City Deal Energieke wijken, duurzaam en sociaal verbindt energietransitie aan leefbaarheid

Het vinden van slimme koppelingen tussen de energietransitie en het verbeteren van de leefbaarheid en de kansen voor bewoners in kwetsbare wijken. Dat is het doel van de City Deal Energieke wijken, duurzaam en sociaal, die op donderdag 4 maart ondertekend wordt tijdens het Congres Aardgasvrije wijken.

Nederland staat voor een stevige opgave om de doelen en afspraken uit het klimaatakkoord te realiseren. Hiervoor is het nodig om anders om te gaan met energie en grondstoffen. Zo zullen er de komende 30 jaar ruim 7 miljoen woningen ‘van het aardgas af’ gaan. De energietransitie is echter niet de enige opgave in wijken. Zeker in kwetsbare wijken spelen ook andere opgaven, zoals schuldenproblematiek, werkloosheid en onveiligheid. In plaats van het laten concurreren van deze verschillende opgaven, beoogt de City Deal Energieke wijken, duurzaam en sociaal, om ze te verbinden.

Burgemeesters en Rijk constateren dat de leefbaarheid en veiligheid in meerdere stedelijke gebieden onder druk staat. De energietransitie kan bijdragen aan de lokale werkgelegenheid doordat de transitie banen oplevert. En aan het verbeteren van de openbare ruimte, door meer ruimte voor groen, spelen en ontmoeting te creëren. En aan het reduceren van schuldenproblematiek en gezondheidsproblemen, bijvoorbeeld door energiearmoede tegen te gaan, te zorgen voor schonere lucht in huizen en door eenzaamheid te bestrijden.

Door zo aan te sluiten bij de dagelijkse zorgen van bewoners, wordt tevens het draagvlak voor de energietransitie vergroot. Voor de City Deal Energieke Wijken, duurzaam en sociaal is het aardgasvrij maken van wijken een opgave die bij uitstek ook kansen biedt om de dagelijkse uitdagingen van bewoners van kwetsbare wijken aan te pakken. Op deze manier verbindt de City Deal koplopers uit gemeenten en woningcorporaties aan de Programma’s Agenda Stad, Aardgasvrije Wijken en Leefbaarheid en Veiligheid.

Verbinden van Opgaven

Deze drie programma’s zetten gezamenlijk met gemeenten, maatschappelijke partijen en departementen in op experimenteren en innoveren, waarbij resultaten worden opgeschaald en indien nodig doorbraken worden gerealiseerd in wet- en regelgeving. Met de concrete praktijk in buurten en huishoudens als vertrekpunt. Door het gezamenlijk oogsten van koppelkansen die energietransitie verbinden aan sociale opgaven en leefbaarheid, creëren we betere wijken en buurten. De experimenten hebben als doel om het inzicht te vergroten in wat een gekoppelde aanpak van sociaal en fysiek oplevert voor de kwetsbare wijken, en welke specifieke inzet en aanpak daarbij doeltreffend is.

De doelstellingen van de City Deal worden opgepakt in vier verschillende werklijnen:
1) Kansen voor kwetsbare huishoudens
2) Naar werk en opleiding
3) Stimulering particuliere eigenaren
4) Met de energietransitie naar een betere openbare ruimte

Lees meer over de City Deal Energieke wijken, duurzaam en sociaal op de City Deal-pagina. Daar vind je o.a. de dealtekst en na donderdag ook de introductievideo en de bekrachtigingsvideo met partners van de City Deal

Partners

De steden ’s Hertogenbosch, Groningen, Rotterdam, Arnhem, Utrecht, Nijmegen, Zeist en Weert werken in deze City deal samen met ministeries BZK, IenW en OCW én Wonen Limburg, Woningcorporatie ZAYAZ, woonstichting Tiwos en Platform31. Medio 2021 is er een bijtekenmoment voor andere geïnteresseerde partijen. De City Deal loopt van 2021 tot 2024.

Logo Energieke wijken

 

Digital Twin dashboard geeft inzicht in maatschappelijke opgaven Den Haag

Dit gaat over de City Deal Een Slimme Stad, zo doe je dat

De gemeente Den Haag ontwikkelt aan de kust van Scheveningen een Living Lab om nieuwe technologische oplossingen voor maatschappelijke, economische en sociale opgaven te testen. Een van deze technologische oplossingen is een online Digital Twin dashboard waarin (live) data wordt gevisualiseerd en kan worden geanalyseerd. Dit project is onderdeel van de City Deal ‘Een slimme stad, zo doe je dat’.

Met het Living Lab leert de gemeente hoe slimme toepassingen kunnen slagen in een bestaande stedelijke context, hoe deze toepassingen nog beter kunnen aansluiten op de behoeften van bewoners en welke samenwerkingspartners hierbij betrokken moeten worden. Een van die samenwerkingspartners is Argaleo, die hun platform, DigiTwin, inmiddels heeft aangesloten op het dataportaal van Den Haag.

“Het visualiseren van data in het dashboard van Argaleo helpt ons om op een eenvoudige manier data te analyseren en in een bredere stedelijke context te plaatsen. Tegelijkertijd stelt het ons steeds beter in staat om ook te kunnen anticiperen op maatschappelijke opgaven. “ – Yvette Entius, programmamanager Digitale Innovatie & Smart Cities.

Binnen het Startup in Residence InterGov programma van het Rijk heeft Argaleo met het concept ‘Crowd Safety Manager’ een innovatiecompetitie gewonnen. De gemeente Den Haag is één van de initiatiefnemers en deelnemers. Dit project is een van de instrumenten van de City Deal ‘Een slimme stad, zo doe je dat’, in samenwerking met de gemeente Breda en ’s-Hertogenbosch. Als eerste stap worden voetgangers- en fietsdata gekoppeld aan het dashboard om inzicht te geven in de piekdrukte in de stad.

Diverse gemeentelijke diensten van de gemeente Den Haag zijn geïnteresseerd om verschillende databronnen via de Digital Twin visueel inzichtelijk te maken, bijvoorbeeld op het gebied van milieu, toezicht en handhaving en mobiliteit. Tegelijkertijd wil de gemeente in deze samenwerking ook verder onderzoeken hoe data vanuit verschillende bronnen via de Digital Twin ontsloten en gedeeld kunnen worden. Een voorbeeld zijn data uit slimme geluidsensoren die nu in Scheveningen hangen. De Digital Twin kan hiermee op korte en lange termijn ondersteunen om inzicht te geven in maatschappelijk opgaven van de stad van morgen.

Voor meer informatie kijk op:

www.argaleo.com

Startup in Residence Intergov

Wat zeggen de verkiezingsprogramma’s over (deel)mobiliteit?

Wat zeggen de Tweede Kamerpartijen over (deel)mobiliteit? Worden deelmobiliteit, autobezit, MaaS of duurzaam reisgedrag genoemd in de verkiezingsprogramma’s? En zo ja, noemen ze ook specifieke maatregelen die direct of indirect invloed hebben op autodelen en autobezit? We zochten het uit.

50+

Geen standpunten over verkeer of mobiliteit in programma.

Bij1

MIRT ook inzetten voor lokaal vervoer zoals fiets en deelvervoer.
Stoppen met snelwegverbredingen.
OV gratis.

CDA

Knelpunten op de wegen oplossen.
Beter OV in dunbevolkte gebieden.
Wonen: op veel plekken overstappunten bouwen waar je makkelijk van vervoermiddel kan wisselen.

Code Oranje

Code Oranje kiest daarbij bij voorkeur voor binnenstedelijk bouwen, ook om hiermee het karakteristieke Hollandse landschap te beschermen.

ChristenUnie

CU wil meer duurzame mobiliteit. Voor elke reisafstand moet het duurzaamste alternatief ook het aantrekkelijkst zijn. Voor korte afstanden: meer lopen en (elektrisch) fietsen. Voor langere afstanden: openbaar vervoer. “We beprijzen het gebruik in plaats van het bezit van een auto en stimuleren duurzame deelmobiliteit.

“We stimuleren het gebruik van zero-emissie deelauto’s. Daarmee verkleinen we de behoefte aan parkeerruimte en versnellen we de verduurzaming van het wagenpark. Het Rijk maakt afspraken met gemeenten over lagere parkeernormen en over mobiliteitshubs in de wijk bij nieuwe woningbouwopgaven.”

D66

Meer ruimte voor wonen, mobiliteit, natuur en minder voor landbouw.

“Snel en comfortabel vervoer vanaf je woonplek is dan ook erg belangrijk. Niemand heeft zin om in de file te staan. Nog te veel wijken worden gebouwd voor de auto. Woningbouw en openbaar vervoer moeten elkaar versterken: met een snelle OV-aansluiting voor elke nieuwe wijk en woningbouw langs elke nieuwe OV-verbinding. Zo maken we van Nederland een metropool van goed verbonden steden en dorpen.”

Wij bieden reizigers meer vervoers- en overstapmogelijkheden, bijvoorbeeld via de fiets, elektrische scooters of (deel)auto’s. 

Motorrijtuigenbelasting vervangen door intelligente kilometerheffing naar tijd/plaats/emissie.

DENK

De enige echte autopartij van Nederland, lastenverlichting voor de automobilist, 130 weer als maximumsnelheid. Vervoer moet betaalbaar, OV moet goedkoper, investeren in OV (stad en rail).

De toekomst zit in vormen van duurzame deelmobiliteit. Denk wil dan ook werk maken van het stimuleren daarvan (auto’s en scooters).

Minder asfalt waar het kan, meer asfalt waar het moet.

FVD

Stoppen met subsidie op elektrische auto’s
Geen gedwongen uitfasering van diesel- en benzine-auto’s.
“We willen het vliegverkeer faciliteren en automobilisten niet dwarszitten.”

GroenLinks

Geen nieuwe autowegen aanleggen. Focus op/investeren/ruimte voor OV en fiets. Trein ipv korte vluchten. Grotere/strengere milieuzones. Rekeningrijden i.p.v. motorrijtuigenbelasting.

In en rond steden vooral fiets, OV, autoluw.

GroenLinks wil bouwen aan een landelijk dekkend netwerk van laadpalen en snellaadstations voor elektrische (vracht)auto’s.

JA21

Investeren in aanleg en onderhoud infrastructuur, wegen en (regionaal en snel) spoor. Terug naar 130km/u. Inzet op multimodaliteit, voorkomen files, tegen subsidie elektrische auto’s. Investeren in duurzaam veilig (verkeersveiligheid), o.a. fietsinfra.

PvdA

Nieuwe auto’s emissieloos in 2025
*Autodelen stimuleren. Auto’s staan 90% van de tijd stil. Zo dalen de kosten en gaan we tegen dat mensen niet daar kunnen komen waar ze willen omdat ze het geld er niet voor hebben.
Betaalbaar OV, verbetering OV met name in de Randstad
Elektrisch rijden voor iedereen betaalbaar
Rekeningrijden: vervuiler betaalt, niet bezit maar het gebruik weegt het zwaarst bij de wegenbelasting.

PvdD

Binnensteden zoveel mogelijk autovrij. Milieuzones uitbreiden, aanscherpen
Al het vervoer rijdt in 2030 100% op duurzame energie.
Minder autogebruik in woon-werk. Kilometerbeprijzing, maar niet voor inwoners platteland
Investeren in voetganger, fiets, OV; geen BTW voor OV
Forse CO2-beprijzing. Geen uitbreiding/verbreding wegen
Het gebruik van elektrische deelauto’s wordt gefaciliteerd en fiscaal aantrekkelijk gemaakt

PVV

Het openbaar vervoer en autorijden moeten betaalbaar blijven. De auto blijft het belangrijkste vervoermiddel voor veel mensen. PVV is tegen rekeningrijden.
PVV wil dat er blijvend wordt geïnvesteerd in goede en veilige wegen.

SGP

Algemene noties over belang van energiebesparing, niet verspillen en afstappen van fossiele brandstoffen. Breder kijken naar reistijd, kritisch over nieuwe wegen
Steun betalen naar gebruik icm minder betalen voor autobezit

Gemiddeld rijden we maar een uur per dag in de auto. Dat biedt kansen voor gedeeld autogebruik. De overheid stimuleert dat, mogelijk in samenwerking met garagehouders en verenigingen van eigenaren. De wettelijk verplichte autoverzekering gaat gelden voor de gebruiker in plaats van de eigenaar

Kritisch over elektrische auto’s
‘Bij de aanleg van nieuwe woonwijken dient vroegtijdig ingezet te worden op een goede OV-verbinding, zodat de mensen niet eerst wennen aan transport per auto.’
Alle vervoersconcessies moeten MaaS (Mobility as a Service)-waardig worden
Om het OV aantrekkelijker 29te maken moet er een btw-vrijstelling voor het ov komen.

SP

Gratis stads- en streekvervoer voor jongeren 12-, ouderen 65+ en mensen met een beperking.
Beter OV in buitengebied. Meer investeren in OV ten koste van asfalt.
OV weer in publieke handen. Meer investeren in fiets- en wandelinfrastructuur.

VVD

Nakomen afspraken Klimaatakkoord
Emissieloze auto’s gaan betalen naar gebruik, uiteindelijk helemaal over naar betalen naar gebruik en afschaffen huidige autobelastingen. ‘Geen hogere lasten voor automobilisten’

Eerlijke woningmarkt, automobilisten kunnen hun auto blijven parkeren.
Er moet meer asfalt komen, investeren in alle modaliteiten wegen, fiets en OV. Eerlijke verdeling tussen wegen, wonen en landbouw.

“Mobility as a service waarbij de wensen van de reiziger centraal staan. Via een app is het mogelijk je reis met bijvoorbeeld deelauto, tram of taxi te plannen, boeken en betalen. Door ontwikkeling van multimodale overstappunten op verschillende plekken garanderen we de bereikbaarheid van de stad en regio voor alle vormen van vervoer”

Benchmark 19 Deelmobiliteitsprojecten

De City Deal Elektrische Deelmobiliteit heeft als hoofddoel om de ontwikkeling van deelmobiliteit bij gebiedsontwikkeling te bevorderen. Nu, 3 jaar na de start van de City Deal, enkele projecten gerealiseerd zijn, maakt Over Morgen de balans op door bijna 19 projecten te onderzoeken.

Uit de recente benchmark van Over Morgen kunnen voorzichtige conclusies worden getrokken over welke parkeeraantallen voor wat voor type locaties en doelgroepen realistisch zijn. Dat is een kwestie die momenteel bij veel gemeenten speelt. Dat is bekeken op basis van 4 factoren: De OV-bereikbaarheid, de doelgroep, het parkeerregime en het deelmobiliteitsaanbod.

Intercity’s

Die 5 projecten die al gerealiseerd zijn, lijken de aanname te bevestigen dat de nabijheid van goede OV-verbindingen cruciaal is. De 4 succesvolle gerealiseerde projecten waarbij parkeernormreducties van tussen de 25 en 50% zijn toegepast, liggen namelijk allemaal op loopafstand van treinstations met intercity’s. Het is op deze locaties mogelijk om een hoge ambitie te hebben voor het afschalen van het parkeeraanbod.

Deelautoratio

Die nabijheid van een IC-verbinding lijkt tot nu toe de belangrijkste factor voor succesvolle deelmobiliteitsprojecten. Het biedt namelijk een hoogwaardig alternatief voor de auto bij het woon-werkverkeer. Zelfs de afwezigheid van een parkeerregime lijkt hier geen invloed op te hebben.
De deelautoratio (hoeveel parkeerplekken ingeruild worden voor een deelauto) ligt in deze projecten tussen de 1:8 en 1:13. Dat is een stuk hoger dan de gemiddelden uit de ‘Evaluatie City Deal 2019’ met een deelautoratio tussen 1:4 en 1:6,5. Bij de IC-stations lijkt in ieder geval een relatief kleiner aanbod van deelauto-aanbod te volstaan voor voldoende garantie voor de eindgebruikers.

Het complete rapport is binnenkort beschikbaar op de website van Over Morgen.

Even voorstellen… René en Tom

Bij respectievelijk Rijkswaterstaat en het ministerie van IenW zetten twee nieuwe krachten zich sinds kort in voor deelmobiliteit: René Nass en Tom van Rossum. Deze derde editie van de nieuwsbrief is voor hen een mooie gelegenheid om zich voor te stellen.

René: “Een duurzamer wereld begint bij jezelf! Dat was de motivatie van mij en mijn gezin om in 2017 de auto weg te doen en voor kortere en langere reizen gebruik te maken van OV, een deelauto en onze bakfiets. In de jaren dat ik werkte bij de RWS-afdeling die zich bezighoudt met het uitvoeren van het onderhoud aan onze autosnelwegen heb ik dit credo veelvuldig uitgedragen.

Sinds januari van dit jaar zit ik op de afdeling Leefomgeving dichter bij het vuur om ook op werkgebied een actieve bijdrage te kunnen leveren aan duurzame mobiliteit. Met een aantal deelnemers heb ik al persoonlijk kennis mogen maken. De resterende weken van het eerste kwartaal is mijn ambitie om alle deelnemers van de City Deal E.D. digitaal ontmoet te hebben. Mochten jullie met een prangende hulpvraag of behoefte zitten op Elektrische Deelmobiliteit: bel of mail me. Tot snel!”
Tel: 06 1562 0588 | @: [email protected]

Tom van Rossum: “Per 1 december ben ik gestart als beleidsadviseur Deelmobiliteit bij het ministerie van IenW. Mijn focus voor het komende halfjaar ligt op de vraag wat een passend vervolg zou zijn voor de, in oktober 2021 aflopende, Green Deal Autodelen II en de City Deal Elektrische Deelmobiliteit. Verder coördineer ik binnen IenW de zaken die voortvloeien uit de deals en ben ik aanspreekpunt op beide onderwerpen. Helaas is het in deze tijden niet mogelijk elkaar fysiek te ontmoeten, maar benader me gerust voor een (digitaal) kopje koffie!”
Tel: 06 2519 7529 | @: [email protected]

 

City Deal Kennis Maken dag vol thematische werksessies

Dit gaat over de City Deal City Deal Kennis Maken
Carolien Dieleman. Tweede Kennisdelingsdag CD Kennis Maken, 1 november 2018. Foto: Florencia Jadia.

Het jaar 2021 is voor de City Deal Kennis Maken (CDKM) opnieuw een jaar van kennis delen. Graag nodigt Agenda Stad als CDKM partner u daarom uit voor een online dag vol inspirerende werksessies op vrijdag 12 maart.

Werksessies

U vindt het volledige programma in de bijlage. In vier rondes met werksessies heeft u elke keer de keuze uit twee verschillende opties. U werkt met andere CDKM contactpersonen uit de 20 deelnemende steden aan onder andere:

  1. Het effectief inzetten van kennisplatforms voor kennisdeling en kennisbenutting, met voorbeelden vanuit openresearch.amsterdam, landelijk kennisknooppunt www.onderwijskennis.nl en delen.meteddie.nl.
  2. Het bijpraten met Kate Miller, Head of Public Engagement van de University of Bristol nav de CDKM studiereis in 2019. Een innovatieve en baanbrekende universiteit rond Community & Public Engagement.
  3. Nieuwe samenwerkingen rond ouderenzorg in samenwerking met ActiZ, landelijke branchevereniging van en voor 400 zorgorganisaties. Ga in gesprek met adjunct-directeur ActiZ Charlotte Vromans, en kijk naar overlappende onderzoeken, innovaties en samenwerkingskansen.
  4. Hoe maak je als stad de overstap van pilot naar grootschaligheid, en hoe stimuleer je bestuurders om commitment te tonen voor grootschalige veranderingen? Suzanne Potjer (TwynstraGudde) is expert in vernieuwing in het publieke domein, en neemt graag de 20 City Deal steden mee in goede aanpakken en voorbeelden.
  5. Het in kaart brengen van impact is altijd een lastige, vooral als het gaat om projecten rond verbinding met de samenleving. Hoe meet je de impact van deze projecten op de stad, op wijken, op bewoners? Maar ook de impact op studenten en hun leerdoelen? Onder leiding van de WUR en de Hogeschool Utrecht duiken wij de materie in.
  6. In de City Deal Kennis Maken projecten in Maastricht zijn ondertussen meer dan 1.000 studenten actief. In deze werksessie vertelt het lokale team onder leiding van lector Nurhan Abujidi over de samenwerking tussen de partners, de projecten in de wijken Randwyck en Mariaberg, het betrekken van buurtorganisaties en bewoners, en hoe zoveel verschillende opleidingen en faculteiten betrokken kunnen zijn.
  7. Hoe ga je als stadsbestuur en kennisinstelling structurele samenwerking met het bedrijfsleven aan in complexe projecten? Jan-Willem Wesselink gaat vanuit zijn kennis rond tal van deze samenwerkingen en programmamanager van de Future City Foundation met de 20 City Deal steden in gesprek over praktische voorbeelden en aanpakken.
  8. Multi-level leren wordt steeds vaker als term ingezet, maar hoe voer je dit in de praktijk nu goed uit? Vanuit zowel mbo, hbo als wo kant passeren in deze werksessie voorbeelden en tips de revue, met aandacht voor het goed begeleiden van multi-level aanpakken, en het meenemen in de aanpak van de CoE’s en CIV’s.

Het tijdschema met een overzicht van alle sprekers en verdere uitleg over de sessies vindt u in de bijlage.

Schrijf snel in
Via de link www.citydealevent.nl kunt u zich inschrijven voor deze CDKM dag. U bent vrij om deze uitnodiging door te sturen aan andere geïnteresseerden.

Namens alle City Deal Kennis Maken partners graag tot ziens op 12 maart!

1 bijlage

Samen Circulair en Conceptueel Bouwen het Nieuwe Normaal maken

Dat een symposium ook online een levendig event kan zijn, bewees het Symposium Circulair en Conceptueel Bouwen. Op 10 februari spatte het enthousiasme van het scherm toen bevlogen bestuurders en experts kennis deelden en met elkaar in discussie gingen over hoe we over drie jaar zoveel mogelijk bouwprojecten zo circulair mogelijk uitvoeren. Meer dan 250 deelnemers deden mee via de chat. Het was werkelijk een vliegende start voor de 25e City Deal.

In 2030 moet circulair het ‘nieuwe normaal’ zijn in de bouwsector. Dat stelt projectleider Gertjan de Werk van de City Deal Circulair en Conceptueel Bouwen bij de aftrap van het symposium. Samen met programmamanager Agenda Stad Frank Reniers kijkt hij vooruit naar de komende drie jaar. Daarin staan met de City Deal drie thema’s centraal: biobased bouwen, conceptueel en industrieel bouwen en de financiering daaromheen.

Ben je nog niet beeldscherm-moe en kijk je liever het symposium terug? Dan vind je hier de integrale opname:

‘De teller loopt nog’

De City Deal lijkt nu al een succes. Er zijn al 62 partners die meedoen en de teller loopt nog steeds, aldus De Werk: vier ministeries, zeven provincies, zestien gemeenten, zeven kennisinstellingen, 19 bedrijven en vier koepels en netwerkorganisaties. “We werven nog hard om woningcorporaties mee te krijgen. Het wordt met de dag leuker”, aldus de enthousiaste projectleider. “Elk project van meer dan 50 woningen gaan we zo circulair mogelijk invullen. Circulair bouwen wordt een serieus gespreksonderwerp. Het biedt kansen om snel en milieuvriendelijk te bouwen. Samen leren we wat het inhoudt en wat kan. We gaan geen ambities stapelen maar integreren. Alleen dan kunnen we echt met hoge snelheid, lage milieu impact én betaalbaar dit doen.”

Projectleider Gertjan de Werk verwelkomt de deelnemers. Foto: Paul Tolenaar

‘Samen gaan we het doen’, lijkt dan ook het motto van de dag. De partijen moeten met elkaar de vraag stellen hoeveel woningen we willen en aan welke eisen ze voldoen, aldus De Werk. Dan kunnen we de industrie inrichten naar wat nodig is op basis van kwaliteit (biobased waar het kan, niet alleen met hout ook met hennep, riet en lisdoddes), kwantiteit (industrialiseren, modulair bouwen) en betaalbaarheid. Hoe regel je bijvoorbeeld een zo hoog mogelijke restwaarde? Premier Rutte gaf al aan voor de circulaire economie te zijn op de klimaatconferentie. Ook hij zei dat we het samen moeten gaan doen, anders halen we nooit de klimaatdoelstellingen.

Johan Osinga, directeur-generaal Natuur, Visserij en Landelijk gebied van het ministerie van LNV benadrukt in een video hoe belangrijk de City Deal is omdat het slim bouwen onderstreept, -onder meer ook natuurinclusief bouwen-, wijken helpt vergroenen en de gezondheid van mensen verbetert. “Groen ontstresst”. De komende 10 jaar gaat Nederland 70.000 ha aan bos planten. Het hout in deze bossenstrategie moet dan duurzaam worden gebruikt, benadrukt Osinga. Zoals in biobased bouwen, en niet eindigen in de houtkachel.

Duurzame ambities

Het gezamenlijke gevoel is ook sterk aanwezig in een tafelgesprek, waar De Werk als tafelheer een aantal gasten verwelkomt. Wethouder Fleur Spijker (Leiden) vertelt kort hoe haar stad duurzame verstedelijking hoog in het vaandel heeft staan en ook al een ambitieus akkoord heeft gesloten om de komende jaren 8500 woningen en 2700 studenteneenheden zo circulair mogelijk te bouwen. Leiden heeft daarvoor prestatieafspraken gemaakt met corporaties, waarin ook circulariteit is meegenomen, zoals met houtbouw. “Ik verwacht dat we echt meters kunnen gaan maken. Maar we moeten het samen doen”, aldus de wethouder.

Fleur Spijker over de circulaire ambities van Leiden. Foto: Paul Tolenaar

Over doen gesproken, Menso Oosting, directeur van Fijn Wonen, staat klaar om de mouwen op te stropen en ermee aan de slag gaan. “We willen toe naar afvalvrij bouwen. Dat kan als je met concepten gaat bouwen.” Fijn Wonen is daar in 2014 mee begonnen, en om de volumes van modules voor huizen op te schalen is het bedrijf een fabriek gestart waar jaarlijks 4000 woningen ui trollen. “Je moet acteren op de behoefte. Als we gaan wachten op wat een ander doet, schiet het niet op. We willen het gewoon doen!” Ook in Flevoland staat bij de provincie circulariteit al in het programma, vertelt gedeputeerde Cora Smelik. “Het gaat niet om stapelen van stenen, het gaat om echt de maatschappij met elkaar bouwen. Als provincie willen we aanjagen en versnellen.” Dat doet ze onder meer door onderwijs en gemeenten te verbinden en mensen uit te dagen in proeftuinen die opschaalbaar zijn. “We willen echt een kanteling van het systeem.” Zo is Flevoland onder meer ook aangesloten bij de Green Deal Biobased van de Metropoolregio Amsterdam.

“Circulariteit is geen geitenwollensokken ding. Het is hip en happening”, voegt Rutger Büch toe, medeoprichter van Cirkelstad. “Opschalen is dan ook goed mogelijk.” Hij wijst op het enthousiasme dat bestaat bij VNO-NCW en MKB-Nederland. Hij wil graag de City Deal als permanente beleidsdialoog zien over circulair bouwen en stelt voor elk jaar te kijken naar hoe de voortgang gaat.

Opschalen

Het is volgens directeur-generaal Bestuur, Ruimte en Wonen van BZK Chris Kuijpers nog te vroeg om alles al zo circulair mogelijk uit te vragen. “Er is op een gegeven moment wel opschaling nodig, gezien de 1 miljoen gewenste woningen in Nederland. Hier ligt een enorme kans en we hebben elkaar nodig, alleen dan kunnen we opschalen. Hierbij kunnen we dan meteen nieuwe inzichten opdoen. Het is een enorme kans voor het bedrijfsleven om dit te doen. We hebben in Nederland daarvoor vooraanstaande architecten en bouwbedrijven. Voor de sector is het goed. Ik ben voorstander om een Topsector Bouw op te zetten.”

Smelik wijst op de belemmeringen in de huidige wet en regelgeving. Kuipers: “Wet- en regelgeving loopt altijd achter. Daarom geloof ik in een benadering met koplopers om de boel aan de gang te krijgen en we dat wel in de gaten houden.” Het gaat ook om betaalbaarheid, stelt Oosting. “Wij ondernemers bedenken de producten, maar de overheid moet wel de omstandigheden bieden, zoals grond. Als iedereen zijn taak oppakt, zijn er weinig belemmeringen. Wij denken dat circulair en conceptueel bouwen veel goedkoper kan. Laten we vooral aan de slag gaan!”

Spijker denkt over het stapsgewijs toewerken om circulair bouwen een verplichting te maken. “Als maar niet over elk project een raadsvergadering moet worden georganiseerd”, vindt Oosting. Büch denkt dat het beter is om partijen- in ieder geval de komende drie jaar – te verleiden en niet te verplichten. Kuijpers: “Niet alleen de overheid moet iets doen, ook de sector is hierin cruciaal.” Dus eerst verleiden en dan de lat ophogen tot verplichting.

Oosting is bang dat circulair bouwen te veel in pilotsfeer blijft hangen, wat het opschalen tegenhoudt. Ook waarschuwt hij voor te veel hype en greenwashing. “Het moet vooral mooi zijn en betaalbaar zijn.” Circulair en conceptueel bouwen kan nieuwe werkgelegenheid opleveren, stelt Smelik. Hoe kunnen we onderwijs daarbij inpassen? “De komende drie jaar hebben we om uit te zoeken wat het nieuwe normaal is.”

‘Er is een flow nodig’

Wat is er de komende jaren het hardst nodig? Continuïteit, stelt Oosting, “Alleen dan bereik je betaalbaarheid en kun je kwaliteit borgen. Je hebt volumes nodig, een bepaalde flow. Wethouder Spijker denkt juist dat goede voorbeelden hard nodig zijn. “In Leiden zijn we al hard bezig. Dit is het momentum om een nieuwe economie aan te pakken.” Smelik nodigt iedereen daarom uit om in Flevoland te kijken in een van de proeftuinen en ‘goede ideeën te jatten’.

Rutger Büch overhandigt de speciale editie van de Stadskrant aan DG Chris Kuijpers. (Vlnr: Cora Smelik, Rutger Büch, Fleur Spijker, Gertjan de Werk, Chris Kuijpers en Menso Oosting. Foto: Paul Tolenaar

Büch presenteert namens Cirkelstad een special van het Stadsblad en overhandigt deze aan Kuijpers. In het blad is onder meer aandacht voor de circulaire bouwnorm Het Nieuwe Normaal. Dit concrete handvat moet circulair bouwen handen en voeten geven. Dit ‘Nieuwe normaal’ maakt ook integraal onderdeel uit van de City Deal. Jaarlijks zullen de deelnemers de voortgang hierop rapporteren, zodat ze de komende drie jaar circulaire projecten uitzetten in de markt, die goed monitoren en zo de lat voor circulair bouwen samen steeds een beetje hoger te leggen. Büch: “Zo creëren we een serieuze markt en kunnen we ervaren wat er gebeurt als je circulair bouwen standaard meeneemt in een uitvraag. Deze ervaringen bepalen mede de ontwikkeling van de norm.”

25e City Deal

Paul Depla, voorzitter van het G40-stedennetwerk, breekt in tijdens het overleg met een videoboodschap, waarin hij iedereen op het symposium feliciteert met deze 25e City Deal van Agenda Stad. “City Deals zijn belangrijk omdat we laten zien dat we als overheden mét elkaar op zoek zijn naar oplossingen voor maatschappelijke opgaven. Het is altijd spannend wat er uitkomt, hoe je er verder mee kunt en hoe je het laat borgen. De City Deals hebben gewerkt!”, stelt hij. En hij ziet uit naar de volgende 25 City Deals.

Burgemeester van Breda en G40-voorzitter Paul Depla verrast de aanwezigen met een onverwacht bezoekje waarin hij alle betrokkenen feliciteert met de 25ste City Deal. Foto: Paul Tolenaar.

Biobased bouwen

In het tweede deel van het symposium geeft hoogleraar Urban Futures Maarten Hajer (Universiteit Utrecht) een lezing over biobased bouwen als oplossing voor de milieu-impact van de bouw. “Het moet anders. Beton, staal en cement hebben een te hoge CO2-uitstoot. In het licht van de klimaatopgave moeten we zo snel mogelijk toe naar een cultuur van bouwen met biobased materialen.” Overstappen op meer bouwen met hout leidt ook tot een hele andere stad, stelt Hajer. Voorzitter van de Europese Commissie Ursula Von Leyen riep al op dat Europa een nieuwe Bauhaus nodig heeft, een nieuwe beweging van kunstenaars en architecten die zich buigen over betere huisvesting in de steden. We staan nu in de 21e eeuw weer voor een soortgelijke sprong in de geschiedenis. Biobased moet daarbij volgens Von der Leyen centraal staan. Er is een nieuwe esthetiek nodig voor nieuwe wijken. Maar ook een nieuwe ethiek, voegt Hajer eraan toe. De nieuwe stad moet het beste in mensen oproepen. In biobased huizen slaan we CO2 op in plaats van bijdragen aan uitstoot. “Het is dubbel dividend. We vermijden emissies en slaan CO2 op.”

Het is logisch om de nodige houtvoorziening in Europees perspectief te bekijken. We moeten hout zo hoogwaardig mogelijk gebruiken. Een goed voorbeeld, volgens Hajer, is kruislaaghout, dat heel goed is te gebruiken in de bouw. Ook kijkt de circulaire economie hoe beton te verduurzamen is voor hergebruik.  “De City Deal is een prachtige stap om dit positieve verhaal te schrijven voorbij de 20e eeuw. Naar een toekomst toe die leefbaarder en minder milieubelastend is. Dit is een fantastische kans”.

Biobased wijken met betaalbare woningen

Directeur Arie Koornneef van de ASN Bank vertelt over de duurzame ambities van de ASN Bank en hoe ze daar al 60 jaar met enthousiasme aan werken. “We delen onze kennis met andere financiële instellingen, zo zijn we deel van het Platform Klimaat en Biodiversiteit. Daar willen we ook biobased bouwen in meenemen.”

Arie Koorrnneef (ASN Bank) deelt zijn visie. Foto: Paul Tolenaar

De droom van Koornneef is om over tien jaar complete biobased wijken met betaalbare woningen te hebben gerealiseerd. Zodat duurzaam wonen voor iedereen toegankelijk wordt. Financiële instellingen spelen daarbij een rol door duurzame bosbouw te stimuleren, naast duurzaam ondernemerschap. Ook kunnen ze helpen producten op te schalen, financiën regelen en consumenten helpen, via duurzame hypotheken bijvoorbeeld. De Werk wil graag vanuit de City Deal helpen met deze droom. “Laten we over een jaar een consortium hebben georganiseerd en een plan hiervoor hebben liggen.”

Integraler

Samenwerking tussen verschillende sectoren staat ook centraal in het verhaal van toparchitect Ben van Berkel. Om het doel van de City deal te bereiken om elk groot nieuwbouw of transformatieproject zo circulair en conceptueel mogelijk te bouwen is dat essentieel, stelt hij. “Het moet integraler in de bouwsector. Het hele proces van ontwerp tot bouw is nu nog heel erg lineair ingericht. De maatschappij is al lang in de iPhone fase, maar de bouwsector loopt nog met een walkman.”

Met BIM (3D ontwerpen) kunnen ontwerpers al makkelijker lokaliseren. We moeten dus werken met materiaalpaspoorten om hergebruik mogelijk te maken. Hoe kunnen we dat zo flexibel, efficiënt en opschaalbaar mogelijk doen? We moeten ook bewoners meekrijgen, stelt Van Berkel. Die moeten immers ook hun leefstijl aanpassen. “Dit aspect moet nog worden toegevoegd aan het toekomstbeeld. Het gaat vooral over de kwaliteit van leven, werken en bouwen.

Innovatie Expo

Lid van de Adviesraad van de InnovatieExpo Carolien Gehrels, vertelt waarom de expo vooral ook kansen biedt voor betrokkenen bij circulair bouwen. Foto: Paul Tolenaar

Carolien Gehrels sluit het symposium af met een aankondiging van de online InnovatieExpo op 8 april vanaf het Hembrugterrein in Zaanstad. Hier zal een bijtekenmoment zijn voor de City Deal. Partijen die mee willen doen kunnen hier dan aanhaken. “Hier is dé kans om in gesprek te gaan met wethouders. We moeten het met elkaar doen. Als iedereen een stukje in de keten op zich neemt kunnen we daadwerkelijk voorlopen.” Op 8 april presenteert de City Deal ook haar plan van aanpak voor de komende jaren, kondigt Dealmaker Koen Haer (BZK) aan.

“Laten we met elkaar meters gaan maken”, voegt De Werk toe. “Vandaag hebben we laten zien dat de energie er is, en dat het kan!”

Wil je meer lezen? AgendaStad.nl interviewde o.a. spreker en toparchitect Ben van Berkel over zijn visie.

 

Aanpak complexe vraagstukken vraagt samenwerking, tegendraadsheid en experimenteerruimte

Festival van het Bestuur 2021

Met het online Festival van het Bestuur dat op donderdag 11 februari plaatsvond, werd de trendanalyse De Staat van het Bestuur die in januari verscheen, tot leven geroepen. Met een divers en uitgebreid programma sloegen onderzoekers, publicisten, bestuurders en volksvertegenwoordigers een brug tussen actuele maatschappelijke uitdagingen, de nieuwste onderzoeken en praktische oplossingsrichtingen. Op festivalvanhetbestuur.nl vind je meer informatie.

Een van de programma-onderdelen was de talkshow ‘To deal or not to deal; Op zoek naar effectiever bestuurlijk samenwerken’, waar o.a. City Deals en andere vormen van innovatief bestuur centraal stonden. Aan de talkshow, die geleid werd door Marceline Schopman, namen Eva Kunseler (wetenschappelijk medewerker Integrale Beleidsanalyse Leefomgeving bij PBL), Olga van Kalles (programmamanager IBP Vitaal Platteland), Annelies Kroeskamp (directeur Bestuur, Financiën en Regio’s bij het ministerie van BZK) en Bernard ter Haar (ABDTOPConsult) deel. ‘Talent van het Noorden’ en raadslid in Harlingen Bartele Boersma trad op als moderator en stelde vragen die in de deelnemers-chat voorbij kwamen.

Na de introductie van de gasten werd het gesprek geopend aan de hand van een foto die elk van de sprekers had meegebracht. ABDTOP-consultant Bernard ter Haar had een krantenkop uit het FD meegebracht: ‘Een goede beleidsambtenaar denkt tegendraads’. Ter Haar betoogde dat het belangrijk is dat de politiek wordt ondersteund door professionals. Onderdeel van die professionaliteit is om reflexief en tegendraads te zijn en soms tegen een minister te zeggen ‘ik begrijp wel wat je wil, maar op deze manier gaat dat niet werken’. Ambtenaren hebben volgens Ter Haarwel eens de neiging om meteen ‘te gaan rennen als politici iets roepen’.

Organiseer tegendraadsheid

Schopman vraagt of daar wel ruimte voor is, aangezien ambtenaren gehouden zijn aan beleidslijnen en politieke verantwoordelijkheid. Ter Haar geeft aan dat het ook in belang van de politici is als ambtenaren hen helpen voorkomen dat ze ‘in een valkuil lopen’ en niet klakkeloos opdrachten uitvoeren waarvan ze weten dat die niet goed uitvoerbaar zijn. Hij constateert dat er soms te weinig tegendraadsheid is en dat ministeries vaker mensen moeten aannemen die wellicht niet meteen ‘in hun straatje passen’. Volgens Ter Haar is ‘Den Haag’ nog teveel op zichzelf gericht en is er te weinig oog voor hoe de samenleving het doet en hoe andere overheidsorganisaties het doen. “Ik heb nog nooit zo vaak het woord ‘verkokering’ gehoord als de afgelopen jaren. Dat beseffen we ons bij het Rijk nog onvoldoende. Daarom hebben wij in een rapportage ook een hartstochtelijk betoog gehouden om die verkokering aan te pakken.”

Eva Kunseler van PBL herkent de signalen van Ter Haar uit het onderzoek Leren Institutionaliseren dat PBL en NSOB samen verrichten en waarover je elders op Agendastad.nl meer kunt lezen. “In ons onderzoek dat zich deels richtte op dealvormen, zagen we dat er in de breedte weinig kennis is over hoe je zo’n deal inricht. Er zijn eigenlijk twee patronen: het gaat om mensen, mensen die inzien dat je het samen moet doen. Maar die ervaren het toch vaak alsof ze een Gideonsbende zijn, een voorhoede die de organisatie moet meenemen. En dat is het tweede patroon; in hoeverre worden deze vormen van samenwerking gedragen door de organisatie? Vaak is het nog een ‘niche’.

Ter Haar noemt het voorbeeld van City Deals, waar hij als voormalig DG Sociale Zekerheid bij betrokken is geweest. Volgens hem zijn City Deals een goede manier om kennis op te doen en nieuwe samenwerkingen te verkennen. Om dat kansrijk te maken moet je volgens Ter Haar van begin af aan bedenken hoe je de opschaling organiseert. “Besef dat je de kennis uit deals nodig hebt om beleid goed vorm te geven.” Daarnaast is de gelijkwaardige samenwerking volgens Ter Haar belangrijk. En tegelijkertijd moeilijk voor het Rijk. “Als het Rijk zich ergens mee bemoeit, dan zijn ze vaak weer meteen de baas en in die deals zie je dat het eigenaarschap gedecentraliseerd is, met het Rijk als ‘meedenker’.”

Het samenspel

Van Kalles, van het IBP Vitaal Platteland geeft aan dat in haar programma het Rijk echt aan tafel zit om mee te denken, samen met drie andere overheden. Daarmee onderscheidt de aanpak zich volgens Van Kalles van de ‘klassieke dealaanpak’ waar het ‘competitieve element’ tussen regio’s vaak bepalend is. Ze benadrukt dat het gast om het ‘samenspel’: alle partijen moeten ook duidelijk maken wat ze vragen van het Rijk en gezamenlijk onderzoek je wanneer welke partij het best tot zijn recht komt.

Annelies Kroeskamp vertelt dat er vanuit het Rijk ook andere samenwerkingsvormen dan deals zijn gestart, zoals de nationale programma’s Rotterdam Zuid en Groningen en het programma rond de marinierskazerne in Zeeland. “Dat zijn voorbeelden van een meerjarige commitment vanuit het Rijk aan partners. City Deals ontstaan echt vanuit innovatie en kennis. Daar zit ook nauwelijks geld bij en dat is ook de kracht: er ontstaat dan een ‘coalition of the willing’. Bij Regiodeals is die zak geld er wel en je ziet dan ook soms ‘perverse prikkels’. Volgens Ter Haar zijn Regiodeals geen goed voorbeeld van gelijkwaardige samenwerking omdat het Rijk 900 miljoen euro beschikbaar stelde ‘en zelf bepaalt waar het geld naartoe gaat’.

Moderator Bartele Boersma breekt in en geeft aan dat in de chat de decentralisatie gezien wordt als een geïsoleerde opgave, waarbij het Rijk wel faciliteert maar niet echt interdisciplinair samenwerkt. En sommige deelnemers vragen zich hardop af of ‘dwarsdenken’ nou wel zo bevorderlijk is voor je carrière als rijksambtenaar….

Eva Kunseler geeft aan dat je echt ambtenaren moet werven met specifieke competenties voor dit type werk. Medewerkers die goed een link kunnen leggen met vakexperts bij departementen én met de buitenwacht. En die mensen moet je in teams bij elkaar brengen en zo wat meer afstand geven van de organisatiekokers.

Olga van Kalles vertelt over haar meegebrachte foto waarop ze met IBP-collega’s in een Fries weiland uitleg krijgt van een boer die kampt met bodemdaling. De foto symboliseert voor Van Kalles de verbinding. “Ik geloof dat vraagstukken juist in de ontmoeting met al die verschillende partijen gaan leven. En ik geloof erg in de kracht van mensen, ontmoeten verbinden. Het ging in deze ontmoeting niet om één perceel van een boer, maar om een heel gebied. Samen kijk je wat er nodig is in een groter perspectief, maar je houdt het samen ook klein. En dan kijk je wat je samen al hebt aan geld, regelruimte en kennis en dat is vaak heel wat.

Ruimte krijgen

“Maatwerk dus?”, parafraseert Schopman. “Ja”, bevestigt Van Kalles, die toevoegt dat dat vraagt om ruimte. Ruimte die je krijgt van je organisatie om terug te komen met ‘iets anders’ dan waar je voor op pad gestuurd bent, ruimte om lef te tonen. En: de legitimiteit hebben om iets te mógen doen.

Ter Haar herkent dit. “Als je iets wil aanpakken, zet er dan een interbestuurlijk team voor op. Trek mensen los uit hun organisatie en geef ze een mandaat. Het gebeurt gelukkig her en der al, maar nog te weinig”. Schopman vraagt hoe je democratische verantwoording beter een plek geeft bij onontkoombare maatschappelijke opgaven. Volgens Ter Haar kun je vrijwel elke opgave goed ‘bottom-up’oppakken. “De decentrale aanpak is een goede methode. We weten wat er moet gebeuren, het is alleen een kwestie van doen.” Daarbij is het borgen van het mandaat van de organisatie belangrijk zodat het niet vrijblijvend wordt.

Kroeskamp oppert dat dit wel het risico met zich meebrengt dat het een ‘bestuurlijk ding’ wordt. “De kunst is: heb je ook voldoende draagvlak bij bijvoorbeeld burgercollectieven, raadsleden et cetera.”

Kunseler benadrukt dat goed communiceren heel belangrijk is, en dat de afstemming goed georganiseerd is. En er moet ruimte zijn voor fouten. Dit wordt door de andere sprekers beaamd. Ter Haar: het leuke van kennisontwikkeling is dat het fout moet kunnen gaan. Zoals Annelies Kroeskamp al aangaf: het begint bij de burger en je moet goed uitleggen wat je doet en waarom. Doe je dat niet, dat zet je jezelf klem.

Iedereen bereiken

Vervolgens vertelt Annelies Kroeskamp over haar meegebrachte afbeelding, een plaatje van Fokke en Sukke die jargon als ‘win-win’ en ‘benchmark’ op de hak nemen. Kroeskamp: “Dat zie ik altijd als de uitdaging: hoe schrijven we het op zodat iedereen het begrijpt? Dat bureaucratische, hoog over en interessante, dat mag er wel een beetje vanaf. Daar is ook aandacht voor in de Staat van het Bestuur: hoe de samenleving zich ontwikkelt en hoe je groepen moet bereiken. Daar hebben we als Rijk nog veel stappen in te zetten.

De Fokke & Sukke-cartoon die Annelies Kroeskamp had meegebracht

Van Kalles beaamt dat taal heel belangrijk is. “Wij zochten in ons programma naar experimenteerruimte en dan ontdek je al gauw dat iedereen zijn eigen taal spreekt. Dat zie je in alle lagen.” Volgens Kroeskamp is het ook belangrijk dat je uitlegt wat je nodig hebt van een partner om resultaat te boeken. Ter Haar geeft aan dat je als ambtenaar erg wordt getraind in ‘verhullend communiceren’, zodat iedereen het zijne kan lezen in een plan. “Je moet aan de voorkant gewoon helder zijn in taal en dat kan heel goed zonder jargon.”

Kunseler schetst dat je ook in een kader, een gemeenschappelijke taal, spreekt als je samenwerkt. Dat is ook nodig om samen eenduidige doelen te formuleren. “Je creëert samen ook een nieuwe werkelijkheid dus die ene taal is nodig om er met elkaar in gezogen te worden.”

Vanuit de chat, zo meldt Bartele Boersma, wordt gesuggereerd om plannen meer op het taalniveau ‘B1’ op te schrijven.

Fucking goed

Kunseler heeft een fragment meegebracht uit het seminar over het onderzoek ‘Leren institutionaliseren‘ waarin programmamanager Agenda Stad Frank Reniers over het creëren van ruimte om te leren van City Deals zegt: “Iedereen is druk dus is het moeilijk om die ruimte te vinden. Daarom moet het leuk, lekker en inhoudelijk fucking goed zijn.” Een mooi voorbeeld van helder taalgebruik, vinden de tafelgasten en de deelnemers op de chat. Kunseler licht toe dat Reniers hiermee aangaf dat een deal moet aansluiten bij waar partijen behoefte aan hebben, zodat ze met zo’n aanpak mee willen doen. Ze vraagt daarnaast ook aandacht voor het organiseren van leerprocessen.

Festival van het Bestuur 2021

De deelnemers (Vlnr Kalles, Ter Haar, Schopman, Kunseler en Kroeskamp) bekijken het fragment met Frank Reniers.

Van Kalles sluit zich hierbij aan: “Leg bestuurlijk vast: we willen leren!” Sommige professionals hebben die bescherming nodig om te voelen dat ze de ruimte hebben om te leren. Kunseler geeft aan dat de juist instrumenten van belang zijn om te kunnenleren, zoals de Community of Practice van Agenda Stad of de LNV-Verbinders. Kroeskamp noemt het voorbeeld van twee Regio Deals waarin Grensoverschrijdende Samenwerking een rol speelt. “Partijen hebben elkaar nu door die Regio Deals gevonden en verwijzen ook naar elkaar. Die gezamenlijkheid was eranders niet geweest.”

Ter afronding vraagt Schopman alle sprekers nog om een laatste ‘gouden tip’ Kunselaar geeft aan: “Zoek die ander op, ga in gesprek!” en pleit daarnaast voor ‘leerdebatten’ naast verantwoordingsdebatten. Ter Haar zegt: “Zou fijn zijn als we met elkaar afspreken dat we alleen nog beleid maken dat werkt. Dat kan door kleinschalig te beginnen en het uit te bouwen. Nu modderen we vaak door omdat het interessant kan zijn om wat te roepen.” Van Kalles geeft aan dat het belangrijk is om een ander ook het podium te gunnen, zodat je ook ‘collectief kunt shinen’ omdat je het tenslotte ook samen doet. Kroeskamp bepleit ruimte: “Doe het samen en laat ruimte!” Het laatste woord is aan de deelnemers op de chat. Bartele Boersma: “Deelnemers geven aan: het is belangrijkom een heldere hulpvraag neer te leggen, niet alleen bij beleidsmakers, maar ook bij burgers.”

‘Over tien jaar complete biobased wijken met betaalbare woningen’

Arie Koornneef

Als het aan Arie Koornneef, directeur van de ASN Bank, ligt, hebben Nederlandse steden binnen tien jaar complete biobased wijken met betaalbare woningen. De bank wil graag een belangrijke bijdrage leveren aan duurzamere manieren van bouwen. Op het Symposium Circulair en Conceptueel Bouwen vertelde hij daar meer over.

Waarom is deze City Deal volgens u zo belangrijk?

Koornneef: “We zien de City Deal Circulair en Conceptueel Bouwen als een noodzakelijk en prachtig platform om met partijen uit verschillende sectoren sneller tot concrete stappen en oplossingen te komen voor de forse opgave waar we voor staan. Aan de ene kant is het voor het voor een succesvolle uitvoering van het Klimaatakkoord essentieel dat de samenleving nu daadwerkelijk in actie komt en zich inzet voor CO2-reductie en opslag. Aan de andere kant is er bij de consument de behoefte aan betaalbare, duurzame woningen. Als ASN Bank willen we graag met anderen bijdragen aan een oplossing voor de woningvraag en de duurzame ambities in Nederland. De huidige manier van bouwen staat bijna haaks op onze ambitie om het Klimaatakkoord te halen. Het is geen optie meer om te blijven bouwen met beton, staal en steenwol, materialen die in de productie volop CO2 uitstoten.”

Wat is het alternatief?

“Wij geloven dat biobased bouwen een kansrijke strategie is in onze transitie naar een CO2-neutrale samenleving. Wat wij voor ogen hebben, is dat er in Nederlandse steden over 10 jaar complete biobased woonwijken met betaalbare woningen staan, zoals je dat bijvoorbeeld in Kopenhagen al ziet. In het klein zien we daar ook de eerste voorbeelden van, dus het kan. In de rol van aanjager, verbinder en inspirator willen we bijdragen aan de benodigde transitie in de bouwsector. Op het symposium heb ik verteld hoe wij als financiële instelling tegen biobased bouwen aankijken, en welke rol ASN Bank, en de financiële sector, in de transitie van de keten kan vervullen.”

Wat precies?

“ASN Bank heeft veel expertise en ervaring in huis op het gebied van impactmanagement: het ontwikkelen van methodieken om de impact van de financieringen op klimaat en biodiversiteit inzichtelijk te maken. Op dit moment werken wij samen met partners aan een nieuwe meetmethode om de CO2-opslag in de biobased bouwketen voor financiers te meten. Via het wereldwijde samenwerkingsverband Platform for Carbon Accounting Financials willen we deze onder de aandacht van de internationale financiële sector brengen. Ook zijn we gestart met een verkenning naar kansen en belemmeringen bij de financiering van voorbeeldprojecten in deze keten. Mooie pilots die laten zien dat het anders kan kunnen andere partijen, zoals overheid, bouwers, leveranciers, financiers en de consumenten immers over de streep trekken.”

Welke stappen moeten we tot 2023 nemen, wanneer de City Deal wordt afgerond, om de doelen te halen?

“Het allerbelangrijkste is met elkaar samenwerken in de keten, en ervoor zorgen dat uit iedere sector de koplopers aanwezig zijn. We moeten niet alles zelf willen doen. Laten we samen een coalitie vormen, een beweging om deze ambitie werkelijkheid te maken. Zo kunnen we op een dieper niveau kennis en kunde uitwisselen, van elkaar leren en tot afspraken voor de toekomst komen. En laten we vooral ook van start gaan. Ik zeg altijd ‘You don’t have to be perfect to do good’.”

Wat zijn uw persoonlijke ambities?

“Ik zie het als onze opdracht om het onderwerp waar mogelijk op de agenda te zetten, in gesprek te gaan met partijen in de keten waaronder financiële instellingen en de samenwerking op dit thema verder te versterken. Zo denken we aan een initiatief om bijvoorbeeld  samen met BZK en RvO een Community of Practice Biobased (ver)bouwen voor de financiële sector te starten. Daarnaast kijken we naar mogelijkheden om projecten in de biobased bouwketen te financieren. Dat kan een duurzaam productiebos zijn, maar uiteraard ook een duurzame hypotheek voor de consument. Uiteindelijk gaat het erom dat we in Nederland goed, betaalbaar en duurzaam kunnen wonen in een omgeving die goed is voor de mens, het klimaat en de biodiversiteit. Zo komen de sociale en groene kant van duurzaamheid mooi samen. ”

Biobased bouwen biedt kansen voor de Klimaatagenda

Meer biobased bouwen kan ons helpen als Nederland om de klimaatambities te behalen, stelt Maarten Hajer, hoogleraar Urban Futures van de Universiteit Utrecht. Op het symposium Circulair en Conceptueel Bouwen gaf hij zijn visie. ‘Het biedt eindelijk iets positiefs over klimaatverandering.’

Op het symposium wilde Hajer de aanwezige bestuurders en experts vooral meegeven dat biobased bouwen een belangrijke mogelijkheid en kans in de Klimaatagenda is. “We moeten alles doen om het klimaatprobleem aan te pakken”, stelt de hoogleraar. “Dus ook in de bouw moeten we iets doen. Wat veel mensen vergeten is dat onze manier van bouwen, met veel beton en staal, leidt tot hoge CO2-emissies. Beton en cement zorgen wereldwijd voor 8 procent van de totale CO2-emissie. Dat is enorm. Als we meer bouwen met hout vermijd je die emissies.”

Wat is precies biobased bouwen?

Hajer: “Allereerst is biobased bouwen iets heel anders dan bouwen met hout, zoals we gewend zijn. Dan denk je al snel aan een blokhut, maar het is nu veel meer hightech, zoals crosslaminated timber oftewel kruislaaghout. Dat is geperst hout, ziet eruit als een soort triplex, maar is zo ongelofelijk sterk, dat je er wel gebouwen tot 100m hoogte mee kan bouwen. Over een paar jaar zullen mensen gaan inzien wat voor mogelijkheden dit biedt. Vanuit Urban Futures Studio proberen we beleidsmakers dit nu al te laten zien. Biobased bouwen biedt eindelijk weer eens wat goed nieuws als het gaat om klimaatverandering. Dit kan een Tesla-effect opleveren. Het bouwen van de stad met biobased materialen levert ook nog eens gezondheidseffecten op. Het zijn veel prettiger huizen om in te wonen, met meer ademend materiaal.”

Hoe zit het dan met de bossen die we moeten kappen voor al dat hout?

“Natuurlijk moeten we goed kijken naar duurzaam gebruik van hout en het herplanten van bos. Met de houtproductie van nu kunnen we al 50.000 woningen per jaar bouwen.

Ik zie een nieuwe rol voor Staatsbosbeheer. In Nederland doen we eigenlijk sinds de jaren ’60 niet meer aan bosbouw. Staatsbosbeheer was destijds eigenlijk opgericht om te zorgen dat er genoeg hout was voor de mijnbouw, om de gangen te stutten. Met het einde van de mijnbouw kwam er ook een eind aan deze agenda. Nu moeten er weer opnieuw over nadenken. Misschien moeten boeren zich meer gaan richten op bosbouw dan op veeteelt? Op Europese schaal is een biobased model met staatsbosbouw in ieder geval goed denkbaar, zeker met Scandinavië erbij. Tegelijk zien we ook andere ontwikkelingen, zoals het paperless office, waardoor de houtindustrie zoekt naar nieuwe doelen. Maar we moeten het goed uitdenken, het sentiment leeft immers sterk dat we bomen niet moeten omhakken. Zeker niet op een industriële manier.”

Welke stappen de City Deal om de doelen te halen?

“Het is mooi als deze City Deal snel kan laten zien wat ze bedoelt. Zodat mensen snel de kansen zien, en het aantrekkelijk wordt, zowel op het niveau van gebouwen als op wijkniveau. Binnenkort starten we met allerlei stedelijke hoogbouwprojecten, zoals in Eindhoven. Kunnen we er sneller mensen mee helpen met woningen? Met deze biobased bouwen kunnen we sneller woningen maken, bijvoorbeeld als tijdelijke woningen nodig zijn bij als woningnood urgent is. Beton moet weg. Veel lokale bestuurders hebben ambitieuze duurzame doelen, maar hebben de bouw daarbij nog niet in beeld. Het gaat meer om zaken als stadsverwarming en verduurzaming van wijken. Het zou mooi zijn als ze ook stappen gaan maken om het bouwen met beton uit te faseren.”

Wat zijn jouw persoonlijke ambities daarbinnen?

“Mijn rol als wetenschapper is dat ik de effecten wil laten zien van dit alles, een aantrekkelijk toekomstbeeld. Het woord biobased is heel erg technisch, daarom is het van belang dat we het kunnen laten zien met beelden. Zo wil ik mij inzetten voor deze City Deal.”

Lees ook de analyse (.pdf) die de Urban Futures Studio deed over de City Deal als instrument.