaar en zocht er een geschikte expert bij. Ze vertelt dat juist die kruisbestuiving heel goed kan helpen bij het verbreden van de blik en het vinden van nieuwe perspectieven op vraagstukken.

Kennis en kunde van de deelnemersgroep, bracht een nieuwe kijk op het vraagstuk!

Zelf aan de slag?  Doe je voordeel met onderstaande tips:

Verdiep het vraagstuk … Verken de context … duik de diepte in…

  • Zoom uit en benoem universele thema’s, zoom daarna weer in en maak het specifiek, hiermee kun je de context verscherpen en beter focus aanbrengen op wat je echt wilt veranderen.
  • Betrek ook eens anderen (buiten je werkomgeving) bij je zoektocht. Denk aan experts uit verschillende disciplines, maar ook buurtbewoners, beleidsmakers van andere afdelingen of stadmakers uit andere gemeenten kunnen je gesprek en onderzoek verrijken.
  • Zorg voor een inclusieve benadering: kijk ook naar de (fysieke) omgeving en de cultuurhistorie van een stad of gemeente, hoe staat deze in relatie tot het vraagstuk?

 Door de context te verscherpen, kom je erachter dat een probleem niet altijd alleen op het bordje van 1 groep ligt, bijvoorbeeld studenten of jongeren, maar dat andere partijen ook hun verantwoordelijkheid hebben.

Zet je zienswijze op z’n kop … bedenk nieuwe frames … zoek een analogie … associeer…Bedenk een nieuwe toekomst … bedenk nieuwe oplossingen … maak het concreet… wat is er nodig voor een volgende stap?

  • Een analogie of metafoor zorgt voor verruiming in je denken: bijvoorbeeld ‘Wat als we het de toekomst zien als een orkest? Of als een restaurant? Een Frans park? Of een wei vol koeien?
  • Of draai het probleem om: bijvoorbeeld van denken in armoede naar denken in overvloed
  • Benut de kracht van storytelling, zorg voor een verhaal dat lang meegaat, en zet sleutelfiguren, of ambassadeurs in die het verhaal helpen uitdragen
  • Haal inspiratie uit andere domeinen of aansprekende personen, zoals films, Ted talks, key notes op de Dag van de Stad, muziek, kunst e.d.
  • Verplaats je in de (identiteit van) doelgroep of gebied, of creëer een nieuwe identiteit zodat een pand of gebied iconische waarde krijgt (zoals het Maankwartier in Heerlen)
  • Durf groot(s) te denken en dromen!

De Franse film ‘Le Grand Bain’ gaf ons inspiratie om te denken: Hoe kunnen we met bewoners iets organiseren waaraan iedereen met (een overvloed aan) energie wil bijdragen?

Wil jij ook aan de slag met een maatschappelijk vraagstuk? Loket Ontwerpkracht kan je helpen je beleidsvragen om te zetten in prikkelende ontwerpvragen, om aannames te doorbreken, om samenwerkingen te smeden met het creatieve veld en om nieuwe oplossingen in praktijk te brengen. Samen met ontwerpers zoals architecten, illustratoren, stedenbouwkundigen, conceptontwikkelaars.

Kijk voor meer informatie op Loket Ontwerpkracht of neem direct contact op met [email protected] of [email protected]

Jan Gehl: ‘Er is een onstilbare honger naar betere steden. Steden voor mensen’

Een waslijst aan toonaangevende boeken, projecten over de hele wereld. Architect en stedenbouwkundige Jan Gehl heeft een indrukwekkende trackrecord. In november spreekt hij op de Dag van de Stad. Een goede gelegenheid om hem te interviewen over zijn visie op stedelijkheid, de 15-minutenstad, verdichting, architectenego’s en ontwikkelaarsdogma’s, en over de stad voor iedereen toegankelijk houden.

Dit artikel verscheen eerder in vakblad ROm en op de Stadszaken.nl. Op Stadszaken.nl lees je binnenkort nog meer over de Dag van de Stad. 

84 jaar oud is hij, maar nog steeds zet Jan Gehl zich in voor betere steden. De dag voor ons interview was hij nog in Rome, om te spreken op architectuurfestival Spam. Hij arriveerde ‘s avonds laat thuis in Kopenhagen, maar klinkt en oogt allerminst vermoeid. Niet gek, want de Deense architect zet zich al ruim 50 jaar in voor meer leefbaardere steden. Steden voor mensen, met minder auto’s, meer fietsers en voetgangers, menselijke maat en fijne publieke verblijfplaatsen. Het gaat de goede kant op, vindt Gehl, maar de strijd is nog niet gestreden.

Hij vertelt dat hij The Death and Life of Great American Cities van Jane Jacobs voor ‘de zoveelste keer’ leest. In een interview met The Guardian uit 2014 zei hij nog: ‘Iedereen heeft Jacobs gelezen, maar helaas zijn haar lessen niet snel genoeg geleerd en toegepast.’ Op de vraag of iets vergelijkbaars ook voor hem opgaat, glimlacht de Deen. ‘Mensgericht ontwerpen wordt nu wereldwijd toegepast. De ideeën van mijn collega’s en mij vinden navolging. Voor mij is dat een teken dat er een onstilbare honger is naar betere steden. Betere steden voor mensen.’

Wie is Jan Gehl?
Jan Gehl (1936, Kopenhagen) is een Deense architect en stedenbouwkundige. In zijn werk legt hij de nadruk op ‘steden voor mensen’ en voetgangers en fietsers. Gehl is de oprichter van Gehl Architects. Dit bureau werkte aan betere openbare ruimte in meer dan 250 steden, verspreid over 50 landen. Gehl is auteur van onder meer Life Between Buildings: Using Public Space, Public Spaces, Public Life, en Cities for People. Op 1 november komt Gehl naar Nederland om te spreken op de Dag van de Stad.

Gebouwen niet leidend

Een hoop stedelijke malaise vindt haar oorsprong in de vorige eeuw, aldus Gehl. We zetten massaal in op autogebruik en ideeën over de functionele stad waren invloedrijk. Ook in Nederland, waar de lage bebouwingsdichtheid mede voortkomt uit het gedachtengoed van het CIAM en architecten als Le Corbusier. Gehl is geen fan van dat 20e-eeuwse modernisme, op zijn zachtst gezegd. Hij werd er zelf in geschoold tijdens zijn studie bouwkunde in Kopenhagen, maar door zijn vrouw Ingrid ging hij anders over de stad denken. Zij is gedragspsycholoog en vroeg hem op een dag: ‘Waarom kijken jullie architecten eigenlijk zo weinig naar mensen?’

‘Goede openbare ruimte nodigt uit tot stoppen met lopen, om je heen kijken, ontmoeten’

 

‘Voor de modernisten was het gebouw leidend, en niet de omliggende openbare ruimte. Sterker nog, de modernisten wezen vooral op de “negatieve” aspecten van de openbare ruimte, zoals hangjongeren, demonstraties en afval’, zegt Gehl. ‘Weg met de straat, was dus hun oplossing, leg maar een grasveld aan. Daar was Le Corbusier heel helder in en dat had een enorme invloed, die tot de eeuwwisseling dominant bleef.’

Het leverde onleefbare stukken stad op, met hoge torenflats, lage dichtheden, grote afstanden tussen voorzieningen en groene woestijnen. Gehl: ‘Terwijl de leefbare stad juist bestaat uit een aaneenschakeling van publieke plekken voor mensen. Het gaat niet om de gebouwen waar je werkt of waar je woont, maar om de ruimtes daar tussenin en het gebruik daarvan. Goede openbare ruimte nodigt uit tot stoppen met lopen, om je heen kijken, ontmoeten. Gebouwen moeten dat faciliteren.’

‘Ego’s staan goede steden in de weg’

Inmiddels is het modernisme al enige tijd op zijn retour. Een paradigmaverschuiving waar Gehl mede van aan de wieg stond, samen met geografen en stedenbouwkundigen als Jane Jacobs, Aldo Rossi en Kevin Lynch. Maar nog steeds ziet Gehl artefacten van de destructieve denkwijzen van weleer. ‘Als je een oude stad bezoekt, herinner je je na afloop de pleinen, straten en parken. Geldt dat ook voor een stad als Dubai? Ik denk het niet. Daarbij denk je alleen aan patserige hoogbouw door starchitects. Stedenbouwkundigen en architecten zijn in dit opzicht echt niet altijd beter dan 50 jaar geleden. Hun ego’s staan het creëren van goede steden in de weg.’

Minder auto’s en hoge dichtheden

Inherent verbonden met de modernistische stad is de auto. Gebieden werden zo ontwikkeld dat ze autogebruik faciliteren en in veel steden domineren auto’s nog steeds het straatbeeld. Wereldwijd proberen steden nu om de overheersing van vierwielers terug te dringen, met verschillende ingrepen. Denk aan Superblocks in Barcelona, supersnelle bussen in Curitiba en de 15-minutenstadambities van Parijs, gretig overgenomen door Nederlandse steden.

Gehl is enthousiast over het idee achter de 15-minutenstad, maar cynisch over hoe het als nieuw wordt gepresenteerd. ‘Ik praat al decennia over steden voor fietsers en voetgangers met goed openbaar vervoer. Oude steden waren per definitie 15-minutensteden. De centra van de meeste Europese steden waren ongeveer een kilometer in doorsnee. Daar loop je dus makkelijk doorheen in een kwartier.’

Voor het realiseren van korte reistijden zijn hoge dichtheden onmisbaar. Bouw dus geen nieuwe stad op uitleglocaties, maar ontwikkel je bestaande stad verder, vindt Geh. Het raakt aan een voortdurend debat in de Nederlandse ruimtelijke ordening: als we binnenstedelijk gaan ontwikkelen, waar overheden vooralsnog op inzetten, in welke dichtheden doen we dat dan? Gehl benadrukt dat dichtheid geen zwart-witaangelegenheid is, maar een schaal. ‘Maar je moet in ieder geval een soort kritieke dichtheid hebben om de stad te laten leven.’ Omdat gebouwen in zijn optiek onderschikt zijn aan de publieke ruimte geldt wel: bouw geen torenhoge torens. Kijk liever naar het Barcelona van Cerdà en het Parijs van Haussmann, aldus Gehl. Beide steden kennen zeer hoge dichtheden zonder dat daar wolkenkrabbers voor nodig zijn. Appartementencomplexen zijn er maximaal zes lagen hoog.

‘Hoogbouw is een politieke keuze in wat voor stad je wilt zijn en voor wie’

 

Aan economische argumenten voor hoogbouw heeft Gehl geen boodschap. Daarin onderscheidt hij zich van bijvoorbeeld Harvard-econoom Edward Glaeser van Triumph-faam, voor wie dichtheid het grootste goed is. De prijs per vierkante meter bij hoogbouw ligt significant hoger dan bij laagbouw, zelfs als je hoge grondkosten meerekent, benadrukt Gehl. ‘Je kan dus wel hoog bouwen, maar dat is een politieke keuze in wat voor stad je wilt zijn en voor wie. Ga je voor een soort stekelvarkenskyline waar de gebouwen met elkaar communiceren, of voor laagbouw met homogene hoogtes waar de gebouwen met de straat communiceren?’

Inclusief ontwikkelen

Hoogbouw is makkelijke architectuur, vindt de Deen. Een goede architect kan laag bouwen met hoge dichtheden. Bovendien is voor goede architectuur de inbreng van omwonenden nodig, vindt hij. Een extra argument om binnenstedelijk te bouwen, want bij uitleglocaties zijn omwonenden naturaliter nog niet present. ‘Als je een nieuw gebied gaat ontwikkelen, is het conservatieve en economische denken van ontwikkelaars dominant. Zij redeneren: we deden het tien jaar geleden op een bepaalde manier en dat werkte en we deden goede zaken, dus laten we het nu weer zo doen. Je hebt juist de inbreng van inwoners nodig.’ Een opvallende stellingname, daar bouwers en ontwikkelaars juist wijzen op vertraging door omwonenden. Die zijn maar lastig en traineren de boel nodeloos, zo lijkt de tendens.

Maar, waarschuwt Gehl, vergeet zeker de eerder gerealiseerde ‘nieuwe’ stukken stad niet. Het revitaliseren en leefbaarder maken van oudere binnensteden is volgens hem relatief makkelijk en kan met kleine ingrepen, omdat de oorspronkelijke stedenbouwkundige opzet al solide is. Een te ruim opgezette modernistische buitenwijk onder handen nemen is lastiger, maar des te nodiger. Historische binnensteden als die van Amsterdam en Utrecht, waar het goed vertoeven en leven is, oefenen grote aantrekkingskracht uit op grote groepen mensen. Het resultaat is dat deze gebieden onbereikbaar worden voor mensen met een kleinere beurs. Steeds minder mensen kunnen daardoor deelnemen aan het stedelijk leven, concludeerde de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur eind 2020.

‘Je kan je binnenstad expres onaantrekkelijk maken. Dan trekken de rijken weg, gentrificatie opgelost’, zegt hij lachend. Dan, serieus: ‘Of je gaat voor een duurzame oplossing en zorgt ervoor dat de buitenwijken ook fijne plekken zijn. Zo spreid je de druk op de stad. Aan de stadsranden blijft de leefbaarheid nu achter op de centra. Er zijn te veel kansen om te laten liggen.’

Corona Challenge Den Bosch & Breda

Dit gaat over de City Deal City Deal Kennis Maken
Den Bosch

Het idee voor de Corona Challenge komt van de City Deal Kennis Maken, een club die gemeenten, onderwijs en maatschappelijke thema’s aan elkaar verbindt, en wordt in verschillende steden op verschillende manieren uitgevoerd. In Den Bosch hebben we ervoor gekozen om te kijken wat het coronavirus en de maatregelen met de mensen in de stad doen.

Dat is nogal veel; mensen verliezen vrienden, kennissen of familieleden zonder dat ze afscheid kunnen nemen, mensen in de verzorgingstehuizen zaten lang en vaak alleen op hun kamer en personeel in ziekenhuizen en verpleegtehuizen hadden het extreem druk en werden met veel verdriet van familieleden en patiënten geconfronteerd. Scholieren op de basis- en middelbare school hebben het zwaar, studenten voelen nauwelijks nog motivatie voor hun studie, er is geen afleiding op sportclubs, geen mogelijkheid naar de bioscoop te gaan en noem maar op.

Naast die nare verhalen zijn er ook verhaal van hoop en veerkracht. Denk aan de mensen die gingen applaudisseren voor het zorgpersoneel een jaar terug, aan de raamconcerten, de inzamelingsacties voor ondernemers die het zwaar hebben, de restaurants die meer dan anders complete afhaalmenu’s gingen maken. Er zijn ontzettend veel verhalen over hoe verschillende mensen deze coronacrisis beleven.

Aan studenten werd gevraagd deze verhalen van leed en veerkracht op te halen en ze op een creatieve manier te verbeelden. Dit mag zijn in de vorm van fotografie, film, animatie, verhalen, gedichten. Deze creatieve uitingen worden op vrijdag 21 mei gepresenteerd op Corona Herdenkingsdag.

Klik door op onderstaande afbeeldingen om door te gaan naar de verschillende projecten.

City deal gaat Europees

Dit gaat over de City Deal Een Slimme Stad, zo doe je dat

We zijn heel blij en trots dat de Europese Commissie onze aanvraag in het kader van het ‘Technical Support Instrument (TSI)’ heeft goedgekeurd. Zo kunnen we onze burgermeetwerkgroepen versterken met een stevige Europese component.

Vanuit het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties hebben we het afgelopen jaar een aanvraag gedaan bij het TSI met de vraag om te komen tot tooling voor wat zij samenvatten als ‘Developing a methodology for a democratic smart cities approach’.

Binnen de aanvraag zijn het betrekken van burgers bij burgermeetinitiatieven benoemd; het mogelijk maken dat uitkomsten van deze initiatieven vergeleken kunnen worden en het voorkomen dat groepen worden uitgesloten.

Deze opdracht wordt uitgevoerd door Eurocities, waarmee de werkgroepen een Europees spiegelproject krijgen. Ook wordt een kenniscentrum opgezet waarmee deze en andere smart-city-tools op een actieve manier kunnen worden gedeeld met de rest van de wereld.

Voor meer informatie over de Europese goedkeuring zie: https://ec.europa.eu/commission/presscorner/detail/en/ip_21_747

Digital Twin dashboard geeft inzicht in maatschappelijke opgaven Den Haag

Dit gaat over de City Deal Een Slimme Stad, zo doe je dat

De gemeente Den Haag ontwikkelt aan de kust van Scheveningen een Living Lab om nieuwe technologische oplossingen voor maatschappelijke, economische en sociale opgaven te testen. Een van deze technologische oplossingen is een online Digital Twin dashboard waarin (live) data wordt gevisualiseerd en kan worden geanalyseerd. Dit project is onderdeel van de City Deal ‘Een slimme stad, zo doe je dat’.

Met het Living Lab leert de gemeente hoe slimme toepassingen kunnen slagen in een bestaande stedelijke context, hoe deze toepassingen nog beter kunnen aansluiten op de behoeften van bewoners en welke samenwerkingspartners hierbij betrokken moeten worden. Een van die samenwerkingspartners is Argaleo, die hun platform, DigiTwin, inmiddels heeft aangesloten op het dataportaal van Den Haag.

“Het visualiseren van data in het dashboard van Argaleo helpt ons om op een eenvoudige manier data te analyseren en in een bredere stedelijke context te plaatsen. Tegelijkertijd stelt het ons steeds beter in staat om ook te kunnen anticiperen op maatschappelijke opgaven. “ – Yvette Entius, programmamanager Digitale Innovatie & Smart Cities.

Binnen het Startup in Residence InterGov programma van het Rijk heeft Argaleo met het concept ‘Crowd Safety Manager’ een innovatiecompetitie gewonnen. De gemeente Den Haag is één van de initiatiefnemers en deelnemers. Dit project is een van de instrumenten van de City Deal ‘Een slimme stad, zo doe je dat’, in samenwerking met de gemeente Breda en ’s-Hertogenbosch. Als eerste stap worden voetgangers- en fietsdata gekoppeld aan het dashboard om inzicht te geven in de piekdrukte in de stad.

Diverse gemeentelijke diensten van de gemeente Den Haag zijn geïnteresseerd om verschillende databronnen via de Digital Twin visueel inzichtelijk te maken, bijvoorbeeld op het gebied van milieu, toezicht en handhaving en mobiliteit. Tegelijkertijd wil de gemeente in deze samenwerking ook verder onderzoeken hoe data vanuit verschillende bronnen via de Digital Twin ontsloten en gedeeld kunnen worden. Een voorbeeld zijn data uit slimme geluidsensoren die nu in Scheveningen hangen. De Digital Twin kan hiermee op korte en lange termijn ondersteunen om inzicht te geven in maatschappelijk opgaven van de stad van morgen.

Voor meer informatie kijk op:

www.argaleo.com

Startup in Residence Intergov